De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
Minister, ik ben daarstraks vertrokken toen het nog stormachtig was in deze commissie Landbouw. Ondertussen is het hier wat kalmer geworden. Of dat een goed of een slecht teken is, laat ik u zelf invullen.
Ik heb nog eens een vraag over het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Een paar weken terug is er immers nogal wat kritiek gekomen van een aantal milieuorganisaties, waaronder BirdLife en het Europees Milieubureau, die ernstige vragen hebben bij hoe de lidstaten van plan zijn om de subsidies te gebruiken in het kader van dat GLB, vooral om de natuur- en landbouwgebieden te beschermen en te herstellen. Ik citeer: “De Nationale Strategische Plannen van het GLB weerspiegelen (...) een achterhaalde visie op productivisme die de prioriteit geeft aan opbrengstmaximalisatie (...) boven milieuoverwegingen.” Waar hebben we dat nog gehoord? Bovendien zet de oorlog in Oekraïne de discussie over Europese voedselzekerheid op scherp, waardoor de uitrol van de Green Deal en de overgang naar duurzamere en milieuvriendelijkere landbouwpraktijken op de helling zou komen te staan. Sommigen pleiten er zelfs voor om die Green Deal en de ‘van boer tot bord’-strategie nu uit te stellen wegens die Oekraïnecrisis.
Een van de belangrijkste maatregelen voor klimaat en biodiversiteitsherstel is het grootschalig opnieuw vernatten van veengebieden. Dit is een van de makkelijkste maatregelen. Het kan landbouwers via het GLB ook een alternatieve bron van inkomsten geven. Uiteraard is het herstel van die gebieden belangrijk in onze strijd tegen de klimaatcrisis, en om overstromingen en droogtes te milderen. Beide doen nu al de oogsten mislukken en bedreigen het levensonderhoud van boeren in heel Europa. Door slechts 3 procent van de landbouwgronden in de EU opnieuw te vernatten, zou de landbouwemissie van broeikasgassen met 25 procent kunnen worden verminderd.
In Vlaanderen ging op zestig jaar ongeveer 200.000 hectare aan wetlands en veen verloren. Driekwart daarvan zou nog kunnen worden hersteld. Minister, vandaar mijn vraag over de mogelijkheden in het strategisch landbouwplan dat Vlaanderen ook moet opstellen in het kader van het GLB. Hoe staat u tegenover de bemerkingen van deze milieuorganisaties? Zullen die opmerkingen hun vertaling krijgen in dat Vlaamse strategisch landbouwplan? Met andere woorden, worden er duurzame middelen opgenomen om aan veenherstel of vernatting te doen? In het plan zouden er op dit moment nog geen middelen zijn opgenomen. Bent u van plan om hiervoor alsnog een extra inspanning te doen?
Wat is de exacte timing met betrekking tot de Vlaamse invulling van het GLB? 1 januari 2023 nadert immers.
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega Vandenhove, dank u wel voor de vraag. Dat het overmatig draineren van veengronden schadelijke gevolgen heeft op broeikasgassen, staat buiten kijf. BirdLife en het Europees Milieubureau oordelen dat lidstaten die relatief veel veengrond hebben, te weinig ambitieus zijn in hun GLB-strategische plannen, maar het Vlaamse GLB-strategisch plan is niet meegenomen in die beoordeling. Ik ga de andere plannen dus niet beoordelen. Ik heb mijn handen vol met ons eigen plan. Ik denk echter dat Vlaanderen wel een goed pakket kan aanbieden.
Ten eerste, binnen de ‘conditionaliteit’ moeten de lidstaten wetlands en veengebieden beschermen. Vlaanderen zal dat doen via een verbod op het omzetten en omploegen van wetlands en veengebieden binnen de Natura 2000-gebieden die zijn aangeduid als ‘ecologisch kwetsbaar blijvend grasland’. Met de omzettings- en ploegverboden worden die wetlands en veengebieden in hun oorspronkelijke toestand behouden, met het oog op het behoud van de organische koolstof in de bodem.
Ten tweede, via de VLIF-steun (Vlaams Landbouwinvesteringsfonds) voor niet-productieve investeringen kan de aanleg van wetlands onder bepaalde voorwaarden voor 100 procent worden betoelaagd. Dit kan nu al via PDPO III (Programmeringsdocument voor Plattelandsontwikkeling). Ten derde is er binnen de beheerovereenkomsten van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) in functie van de bescherming van weidevogels ook in een actie voorzien rond het vernatten van faunagraslanden.
De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
En de timing?
Minister Hilde Crevits
Er was nog een vraagje over het openbaar onderzoek. Op dit ogenblik zijn we alle opmerkingen uit het openbaar onderzoek aan het verwerken. Dat gebeurt door de diensten. Zoals dat bij elk openbaar onderzoek hoort, moet je alle opmerkingen grondig bekijken en dan zien of er al dan niet moet worden bijgestuurd. Dat proces is echter nog bezig.
De voorzitter
Dat is in elk geval een goed principe.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
Zijn er vergelijkingen te trekken?
Goed, het openbaar onderzoek is nog bezig. Alleszins bedankt voor de uitleg, maar in welke mate kunnen we dat hier krijgen na het afsluiten van het openbaar onderzoek, en wat is dan de verdere timing, ook natuurlijk met de betrokkenheid van het parlement? Dat gaat onder andere over de vraag die ik nu heb gesteld, maar ook eventueel over de andere aspecten, waarop u nu terecht niet dieper ingaat.
De voorzitter
De heer Pieters heeft het woord.
Leo Pieters (Vlaams Belang)
Minister, wat wordt aangegeven, is volledig terecht, maar ik denk dat ook de vorige vragen wel van toepassing zijn. Daarom de volgende vraag: zijn er al wetenschappelijke benaderingen geweest van wat de verhouding zou moeten zijn tussen het bestaande landbouwareaal en de klimaatverandering die op dit moment bezig is? Bijvoorbeeld wat wetlands en veen betreft, wat zou een optimalisatie van dat landbouwareaal kunnen teweegbrengen in de opbrengsten?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Collega Pieters, ik weet dat nog niet. Die informatie moeten we eens opvragen.
Collega Vandenhove, ik denk dat u geen aanvullende vraag hebt gesteld. Wat de timing betreft: zo snel mogelijk. We zijn met dat onderzoek gestart. Men is dat nu aan het verwerken. Ik veronderstel dat we eerst nog feedback moeten krijgen van de Europese Commissie. Die feedback moet ook mee worden verwerkt in het definitieve plan. Ik hoop dus dat we daarmee misschien in de zomer of kort na de zomer kunnen landen.
De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
Dank u wel voor het antwoord. De commissie Landbouw mag ook eens wat rustiger verlopen.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.