Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 21 apr 2022 11:39 

Steun aan de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven


Vraag om uitleg over steun aan de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven van Chris Steenwegen aan minister Hilde Crevits

De voorzitter

De heer Steenwegen heeft het woord.

Chris Steenwegen (Groen)

Bedankt, voorzitter, voor de uitleg over de pachtwetgeving. We weten nu ook, dankzij de minister, dat we bij u moeten zijn als we willen weten hoe het verder gaat met de nieuwe Pachtwet. (Gelach)

We moeten de vraag niet meer aan u stellen, minister, we kunnen het gewoon aan onze voorzitter vragen. ‘Hoe zit het? Hoever sta je met je werk? Wanneer kunnen we een nieuwe regelgeving verwachten?’ Dat is op zich gemakkelijk. (Gelach)

De voorzitter

Daarvoor zult u een vraag moeten indienen, denk ik. (Gelach)

Chris Steenwegen (Groen)

Minister, we hebben onlangs kennis kunnen nemen van het rapport van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF). In 2021 is er slechts één vraag binnengekomen voor steun voor ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven. Het VLIF-rapport uit 2016 legt uit wat die maatregel is: “Aanvullend op de maatregel ‘Opstartsteun voor jonge landbouwers’ wil Vlaanderen ook kleine landbouwbedrijven die zich voort willen ontwikkelen, ondersteunen. Voor bepaalde types van bedrijven en subsectoren zijn de voorwaarden om van de opstartsteun of investeringssteun te kunnen genieten niet haalbaar. Dikwijls gaat het om bedrijven die nieuwe teelten of alternatieve vormen van productiemethodes en commercialisatiestructuren ontwikkelen.” Dat staat in het toenmalige VLIF-rapport en dat is eigenlijk de specifieke doelstelling van die maatregel.

Het feit dat maar één bedrijf een aanvraag heeft ingediend, past wel in een trend. We zien dat de maatregel heel weinig succes heeft. Ik ga het niet allemaal voorlezen, maar u hebt zelf gezien dat er de voorgaande jaren ook amper aanvragen waren. Wanneer er aanvragen waren, werden die bovendien ook niet altijd gehonoreerd. Ik denk dat we de doelstelling om dat soort bedrijven ook te integreren in onze landbouwsector van de toekomst, delen. We zien dat er een instroom is of dat er wel mensen zijn die willen instromen, maar dat dat toch moeilijk blijkt. Vandaar dat ik een aantal vragen heb.

Loopt het niet zo goed met de instroom in de landbouw van bedrijven die willen werken via nieuwe verdienmodellen? We zien wel dat dit vaak in gangbare of bestaande bedrijven wordt geïntegreerd, maar hoeveel bedrijven zien we starten die volledig en uitsluitend inzetten op zo’n nieuw verdienmodel? Hoeveel ondernemers zonder landbouwachtergrond zijn de voorgaande jaren in de landbouwsector gestart met een eigen bedrijf? Ook dat is nogal eigen aan dat soort bedrijven, denk ik: vaak zijn het mensen die geen opvolger zijn van een bestaand landbouwbedrijf, maar mensen die van buiten de sector komen maar ze willen zich wel inzetten in de landbouw. Hebben die nieuwkomers geen behoefte aan deze financiële stimulans? Hebben ze geen investeringsbehoefte? Of hebben die nieuwkomers geen of minder toegang tot specifieke steunmaatregelen op maat? Weten ze wel welke mogelijkheden er zijn enzovoort?

Aangezien deze ondersteuning bijna niet gebruikt wordt en gezien het belang ervan voor de toekomst – het belang ook dat we delen – heb ik nog volgende vragen. Welke maatregelen hebt u al genomen om aan het bijna niet gebruikt worden van deze maatregel te verhelpen? Waarom hebben ze niet het gewenste resultaat gehad? Is daar een evaluatie van gemaakt? Als we zien dat er na vier, vijf, zes jaar niet echt op ingespeeld wordt, welke conclusies moeten we daar dan uit trekken? Hoe evalueren we dat? Welke maatregelen zult u nog nemen om deze cijfers in de toekomst op te krikken?

De voorzitter

Minister Crevits heeft het woord.

Minister Hilde Crevits

Vandaag bestaan er in Vlaanderen geen langlopende statistieken over de verdienmodellen die toegepast worden op de landbouwbedrijven. Ik vind dat eigenlijk wel een beetje een gemis, omdat ik daar betere cijfers over wil. Ik heb mijn administratie gevraagd om daar toch meer cijfermateriaal over te verzamelen en te starten met de korte keten. Ik hoop dat we dat dan kunnen uitbreiden naar de andere verdienmodellen. Maar u weet dat er nu heel veel interesse is voor die korte keten, dus daarover zouden we eigenlijk wat meer informatie moeten hebben.

Ook over de achtergrond van de startende boeren zijn de cijfers niet zo gedetailleerd. Er is wel een vraag om uitleg gesteld door collega Talpe op 12 januari over de doorstroom vanuit het landbouwonderwijs naar de landbouwsector. Maar ook hier vind ik dat we relatief weinig informatie hebben. Dus ik zit daar ook wat ‘in het grijze te kijken’.

Wat betreft uw derde en vierde vraag: het ondersteunen van jonge boeren is een stevige doelstelling binnen het landbouwbeleid. Dat weet u. Of het nu nieuwkomers zijn of jongeren met een zogenaamde landbouwachtergrond, starten in land- en tuinbouw is vaak kapitaalintensief. Vandaar dat we die opstart heel intensief steunen vanuit het VLIF.

Vorig jaar werden 170 aanvragen voor overnamesteun door jonge boeren geselecteerd. Aanvullend op die maatregel voorzien we ook nog steun voor kleine landbouwbedrijven die zich verder willen ontwikkelen. Want voor bepaalde types van bedrijven en subsectoren zijn de voorwaarden om te kunnen genieten van de overnamesteun voor jonge boeren of van de investeringssteun niet haalbaar. Dikwijls betreft het bedrijven die nieuwe teelten of alternatieve vormen van productiemethodes en commercialisatiestructuren ontwikkelen. Daarvoor werden vorig jaar drie dossiers geselecteerd. Het ging daarbij telkens om een omschakeling naar afzet via de korte keten.

Dan kom ik tot het antwoord op uw vijfde en zesde vraag. Enkele jaren geleden werd blijkbaar een bijsturing overwogen van de maatregel ter ondersteuning van de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven. Er werd beslist dat de bijsturing zo verregaand zou moeten zijn dat het eigenlijk een nieuwe maatregel zou worden. Er werd dan besloten om een nieuwe start te maken in het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) met de maatregel ‘opstart en omschakeling naar een duurzaam verdienmodel’. De voorbereidingen daarvoor zijn gestart in 2019. De pijnpunten die vandaag bij mijn diensten bekend zijn, zullen hierin weggewerkt worden.

Ik geef een voorbeeld. Er zal geen beperkende definitie van omschakeling meer toegepast worden. Nu was die namelijk erg beperkt. De economische drempel om in aanmerking te komen voor de steun zal de helft bedragen ten opzichte van deze voor overnamesteun en steun voor productieve investeringen, maar we zullen geen bovengrens meer toepassen. De steun wordt ook sterk verhoogd en de Europese reglementering laat nu bovendien ook toe dat opstart van een volledig nieuw bedrijf mogelijk wordt. We zijn dus wel van plan om een aantal bijsturingen door te voeren bij de start van het nieuwe GLB.

De voorzitter

De heer Steenwegen heeft het woord.

Chris Steenwegen (Groen)

Dank u wel, minister. Ik denk dat u de vinger op de wonde legt. Er is veel kennis over de landbouwsector, maar dan over de klassiekere, gangbare landbouw zoals we die al lang kennen. Dat is natuurlijk een belangrijke sector, waarover we veel economische en andere gegevens hebben, en terecht. Maar op de omschakeling en de zoektocht van vele boeren en van mensen die geïnteresseerd zijn om in te stappen in de landbouw, hebben we eigenlijk weinig zicht. Nochtans is dat wel belangrijk. Jaarlijks studeren er heel wat mensen af, bijvoorbeeld bij Landwijzer, in biolandbouw dus. Dat zijn meestal mensen van buiten de landbouw die interesse hebben. Het gaat ook vaak om bedrijven die niet zo kapitaalintensief zijn, want dat is bijna onmogelijk geworden, denk ik. Het gaat vaak om kleine bedrijven met weinig investeringen. Hun probleem is vaak om grond te vinden om te beginnen. De klassieke ondersteuningsmechanismen zijn daarvoor niet altijd niet zo geschikt. Ze hebben vaak andere dingen nodig. 

Minister, ik steun zeker uw intentie om meer zicht te krijgen op wat daar aan het gebeuren is en om te zoeken naar mogelijkheden om een betere match te maken tussen de behoeften van die mensen en wat de Vlaamse overheid aanbiedt. Ik denk dat die match vandaag nog niet helemaal klopt. Ik heb dan ook een bijkomende vraag. U overlegt natuurlijk met de organisaties. Ik denk dat die mensen misschien niet zo georganiseerd zijn en dat het misschien ook niet zo gemakkelijk is om te weten wat hun zorgen zijn. Hebt u overleg met boeren of organisaties die bijvoorbeeld opleidingen volgen of aanbieden in biolandbouw of inzake de korte keten? Ik heb het dan niet over bedrijven die voor een deel werken met de korte keten maar vooral over bedrijven die daar volop op inzetten. Hebt u daar overleg mee? Met wie dan? Zo kan gezocht worden naar de juiste match tussen hun vragen en wat de Vlaamse overheid daartegenover kan stellen.

De voorzitter

Minister Crevits heeft het woord.

Minister Hilde Crevits

Ik denk dat we dezelfde mening hebben over het cijfermateriaal. Dat vind ik zelf ook een werkpunt. Ik denk wel dat we al zullen tegemoetkomen aan een aantal knelpunten op basis van wat we in 2019 al beslist hebben in functie van het nieuwe GLB. Dat kan al een stukje soelaas bieden. Maar ik vind wel dat je inderdaad heel praktisch moet bekijken wat de hindernissen zijn. Mijn administratie voert uiteraard niet alleen overleg met de klassieke landbouworganisaties maar met heel diverse stakeholders. Dat is evident. Maar het intrigeert mij ook hoe we meer mensen kunnen overtuigen om interesse te tonen.

Wat ik dan wel vaststel is: als we studienamiddagen organiseren over nieuwe teelten bijvoorbeeld, dan komen daar honderden mensen naartoe. Er is zeer veel interesse. Ik ben naar een namiddag geweest van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO). Ik was verbaasd hoeveel boeren er waren. Dat ging over omschakeling naar plantaardige eiwitten. De interesse is heel fel. ILVO is ook een partner die kan meekijken wat de hindernissen zijn om al dan niet de sprong naar iets nieuws of kleinschaligs te wagen.

We proberen werk te maken van een betere data-analyse. Die contacten zijn er. Maar, natuurlijk, je kunt niet met elke individuele boer van Vlaanderen spreken. Dat moet een klein beetje georganiseerd zijn, toch. Voor mij is het een erezaak dat we daarin breed gaan en er ook een sprong voorwaarts in proberen te maken.

De voorzitter

De heer Steenwegen heeft het woord.

Chris Steenwegen (Groen)

Minister, als je ziet dat er die vijf jaren amper tien of vijftien aanvragen zijn geweest, dan heeft de maatregel eigenlijk zijn doel gemist. Het is nodig om dat grondig te evalueren en om te kijken hoe we die noodzakelijke instroom krijgen. Ik herhaal het nog eens. Als we zien hoe weinig opvolging er is bij de bedrijven, moeten we echt mensen opnieuw warm maken. Er zijn echt veel mensen in de sector die willen omschakelen. Er zijn ook veel mensen daarbuiten die op zoek zijn en in die landbouwsector willen worden tewerkgesteld. Dus, dit is een uitnodiging om te zoeken naar meer mogelijkheden om dit cijfer toch naar boven te krijgen. Ik denk dat dit echt belangrijk is.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.

 


  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer