De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (CD&V)
In Nederland is een proefproject lopende om werkbare maatregelen te ontwikkelen voor de reductie van methaan- en ammoniakemissies. Het project heeft de naam ‘integraal aanpakken’ gekregen. De uitstoot van methaan kan worden gereduceerd door de oxidatie van dit methaan. Het methaan wordt dan omgezet naar koolstofdioxide. Bij dit proefproject werd gebruikgemaakt van een ondergronds biofiltratiesysteem.
Hierbij zorgen methaanoxiderende bacteriën in de bodem dat het methaan omgezet wordt in CO2 en water. Het gaat om een zeer eenvoudig systeem: aan de ene kant wordt een leiding aangesloten op ontluchtingspijpjes van de externe mestopslag, een mestzak dus, en aan de andere kant op drainageslangen. Dit zorgt ervoor dat het biogas uit de mestopslag ondergronds wordt uitgestoten, waarna de bacteriën hun werk doen.
Uit de eerste metingen van Wageningen University & Research blijkt dat het laagdrempelige systeem, dat beperkte kosten heeft – men spreekt over 600 euro –, de methaanuitstoot uit mestopslag met meer dan 90 procent kan terugbrengen en de ammoniakuitstoot zelfs bijna helemaal.
Minister, dit klinkt interessant, en ik wil u dan ook enkele vragen stellen omdat we in Vlaanderen steeds benieuwd zijn op welke manier we nieuwe technieken die ons kunnen helpen bij het bereiken van doelstellingen, kansen kunnen geven. Hebt u kennis genomen van het project ‘integraal aanpakken’ uit Nederland? Wat is uw appreciatie van dit project? Lijkt het u zinvol om ook in Vlaanderen dergelijke proefprojecten op te starten? Welke ondersteuning is beschikbaar voor landbouwers die nu reeds een dergelijk proefproject willen opstarten? Zult u opdracht geven aan het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) om dit Nederlandse project verder op te volgen?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega Rombouts, het project is ons uiteraard bekend. Het is een mooi voorbeeld van hoe veehouders en wetenschap samenwerken om tot werkbare en praktijkrijpe oplossingen te komen. We weten al lang dat er goede ideeën bij de landbouwers zelf zitten. Het ondergrondse biofiltratiesysteem is daar een heel mooi voorbeeld van.
Het lijkt dus inderdaad zinvol om verder in te zetten op proefprojecten die kunnen bijdragen aan de verdere verlaging van de milieudruk van de landbouwsector. Hierbij is het natuurlijk belangrijk dat wordt vertrokken van de reeds vergaarde kennis en ervaring, zoals die uit Nederland. Ook bij het Expertisecentrum Landbouw en Klimaat van ILVO zijn dit project en deze techniek bekend. Ik kijk dan ook naar de onderzoeksinstellingen en geïnteresseerde boeren om deze kennis verder uit te diepen en uit te testen en, indien mogelijk, toe te passen in de Vlaamse landbouw.
Afhankelijk van de mate waarin nog onderzoek rond deze techniek nodig is, kan eventueel ook een beroep worden gedaan op de subsidiekanalen van het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO). Hierbij denk ik aan VLAIO-landbouwtrajecten. Ook via het subsidiekanaal European innovation partnership (EIP) - operationele groepen of via VLIF-innovatie zijn er mogelijkheden.
Mijn administratie heeft reeds contact opgenomen met ILVO over dit project, en ILVO bekijkt of en hoe het gevolg kan geven aan dit Nederlandse project in een Vlaamse context.
De voorzitter
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (CD&V)
Minister, dank u wel voor uw positieve antwoord. Dat het in het oog is gesprongen van iedereen, dat is positief en belangrijk voor een nauwgezette en korte opvolging. Het is ook positief dat er mogelijkheden zijn voor de landbouwers zelf om verder te kunnen inzetten op praktijken die ze hebben met een wetenschappelijke ondersteuning, en zo te bekijken of dat eventueel ruimer implementeerbaar is in de sector.
In de komende jaren zal dit alleen maar aan belang winnen en dan zullen de nodige kanalen voor informatie worden bekendgemaakt over hoe we landbouwers in de praktijk samen met wetenschappers vooruitgang kunnen laten boeken en ervaring laten opdoen.
De opvolging vanuit ILVO stemt me zeer positief. We weten dat het een uitdaging is om kennis over wetenschappelijke technieken voldoende snel te kunnen vergaren, om die vervolgens te implementeren. Wilt u dat in de komende jaren nog bijsturen? Soms zijn er ervaringen of technieken op het terrein of in het buitenland, maar het is een uitdaging om die snel erkend te krijgen zodat ze toepasbaar zijn in de bredere sector. Ziet u nog mogelijkheden om dat te versnellen of te versterken?
De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Minister, onze fractie wil die proefprojecten echt wel ondersteunen. Er wordt vaak gekeken naar ILVO en dat is bijzonder waardevol, maar ik pleit er toch voor om ook de individuele boer de nodige ruimte te geven, ook inzake reglementering, om hierop in te gaan. We moeten er aandacht voor hebben dat mislukken niet altijd ontmoedigend moet werken. We moeten de kans geven om bepaalde proefprojecten te laten uitrollen en ervoor zorgen dat ze, als het minder of niet goed afloopt, daar niet op worden afgerekend, net zoals in het Nederlandse systeem. Zo worden ze niet ontmoedigd om verder te doen.
We weten dat het de bedoeling is van die proefprojecten om waardevolle resultaten te leveren. De situatie op stalniveau leidt soms tot problemen. Het is dus beter om naar het bedrijfsniveau te kijken, zodat men op een aantal vlakken stappen vooruit kan zetten. Ik pleit er dan ook voor om dit niet louter te bekijken op stalniveau, maar op bedrijfsniveau.
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega's, ik neem alle suggesties mee. ILVO is uiteraard een beetje logisch, omdat je natuurlijk ook het onderzoek moet doen. We streven ernaar om de kennis en de ervaring die bij onze landbouwers aanwezig is, ten volle mee te nemen in onze beleidsbeslissingen. Je hebt daarbij wel voldoende onderzoek nodig.
Mevrouw Rombouts, ik ga akkoord: hoe rapper, hoe liever. Het is van groot belang om nieuwe technieken voldoende in praktijkomstandigheden toe te passen, zodat we zien welke de reële effecten kunnen zijn op landbouwbedrijven. Dat is de reden waarom we middelen voor onderzoek geven aan ILVO en de praktijkcentra. Als we weten dat de nieuwe technieken goed zijn, dan kunnen we die via de nieuwe … (onverstaanbaar)… die collega Demir moet samenstellen, erkend krijgen. Ook dat moeten we versnellen.
De voorzitter
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (CD&V)
Minister, er is eensgezindheid over dat we voor de erkenning wat moeten versnellen. Het onderzoek van ILVO en de praktijkcentra is daarvoor cruciaal. Daar wordt de brug gelegd naar de landbouwers zelf om te testen in de praktijk. Het is belangrijk dat landbouwers de ruimte krijgen om te testen op de werkvloer, en dat we dat in het onderzoek opnemen.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.