De voorzitter
Dames en heren, aan de orde is het actualiteitsdebat over de uitvoering van het stikstofakkoord.
Het debat gaat over het standpunt van de Vlaamse Regering in dit dossier. We gaan niet in op individuele dossiers, collega’s. Kunnen we dat alstublieft afspreken?
Het debat is geopend.
De Groenfractie krijgt het woord. Mevrouw Schauvliege heeft het woord. U hebt drie minuten voor uw openingsstatement, collega Schauvliege.
Mieke Schauvliege (Groen)
Geachte ministers, beste collega's, de nieuw samengestelde regering heeft haar doorstart niet gemist. En ik richt mij meteen tot u, minister Brouns. ‘Il faut le faire’, je moet het maar doen: amper drie dagen nadat u bent ingezworen als minister van Landbouw er op een landbouwbeurs toe oproepen om in te gaan tegen een akkoord dat uw regering zelf heeft gesmeed. Dat is ongehoord! Het gaat over het krokusakkoord, dat uw voorganger met bloed, zweet en tranen heeft onderhandeld. U zet dat nu bewust op losse schroeven. Ik zou denken dat een minister een akkoord hoort te verdedigen. Nochtans was er vrijdag in de Vlaamse Regering blijkbaar afgesproken dat u dat wel zou doen. De dag nadien verklaarde de minister-president dat er misschien toch kon worden onderhandeld over dat akkoord. En gisteren lazen we in Humo dat minister Demir stelt dat er geen marge is voor verdere onderhandeling. Ze deelt daarbij meteen ook een aantal tikken uit.
En zo zijn de poppen al weken aan het dansen. Wanneer het erop aankomt om belangrijke beslissingen te nemen, beste Vlaamse Regering, dan lukt dat blijkbaar niet. De regering organiseert continu chaos. Jullie geraken er niet uit en er is onwaarschijnlijk veel wantrouwen. Want waar we vandaag mee te maken hebben, is het resultaat van twintig jaar wanbeleid op het vlak van milieu en landbouw. Twintig jaar pappen en nathouden heeft ons naar de afgrond gebracht en dreigt ons naar een vergunningsstop te leiden.
Deze Vlaamse Regering en de voorgaande Vlaamse regeringen dragen hierin een onwaarschijnlijke verantwoordelijkheid. En die verantwoordelijkheid ligt in de eerste plaats bij cd&v, de vakbond van BB en een vurig verdediger van de belangen van de agro-industrie, een partij die al jaren aan de milieu- en landbouwknoppen zit. En wat merken we? Vandaag zagen de cd&v-burgemeesters, -minister en -parlementsleden aan dat akkoord. Ze proberen het aan alle kanten af te zwakken.
En ondertussen worden onze landbouwers gedreven richting intensivering, industrialisering en zware kosten. Ze deden zware investeringen, en wat krijgen ze nu? Een rode stikstofkaart.
Mijnheer Brouns, u maakte al duidelijk dat u niet van koers zult veranderen. Je zult maar landbouwer wezen en op die manier een rad voor de ogen gedraaid krijgen. Beste Vlaamse Regering, onze natuur – en daar gaat het over – kreunt onder de stikstof. Er is actie nodig en er is visie nodig om een toekomst te bieden aan onze landbouw. Het is hoog tijd om klare wijn te schenken aan het parlement en aan alle Vlamingen. Met welk akkoord gaan jullie de milieuproblemen oplossen? Met welke maatregelen gaan jullie onze natuur opnieuw gezond maken en onze landbouw toekomst bieden? Daar hadden wij graag een eensgezind antwoord op gekregen. (Applaus bij Groen, Vooruit en de PVDA)
De voorzitter
De heer Vandaele heeft het woord.
Wilfried Vandaele (N-VA)
Collega’s, het standpunt van mijn fractie is duidelijk. Ten eerste hebben we er vertrouwen in dat de regering niet over één nacht ijs gegaan is om dit akkoord te smeden. Ten tweede, als er hier en daar toch een gebrekkige lasnaad zou zijn, dan zal die aan het licht komen in het openbaar onderzoek dat nu loopt.
Drie maanden geleden, op 24 februari, hielden wij hier een actuadebat over het krokusakkoord. De regering had na jaren voorbereiding knopen doorgehakt met betrekking tot de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) en de bouwshift. Het stikstofonderdeel was inderdaad het meest uitgewerkt. Dat was ook broodnodig. Na een uitspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVB) over een kippenstal in Kortessem in februari 2021 dreigde het scenario dat we absoluut wilden en willen vermijden, namelijk het Nederlandse scenario waarbij geoordeeld werd dat de maatregelen om de stikstofuitstoot terug te dringen onvoldoende waren. Bijgevolg kwam er een vergunningenstop, niet alleen voor de landbouwbedrijven, maar ook voor de industrie, ook voor de huizenbouw, ook voor de wegenbouw. Collega’s, dat vermijden was ons eerste doel en dat is dat ook vandaag. Europa liet ons al vaker weten dat ons stikstofvat vol zit en er dus eerst ruimte moet worden vrijgemaakt. Ook het arrest van onze RvVB stelde dat de Vlaamse maatregelen vastgelegd in het voorlopige PAS-kader van 2016 onvoldoende waren. Er moest dus dringend iets gebeuren. Er moet dus dringend iets gebeuren.
Deze dagen gaat het voortdurend over de rode lijst, de lijst van bedrijven die moeten sluiten tegen 2025 omdat ze piekbelasters zijn. Dat betekent dat hun impact op de natuurgebieden in de onmiddellijke omgeving te groot is. We hebben nu eenmaal al lang geleden met Europa afgesproken dat we die natuur zouden vrijwaren, niet alles en overal, maar een beperkt aantal speciale beschermingszones (SBZ’s), topnatuur dus, die de overheid en de wetenschappers toen geselecteerd hebben.
Voor de landbouwers die de maatregelen moeten ondergaan is dat uiteraard een zware dobber. Wij zijn geen onmensen en wij beseffen dat. Als politici moeten wij echter het grotere plaatje zien en het algemeen belang voor ogen houden, ook het belang van de landbouwcollega’s als sector. Een 40-tal exploitaties moet dicht, maar 23.000 kunnen blijven. Dat biedt rechtszekerheid waar iedereen naar vraagt. Met de zaken voor ons uit te schuiven, doen we niemand een plezier, ook de landbouwers niet. Wie moet stoppen, moet correct vergoed worden en wie moet aanpassen, wordt ondersteund. Collega’s, het akkoord gaat immers ruimer dan de rode bedrijven. De varkens- en de pluimveesector moeten hun uitstoot verminderen en de varkensstapel zou ook moeten verkleinen tegen 2030: 1,7 miljoen dieren minder, wat ook goed moet zijn voor de oppervlaktewaterkwaliteit. Om die bedrijven te helpen en om ook de natuur te herstellen, is er een budget van 3,65 miljard euro in het vooruitzicht gesteld. Voor emissiearme stallen is er een tussenkomst van 40 procent, zelfs van 65 procent voor jonge boeren.
Collega’s, het is een harde noot, dat weten we, maar het is een noot die we moeten kraken en die we samen moeten kraken. Alleen op die manier kunnen we erger voorkomen, erger voor ons milieu en erger voor onze landbouwsector. (Applaus bij de meerderheid)
De voorzitter
De heer Janssens heeft het woord.
Chris Janssens (Vlaams Belang)
De Vlaamse regeringspartijen lijken al enkele weken in een parallelle wereld te leven. Hier in het parlement komt men zeggen dat men achter het stikstofakkoord staat en dat er daarover geen enkel probleem is in de Vlaamse Regering. Vervolgens trekt men de baan op naar de achterban en vertellen de drie partijen elk een heel ander verhaal. De N-VA zegt: ‘Er kan helemaal niets meer gewijzigd worden aan dit akkoord’. De nieuwe cd&v-minister van Landbouw Brouns roept boeren op om bezwaarschriften in te dienen tegen het akkoord dat zijn eigen partij heeft gesloten. En Open Vld zegt vervolgens: ‘Er zijn fouten gemaakt, we moeten helemaal opnieuw beginnen’.
En inderdaad, leden van de regering, er zijn door jullie fouten gemaakt. Het stikstofakkoord treft immers de Vlaamse landbouwbedrijven zeer hard waardoor velen ermee ophouden. Sommigen worden daartoe gedwongen, anderen doen het omdat ze door de houding van de Vlaamse Regering geen enkele toekomst meer zien in de sector. Zelfs landbouwbedrijven die van de overheid een vergunning kregen om nog vele jaren open te blijven en op basis van die vergunning heel veel geld hebben geïnvesteerd in een bedrijf, dreigen nu te worden gesloten. Waar is in hemelsnaam de geloofwaardigheid? Waar is de rechtszekerheid? Wat zijn vergunningen nog waard als zelfs de Vlaamse Regering er haar voeten aan veegt?
Enkele regeringspartijen, en vooral de N-VA, zeggen dan: ‘Maar het stikstofprobleem is niet nieuw. Het had vooral al veel langer moeten worden aangepakt’. Dan vraag ik u: weet u, minister Demir, mijnheer Vandaele, wat er over stikstof in uw laatste verkiezingsprogramma stond? Weet u dat? Ik zal het u zeggen: geen letter. Geen woord. Nada. Niks. Nougatbollen. Idem trouwens voor Open Vld. En toch legt die Vlaamse Regering nu een hypotheek op de landbouw, toch legt die Vlaamse Regering een hypotheek op het levenswerk en de inkomsten van vele boeren. Cd&v en Open Vld spelen nu plots paniekvoetbal. Ze doen dat niet omdat ze ineens bekommerd zouden zijn om de Vlaamse landbouwers, want amper twee maanden geleden was men nog euforisch over dat historische stikstofakkoord. Nee, men speelt paniekvoetbal omdat men in zijn eigen voortbestaan wordt bedreigd.
Want inderdaad, sinds dat stikstofakkoord werd gesloten was er enkel de waarschuwing van het Vlaams Belang. Mijn partij zei vanaf dag één dat dit de doodsteek was voor veel boeren, dat dit zou leiden tot economische, sociale en familiale drama’s. Het is door onze kritiek en het verzet van de sector dat cd&v en Open Vld nu eindelijk in beweging zijn gekomen.
Leden van de regering, het is wel merkwaardig dat, in een tijd dat we voor onze voedselzekerheid net minder afhankelijk willen worden van het buitenland, de Vlaamse Regering onze boeren het leven en het werk onmogelijk gaat maken. In plaats van in te zetten op voedsel uit eigen streek, wordt de boeren een strop om de hals gedaan.
Daarom heb ik twee vragen.
Leden van de regering, wanneer stoppen die politieke spelletjes van de regeringspartijen en wordt er aan onze tienduizenden boeren in Vlaanderen eindelijk duidelijkheid en rechtszekerheid gegeven?
Wanneer zegeviert in de Vlaamse Regering eindelijk eens het gezond verstand en wordt dit prullenakkoord naar de prullenmand verwezen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De voorzitter
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (cd&v)
Om te beginnen, collega Janssens, denk ik dat ‘euforisch’ wel echt een foute woordkeuze is. Ik ga mijn pleidooi van het vorige debat niet herhalen, maar ik ga beginnen met de allerlaatste woorden van mijn tussenkomst in het vorige plenaire stikstofdebat.
Het was een oproep aan u, minister, en aan de Vlaamse Regering. Ik citeer: “Ik hoop dat we oprecht luisteren naar de bezorgdheden en knelpunten (…), dat we ze niet wegduwen, maar ter harte nemen.”
Collega’s, ondertussen is het openbaar onderzoek lopende. Nu de andere kant opkijken en stellen dat er niets meer kan worden veranderd zou pas rechtsonzekerheid en chaos creëren. Een openbaar onderzoek is geen verzameling van vodjes papier, integendeel.
Een degelijk openbaar onderzoek vooraf is nodig om ongelukken of een juridische veldslag achteraf te vermijden. Het is nodig om te kunnen komen tot een robuust kader met respect voor de Habitatrichtlijn, en een duurzame toekomst voor alle betrokken sectoren.
Ondertussen zijn we in dit parlement ook gestart met het debat, en er zijn een aantal opvallende vaststellingen, onder andere rond de samenstelling van de lijst van de rode bedrijven. Minister, de administratie heeft met andere parameters en lijsten gewerkt dan wat in het stikstofakkoord is opgenomen. U verklaarde zelf de geest van het akkoord in het parlement en in de media. U zei namelijk dat de basislijst van 2015 hernomen is. De minister-president heeft dit weekend nogmaals bevestigd dat het zo ook moet zijn. Het is mij dan wel nog steeds een raadsel in wiens opdracht de administratie dan toch nieuwe lijsten heeft opgemaakt. Het is alleszins duidelijk dat dit niet correct is. Daarenboven laat het impactscoremodel toe dat bedrijven elke dag onder druk kunnen komen te staan zonder dat zij daar de oorzaak van zijn, en zijn zoekzones nog steeds niet definitief uitgefaseerd. Dat zijn feitelijke, objectieve en rationele vaststellingen die een oplossing zullen moeten krijgen.
Collega’s, het relativeren van 41 rode bedrijven ten opzichte van 12.000 valt mij moeilijk. Al gaat het maar over één bedrijf, elke ondernemer, elk gezin in Vlaanderen moet eerlijk en correct behandeld worden. Bedrijven sluit je niet op basis van halve waarheden, gemiddelde cijfers of geflipflop met parameters. Bovendien zijn de knelpunten die bij die 41 bedrijven naar boven komen exemplarisch voor de 12.000 andere bedrijven. Het gaat dus helemaal niet alleen over die 41 rode bedrijven. Ik hoop dat we de gedachtewisseling hier in het parlement ten gronde verder kunnen zetten.
Collega’s, ministers, de regering heeft een keuze gemaakt voor een maatregelenpakket dat voor de landbouw het meest uitdagende is. De toestroom van bezorgde reacties onderstreept dit overduidelijk. Het luisteren naar mensen, georganiseerd of individueel, is een minimale vorm van respect. Het is geen kwestie van emotionele benadering versus rationele benadering, maar van een dossier waarin dialoog tot een oplossing kan leiden.
Bij dezen wil ik afronden, voorzitter, met aan te geven dat voedselzekerheid belangrijk is, ook in Vlaanderen. We moeten elke dag meer en meer vaststellen dat die onder druk komt te staan. Ik wil u ook vragen, minister, wat de stand van zaken is in de opmaak van de socio-economische impactstudie die noodzakelijk is voor de besluitvorming in dit stikstofdossier. Dat heeft de regering zelf ook steeds onderstreept. (Applaus bij de meerderheid)
De voorzitter
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Gwendolyn Rutten (Open Vld)
Collega’s, politiek gaat over keuzes maken, over knopen doorhakken, over beslissingen nemen, ook in moeilijke dossiers. Vandaag liggen er heel veel moeilijke dossiers op ons bord. Er is oorlog in Europa, het leven wordt duurder, we moeten nieuwe energiebronnen zoeken, het klimaat verandert, de gezondheid en de natuur staan onder druk. We willen allemaal proper water, propere lucht en gezonde voeding, het liefst uit de korte keten. Maar we willen ook welvaart en vooruitgang, en het liefst op een duurzame manier. We willen een stevige, innovatieve economie, zodat we kunnen vooruitgaan.
In het stikstofdossier komen al deze elementen samen. Het siert de regering dat ze dat probleem wil aanpakken, want onze stikstofuitstoot moet omlaag. Dat moet om gezondsheidsredenen, voor mens en natuur, maar ook omdat een totale vergunningsstop dreigt als we dat niet doen. Daarom sloten we in de krokusvakantie een akkoord. Het is een moeilijk akkoord, in de eerste plaats voor de vele landbouwers die getroffen worden. Wat we van hen vragen, is bijzonder verregaand. Zij moeten zich aanpassen, zich opofferen voor ons algemeen belang. Collega’s, het standpunt van mijn fractie in zo’n dossier is duidelijk: als je zo’n opoffering vraagt, dan moeten beslissingen duidelijk, correct en rechtszeker zijn. Dat is een kwestie van respect ten aanzien van iedereen die hier getroffen wordt. Doe je dat niet, dan verzand je in een juridisch moeras. Dan kun je het later op de rechters steken, die het allemaal niet begrepen hebben.
Als je op voorhand weet dat er fouten zijn gemaakt, dan moeten die fouten rechtgezet worden. Collega’s – allemaal van de commissie Landbouw –, wij zijn het dossier gaan inkijken. Er zijn fouten gemaakt. Wat mijn fractie vraagt, is dat die fouten worden rechtgezet. (Applaus bij Open Vld)
De voorzitter
De heer Tobback heeft het woord. (Opmerkingen bij de meerderheid)
Bruno Tobback (Vooruit)
Als de meerderheid nog wat tijd nodig heeft om te onderhandelen, ben ik bereid om een minuut af te geven.
De voorzitter
Daar twijfel ik niet aan.
De heer Tobback heeft het woord.
Bruno Tobback (Vooruit)
Het had nochtans niet veel gescheeld, voorzitter. Na drie jaar waarin er alleen maar problemen en conflicten bij waren gekomen, had Jan Jambon er eindelijk een opgelost. Er was een stikstofakkoord. Het was ook nog een akkoord dat knopen leek door te hakken, dat bereid leek te zijn fouten uit het verleden op een faire manier recht te zetten en voor de toekomst een duidelijk kader te creëren, waarbij iedereen tenminste zou weten waar hij aan toe is.
Het heeft geen drie maand geduurd en toen kwamen de paters van Averbode. U hoeft zich geen zorgen te maken; ik ga niet in detail gaan. Aan de paters hadden de consultants van de BB aardse rijkdommen voorgespiegeld en ze hadden hun beloofd dat de bijkomende uitstoot op wonderlijke wijze zou verdwijnen in administratieve achterpoortjes. Dat soort mirakels bestaat natuurlijk alleen op papier. Wat doen paters die te kijk staan als kooplieden in de tempel? Die gaan te biechten bij een steunpilaar van het vrijzinnige liberalisme, waarna mevrouw Rutten prompt van haar paard werd gebliksemd en alles, maar dan ook alles, wat haar partij en de regering waren overeengekomen, prompt verloochende. (Gelach. Opmerkingen van Willem-Frederik Schiltz en Gwendolyn Rutten)
Ook de BB zag het licht, collega’s, en stuurde snel een nieuwe apostel naar de regeringstafel. Die riep prompt op om massaal bezwaar in te dienen tegen het akkoord, waarvoor hij een paar weken eerder, daar op de banken, nog enthousiast zat te applaudisseren. Collega’s, vanop de oppositiebanken gezien, is het echt alsof we zitten te kijken naar een aflevering van FC De Kampioenen, want voor de ogen van heel Vlaanderen ontaardt de grote deal van Jan Jambon hier in een circus en een spektakel van oudbakken dienstbetoon.
Het zou om te lachen zijn als het probleem niet zo ernstig was. Want het gaat niet alleen over die 41 rode bedrijven, maar over de hele Vlaamse economie. Hoe langer u zich uitput, collega’s, om het vergunningenprobleem van een paar bedrijven te fiksen, hoe langer het stikstofprobleem, als een zwaard van Damocles, boven het hoofd van alle bedrijven gaat blijven hangen. U weet dat goed genoeg, want eigenlijk koos uw akkoord de juiste richting. U weet dat kunstgrepen die de uitstoot naar beneden rekenen eigenlijk onzin zijn. Stop dan toch met vergunningen op die basis te proberen verlenen, terwijl u het probleem daarmee alleen maar erger maakt. U hebt in uw akkoord middelen voorzien om de fouten uit het verleden te vergoeden. Gebruik die dan toch om onverantwoorde vergunningen in te trekken en om de investeerders schadeloos te stellen voor uw fouten, in plaats van hen opnieuw voor te spiegelen dat ‘we toch nog wat kunnen regelen’.
Wat u nu doet, is staan wachten, met uw handen in de lucht, tot een rechtbank uiteindelijk zal zeggen en vaststellen wat we allemaal al weten. En dan zult u, als volleerde hypocrieten, allemaal staan janken over rechters die het land regeren. Als u niet wilt dat een ander het in uw plaats doet, doe het dan verdorie op een goede manier zelf. En daar ga ik mee afsluiten, voorzitter. Als u ergens, collega’s van de meerderheid, diep vanbinnen de ambitie nog hebt om een regering te zijn, die een fundamenteel probleem voor de volksgezondheid, voor het leefmilieu en voor de economie wil oplossen, als u meer wilt zijn dan een verzameling ‘dorpspolitiekers’ in een dwazedeurenkomedie, begin dan misschien gewoon eens uw akkoord uit te voeren. (Applaus bij Vooruit, de N-VA en Groen)
De voorzitter
De heer D’Haese heeft het woord.
Jos D'Haese (PVDA)
Het is nu al een interessant debat, als ik zie wie applaudisseert voor wie: binnen de meerderheid, tussen meerderheid en oppositie, meerderheid voor oppositie en zo verder.
Beste collega’s, ik vraag me echt af wat mensen die dit debat volgen, die het debat van de afgelopen weken in de pers hebben gevolgd, er eigenlijk van moeten denken. De energieprijzen gaan door het dak, woningen worden onbetaalbaar, voeding wordt altijd maar duurder, en waar is deze Vlaamse Regering mee bezig? Met elkaar in de pers in de haren te vliegen en vechtend over straat te rollen, daar is de Vlaamse Regering mee bezig. Over een akkoord dat ze zelf gesloten heeft en waarvan de inkt amper droog is. Is dat het goed bestuur dat Vlaanderen zou brengen? Is dat het goed bestuur dat deze Vlaamse Regering zou brengen? Ik vind het bedroevend.
Cd&v roept op om haar eigen akkoord aan flarden te schieten met bezwaarschriften. Open Vld vindt dat minister Demir haar wil wet wil doen worden en dat er grote fouten zijn gemaakt. En voor de N-VA, mevrouw Demir, vindt u dan weer dat cd&v en Open Vld aan pure profilering doen uit kortzichtig eigenbelang. De sfeer zit goed. Het lijkt wel, beste collega’s, of deze regering al in verkiezingsmodus is. Terwijl er nog vandaag zoveel problemen zijn die moeten worden aangepakt, van mensen die hun facturen niet kunnen betalen.
Als een regering grote problemen heeft, dan moet de regeringsleider er zijn om de boel te leiden, in plaats van in het buitenland te zitten. Dat zei een zekere partijvoorzitter, die hier vandaag ook niet zit, over Alexander De Croo. Maar waar zit de heer Jambon vandaag, beste collega’s? Is hij nog onderweg? Zit hij in het Koffiehuis? Onder de banken? Ik zal zeggen waar hij zit: hij zit in het buitenland, in Davos, samen met Alexander De Croo. Het schijnt dat de ontbijtsessies in Davos de moeite zijn, maar als deze regering niet in de problemen zit, beste collega’s, dan weet ik het ook niet meer en vraag ik me af waar de minister-president in godsnaam uithangt.
Beste ministers, beste collega’s, dit is een schouwspel waar werkelijk niemand beter van wordt. De natuur niet en zeker de landbouwers niet. Als zij een ding vragen, is het wel duidelijkheid en rechtszekerheid, en dat is nu net wat deze regering blijkbaar niet kan bieden. Na landbouwbedrijven eerst jarenlang te blijven aanmoedigen en vergunnen om altijd maar verder uit te breiden en te intensifiëren, zijn er nu ineens een aantal die hun activiteiten moeten stopzetten. Ze krijgen te horen dat ze moeten sluiten, waarna iedereen op elkaar begint te schieten en het volledig onduidelijk is of dat akkoord nog zal worden uitgevoerd en in welke vorm dan wel.
Rechtszekerheid wil zeggen: stop met de mensen hun voeten te spelen. Maak duidelijke keuzes voor een kwalitatieve en duurzame landbouw op lange termijn, met ondersteuning om die switch te kunnen maken. Anders zit onze landbouw binnenkort, bij het volgende probleem, opnieuw in de penarie en dan begint het hele circus opnieuw.
Stop met de halve waarheden, de gemiddelde cijfers en het geflipflop met de parameters van mevrouw Rombouts. Het is al tien jaar bezig onder cd&v-ministers, mevrouw Rombouts. Zorg voor een degelijk beleid, met rechtszekerheid en duidelijkheid. Dat is wat de landbouw en de natuur verdienen. (Applaus van Lise Vandecasteele)
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Dames en heren, ik stel samen met jullie vast dat het ondertussen dertig jaar geleden is dat de habitatrichtlijn in voege ging. Als zo’n habitatrichtlijn wordt goedgekeurd – en ik denk dat eenieder die heeft goedgekeurd –, betekent dat ook dat er zorg moet worden gedragen voor de fauna en flora. Het betekent ook dat er acties moeten worden ondernomen.
Het proces is gestart in 2002, toen de regering Dewael de grenzen van onze speciale beschermingszones heeft aangemeld bij de Europese Commissie. In 2004 werden deze SBZ’s ook aanvaard door de Europese Commissie. Nadien werden de gewestelijke instandhoudingsdoelen ook goedgekeurd op voordracht van minister Schauvliege, dat gebeurde in 2010. Tussen 2010 en 2017 werden de gewestelijke doelen verdeeld over de SBZ’s. In 2016 en 2017 heeft de Europese Commissie checks uitgevoerd, waaruit bleek dat de habitatrichtlijn doet wat ze moet doen.
Doorheen al die jaren zijn er ook momenten geweest, collega's, die als alarmsignaal klonken. Ik noem er maar één: in 1999 kwam er een rapport van de Vlaamse onderzoeksinstellingen waarin heel helder stond dat we inzake stikstofdepositie in Europa de ongekroonde koning zijn. Het stikstofdossier is een tikkende tijdbom die nog maar heel weinig seconden te gaan heeft. Het zomaar doorschuiven is geen optie. Als we de tijdbom niet ontmijnen, vallen er vele slachtoffers. Als men mij slachtoffer wil maken, voor mij geen probleem. Wie wordt wel het slachtoffer? Dat zijn onze welvaart, onze economie, onze natuur en de boeren voor wie we dit ook doen.
Het stikstofarrest van Kortessem duwde ons allen met de neus op de feiten. De Vlaamse Regering, ik ben een beleidsmaker, heeft zich omringd met heel wat experten. MER-deskundigen hebben ons begeleid. VITO-onderzoekers (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) hebben dat gedaan bij heel de modelleringen. We zijn hen daarin gevolgd. Op dit moment zit het ontwerp van de definitieve Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) samen met de plan-MER, samen met de passende beoordeling, in het openbaar onderzoek. Nadien zal het sterk decretaal verankerd moeten worden. Het ontwerp-PAS is uitgewerkt op basis van het krokusakkoord in een heel minutieus doorgerekende programmatorische aanpak die voorgeschreven is door uw Natuurdecreet om de milieudruk stapsgewijs af te bouwen.
Er waren in totaal veertien scenario’s, die zijn doorgerekend in opdracht van de Vlaamse Regering. De resultaten van die scenario’s werden telkens getoetst aan de vooraf vastgestelde doelstellingen. We zijn altijd uitgegaan van het jaar 2015. Dat was ook in het plan-MER en alle genomen maatregelen het referentiejaar en er werd doorgerekend tot 2030. Op basis van die oefeningen hebben we het G8-scenario, met heel wat generieke maatregelen, maar ook met maatwerk specifiek in vijf gebieden.
Ik hoor u pleiten, collega’s, om onderdelen van de PAS anders te gaan toepassen of af te voeren. We moeten goed beseffen dat de juridische robuustheid van heel het akkoord staat en valt bij de effectieve uitvoering van elk van deze maatregelen. Wil dat zeggen dat ik blind ben voor de opmerkingen in het openbaar onderzoek? Neen, ik heb in het verleden al aangetoond dat ik naar het openbaar onderzoek kijk en zie wat er allemaal binnenkomt. We moeten goed beseffen dat het zomaar wegsnijden van maatregelen niet mogelijk is zonder bijkomende maatregelen waarvan we de impact kunnen becijferen. Bovendien is voor elk bezwaar dat pleit voor versoepelingen ook een bezwaar dat stelt dat de maatregelen onvoldoende zijn. Het zal aan de Vlaamse Regering zijn om dat evenwicht te respecteren.
Toch wil ik hier nog één ding over kwijt. Er is geen menselijke manier om tegen een landbouwer te zeggen dat zijn levenswerk verplicht moet worden stopgezet. Ik heb het daar ook heel moeilijk mee. Maar het is nog onmenselijker om hem valse hoop te geven.
Dames en heren, de voorbije dagen dook heel wat casuïstiek op in het debat. Het lijkt me behoorlijk ongepast om op specifieke individuele dossiers in te gaan, ten eerste omdat ik als minister niet de inhoud van alle dossiers kan en mag delen. Alle volksvertegenwoordigers hebben normaal de kans gehad, ik ben daar heel transparant over geweest, iedereen mocht alles inzien, alle informatie is op de computer meegedeeld en voor jullie ter beschikking gesteld.
Zoals in de voorbije jaren ben ik de voorbije weken gaan spreken met heel wat landbouwers. De collega’s van de regering hebben dat ook gedaan. Voor elke beleidsmaker is het gepast om dat te doen, ook als er moeilijke beslissingen moeten worden genomen. Na zoveel jaren mag dat wel. We moeten dat uitleggen. Dat is de verantwoordelijkheid van ons ieder: uitleggen wat we hier aan het doen zijn.
Het openbaar onderzoek loopt nog tot 17 juni. Ik heb daar het volste vertrouwen in, te meer omdat wij ons hebben laten begeleiden door wetenschappers, experten, VITO-mensen (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek), mensen van de administratie, mensen die de dienst Stikstof hebben bezet. Ik heb ze gevolgd in elk van de maatregelen die ze hebben meegegeven, ook als het gaat over hoe we die rode lijst gaan samenstellen. We nemen referentiejaar 2015. Wat betreft de parameters die we daar genomen hebben: als zij mij zeggen wat wetenschappelijk het juiste is, wie ben ik dan als beleidsmaker of als politicus om daaraan te twijfelen?
Collega-parlementsleden, laten we misschien vooral doen wat we moeten doen, hoe moeilijk het ook is voor eenieder. We moeten dat doen voor onze welvaart, voor onze economie, voor onze natuur maar zeker ook voor onze landbouwers. (Applaus bij de N-VA en Open Vld)
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Collega's, ik had gisteren het genoegen om op bezoek te zijn in West-Vlaanderen op een mooi landbouwbedrijf bij Dirk en Lut naar aanleiding van de lancering van het actieplan Welbevinden. Want het welbevinden van onze landbouwers staat vandaag onder druk. Daar werden heel wat boodschappen meegegeven, maar er is een boodschap die is blijven hangen, en dat is de roep naar waardering, de roep naar waardering voor een sector, voor Vlaamse land- en tuinbouwgezinnen die dag in dag uit het beste van zichzelf geven voor ons voedsel van morgen. De roep naar waardering op maatschappelijk vlak over de wijze waarop wij allemaal over die sector, die voor ons in Vlaanderen zo belangrijk is, spreken. Maar ook de waardering op economisch vlak. Zijn wij bereid om de prijs te betalen voor de beste kwaliteit die hier in Vlaanderen geproduceerd wordt? Want we zijn het erover eens dat de Vlaamse land- en tuinbouwbedrijven tot de beste van de wereld behoren. Zijn we bereid daarvoor eerlijke prijzen te betalen?
Maar ja, collega's, de realiteit is er ook een die heel duidelijk aangaf dat het welbevinden onder druk staat door de onzekerheid waarin vandaag moet worden gewerkt door onze Vlaamse land- en tuinbouwers, in een rechtsonzeker kader. Dat is wat we allemaal willen: een robuust vergunningenbeleid, een robuust kader zodat vergunningen standhouden voor een duurzame toekomst voor onze Vlaamse land- en tuinbouwers.
En ja, de stikstofdichtheid per hectare in Vlaanderen is bij de hoogste in Europa. Dat is de realiteit die we onder ogen moeten zien. Het is ook het doel om dat te reduceren. De landbouwers vragen om hen daarbij te betrekken. Als men de landbouwers vandaag spreekt, beseffen zij dat er een stikstofuitdaging is en dat een reductie noodzakelijk is. Zij willen meewerken aan de oplossing. Het kader dat ervoor gecreëerd is – collega Demir heeft ernaar verwezen – ligt vandaag voor in een openbaar onderzoek. Wat ik lees en hoor in de media heeft me de laatste dagen wat bevreemd. Hier zitten heel wat mensen met heel wat ervaring in lokale besturen en openbaar onderzoek. De essentie daarvan is dat over wat er in een openbaar onderzoek ligt, de mensen opmerkingen kunnen maken, vragen kunnen stellen, suggesties kunnen geven en, ja, ook bezwaren kunnen indienen. Dat is nu net de essentie van een openbaar onderzoek. Je moet dat ernstig doen. Je moet dat net ernstig doen om tot dat robuust kader te komen. Doe je dat niet ernstig, dan is het per definitie kaduuk. Dat is wat ik gezegd heb en wil blijven herhalen, heel consequent, vanuit een doel: een duurzame toekomst voor de beste en meest performante landbouw in de wereld, de Vlaamse land- en tuinbouw. (Applaus bij de meerderheid)
De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Beste leden van de Vlaamse Regering, ik hoor jullie allemaal, en alle collega’s in dit halfrond, pleiten voor rechtszekerheid en voor een duidelijk akkoord dat leidt tot een toekomst voor zowel de natuur als de landbouw. Die uitspraken kunnen wij alleen maar steunen want het brokkenparcours dat deze Vlaamse Regering de afgelopen maanden en jaren heeft afgelegd, is toch wel immens. Er was een stikstofarrest, een arrest van de Raad van State over Oosterweel, een zonnepanelendebacle, een grondwaterarrest dat nog niet lijkt te zijn doorgedrongen en dan gisteren, top of the bill, was er ook nog een uitspraak over het luchtbeleidsplan dat aan diggelen wordt geschoten omdat onze ambities te laag liggen.
Het is duidelijk dat jullie hiermee moeten stoppen. We hebben een ambitieus klimaat-, een ambitieus milieu- en een ambitieus landbouwbeleid nodig die de nodige rechtszekerheid geven zodat we iedereen een toekomst bieden. Als dat niet gebeurt, zal deze Vlaamse Regering van de ene veroordeling naar de andere sukkelen. Dus ja, wij zijn het met u eens dat we een juridisch robuust akkoord nodig hebben dat maatregelen bevat die standhouden en die niet om de haverklap moeten worden herzien omdat ze hun doel missen. Dat is het recept dat we de afgelopen jaren te veel hebben gezien.
Beste Vlaamse Regering, in het hele debat vergeten jullie soms wel waarover het gaat. Onze natuur is er slecht aan toe. Van de 44 habitats die Vlaanderen moet beschermen zijn er maar 3 die gezond zijn. Al de rest doet het niet goed. We moeten dus echt wel een tandje bij steken. De toestand verbetert niet en dat is de afgelopen 15 jaar absoluut niet het geval geweest. De toestand is eigenlijk alleen maar verbeterd op het moment dat minister Dua de stikstofuitstoot grondig naar beneden heeft gekregen.
Minister Brouns, u had het daarnet over het welbevinden van de landbouw. Ik denk dat niemand in dit halfrond twijfelt dat daaraan moet worden gewerkt, maar het gezwalp van deze Vlaamse Regering rond dit akkoord is eigenlijk net te wijten aan het feit dat deze Vlaamse Regering geen visie heeft op de toekomst van de landbouw.
Vlaanderen is te klein om de hele wereld te voeden. Daarvoor zijn we met te veel en leven we op een te kleine oppervlakte. De druk op de grond is te groot, en dus moeten we kiezen. We moeten kiezen voor een duurzame landbouw, we moeten kiezen voor de korte keten, we moeten kiezen voor een landbouw die inzet op natuur en op het behoud en verzorgen van het landschap. Dat betekent niet blijven kiezen voor een immense uitbreiding, voor schaalvergroting en voor intensifiëring om de wereldmarkt te bedienen. Want net daardoor krijgen die landbouwers niet de prijs die ze verdienen, net daardoor staat het water hen aan de lippen. Dus ja, we moeten daar werk van maken. En dat zijn de keuzes die op tafel liggen en die deze Vlaamse Regering niet maakt. Kiezen is soms verliezen maar niet kiezen zorgt ervoor dat we nog meer verliezen.
Ik wil eindigen met een oproep te doen aan deze Vlaamse Regering: maak van dit verhaal een kansenverhaal. De uitdagingen voor landbouw en natuur zijn immers ontzettend groot maar er zijn ook ontzettend veel mogelijkheden om dat te realiseren. Dus, Vlaamse Regering, ‘get your shit together’ en zorg voor een goed akkoord dat de tand des tijds doorstaat, dat juridisch standhoudt en dat er vooral voor zorgt dat de natuur gezond wordt, onze boeren een toekomst hebben en die vergunningstop vermijdt. (Applaus bij Groen, Vooruit en de PVDA)
De voorzitter
De heer Vandaele heeft het woord.
Wilfried Vandaele (N-VA)
Collega’s, de communicatie met de landbouwbedrijven had door de jaren heen ongetwijfeld beter gekund. De landbouwers hadden zeker wat meer empathie kunnen gebruiken. Laten we het daarover eens zijn. Maar wat nu gebeurt, lijkt me wel de goede werkwijze. De Vlaamse Landmaatschappij zal alle rode bedrijven bezoeken voor 17 juni, het einde van het openbaar onderzoek. 41 rode bedrijven krijgen nu al een aangetekende brief met alle informatie als achtergrond bij hun impactscore.
De voorzitter
Collega D’Haese wil u graag onderbreken, ook al hebt u nog maar één zin uitgesproken.
Wilfried Vandaele (N-VA)
Dat moet een belangrijke zin geweest zijn, voorzitter. Maar de meeste van mijn zinnen zijn belangrijk. (Gelach)
De voorzitter
De heer D’Haese heeft het woord.
Jos D'Haese (PVDA)
Het was een interessante zin, mijnheer Vandaele, omdat u het had over de juiste werkwijze. Dan heb ik één vraag: over welke werkwijze hebt u het? Want ik hoor mevrouw Rutten hier zeggen dat er fouten gemaakt zijn en dat die rechtgezet moeten worden. Ik hoor minister Demir hier zeggen dat de manier waarop het nu aangepakt wordt, wetenschappelijk juist is. Je zou het niet zeggen, maar die twee zitten in dezelfde regering. Blijkbaar ligt de scheuring in de regering vandaag open en bloot op tafel. Ik zou wel eens willen weten in welke richting we nu gaan. Ik denk dat vooral de landbouwers willen weten in welke richting we nu gaan.
Wilfried Vandaele (N-VA)
Nu hebt u al meer gesproken dan ik heb gedaan, collega. U hebt nu al met twintig zinnen geantwoord op die ene zin van mij.
De voorzitter
Dat is waar. Wat is nu uw vraag? (Opmerkingen van Jos D’Haese)
Wilfried Vandaele (N-VA)
Misschien kunt u mij laten uitspreken, dan zou u dat allemaal vernomen hebben. Sommige collega’s nemen inderdaad aanstoot aan het feit dat de ministers zegden dat er uitgegaan wordt van de lijst van 2015, en dat dit nu naar de letter niet blijkt te kloppen. Maar het dossier zelf, collega D’Haese, is wat dat betreft glashelder. De deskundigen van de verschillende partijen en kabinetten weten ook perfect hoe de vork aan de steel zit. Dat is allemaal haarfijn uitgelegd, meer dan anderhalf jaar lang, op interkabinettenwerkgroepen (IKW’s). De basis is anderhalf jaar lang duidelijk geweest. U vindt dat ook in het plan-MER. Als u het dossier hebt ingekeken, ziet u dat het plan-MER duidelijk zegt wat de basis is. Ten eerste, wat de uitstoot betreft, is het referentiejaar 2015. Een tweede basis is de Biologische Waarderingskaart van 2018. Ten derde wordt gebruikgemaakt van de stand van januari 2019 wat betreft het Emissiemodel Ammoniak Vlaanderen (EMAV), de uitstoot per dier. Dat is duidelijk. Dat staat onder andere in het ontwerp-MER in punt 4.4.3. Daar staat een schema met een overzicht van alle gebruikte modellen en kaarten.
Dat plan-MER is geen politiek document, collega. Dat plan-MER is opgesteld door deskundigen van het team Milieueffectrapportage. Politici hebben daar geen vat op – gelukkig maar, misschien. Dat de regering dat gewijzigd zou hebben in het krokusakkoord, is dan eigenlijk ook onmogelijk.
Conclusie: die basis is duidelijk voor iedereen. Ik denk dat dit inderdaad is wat minister Demir heeft gezegd.
De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Mijnheer Vandaele, wij hebben drie commissies lang gediscussieerd over die basis, die voor u duidelijk zou zijn. U beweert dat de lijst heel duidelijk was voor uw coalitiepartners. Ik heb nochtans twee coalitiepartners van u continu vragen horen stellen over de lijst. Ze beweren nog altijd dat de lijst die nu in het dossier zit en de lijst waarmee onderhandeld is, totaal andere zaken zijn. Ik wil van u weten wat het nu wordt. Is de lijst duidelijk? Zijn er nog bedrijven aan toegevoegd? Hoe zit het nu precies?
De voorzitter
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Gwendolyn Rutten (Open Vld)
Collega’s, ik denk dat collega Vandaele terecht en juist schetst hoe de administratie in dit dossier te werk is gegaan. De administratie heeft dat ook uitgelegd, vorige week, in een heel bewogen commissievergadering. De minister heeft dat proces daarnet opnieuw uitgelegd.
Dit is de manier waarop de administratie in voorbereiding bezig was: de mestuitstoot, de ammoniakemissie van 2015 als referentiejaar, de habitatkaart van 2018 en het EMAV-model 2.1 van 2019. Ik betwist niet dat de administratie de hele tijd op dat spoor heeft gewerkt. Ik betwist ook niet dat dat vandaag is wat voorligt in het openbaar onderzoek. Wat helaas zo is, collega Vandaele – en het spijt me, ik had het liever niet gedaan, maar ook aan de regering –, is dat het politiek akkoord dat in de krokusperiode van dit jaar is gesloten, andere afspraken heeft gemaakt. En ik citeer de minister-president dit weekend in Het Nieuwsblad.
Wilfried Vandaele (N-VA)
In de krant, collega.
Gwendolyn Rutten (Open Vld)
Nee, u gaat me eventjes laten uitspreken. U zegt: ‘in de krant’. Maar ik kan, mijnheer Vandaele, er ook het verslag van verschillende commissiezittingen bij halen waarin elke keer opnieuw is gezegd – laat me mijn punt maken – dat er geen nieuwe lijst gemaakt is. Er staat hier, en ik citeer: “Er was afgesproken om de lijst met rode bedrijven uit 2015 te gebruiken maar de administratie blijkt een nieuwe lijst te hebben gebruikt.”
Dit is geen semantische discussie. Als je een andere lijst gebruikt, en je gebruikt een andere methodiek, dan komen er andere bedrijven uit. En dus, minister, ik geloof u, hoor. Ik geloof u als u zegt dat het moeilijk is om bedrijven te sluiten. En ik denk dat iedereen van ons dat hier ook weet. En ik weet dat er ook geen gemakkelijke manier is om dat te doen. Het siert u dat u vecht voor uw stikstofakkoord. Maar nog erger dan te moeten zeggen tegen mensen dat ze terecht hun bedrijf moeten sluiten, is tegen mensen onterecht zeggen dat ze hun bedrijf moeten sluiten. Er zijn op zijn minst acht bedrijven in die situatie: bedrijven die deze maand op hun bord hebben gekregen, gewoon van de ene op de andere dag, koudweg te horen hebben gekregen dat ze moesten sluiten. Die waren in 2015 nog oranje, mijnheer Vandaele. Nu mag u uitleggen dat dat semantiek is. U mag uitleggen dat ministers in de pers politiek dingen moeten uitleggen die technisch moeilijk zijn – het zou er begot dan nog aan mankeren dat ze het dan juist doen, hé – in de pers en in het parlement. Dus het spijt mij, maar dit is voor mij een probleem, en ik wil dat duidelijk wordt wat het standpunt van de regering hierover is. (Applaus bij Open Vld, Groen en Vooruit)
De voorzitter
De heer D’Haese heeft het woord.
Jos D'Haese (PVDA)
Ik merk dat de sfeer er alleen maar op verbetert.
De voorzitter
Ja, en nu gaat die nog verbeteren. (Gelach)
Jos D'Haese (PVDA)
U kent mij, voorzitter.
De voorzitter
Ik ken u door en door.
Jos D'Haese (PVDA)
Mijnheer Vandaele, mijn vraag was daarnet niet heel duidelijk, had ik de indruk: welke keuze zal er gemaakt worden? U zei dat het allemaal glashelder was. Ik hoop dat mijn vraag nu wel duidelijk is na de tussenkomst van mevrouw Rutten. Welke lijst wordt het? Welke keuzes worden het? Welk beleid wordt het? Welke partner binnen deze regering krijgt gelijk? Wat zal het worden, beste Vlaamse Regering? Vorige week vroeg ik nog: is er nog wel een stikstofakkoord? Deze week vraag ik mij af: is er eigenlijk nog wel een meerderheid? (Applaus van Lise Vandecasteele)
De voorzitter
De heer Rzoska heeft het woord.
Björn Rzoska (Groen)
Voorzitter, ik zit toch al een aantal jaren in dit parlement en ik hoop dat de wifiverbinding met Davos werkt. En ik hoop dat de minister-president vanuit Davos ziet dat er geen stikstofakkoord meer is, net zoals wij dat hem vorige week hebben gezegd. Hij vond het nodig om dit weekend in de krant te zeggen dat dat gezever is, dat er nog altijd een akkoord is, en dat het dus gezever is dat het dood zou zijn. Mevrouw Rutten twijfelt openlijk – openlijk als meerderheidspartij – aan de woorden van de minister-president, aan de manier waarop minister Demir eigenlijk het akkoord in elkaar heeft gestoken en afgeklopt binnen de Vlaamse Regering. U hebt nu, de facto, het vertrouwen opgezegd.
Want als u haar goed beluisterd hebt, heeft mevrouw Demir daarnet heel duidelijk gemaakt hoe ze het in elkaar heeft gestoken. De heer Vandaele moest zich daarnet, toen de microfoons nog niet open stonden, boos maken op u. Hij heeft daarnet op het spreekgestoelte herhaald dat, na anderhalf jaar besprekingen in interkabinettenwerkgroepen en in de regering, het dossier eindelijk is afgeklopt. En u zegt van niet …
Wel, voorzitter, er is op dit punt geen Vlaamse meerderheid meer. Dit parlement heeft dit actualiteitsdebat gevraagd om te vragen aan de Vlaamse Regering: wat is het nu? En we zijn godbetert een klein uur verder, en het is heel duidelijk: er is geen meerderheid meer. U zit met een huizenhoog probleem.
Ik vraag, voorzitter, op basis van artikel 50 van het reglement, een opheldering over de stand van zaken. En ik kijk naar de Vlaamse Regering. Wat is het nu? Desnoods moet er dan maar geschorst worden, maar hier is geen meerderheid meer. U hebt ze nu de facto zelf opgezegd. (Applaus bij Groen, Vooruit en de PVDA)
De voorzitter
Collega Rzoska, ik stel het maar voor, want u hebt het reglement natuurlijk ook in de hand, dat de heer Vandaele zijn tussenkomst misschien verder afwerkt. En dan kunt u uw vraag misschien herhalen. Ja? Misschien, heb ik gezegd.
De heer Sintobin heeft het woord.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Voorzitter, ik zal straks in mijn tussenkomst nog het een en ander zeggen, maar misschien heeft de collega gelijk. Misschien moeten we de regering een moment van bezinning geven om even samen te zitten en moeten we inderdaad schorsen, om te kijken of er effectief nog een Vlaamse meerderheid is.
Ik heb daarnet de antwoorden van de regering beluisterd. Het was zeven minuten geschiedenisles van minister Demir en dan drie minuten minister Brouns over het welbevinden van de landbouwers. Maar over het stikstofakkoord zelf werd er niets gezegd door de regering, wel door een regeringspartner. Straks zal cd&v het misschien in meer bedekte termen doen. Mevrouw Rutten heeft het akkoord tot op de grond afgebroken. Het is geen kwestie van te zeggen dat er hier en daar iets verkeerd zit. Als er verschillende zaken verkeerd zitten aan een akkoord, dan is er eenvoudigweg geen akkoord meer, collega Vandaele. U spreekt over lasnaden die moeten worden dichtgemaakt. Maar dat is toch te belachelijk voor woorden? U geeft zelf toe dat er fouten zitten in het akkoord.
De voorzitter
Maar hij heeft één zin uitgesproken. Laten we de heer Vandaele misschien zijn ... (Rumoer)
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Alle zaken die mevrouw Rutten, mevrouw Rombouts en anderen in de commissie hebben opgesomd, maken duidelijk dat er inderdaad geen akkoord meer is. Dus ik zou zeggen: laat ons stoppen met dit actuadebat, want er is geen meerderheid meer voor dit akkoord. Er moet gewoon een nieuw akkoord komen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De voorzitter
De heer Tobback heeft het woord, en dan de heer Vandaele, die dan misschien zijn tweede zin kan beginnen.
Bruno Tobback (Vooruit)
Maar als collega Vandaele aan één zin genoeg heeft om deze regering te laten vallen, zijn wij daar ook tevreden mee hoor, voorzitter. (Gelach. Applaus bij Vooruit)
De voorzitter
Was dat uw tussenkomst?
Bruno Tobback (Vooruit)
Neen, dat was een reactie op uw suggestie. Ik wilde gewoon even melden dat collega Anaf het heeft opgezocht: een vlucht van Davos naar Brussel duurt anderhalf uur. Misschien kunnen we de minister-president even opvorderen om te vragen of hij nog een meerderheid heeft.
De voorzitter
Collega Tobback, ik ga u even onderbreken. Wij hebben in het Uitgebreid Bureau van maandag unaniem – ook met uw fractieleider en uw secretaris – afgesproken dat we geen ministers gaan opvorderen. Uw partij, Vooruit, heeft dat mee goedgekeurd. Het staat in de notulen van het Uitgebreid Bureau.
Bruno Tobback (Vooruit)
Voorzitter, u mag dat rustig afdwingen. Ik ga u daar niet voor in de weg staan. Ik moet alleen opmerken dat er toen, minstens in de schijn, nog een regering was en dat dat er op dit moment toch heel anders uitziet, na wat ik collega Rutten daarnet allemaal heb horen verkondigen. Want eigenlijk heeft ze gezegd dat ze door de Vlaamse administratie – of het dan die van minister Crevits of van minister Demir was, ik weet het niet – voorgelogen is op een moment dat er een akkoord is gesloten. Dat is wat zij zegt. Een duidelijkere manier om het vertrouwen op te zeggen, is er niet. Dus misschien kan de heer Jambon gewoon meteen helemaal in Davos blijven. Ik kan mij gerust voorstellen dat hij het daar op dit moment veel prettiger vindt dan hier.
Ik herinner mij nog dat hij hier drie maanden geleden heel fier stond om te zeggen: ‘We hebben eindelijk eens een akkoord gesloten. Zie eens, we kunnen toch regeren.’ Na drie jaar was dat al een hele prestatie. Maar ik herinner mij ook zijn heel duidelijke woorden en daar wil ik toch, wat mevrouw Rutten betreft, op terugkomen. Ook een paar weken geleden nog was er het mooie beeld van het stikstofbad dat vol is en overloopt. Het moet eerst leeglopen vooraleer het opnieuw gevuld kan worden met nieuwe vergunningen voor boeren, die we het welzijn en de economische gunst willen gunnen, met alle plezier zelfs. Maar al wat ik nu de voorbije weken van mevrouw Rutten hoor, maar ook van de collega’s van cd&v, in al hun tussenkomsten en al hun gemanoeuvreer en al hun gelobby, zijn manieren om toch maar vooral een aantal bedrijven bijkomend het bad te laten doen vollopen. Dus ten eerste lachen ze met de verklaringen van de minister-president. Ten tweede zijn ze geen millimeter dichter aan het komen bij het oplossen van het probleem.
Ten derde, mevrouw Rutten, ik heb nu eens een simpele vraag. Bij die acht bedrijven die volgens u rood zijn, was dat dus op basis van wetenschappelijke criteria opgesteld door de administratie, die de afgelopen twee jaar mee door uw partij is beheerd, want u zat in de regering, wij niet. Op basis daarvan is er geïnterpreteerd, vergund en dergelijke meer. Als die acht bedrijven die volgens u dan toch open moeten blijven en die dus het bad nog voller gaan maken, open blijven, welke andere gaat u dan sluiten? Dat hoor ik immers nooit, en dat is wat er zo hypocriet is aan heel dit circus, en waarom dit gewoon platvloers dienstbetoon is, en niks anders! U komt alleen maar af met verhalen van: ‘Kijk eens wat een sukkelaar, voor wie we een probleem moeten hebben.’ Als dat een probleem is, dan ben ik het ermee eens. Dat heb ik zelfs als oppositielid daar aan het spreekgestoelte al meermaals gezegd. Als we mensen moeten compenseren, uitkopen, omdat de Vlaamse Regering hen naar de verkeerde piste heeft geleid en hen heeft aangezet tot investeringen die ze beter niet hadden gedaan, dan moeten die inderdaad worden vergoed. Maar wees daar dan eens serieus over, mevrouw Rutten: als het niet de ene is, dan zal het de andere zijn. Het bad is immers vol. Dat heeft de minister-president namens u gezegd. Als u dus a zegt, zeg dan nu ook eens b. In plaats van alleen maar te biechten te gaan bij de paters, zeg dan eens welke andere brave boer zijn winkel mag sluiten. (Applaus bij Vooruit en Groen)
De voorzitter
Collega Rutten kort, en dan collega Vandaele. Collega Rombouts, men heeft u niet aangesproken.
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Gwendolyn Rutten (Open Vld)
Mijnheer Tobback, omdat u het zo vriendelijk vraagt: we mogen in dit dossier niet zeggen om welke acht bedrijven het zou gaan.
De voorzitter
Neen. Geen namen noemen, alstublieft.
Gwendolyn Rutten (Open Vld)
Dat weet u. Als u echter het dossier zelf was gaan inkijken, en dat had u niet gedaan op het moment dat we dit in de commissie bespraken, dan had u dat ook zelf kunnen ontdekken.
Kijk, het gaat hier wat mij betreft niet over een individueel bedrijf. Daar gaat het niet om. Dat zou er nog aan mankeren. Ik heb gezegd dat je daar met respect en rechtszekerheid mee moet omgaan. Waar het in dezen om gaat en wat voorligt in het openbaar onderzoek, en dat is duidelijk toegelicht, is een methodiek, een manier van werken. Als je die methodiek toepast, als je die aanhoudt, als je voet bij stuk houdt wat dat betreft, zullen er, zo bewijst de administratie, 58 bedrijven rood zijn en moeten sluiten. De regering heeft daarop gezegd bedrijven die al zijn gestopt, bedrijven die in flankering zijn gestapt, eruit te zullen laten, want die zijn al op het goede spoor. Dan komt men uit op een lijst van nog 41 bedrijven in dit dossier. Mijnheer Vandaele, de administratie heeft daarvan in de commissie gezegd dat dat een nieuwe lijst is, dat dat een lijst van 2022 is. U mag het verslag erop nakijken. Ik kan u de citaten in het parlement laten zien. Het klopt dat dat op basis was van een werkwijze waarmee men al in 2018 en 2019 bezig was, maar de lijst die daaruit is gekomen, is een nieuwe lijst. En nu to the point: het is de minister-president van deze regering die zaterdag heeft verklaard dat het politiek akkoord van deze regering, met daarin drie partijen en álle ministers, stelde dat de basis van het akkoord geen nieuwe lijst is, maar de lijst van 2015. U weet heel goed dat op de lijst van 2015 54 bedrijven staan, en u weet dat voor die lijst een andere methodiek is gebruikt. Als je die andere methodiek toepast, mijnheer Vandaele, dan komen daar andere bedrijven uit.
Om het heel simpel te maken: weet u wat het resultaat is van deze oefening? Dat er mensen zijn die nu koud op hun dak een brief in hun bus krijgen waarin staat dat ze moeten sluiten. Dat is eigenlijk een compleet gebrek aan respect. Dat is een complete rechtsonzekerheid. Ik zal het nog eens herhalen: als dit soort fouten in het dossier zitten, dan zou ík die zo snel mogelijk rechtzetten. Ik kán ermee leven als men mij de garantie geeft dat men die nadien gaat rechtzetten. Dat heb ik diverse ministers horen zeggen, dat ze zullen bekijken of ze dat nadien kunnen rechtzetten, maar wat wel essentieel is, is dat het wordt rechtgezet. Ik hoor hier vandaag opnieuw, voor de zoveelste keer dat ‘we’ een weg hebben gekozen met de administratie en dat ‘we’ daar niet van gaan afwijken. Sorry, maar als ik dat hoor, dan hebben ‘we’ een probleem. (Applaus bij Open Vld)
De voorzitter
Collega Vandaele, ik laat u antwoorden, als u wilt, of verdergaan met uw betoog.
Wilfried Vandaele (N-VA)
Als ik mij kan herinneren wat er allemaal gezegd werd, voorzitter, zal ik proberen overal op te antwoorden.
Eerst collega Sintobin … hij moet natuurlijk een beetje goed leren luisteren. Collega, ik heb niet gezegd dat er fouten in zitten. Ik heb eerlijk gezegd grondig gezocht in het dossier, want ik wil ook wel weten of alles klopt. Wij staan hier uiteindelijk allemaal voor hetzelfde doel. Ik heb die fouten niet gevonden, en ik heb gezegd: mocht er hier of daar een gebrekkige lasnaad zijn, collega, dan zal die boven water komen in het openbaar onderzoek. Dat heb ik gezegd. Dus u moet luisteren.
Dan de kwestie van de lijsten … en wisten ze het? Ik denk dat ik daarnet gezegd heb dat de methodiek en alles wat errond hangt, grondig is besproken, anderhalf jaar lang, door iedereen van de verschillende partijen in de interkabinettenwerkgroepen enzovoort. Ik heb gezegd dat die basis dezelfde is gebleven, en dat is ook de basis die in het ontwerp-MER staat. U kunt dat terugvinden in teksten van de IKW’s. U kunt dat zelfs terugvinden in mailverkeer tussen politici en kabinetten.
Ik denk dat daar geen rek op zit, en dat daar ook geen ander politiek akkoord over kan komen gaandeweg. Want dat is de basis. Dat is niet iets waar je in de loop van de tijden dan maar eens een ander politiek akkoord over sluit. Dat gaat dan over wat verkeerdelijk ‘de lijst’ genoemd wordt. Dat is te kort door de bocht: ‘de lijst van 2015’. Het gaat niet over de lijst van 2015, het gaat over de emissies van 2015, aangepast ook met wat ik al zei.
Ik baseer me niet op krantenartikelen, collega. Ik heb dat nooit gedaan en ik ga dat ook nu niet doen. De lijst van 2015 is gebaseerd op emissies van 2013. De lijst van 2015 is gebaseerd op uitstootgegevens van 2013. Wat in de MER staat, is: we gaan ons baseren op de emissies van 2015. Dus is er inderdaad een nieuwe lijst. Uiteraard is er een nieuwe lijst. Als we geen nieuwe lijst zouden hebben, dan zouden we de basis van het verhaal, namelijk de MER, met voeten treden. Als je dan over rechtsonzekerheid spreekt, dan ben je meteen goed vertrokken.
Wat heb ik nog allemaal gehoord? Misschien toch nog even over die lijsten, voorzitter. Ik ga proberen de lijsten eens te reconstrueren, collega’s. Ik heb het u gezegd: ik heb er wel wat tijd in gestoken. In 2014 en 2015 zijn er verschillende lijsten gemaakt. Een aantal collega’s zullen zich dat nog herinneren. Er is toen ook een hele reeks brieven verstuurd. Ik heb dat hier toen nog op het spreekgestoelte betreurd, omdat men toen op basis van veel te veel rode bedrijven paniek heeft gezaaid. Ik heb dat toen betreurd.
Er zijn dus verschillende lijsten voor 2014-2015. In 2014 hadden we 135 rode bedrijven op die lijst. In 2015 was er een lijst met 95 rode bedrijven. In 2015 was er nog een andere lijst met 66 rode bedrijven. In 2015 nog eens 54 rode bedrijven. Hoe komt dat? Omdat we toen ook nog in de fase van de voorlopige PAS zaten. Je hebt inderdaad verschillende gegevens die wijzigen enzovoort.
We gaan nu terug naar vandaag, naar het uitgangspunt van dit verhaal, dus inderdaad die 54 bedrijven waar collega Rutten het over had. U hebt uitgelegd dat er een aantal verdwenen zijn. De criteria zijn helder. Ze hebben nooit eerder in 2014 of 2015 de stempel rood gekregen. Ze zijn stopgezet of verplaatst, of in flankerend beleid gestapt. Er is er trouwens eentje dat indertijd in flankerend beleid gestapt was, en er dan uit gestapt is omdat die nu graag wil profiteren van de 120 procent uitkoopregeling. Dus dat heb je dan ook in die lijst, dat die een beetje dynamisch is.
Dus 54, een aantal eruit, en dan zijn er nog 5 die dan ook op een bepaald moment geschrapt zijn. En daar stelt u vragen bij. Waarom zijn die 5 geschrapt? Die 5 zijn geschrapt door de Vlaamse Landmaatschappij. En waarom zijn die 5 geschrapt? Het vergt een beetje onderzoek, collega’s, maar het is te doen. Er is een technisch probleem met die 5. Wat is het technisch probleem? We houden rekening met de emissies op basis van de exploitatie, niet op basis van de stallen. Wij zouden het liever anders zien. Wij zouden liever emissie per stal zien. Maar goed, in de coalitie is afgesproken: emissie op exploitatieniveau.
Als je nu twee stallen hebt van eenzelfde bedrijf, maar die een eind van elkaar liggen, wat is dan de methodiek? De methodiek is dat men het emissiepunt tussen die twee stallen neemt. Eigenlijk is dat wetenschappelijk gezien niet goed, het is een bug in het systeem. Daarom heeft de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) gezegd – en daarover is dan inderdaad gesproken in de regering, ik was er niet bij en ik zal er ook nooit bij zijn – dat dit niet klopt en dat het niet goed is. En daarom hebben ze die vijf eruit gehaald, aangezien die cijfers niet helder noch betrouwbaar zijn. Daarom zijn die vijf eruit gehaald. Dat is de uitleg. En dat is inderdaad wetenschappelijk, niet politiek, de meest correcte manier van werken. Zo krijgen we de meest zuivere lijst, de lijst van 40 plus 1. Die 1 is erbij gekomen omdat dat bedrijf uit het flankerend beleid is gestapt. Alle bedrijven op die lijst van 41 zijn piekbelasters op basis van het referentiejaar uitstoot 2015 en waren in het verleden ook al allemaal rood. (Applaus bij de N-VA)
De voorzitter
Mevrouw Rombouts, u wilt ook nog iets zeggen over de lijsten?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (cd&v)
Collega's, ik betreur de manier waarop dit debat loopt en ik ben heel bezorgd over eenieder die naar dit debat kijkt, en zeker de mensen die door dit hele akkoord worden getroffen. Ik vind het verschrikkelijk, echt verschrikkelijk.
En ja, ik ben een lid van de meerderheid. Maar ja, ik heb ook moeten vaststellen dat er inderdaad verschillende verklaringen worden afgelegd. Het is mijn verdomde plicht als volksvertegenwoordiger om dat inderdaad ook aan het licht te brengen en daarover uitklaring te vragen. Ik vind het effectief verschrikkelijk wat hier gebeurt.
Ik weet heel goed hoe de lijsten zijn geëvolueerd, collega, want wij hebben er allemaal úren tijd in moeten steken omdat alle adressen door elkaar stonden. We hebben alles op de meest onmogelijke manier moeten proberen te vergelijken, om er inderdaad maar enigszins zicht op te krijgen.
En trouwens, dank u wel, voorzitter, om mee aan te dringen dat we alle gegevens ook effectief kregen.
Ik heb één vraag aan u, collega. Het stikstofakkoord zoals het werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering, dat document, is op de Vlaamse Regering geweest. Het ontwerp-plan-MER is volgens mij niet op de Vlaamse Regering geweest. Ik kan niet nakijken wat aan wie werd bezorgd, want ik weet het niet, ik zit niet op de kabinetten. Ik kan alleen afgaan op de officiële stukken.
Ik heb één vraag over het stikstofakkoord, collega. Klopt het dat er in het stikstofakkoord staat dat de rode bedrijven die bedrijven zijn die een impactscore rood hadden in 2015? Klopt dat of klopt dat niet? (Applaus bij cd&v en Open Vld)
De voorzitter
De heer Vandaele heeft het woord.
Wilfried Vandaele (N-VA)
Ja, ik zie eigenlijk geen verschillende verklaringen van ministers en politici, alleen altijd maar die lijst van vijftien. We weten dat die inderdaad de gegevens bevat van die vijftien.
Collega Rombouts, u vraagt of dat op de regering is geweest. Ik was er ook niet bij, maar ik kan mij voorstellen dat, zoals dat in alle andere dossiers het geval is, in alle andere beleidsdomeinen, die regering inderdaad niet meer die hele bundel meesleurt, maar afgaat op wat er de jaren en maanden voordien door hun specialisten – niet door de ministers zelf, laten we wel wezen, laten we elkaar geen blaasjes wijsmaken of Liesbeth noemen – is voorbereid in interkabinettenwerkgroepen (IKW’s) enzovoort.
Dat zijn bundels papier en dat is natuurlijk de basis. Dat men dat niet nog eens allemaal herhaalt in een regeringsbeslissing lijkt mij eigenlijk redelijk evident. Niet alleen in dit dossier, maar in alle dossiers. En er zitten hier nog gewezen ministers in de zaal, ik denk dat zij dat ook wel kunnen beamen. Je gaat ervan uit dat dat voorbereidend werk is gedaan door je specialisten. En dat werk ís ook gedaan, we mogen hen niet onderschatten, daar zitten heel verstandige mensen bij. Zij weten wel waarover het gaat. En zij weten dat het gaat over waar wij het nu over hebben, het referentiejaar 2015 enzovoort. En zij hebben die lijsten gezien. Die lijsten van de 58 destijds en de 54 zijn op de IKW geweest.
Voor het in openbaar onderzoek gegaan is, is dat hele verhaal nog eens doorgestuurd naar de verschillende kabinetten. Ik heb daar mails van, collega. U schudt van nee, maar ik heb daar mails van want ik wilde het ook wel zeker weten. Anders sta ik hier ook maar. En ik ben redelijk gerustgesteld.
De voorzitter
Minister Demir wil ook kort iets zeggen, collega Vandaele.
Wilfried Vandaele (N-VA)
Dat vind ik wel vervelend, maar minister, doe maar.
De voorzitter
Mag de minister misschien antwoorden op uw vraag of dat door de regering besproken was? Dat lijkt me nogal belangrijk. Want mijnheer Vandaele, u kunt dat niet weten, want u zit daar niet bij.
Minister Zuhal Demir
Ik hoop dat de parlementsleden dat weten, maar een plan-MER wordt niet door de regering besproken. Dat wordt achteraf altijd meegegeven. Ook het plan-MER van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) werd bijvoorbeeld niet door de regering besproken. Dat gebeurt nooit. Dat wil ik heel duidelijk bevestigen. (Opmerkingen)
De voorzitter
De heer D’Haese heeft het woord.
Jos D'Haese (PVDA)
Voorzitter, mijnheer Vandaele, minister, we kunnen lange technische discussies blijven hebben over jaartallen, plannen-MER, enzovoort. (Opmerkingen)
Wilfried Vandaele (N-VA)
Daar gaat het natuurlijk over, collega.
Jos D'Haese (PVDA)
Nee, mijnheer Vandaele, daar gaat het niet over.
Wilfried Vandaele (N-VA)
Daar gaat het wel over.
Jos D'Haese (PVDA)
Mijnheer Vandaele, waar het over gaat is of er een politiek akkoord is in deze regering over wat men wil doen. Wat vandaag overduidelijk is, is dat er in deze regering geen politiek akkoord is over wat men wil gaan doen. Voorzitter, het spijt me zeer, ik zit niet in het Uitgebreid Bureau. Ik ben niet gebonden door de beslissingen van het Uitgebreid Bureau. Op basis van artikel 46 van het reglement stel ik voor dat we de aanwezigheid van de minister-president vorderen om uitleg te komen geven en te zeggen waar de regering hier staat. (Applaus van Lise Vandecasteele)
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Collega’s, ik wil wat duidelijkheid brengen. Vrijdag hebben we natuurlijk in de schoot van de regering het schouwspel dat we bekijken, besproken. De interviews van de viceminister-presidenten Bart Somers en Hilde Crevits zijn duidelijk. Het akkoord is een akkoord. Er is natuurlijk een openbaar onderzoek, net zoals bij vele andere dossiers. Dat hoort ook bij de procedure. Op dat vlak is er geen speld tussen te krijgen. (Applaus bij de N-VA. Opmerkingen van Jos D'Haese)
De voorzitter
Collega D’Haese, rustig. Alleen kalmte kan u redden als ik u zo bezig zie.
U hebt het recht om dat op basis van het reglement van het parlement te eisen. Nu moeten we dus met zitten en opstaan stemmen over het al dan niet opvorderen van de minister-president uit Davos. (Opmerkingen van Willem-Frederik Schiltz)
Collega Schiltz, ik moet dat doen op basis van het reglement.
Willem-Frederik Schiltz (Open Vld)
Voorzitter, ik vraag enkele minuten schorsing voor de stemming. (Opmerkingen)
De voorzitter
Hoelang had u graag geschorst? (Rumoer)
Tien minuten? (Instemming)
Dames en heren, we schorsen de vergadering.
– De vergadering wordt geschorst om 15.24 uur.
– De vergadering wordt hervat om 15.40 uur.
– Liesbeth Homans, voorzitter, treedt als voorzitter op.
De voorzitter
Collega's, wij stemmen nu bij zitten en opstaan over het voorstel van de heer D'Haese tot het vorderen van de aanwezigheid van minister-president Jambon.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel wensen aan te nemen, wordt verzocht op te staan.
De tegenproef. (Opmerkingen)
Collega’s, het is totaal niet duidelijk met een tegenproef. We zullen hoofdelijk moeten stemmen.
Diegenen die het eens zijn met het voorstel van de heer D’Haese tot het vorderen van de aanwezigheid van de minister-president, drukken op de groene knop. De anderen drukken op de rode knop.
Stemming nr. 1
Ziehier het resultaat:
104 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
44 leden hebben ja geantwoord;
60 leden hebben neen geantwoord.
Dat betekent dus dat de aanwezigheid van minister-president Jambon niet wordt gevorderd.
De heer Vandaele heeft het woord.
Wilfried Vandaele (N-VA)
Collega’s, ik ga stilaan besluiten.
Rechtszekerheid is hier al een paar keer genoemd. Ook voor ons is dit belangrijk. Wij gaan ervan uit dat als we doen wat we nu doen, met het wettelijk verplicht openbaar onderzoek zoals het nu loopt, die rechtszekerheid er is. Want het heikele punt is vaak – collega’s, jullie weten dat – dat die MER-procedure onzorgvuldig of niet wordt gelopen. Hier loopt het in die MER-procedure wel goed. We hebben, denk ik, een goed traject, met een openbaar onderzoek, de mogelijkheid tot inspraak en, indien nodig, de mogelijkheid tot corrigeren. Wat rechtszekerheid betreft, heb ik het gevoel dat dit wel goed zit.
Voorzitter, ik ga over tot het besluit. Een dossier zoals het stikstofdossier is eigenlijk een kaartenhuisje. De bovenste kaarten in dit geval, de top van de piramide, bevatten de piekbelasters. En de vele kaarten daaronder zijn de conceptnota, de ontwerp-MER en nog zovele andere documenten die door de maanden, door de jaren heen de bouwstenen vormen van dit PAS-dossier. Zelfs maar één kaart uit de piramide wegtrekken, doet het hele kaartenhuis, collega’s, instorten. Dat zou intellectueel oneerlijk zijn als we ons doel willen halen, en dat doel is: rechtszekerheid voor de landbouwbedrijven, voor de wegensector, voor de huizenbouw. Dat doel is het gezamenlijke doel waarmee we uiteindelijk ook de milieudoelstellingen halen.
Het ontwerp-PAS en het ontwerp-MER met passende beoordeling zijn in openbaar onderzoek. We doen er goed aan om dat openbaar onderzoek in alle sereniteit af te wachten. Er is vandaag gebleken dat we op het goede spoor zitten. We moeten er vervolgens de conclusies uit trekken.
Ik ga helemaal besluiten, collega's, met een bericht dat ik enkele dagen geleden kreeg van een landbouwer. Ik citeer: “Wat sommigen doen of willen doen met het stikstofdossier is pure chantage en maffia.” Ik heb die woorden niet zelf gekozen. “Ik ben boer en had een bedrijf met grote impact op het milieu. Ik weet dus waarover ik spreek. Nu moeten jullie het werk afmaken om de toekomst in te kunnen gaan. De varkenssector roept om hulp en steun. Laat jullie niet chanteren, en blijf bij jullie woord. Courage.” Einde citaat. (Applaus bij de N-VA)
De voorzitter
De heer Sintobin heeft het woord.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Ik noem collega Vandaele altijd de groene fractieleider van de N-VA. Ik zal ook beginnen met een citaat. Het is een tweet van deze morgen van een melkveehouder uit Ieper, West-Vlaanderen. Ik citeer: “Gisteren toch efkes geslikt. In een straal van een kilometer rond ons bedrijf hebben minstens vier collega’s de intentie om binnen twee jaar hun bedrijf te stoppen. De helft heeft de grens van 50 jaar nog niet bereikt. Boeren zijn op en ontgoocheld. Proficiat aan het beleid. #upentende.” Dat is West-Vlaams voor ‘op en ten einde raad’. Met dit citaat wil ik het debat een beetje opentrekken. We kunnen hier immers nog uren discussiëren over de lijsten, en over het feit dat oranje bedrijven rood zijn geworden, dat er nieuwe lijsten zijn opgedoken en dat er plots ook donkeroranje lijsten zijn, volgens het artikel. Het is me niet helemaal duidelijk waar dat plots vandaan komt, collega Vandaele, en andere collega’s. Ik dacht dat in dit verhaal alleen groen, oranje en rood bestonden. Nu zijn er blijkbaar ook donkeroranje bedrijven.
Na te starten met dit citaat wil ik, voor degenen die graag minachtend doen over de landbouwsector, toch even enkele cijfers geven. De Vlaamse landbouw vertegenwoordigt een eindproductiewaarde van ongeveer 5,4 miljard euro. De voedingsindustrie realiseert een jaarlijkse omzet van ongeveer 40 miljard. De Vlaamse agrovoedingsketen vertegenwoordigt ongeveer 135.000 voltijdse tewerkstellingsplaatsen, collega’s. Dames en heren, minister, ik zou mijn tussenkomst in feite kunnen samenvatten in één zin: van een historisch akkoord naar een historische knoeiboel, een kleine stap voor deze Vlaamse Regering. Wat een knoeiboel! Wat een voorbeeld van onbehoorlijk bestuur. Wat een blamage voor heel deze regering, wat een stikstofdebacle. En de dupe hiervan? Jawel: de landbouwer.
In februari was daar plotseling het historische akkoord, weet u nog wel? Minister-president Jambon kondigde hier triomfantelijk aan: “Er is een historisch akkoord”, en: “Kijk eens hoe goed de Vlaamse Regering bezig is.” Maar niemand weet na vandaag nog waar we aan toe zijn. Dat is vandaag nog extra gebleken. Ik heb de commissie vorige week gevolgd, of de week daarvoor, en slechts enkele wetenschappers weten nog hoe de berekeningsmodellen tot stand gekomen zijn. Oranje bedrijven kregen de rode kaart. Plots waren er twee verschillende lijsten. Rode bedrijven kregen nog een nieuwe vergunning. Plotseling waren er donkeroranje bedrijven. Er werd op geen enkel moment rekening gehouden met investeringen of het toepassen van nieuwe technieken.
Collega Vandaele, u zegt dat alles netjes afgehandeld werd met een aangetekende brief. Maar we kennen allemaal het verhaal van het telefoontje of het briefje, om aan mensen te zeggen dat hun bedrijf morgen gesloten moet worden. Mensonwaardig!
Cd&v en Open Vld bekvechten openlijk met minister Demir. Dat is vandaag opnieuw gebleken. En er is een landbouwminister die publiekelijk – en wat ons betreft terecht – oproept tot verzet tegen dit akkoord. Ongezien, minister!
Minister Demir, het mag wel eens gezegd worden. U bent niet persoonlijk verantwoordelijk voor hetgeen in het verleden verkeerd liep, maar uw partij zit sinds 2004 nagenoeg onafgebroken in de Vlaamse meerderheid. Stop dus met het heilig boontje uit te hangen.
Omdat ik toch moet afsluiten, richt ik mij in het bijzonder tot u, minister Brouns. Geef landbouwers waar ze recht op hebben. Geef landbouwers recht op een rechtszekere toekomst. Neem jonge landbouwers nu voor eens en altijd ernstig en hou hun leuze in gedachten: ‘Stikstof reduceren zonder de landbouw te elimineren.’ (Applaus bij het Vlaams Belang)
De voorzitter
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (cd&v)
Collega’s, ik heb aangegeven dat ik de manier waarop het debat hier daarnet is gevoerd, heel erg betreur. Eenieder die zich een beetje met dit dossier heeft beziggehouden, die een beetje moeite heeft gedaan om de dossiers te gaan inkijken en te lezen wat ook in de conceptnota – de beslissing van de Vlaamse Regering – staat, weet dat die nota klaar en duidelijk, en zonder discussie is. Het laatste wat ik daarvan wil zeggen, is – en het gaat dan over de rode bedrijven – dat in het akkoord heel duidelijk staat dat de lijst met rode bedrijven bestaat uit bedrijven die in 2015 een rode impactscore hadden. Ministers, ik reken erop dat dat ook effectief wordt uitgevoerd en dat, als er andere redenen of andere zaken zijn op basis waarvan de lijst werd samengesteld, dat rechtgezet wordt.
Dat is het laatste wat ik over de 41 bedrijven wil zeggen, want collega’s, het gaat over veel meer, dit stikstofakkoord. Het gaat niet alleen over de 41 bedrijven. Er is een veel ruimer debat om inspanningen te moeten doen om de stikstof naar beneden te krijgen. Het stikstofakkoord heeft een ongelooflijke impact op verschillende sectoren, maar, zoals ik daarnet aangaf, het meeste op het levenswerk van mensen. Mensen die veelal, generaties lang, steeds volgens de regels van de kunst, volledig reglementair, elke dag opnieuw het beste van zichzelf gegeven hebben, om voor uw en voor mijn eten te zorgen, om voor voedsel te zorgen op ons bord. Die mensen worden vandaag voor grote uitdagingen gezet.
Collega’s, ik wil nog drie punten aanstippen. We hebben een voorstel van decreet dat we straks gaan bespreken, waarin drie elementen zitten die verbonden zijn aan dit stikstofakkoord. Een, er zijn vandaag bedrijven wier vergunning tijdens deze procedure dreigt te vervallen. Daarvoor moeten we een decretale verlenging voorzien. Twee, innovatie maakt ook deel uit van de oplossing. Belangrijk is dat innovatieve technieken dan ook erkend kunnen worden. Daarom ook dat we de installatie van een adviescommissie, het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veeteelt (WeComV), voorzien. Ik wil bij dezen vragen, minister, welke timing u voor ogen hebt om deze adviescommissie te realiseren en wanneer we de aangepaste techniekenlijst kunnen verwachten. Drie, er moet een decretale basis worden voorzien voor de stopzetting van de uitbreiding mits mestverwerking.
De voorzitter
De heer Tobback heeft het woord.
Bruno Tobback (Vooruit)
We gaan straks natuurlijk de discussie voeren over dat voorstel van decreet. Rijkelijk laat, want ik neem aan dat collega Rombouts het meer heeft gelezen dan wij dat hebben kunnen doen. Het is rond 10 uur deze morgen rondgestuurd, als ik mij niet vergis. Maar wat wel duidelijk is, is dat dat voorstel van decreet in zijn uitgangspunten opnieuw al de pijnpunten van het Vlaamse landbouwbeleid – en dan zeker als het over veeteelt gaat – herneemt, versterkt en nog een keer bekrachtigt.
Uw wetenschappelijke commissie is immers opnieuw een illustratie van de pogingen die men altijd maar blijft doen om achterdeuren, binnenwegen, technologische trucs en andere vindsels te bedenken die het opnieuw kunnen toelaten om vergunningen af te geven waarmee we de veestapel in dit land verder gaan uitbreiden.
In vele gevallen, of het nu de discussie over het mestactieplan is of de discussie over het Stikstofdecreet, stellen we dan een paar jaar later vast dat ze niet gewerkt hebben, dat ze zelfs niet toegepast worden, dat ze zoals de luchtwassers in de stallen uitgeschakeld worden, omdat het te veel geld kost, en dat ze dus aan het oplossen van het stikstofprobleem geen jota bijdragen. Maar we hebben toch een vergunning kunnen geven. Niet alleen hebben we een vergunning kunnen geven, we hebben een vergunning kunnen geven waardoor iemand nog meer heeft moeten lenen en nog dieper in de schulden is moeten gaan, om het bedrijf waar die van droomde te kunnen beginnen, want al die technologische trucen kosten natuurlijk een pak geld. Achteraf moeten we dan opnieuw objectief en nuchter vaststellen dat ze er waarschijnlijk beter niet waren geweest.
Dan gaan we discussiëren over lijsten die inderdaad zijn samengesteld op basis van al die ingewikkelde, complexe en genegotieerde regelingen. Die moeten dan worden geïnterpreteerd, want geen enkele ervan is 100 procent helder en doorzichtig, en dan stellen we vast dat we er niet uit raken.
Met dat decreet blijft u dus opnieuw in hetzelfde bedje ziek. We zullen er straks nog verder over discussiëren, maar ik kan u nu al aankondigen dat Vooruit het niet zal goedkeuren. Wat daar ontbreekt, en wat in heel dit debat ontbreekt, voornamelijk binnen de meerderheid, is een heldere en duidelijk visie over wat voor soort landbouw we nog willen in Vlaanderen en wat voor soort landbouw er draaglijk is in Vlaanderen.
U sprak daarnet over de bedrijven die worden geraakt door dit akkoord, maar wat iedereen, met name de meerderheid en diegenen die maar wat graag aan dienstbetoon aan het doen zijn, vergeet, is dat deze hele discussie er is omdat we allemaal worden geraakt door de stikstofproblematiek en al de juridische, fysieke en biologische gevolgen ervan. Het gaat niet alleen maar over de bedrijven die een probleem hebben. Het gaat niet alleen maar over landbouwbedrijven, het gaat over ons allemaal. In wezen gaat het over nabuurschap. Nabuurschap met buren, met goede afspraken, niet met een hoop trucen van de foor of een hoop genegotieerde uitvindsels om toch maar een vergunning te kunnen afleveren, waar dan iemand anders geld aan zal verdienen.
Dat is de bron van heel dit probleem en daar kijkt u met heel veel vrolijkheid los over. Deze hele regering doet er geen klap aan. Ik kan u nu al voorspellen: met dat soort van mentaliteit zal dit probleem nog honderd jaar blijven bestaan, tot er inderdaad eens een rechter objectief zal vaststellen dat dit gewoon niet werkt en zal zeggen wat u had moeten doen. Denkt u dat de boeren, diegenen die miljoenen schulden hebben, er op dat moment vrolijk van zullen worden? Ik kan u nu al aankondigen: ze zullen er niet vrolijk van worden. (Applaus bij Vooruit en de PVDA)
De voorzitter
De heer Sintobin heeft het woord.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
We zijn inderdaad al bezig met de bespreking van het voorstel van decreet, mevrouw Rombouts. Ik dacht niet dat dat de bedoeling was, maar ik wil toch even iets vragen aan collega Tobback. U bent altijd voor technologische vernieuwing en innovatie als het om andere takken van onze industrie gaat. Ik denk dat dat overal gebeurt, dus waarom zou dat niet in de landbouw kunnen? Waarom kan er geen onderzoek worden gevoerd naar nieuwe technologieën en technieken om de stikstofdepositie inderdaad naar beneden te halen? U hebt blijkbaar een virulente haat tegenover de landbouw, maar u wilt andere bedrijven er wel toe dwingen om zich te conformeren aan bepaalde milieuregels.
Mevrouw Rombouts, straks het decreet, maar uw decreet is ook niet echt heel duidelijk.
De voorzitter
Dat zullen we straks bespreken.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Wel dan zou ik graag van mevrouw Rombouts weten – en dat is eigenlijk mijn belangrijkste vraag – of het stikstofakkoord voor cd&v nog wel bestaat? Ik zou graag willen weten of zij het volledige stikstofakkoord nog steunen, na alles wat ik de afgelopen weken heb gehoord en gezien, en na wat ik heb gehoord van de nieuwe minister van Landbouw. Het is een kwestie van duidelijkheid, mevrouw Rombouts.
De voorzitter
De heer Vandaele heeft het woord.
Wilfried Vandaele (N-VA)
Voorzitter, collega Tobback is nogal negatief over het decreet dat we straks zullen bespreken en stemmen. Dat is toch ten onrechte. Collega, u zegt dat er geen enkele toekomstvisie uit blijkt. Ik denk dat dat juist wel het geval is. Kijk naar paragraaf 1 van dit decreet: daar staat dat de veestapel niet meer moet groeien. Dat is een hele belangrijke visie volgens mij, die hier nu voor het eerst zo op papier staat.
Vandaag hebben we nog altijd de mogelijke groei via de nutriëntenemissierechten (NER’s) met mestverwerking. Wel, dat beëindigen we. Dat is een heel duidelijke visie. De slapende NER’s – 21 procent van het totaal – worden eruit gehaald. Het NER-systeem wordt een gesloten systeem. Als dat geen visie is, weet ik het niet meer.
Een commissie instellen om nieuwe technieken te valideren, dat moeten we omarmen. U kunt dit niet als een gebrek aan visie bestempelen.
De voorzitter
Collega’s, kunnen we afspreken dat we de bespreking van het bewuste voorstel van decreet verlaten? Ik weet dat er een samenhang is, maar zo voeren we hetzelfde debat twee keer.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Mevrouw Rombouts, u sluit de discussie over de 41 bedrijven af, zegt u. Er is heel lang gediscussieerd over bedrijven met code oranje die dan rood werden enzovoort. Op die lijst staan ook bedrijven die altijd al rood waren en intussen – tussen 2015 en 2022 – een omgevingsvergunning voor onbepaalde duur kregen. Dat betekent dat deze Vlaamse Regering deze bedrijven de mogelijkheid heeft gegeven om onbepaald verder te werken zoals ze bezig waren, ondanks het feit dat ze rood waren.
Collega, ik denk dat we het er met zijn allen over eens zijn dat het schandalig is dat rode bedrijven de kans krijgen om uit te breiden, om een toekomst uit te bouwen in een gebied waar ze geen toekomst meer kunnen hebben. Gaan we echt werken met dit akkoord en met de inzet op technologische vernieuwing? Gaan we werkelijk diezelfde toer op? Gaan we bedrijven en landbouwers een toekomst geven via een eeuwigdurende vergunning om ze nadien te moeten uitkopen omdat ze fout gelegen zijn en de natuur te zwaar belasten?
De voorzitter
De heer De Roo heeft het woord.
Stijn De Roo (cd&v)
Mijnheer Tobback, ik wil reageren op een uitspraak van u. Als parlement leveren we natuurlijk geen vergunningen af; u insinueert dat, maar dat is niet zo. We creëren er een kader voor, maar leveren ze zelf niet af.
Twee, u koppelt heel het stikstofdebat aan het debat over het soort landbouw dat we willen. Ik raad u aan om de lijsten die voorliggen en die u kunt inkijken, eens goed in te kijken en te zien over welke soort bedrijven het gaat. U legt hier weer een link tussen piekbelasters en meest vervuilende of grote bedrijven, maar dat klopt dus niet. Het zijn bedrijven die zeer slecht gelegen zijn in functie van natuur, met veeteelt in de buurt van natuurgebieden. Bovendien liggen ze in de buurt van de zoekzones. Deze gaan in overleg met de natuur- en landbouwsector en met specialisten kijken waar men de Europees waardevolle natuur specifiek gaat vastklikken, waar die natuur op het terrein het best wordt gerealiseerd en waar die het best in stand kan worden gehouden. De lijst van bedrijven varieert nog omdat een aantal zones zich nog gaan concretiseren. Ze zullen verder komen te liggen van gebieden waar natuur in stand moet worden gehouden. Dat lijkt me evident, mijnheer Tobback.
De voorzitter
De heer Dochy heeft het woord.
Bart Dochy (cd&v)
Ik wil nog één ding verduidelijken. Ik hoop dat men eens gaat stoppen over die rode bedrijven en piekbelasters. Die beslaan ongeveer een vierde van een bladzijde op een document van veertig bladzijden dat het Stikstofakkoord omvat. We zijn er intussen in drie commissies over bezig, en we zijn er deze namiddag al een paar uur over bezig. (Opmerkingen bij Groen en Vooruit)
Het is belangrijk voor de mensen die in die situatie zitten. Dat moet helder en duidelijk worden uitgeklaard. Ik neem aan dat dit een engagement van de drie ministers hier vooraan is. We wachten het openbaar onderzoek af en geven daar een robuuste onderbouw aan. We bieden een eerlijk verhaal aan de mensen.
Mijnheer Tobback, ik hoef het niet meer te nemen dat ikzelf, mijn collega’s in de lokale besturen en de provincieraden, hier door u uitgemaakt worden voor dorpspolitiekers in een dwaze deurenkomedie. Ik hoef het niet meer te nemen dat u de technologische ontwikkelingen in de landbouwsector waar we allemaal zo fier op zijn, behalve u, in dit parlement, als genegotieerde uitvindseltjes benoemt. Weet u hoe belachelijk u bezig bent? Die mensen zijn bezig met de ontwikkeling van technologische vooruitgang en willen samenwerken met het wetenschappelijk comité om de technieken te verbeteren, te vereenvoudigen en goedkoper te maken. Dat is waar men voor staat. U noemt het genegotieerde uitvindseltjes. Ik vind dat beneden alle peil. (Applaus bij cd&v en de N-VA)
De voorzitter
De heer Tobback heeft het woord.
Bruno Tobback (Vooruit)
Collega Dochy, u mag zeggen wat u wilt, zoals ik dat mag. Het zou een heel stuk geloofwaardiger zijn – en u weet dat want we doen allebei al lang mee in heel dit dossier en in dit soort dossiers, en ik zie collega Schauvliege ook kijken – als het volgende zou zijn gebeurd: er is nu al twintig jaar een discussie aan de gang, met name in de veeteelt, over allerlei technologische oplossingen voor evidente problemen. Ik heb daarin geloofd. Ik zat hier in 1995 om het Mestactieplan te onderhandelen. We hadden daar toen, en ook de jaren daarna, een aantal technologische mogelijkheden, zoals mestverwerking en allerlei technologische oplossingen. We hebben die allemaal mogelijk gemaakt. We hebben die allemaal vergund. We hebben er allerlei uitzonderingen voor verleend en mogelijkheden voor geboden. Voor alle duidelijkheid, dat had kunnen werken. Het heeft aan veel landbouwers veel geld gekost om dat allemaal te doen. Ik kan alleen maar vaststellen dat we meer dan twintig jaar later kijken naar de resultaten, want daar gaat het om. We voeren die discussies rond stikstof, we voeren die discussies rond mest, we voeren die discussies rond biodiversiteit, niet omdat iemand dat plezant vindt maar om redenen van volksgezondheid, om redenen van milieukwaliteit, om redenen van natuurbehoud. Ik kan toch alleen maar vaststellen, met name bijvoorbeeld in het Mestactieplan maar evengoed in het stikstofdossier, dat de vooruitgang in de voorbije vijftien jaar, ondanks het feit dat de technologische oplossingen alleen maar talrijker, duurder en zwaarder zijn geworden voor al die landbouwers, dat het nettoresultaat in Vlaanderen voor waterkwaliteit, luchtkwaliteit en stikstofdepositie in natuurgebieden nul is. We kunnen afronden naar boven of naar beneden, maar het nettoresultaat staat nul en generlei in verhouding tot alle financiële kosten die ervoor gedaan zijn. Niet alleen hebben die landbouwers een hele hoop kosten voor mestverwerking en dergelijke gedaan, maar de uiteindelijke kosten voor het opruimen van al die schade, die bij de belastingbetaler terechtkomen als het gaat over waterzuivering, als het gaat over het aanvullen van grondwater enzovoort, enzovoort, blijven ook oplopen. Ondertussen geven we steeds meer geld aan zowel het opruimen als de investeringen in veel gevallen. Ik denk dat het de minister-president was die over de landbouwers zei dat we verdorie de helft van de investeringskosten uit de Vlaamse begroting betalen. Maar het resultaat is er gewoon niet. Collega Dochy, dat heeft niets te maken met weerzin tegen de landbouw of viscerale haat – de heer Sintobin probeert er zijn verkiezingscampagne op te voeren maar dat is onzin –, maar kunt u mij een enkele andere bedrijfssector noemen waar we met massa’s overheidssteun, of het nu uit het gemeenschappelijk landbouwbeleid, uit de Vlaamse begroting of uit andere begrotingen komt, met massa’s investeringen en met massa's schulden aangegaan door de bedrijfsleiders om resultaat te bereiken, het zouden accepteren dat twintig jaar later het resultaat er gewoon niet is? En dat we zeggen: ‘Weet u wat we gaan doen? We gaan nog eens herbeginnen. We gaan opnieuw op diezelfde technologische piste zoeken.’ Dan kunnen ze nog meer lenen om hun vergunningen te krijgen, dan kunnen ze nog meer geld uitgeven dat ze eigenlijk niet hebben. Dan gaan we achteraf vaststellen dat de landbouwers zich niet heel happy voelen in hun vel, want ten eerste zitten zij ver in de schulden en ten tweede krijgen ze terecht op hun bord dat het resultaat van wat ze beloofd hebben om als goede buren te realiseren, er niet is. Wilt u nu echt, echt op die piste blijven verdergaan en blijven achterpoorten vinden, in plaats van eerst eens, zoals de minister-president heeft aangekondigd, het bad leeg te maken, de problemen op te lossen en dan te kijken hoe we met een duurzame, leefbare, verantwoordelijk met de omgeving omgaande landbouwsector verder kunnen?
Ik zeg dit niet tegen u, maar tegen collega Rombouts en enkele anderen: ik ben voor emotie in de politiek en ik ben voor respect voor iedereen, maar wilt u alstublieft eens stoppen met dat argument van ‘onze voedselvoorziening’ te gebruiken? Dat is ook geen verwijt maar dit gaat, zeker als het over stikstof en over intensieve veeteelt gaat, niet over een sector waarin wij alles opeten en de overschot uitvoeren. Dit gaat over een sector die bijna exclusief is gericht op de export en waarvan een hele hoop van de grondstoffen worden geïmporteerd en die dus in grote mate niet in de eerste plaats met onze voedselveiligheid en voedselvoorziening te maken heeft. Ik wil dat debat ook voeren, maar laten we het dan nuchter en fair voeren. Daar mag men emotioneel bij doen maar niet met dat soort van chantageargumenten alstublieft. (Applaus bij Vooruit en Groen)
De voorzitter
De heer Vandaele heeft het woord.
Wilfried Vandaele (N-VA)
Voorzitter, ik had nog een kleine technische correctie aan het adres van collega Mieke Schauvliege. Ik denk dat het een verspreking was wanneer ze zegt dat nog zoveel rode bedrijven hervergund zijn door de Vlaamse overheid. Collega, u weet zeker dat die vergunningen niet door de Vlaamse overheid maar door de lokale besturen, met name dan de deputaties, zijn verleend. (Opmerkingen van Mieke Schauvliege)
De voorzitter
De heer Dochy heeft het woord.
Bart Dochy (cd&v)
Ik voel me aangesproken door de tussenkomst van collega Tobback. Ik vind het een beetje eigenaardig dat collega Tobback, wanneer hij spreekt over het klimaat, een hevig voorstander is van allerhande technologische evoluties die we alle kansen moeten geven en zich moeten laten ontwikkelen, maar wanneer het gaat over landbouw, is dat niet aan de orde want dat is gewoon wat gepruts. Dat zijn allemaal dingen die niet werken.
Mijnheer Tobback, wat er doorheen de jaren aan technologische vooruitgang is geboekt en de extra mogelijkheden die door de landbouw zijn gecreëerd op het vlak van duurzaamheid, zijn niet te onderschatten. Dat gaat over de reductie van pesticiden, over voedertechnieken die zorgen voor een lagere uitscheiding door de dieren, over staltechnieken. Er zijn heel wat ontwikkelingen die moeten worden verdergezet. We vragen aan de landbouwsector en aan alle andere sectoren om dat op die manier te doen. Ik denk dat we die kansen moeten geven, niet alleen in andere sectoren maar ook in de land- en tuinbouwsector. (Applaus bij cd&v en bij Open Vld)
De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Mijnheer Vandaele, ik weet inderdaad wel dat de lokale besturen en de provincies vergunnen, maar in de commissie is ook heel duidelijk gezegd dat de lijst met rode bedrijven niet gekend was bij die vergunningverleners maar bij de Vlaamse administraties die het advies op die vergunning verlenen. Ik denk dus dat de puntjes daar wel op de i moeten worden gezet.
De voorzitter
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (cd&v)
Voorzitter, als u me toestaat, zal ik eerst antwoorden op een aantal vragen en reacties.
Collega Tobback, u maakte daarstraks de vergelijking met FC De Kampioenen maar als u ons beschuldigt van enig dienstbetoon heb ik de indruk dat u zelf in dezen heel veel of misschien te veel naar FC De Kampioenen hebt gekeken. Hier doet naar mijn aanvoelen geen enkel parlementslid aan dienstbetoon. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
Er wordt wel nagegaan of mensen op een correcte manier worden behandeld, of cijfers op een correcte manier worden toegepast en of ieders recht, geen dienstbetoon, wordt gerespecteerd.
Daarnaast heb ik helemaal niet gezegd dat landbouw als enige impact ondervindt, ik heb wel gezegd dat uit de reacties en uit de engagementen die worden genomen blijkt dat landbouw in dezen voor de grootste uitdaging wordt geplaatst. Er zijn inderdaad ook andere sectoren en ook daar ben ik soms bezorgd over hoe zij hun resultaten zullen bereiken, maar het debat vandaag gaat wel degelijk over een aantal elementen. En u weet ook dat mijn spreektijd beperkt is en dat ik me daartoe heb beperkt.
Wat innovatie betreft, ben ik net als een aantal collega’s verbaasd. Ik noteer dat Vooruit blijkbaar geen geloof hecht aan innovatie, althans wanneer het over landbouw gaat. Dan wordt het opeens ‘wishy-washy’. Collega, ik wil mijn goed hart laten zien en ik wil u uitnodigen om samen een aantal instellingen en bedrijven te bezoeken om inderdaad de innovatieve kracht van onze land- en tuinbouwsector te kunnen zien, niet omdat alleen ik die waardeer, maar omdat ze zelfs internationaal wordt gewaardeerd.
Collega’s, onze land- en tuinbouwsector is een innovatieve sector die internationaal erkend is en ik vind het dan ook ongelooflijk frappant dat wij als Vlaamse overheid plotsklaps geen rekening meer zouden mogen houden met de innovatieve mogelijkheden.
U hebt terecht een punt dat er al twintig jaar over wordt gediscussieerd maar ik hoop dat er nog vijftig jaar over zal worden gediscussieerd. Over innovatie zal altijd worden gediscussieerd, zo niet, praten we niet over innovatie.
En ja, wij zijn ervan overtuigd dat innovatie, zoals ook in andere debatten en in andere situaties, bijvoorbeeld inzake klimaat of bedrijven, inderdaad mee voor oplossingen zal zorgen.
Collega Schauvliege, u stelde een vraag over de omgevingsvergunningen. Er zijn rode bedrijven die een omgevingsvergunning hebben gekregen van onbepaalde duur. U noemt dat schandalig. Collega, ik weet dat u bijzonder goed weet dat de bedrijven die vandaag op de lijst staan van rode bedrijven en die een omgevingsvergunning hebben, geen omgevingsvergunning hebben gekregen omdat die nog een impactscore van meer dan 50 procent hebben. Met andere woorden: die staan daar – zoals u inderdaad ook hebt moeten vaststellen – niet correct op weergegeven. Want bedrijven die de afgelopen jaren, na 2015, nog een vergunning hebben gekregen en dus na bepaalde tijd een omgevingsvergunning hebben gekregen, zijn allemaal bedrijven die zijn getoetst aan het significantiekader. En die hebben dus met andere woorden allemaal effectief inspanningen moeten doen om hun impactscore onder die 50 procent te brengen.
Het is dus eigenlijk verwerpelijk om hier te doen, naar de publieke opinie toe en naar collega’s toe, alsof er rode bedrijven zijn die de afgelopen jaren een omgevingsvergunning hebben gekregen. Want die hebben vandaag geen impactscore meer van meer dan 50 procent. En dat weet u bijzonder goed.
En als dat wel zo zou zijn, dan moeten we ons inderdaad vragen stellen over waar er ergens fouten gebeurd zouden zijn, bij administraties en eventueel bij vergunningverlenende overheden. Maar ik ga ervan uit dat u hetzelfde vertrouwen hebt als ik, zelfs ook in de beroepsinstanties die op dat vlak mee een oogje in het zeil houden, en dat u dus zeer goed weet dat dat niet het geval is. (Opmerkingen van de voorzitter)
Iedereen heeft gehandeld in het wettelijk kader dat op dat moment van toepassing was. En in 2014 en 2015 hebben de mensen een informatieve brief gekregen met de opdracht om inspanningen te leveren om hun impactscore naar beneden te krijgen tegen 2030.
De voorzitter
Kunt u afronden alstublieft? Ik moet dat elke keer tegen u zeggen.
Tinne Rombouts (cd&v)
Ik rond af, voorzitter.
Die bedrijven hebben dus perfect gehandeld volgens de normen en de waarden en datgene wat de overheid vooropgesteld heeft.
Ik wil nog heel snel, voorzitter, mijn punt verder afronden. Ik heb enkel geantwoord op de vragen.
De voorzitter
Neen, de heer Steenwegen heeft het woord.
Chris Steenwegen (Groen)
Collega Rombouts, kunt u ons eens uitleggen wat het verschil is tussen een rood bedrijf en een oranje bedrijf? U beweert dat rode bedrijven kunnen investeren om oranje te worden en onder de 50 procent te gaan. Kunt u dan eens het verschil uitleggen tussen zo’n bedrijf en een oranje bedrijf? Wat is het verschil in definitie? Want u kent dat goed.
De voorzitter
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (cd&v)
Als u de verslagen van dit parlement en de geschiedenisboeken er goed op nagelezen hebt, collega, weet u dat een bedrijf met een score van meer dan 50 procent een rood bedrijf was en met minder dan 50 procent een oranje bedrijf. Dan wist u dat bedrijven wel degelijk inspanningen konden leveren, volgens de inrichtingsnota van het flankerend beleid voor rode bedrijven, om hun score naar beneden te krijgen en dat ze daardoor dus ook effectief vergunbaar waren.
Chris Steenwegen (Groen)
En op welke manier konden ze dat doen? Door verplaatsing?
Tinne Rombouts (cd&v)
Door flankerende maatregelen toe te passen, en dan flankerende maatregelen in de breedste zin, met andere woorden eventueel ook reductiemaatregelen en PAS-maatregelen. (Opmerkingen van Chris Steenwegen)
Jawel, collega. Ik denk dat u in dezen heel goed weet dat die bedrijven die inspanningen gedaan hebben.
Ik wil nog snel mijn punt afmaken, voorzitter.
De voorzitter
U krijgt nog één zin.
Tinne Rombouts (cd&v)
Ik had nog één minuut.
De voorzitter
U hebt niets meer, u staat al vijf minuten op nul.
Tinne Rombouts (cd&v)
Voorzitter, de tijd waarin ik antwoord, telt niet mee. (Opmerkingen van de voorzitter)
Ik heb gekeken op het moment dat ik ben beginnen te antwoorden. Ik had 59 seconden.
De voorzitter
Collega Rombouts, uw klok stond stil. Ik heb zelfs nog berichten uit de zaal gekregen van verschillende fracties dat uw klok nog altijd stilstond terwijl u al opnieuw aan uw betoog bezig was.
Tinne Rombouts (cd&v)
Maar ik heb louter geantwoord.
De voorzitter
Alstublieft, het is hier geen kleuterklas. U mag nog één statement maken en dat is geen hele pagina. (Opmerkingen van Björn Rzoska)
Tinne Rombouts (cd&v)
Voorzitter, u bent in dezen de baas. Ik zal mij naar u schikken.
De voorzitter
Afspraken zijn afspraken. (Opmerkingen)
Tinne Rombouts (cd&v)
Ik wil nog één punt vragen. Collega’s, het is duidelijk dat dit debat niet afgerond is. Ik hoop dan ook dat we in het parlement alle ruimte nemen om ook de andere elementen van het akkoord verder te bediscussiëren.
Voorzitter, ik wil ook nog één vraag aan de minister stellen, namelijk om alle transparantie te geven waar dat nodig is. Ook mestverwerkingsbedrijven, namelijk achttien bedrijven die extra inspanningen moeten doen en twee bedrijven die moeten stoppen volgens de afsprakennota, hebben vandaag nog geen bericht, brief of telefoon ontvangen. Ik stel dus nogmaals uitdrukkelijk de vraag: wanneer gaan die bedrijven geïnformeerd worden, met de bedrijfsspecifieke gegevens en de methode die weergeven hoe zij op die lijst terecht zijn gekomen? (Applaus bij cd&v)
De voorzitter
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Gwendolyn Rutten (Open Vld)
Collega’s, de minister-president hoefde voor ons niet terug te komen, want we zijn het met hem eens. We hebben ook goed gelezen wat hij gezegd heeft.
Wat we hier vandaag aan het doen zijn als parlementsleden, is onze wetgevende taak. We gaan straks een decreet maken. We hebben ook een controlerende taak. Elk van ons heeft die controlerende taak. Die controlerende taak houdt in dat we kijken of de regering ook doet wat ze beslist heeft. Ik stel samen met u vast dat er een politiek akkoord is. En akkoorden zijn akkoorden. Al wie mij woorden in de mond wil leggen, vergeet het maar. Als je een akkoord maakt, moet je het uitvoeren en moet je het juist uitvoeren.
Dat politieke akkoord, dat is binnen de regering gesloten. Dat hebben ze samen beslist. Dat hebben ze vervolgens ook samen gecommuniceerd. Ik stel samen met u vast dat er ook een administratief dossier is. Dat administratieve dossier is voorbereid door de administratie. En dat is niet in de regering geweest. Controleer. Ik stel dat vast. Ik heb dat ook maar gehoord. Het ene is niet hetzelfde als het andere. En wat is het gevolg? Het gevolg is dat de bedrijven die erdoor geïmpacteerd gaan worden, niet dezelfde bedrijven zijn.
De voorzitter
Collega Rutten, collega Tobback vraagt het woord.
Gwendolyn Rutten (Open Vld)
Mag ik hier vragen om niet onderbroken te worden?
De voorzitter
Neen. Dat zijn afspraken in het Uitgebreid Bureau.
Gwendolyn Rutten (Open Vld)
Want er is al zoveel gezegd. En de heer Tobback gaat nog eens een hele boom afsteken. Misschien vraag ik dan wel graag om niet onderbroken te worden. (Opmerkingen)
Bruno Tobback (Vooruit)
Voorzitter, dat is gewoon een persoonlijk feit. Dit soort onzin, mevrouw Rutten ...
De voorzitter
Een persoonlijk feit was het niet.
Bruno Tobback (Vooruit)
Hij kan een hele boom afsteken omdat hij het woord vraagt, enzovoort. Ik wil wel graag die boom afsteken, mevrouw Rutten, maar ik had eigenlijk een heel simpele vraag. Bent u nu aan het zeggen dat de Vlaamse Regering, waaraan u het vertrouwen hebt gegeven en die u trouwens mee hebt samengesteld, een akkoord heeft gemaakt na nachtenlange onderhandelingen op basis van gegevens waar ze niet naar gekeken heeft en onvolledige informatie, dat ze bedrogen is door haar administratie of dat ze de nota’s niet gelezen heeft? Want het is het een of het ander. Hebben ze nu beslissingen genomen die op niets trekken omdat ze het niet gelezen hebben en gaat u dat rechtzetten? En zo ja, hebt u dan nog vertrouwen in de regering? (Applaus bij Groen en Vooruit)
Gwendolyn Rutten (Open Vld)
Mijnheer Tobback, ik heb het al verschillende keren gezegd vandaag. Ik zal het nog eens herhalen. Onze fractie zit op één lijn met wat de minister-president heeft gezegd. En dat is dat het politieke akkoord gesloten is op basis van de lijst van rode bedrijven van 2015, die bovendien wisten dat ze op dat moment rood waren. Daar is niet de minste discussie over. Dat heb ik de minister-president horen zeggen. Dat heb ik de heer Somers horen zeggen. Dat heb ik mevrouw Crevits horen zeggen. Ik stel ook maar vast. Dat is het politieke akkoord.
Als er vandaag onduidelijkheid is over het feit of in die plan-MER hetzelfde is voorgelegd als in het openbaar onderzoek, lijkt het mij aangewezen om die onduidelijkheid zo snel mogelijk weg te werken. Ik persoonlijk zou dat onmiddellijk doen.
Als de regering mij zegt het openbaar onderzoek te laten lopen en daarna te zullen bekijken wat de opmerkingen allemaal zijn en wat blijkt te kloppen en niet blijkt te kloppen, dan is dat een duidelijk antwoord: als er fouten in zitten, halen we die eruit. Ik zou ze er liever op voorhand uit halen. Anderen halen ze er liever achteraf uit. Mijn visie is: hou het zo juridisch zeker als mogelijk is. Als men me echter met dezelfde juridische stelligheid zegt dat je dit achteraf gecorrigeerd krijgt, goed, wie ben ik dan om dat tegen te spreken? Mijnheer Tobback, feit is dat begin deze maand minstens acht bedrijven een brief van de Vlaamse overheid in de bus hebben gekregen met de mededeling dat ze moeten sluiten. Feit is dat geen enkel van die acht bedrijven in 2015 een impactscore van meer dan 50 procent had en dus rood was. Feit is dat er nog meer bedrijven waren die het begot niet eens wisten. Dat zijn geen discussiepunten meer. Dat zijn feiten.
Wat ik graag zou willen? Of men het nu, op voorhand, uitmaakt dan wel of de regering zegt nog te wachten tot half juni om het dan te zullen uitmaken, belangrijk is dat er rechtszekerheid is. Ik kom terug op onze rol als volksvertegenwoordiger.
De voorzitter
Collega Rzoska wil u onderbreken.
Gwendolyn Rutten (Open Vld)
Ik wou nog mijn zin afmaken. Mag dat?
Ik kom terug op onze rol als volksvertegenwoordiger. Straks moeten wij allemaal wat er vandaag in het openbaar onderzoek voorligt, gecorrigeerd door de regering, in een decreettekst omzetten. Wij zullen die wetten moeten maken, en wij dragen allemaal stuk voor stuk de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat die juist zijn, dat die rechtszeker zijn en dat men niet achteraf naar een rechtbank moet stappen om via die rechtbank het elementaire besef van een rechtsstaat af te dwingen. Het is met deze Vlaamse Regering, met vorige Vlaamse Regeringen, in Vlaanderen tout court veel te veel het geval dat men politiek afwacht en vervolgens de rechter uitspraken laat doen. Ik zeg u: daar trekken wij de lijn. Deze keer moet het van het eerste moment juist zijn. (Opmerkingen bij Groen. Applaus bij Open Vld)
De voorzitter
De heer Rzoska heeft het woord.
Björn Rzoska (Groen)
Mevrouw Rutten, ik heb u goed beluisterd, ook bij uw eerste tussenkomst. U maakt hier eigenlijk wel een heel grove beschuldiging. Ik heb immers ook collega Vandaele beluisterd, ik heb ook de minister gehoord, in diverse interviews, ik heb ook de commissievergadering digitaal gevolgd, en volgens mij is de N-VA ervan overtuigd dat het openbaar onderzoek wel degelijk op een goede manier en met de juiste gegevens is aangevat. Mijn vraag is dus vrij simpel. U zegt hier dat dat niet klopt, dat er een verschil is tussen het politieke en het administratieve. Ik vraag aan de regering, aan minister Demir, eventueel bijgestaan door minister-president Vandaele: klopt dat? Bent u het eens met die lezing? U hebt immers de afgelopen weken, en eigenlijk sinds het sluiten van dat historisch akkoord, altijd gezegd dat wat in het openbaar onderzoek is gestoken, exact hetzelfde is als wat politiek werd afgesproken. Minister Demir, u hebt dat herhaald. Klopt dat? Blijft u daarachter staan?
De voorzitter
De heer Tobback heeft het woord.
Bruno Tobback (Vooruit)
Ik laat de minister met veel plezier eerst antwoorden. Ik zal daarna mijn vraag stellen.
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Collega’s, ik wil bij dezen ook nog eens benadrukken dat dit een leefmilieudossier is. Wij, en in het bijzonder ikzelf – want ik ben bevoegd voor dit dossier –, zijn daar sinds het stikstofarrest onmiddellijk mee begonnen. We hebben dat niet alleen gedaan. Ik heb het daarstraks ook gezegd: ik ben een beleidsmaker, ik ben politicus, ik ben geen expert, ik ben geen fysicus of wat dan ook. We hebben VITO aangesteld om al die modellen, data enzovoort allemaal mee te begeleiden. In het krokusakkoord staat dat in het G8-scenario is bepaald dat alle piekbelasters, dus met een impactscore hoger dan 50 procent in referentiejaar 2015, inderdaad zullen stoppen. We hebben daar 2025 als timing op geplakt. We hebben ook gezegd dat, omdat de hele definitieve PAS is gebaseerd op het referentiejaar 2015, we ook zullen teruggrijpen naar dat referentiejaar, ook omdat het Vlaamse stikstofbeleid eigenlijk in 2015 van start is gegaan. Het plan-MER is dan een paar jaar later opgestart.
We voeren hier vandaag een hele discussie over de verschillende soorten lijsten. Ik denk dat de landbouwers die ons vandaag mee aan het volgen zijn de kluts helemaal kwijt zullen zijn. Ze zullen zich afvragen hoe het zit met die lijsten. Want in 2015 waren er inderdaad drie lijsten. We hebben heel duidelijk gezegd dat we teruggingen naar het referentiejaar 2015, aangevuld met de vraag welke emissies we zouden nemen. Want de lijst van 2015 is opgesteld op basis van de emissies van 2013. Ook daarover is er discussie gevoerd. De MER-deskundigen maar ook wijzelf hebben daarover nagedacht: als je teruggaat naar het referentiejaar 2015 is het logisch dat je ook de emissies neemt van 2015. Voor het plan-MER werken we met de meest recente wetenschappelijke kennis.
Ik neem er akte van dat er daarover verschillende standpunten zijn, maar laten we het openbaar onderzoek afwachten. Voor alle duidelijkheid: die 41 landbouwbedrijven staan niet met naam en toenaam in dat openbaar onderzoek. De parameters die ik nu heb opgesomd – emissies 2015, referentiejaar 2015, biologische waarderingskaart 2018 – zitten allemaal in dat openbaar onderzoek. We zullen zien wat dat openbaar onderzoek zegt. Dat maakt ook deel uit van de procedure. Ik heb in verschillende dossiers bewezen dat, als er fouten zijn, we die ook bekijken. Wij en de deskundigen zijn op basis van deze criteria naar het openbaar onderzoek gegaan. We zullen zien wat dat openbaar onderzoek zegt.
Maar voor mij gaat het hier ook niet over het gelijk. Want ik stoor mij enorm aan de vraag wie er nu gelijk heeft in dit dossier, collega’s. Ik vind dat dramatisch. Ik vind het zelfs om te wenen. Dit gaat over een dossier waarvan ik nu al een jaar wakker lig. Jullie zijn allemaal volksvertegenwoordigers, we moeten eenieder in de ogen kunnen kijken. Het laatste wat wij hier willen is dat er een vergunningsstop komt. Dat staat voorop. Dat is het algemeen belang: de economie, de welvaart, maar ook de natuur. Het is nu 2022! Die lijsten dateren van 2014 en 2015. We zijn nu zeven jaar later. Laten we er nu dus aan beginnen. We hebben met de regering, de kabinetten en de deskundigen gezegd dat dit naar het openbaar onderzoek gaat en dat we zullen zien wat dat openbaar onderzoek zegt. (Opmerkingen van Gwendolyn Rutten)
En dan zullen we in de schoot van de regering bekijken hoe we dat verder aanpakken. (Opmerkingen van Björn Rzoska. Applaus bij de N-VA)
De voorzitter
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Gwendolyn Rutten (Open Vld)
Laten we beginnen met het goede nieuws. En dank u wel daarvoor, minister. Ik heb u nu duidelijk horen zeggen dat het belangrijk is dat, als er een openbaar onderzoek is, je daarvan ook de resultaten afwacht. Toen we aan deze discussie begonnen, was dat enigszins anders. (Opmerkingen)
Ja, als je echt juridisch drijfzand wilt, moet je vooral zeggen dat je niet naar het openbaar onderzoek gaat kijken.
Ten tweede heb ik u nu zelfs horen zeggen – ik heb goed opgelet – dat als daar fouten in blijken te zitten, die fouten zullen worden aangepast. Ook daarvoor dank ik u. Ik vind dat belangrijk. Dat is heel belangrijke informatie: als er mensen werden aangeschreven die niet hadden mogen worden aangeschreven omdat ze in 2015 niet op een rode lijst stonden en niet op de hoogte waren, zult u dat aanpassen. Dat hebt u net gezegd en ik apprecieer dat. Want voor mij gaat het er van in het begin niet over of je op voorhand of naderhand corrigeert, maar wel dát je corrigeert. Maar ik heb het duidelijk gehoord.
Ik kom tot de verklaringen van de regering. U wilt het niet hebben over persartikelen. Ook in de pers moet je juist zeggen wat je afspreekt. Dat is belangrijk. Maar stel dat je zegt dat je het niet wilt hebben over wat er in de pers staat, dan is er een officieel regeringsdocument. De minister heeft er daarnet uit geciteerd. Er is alleen nog een zin die volgt: ‘Piekbelasters zijn exploitaties met een impactscore hoger dan 50 procent in referentiejaar 2015.’ Dus niet met emissie-uitstoot. Dank u wel. (Applaus bij Open Vld)
De voorzitter
De heer Tobback heeft het woord.
Bruno Tobback (Vooruit)
Ik zie collega Rutten hier een poging doen om de brokken te lijmen en om te zeggen dat ze gehoord heeft wat ze wilde horen. Ik denk dan: een kinderhand is gauw gevuld. Want eerlijk gezegd heb ik hier niet veel anders gehoord dan wat ik hier de voorbije weken gehoord heb. (Applaus van Axel Ronse)
Wat ik vooral ook gehoord heb, collega Rutten, maar wat u niet met zoveel woorden zegt, want u steekt dat graag een beetje weg: als er fouten in zitten, dan moeten die rechtgezet worden, maar u gaat natuurlijk niet in op de oorzaak van die fouten. Eigenlijk zegt u dat deze en de vorige Vlaamse Regering slecht bestuurd hebben. U zet daar minder dikke strepen onder want u hebt minder graag dat dat gehoord wordt. Er zijn foute brieven verstuurd naar bedrijven. Er is foute communicatie gedaan door deze en de vorige regering. De hele discussie die u in gang gestoken hebt, ging over de vraag of de communicatie nu per brief of per telefoon moest gebeuren.
Er zijn foute vergunningen afgeleverd, maar daar gaat u niet op in. Minstens één rood bedrijf heeft van de vorige Vlaamse regering – waarin u zelf mee onderhandeld hebt, en u was toen partijvoorzitter, als ik mij niet vergis – een nieuwe vergunning verkregen, om opnieuw rood te blijven. Dat kwam niet van een lokaal bestuur, maar van de Vlaamse Regering, met toenmalig minister Schauvliege. In de commissie noemde ik het ‘geld drukken’ want dat is natuurlijk wat u doet. U geeft opnieuw een vergunning aan een bedrijf dat er eigenlijk niet meer had mogen zijn, dat a priori geen vergunning had moeten krijgen. Die gaan we nu met belastinggeld allemaal uitkopen. Ik heb het ‘geld drukken’ genoemd, maar voor een liberaal is dat een interessante manier om om te gaan met het geld van de belastingbetaler.
Maar ik ben het met u eens: de vorige Vlaamse Regering heeft slecht bestuurd. Deze Vlaamse Regering is op dit moment, in dit stikstofdossier, zelfs niet in staat om eensgezind te besturen. Ondertussen loopt de miserie voort. Ik kan me niet voorstellen dat er ook maar één landbouwer die gehoopt had om duidelijkheid te krijgen over het statuut van zijn bedrijf, vandaag meer helderheid gekregen heeft of blij of rustiger geworden is na het zien van dit schouwspel. Maar u hebt gehoord wat u wilde horen. Nog eens: als u er blij mee bent, dan ben ik er zeker van dat heel Vlaanderen gelukkig zal zijn. (Applaus bij Vooruit)
De voorzitter
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (cd&v)
Voorzitter, ik ga niet mijn hele toelichting herhalen want dan gaat u zeggen dat ik te lang aan het woord ben. Maar ik heb daarstraks, collega Tobback, aan collega Schauvliege heel uitdrukkelijk uitgelegd wie een omgevingsvergunning kon verkrijgen, wanneer en op welke manier. Met andere woorden: de perceptie die u probeert te creëren dat rode bedrijven vandaag een permanente vergunning hebben, klopt niet. Punt.
De voorzitter
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Gwendolyn Rutten (Open Vld)
Trouwens, als er bedrijven een vergunning gekregen hebben van een overheid na een positief advies, mogen we er in een rechtstaat dan nog van uitgaan dat die overheid wist wat ze deed en dat de bedrijven erop mogen vertrouwen wat die overheid gezegd heeft? U vindt dat de landbouwbedrijven daarvoor gestraft moeten worden. Mijnheer Tobback, ik vind dat een overheid betrouwbaar moet zijn. Betrouwbaar! Daar gaat dat dossier over. (Applaus bij Open Vld en cd&v)
De voorzitter
De heer Tobback heeft het woord.
Bruno Tobback (Vooruit)
Daar ben ik het met u eens, mevrouw Rutten. Ik kan alleen maar vaststellen dat de vorige en deze regering niet betrouwbaar zijn. (Applaus bij Vooruit)
De voorzitter
De heer Steenwegen heeft het woord.
Chris Steenwegen (Groen)
Het is de vorige regering die de rechtsonzekerheid gecreëerd heeft. Jullie hebben de rechtsonzekerheid bewust gecreëerd. Jullie wisten dat de voorlopige PAS juridisch niet kon standhouden. Jullie hadden juridische adviezen in jullie handen die dat zwart op wit aantoonden, en toch hebben jullie al die boeren voor jaren in de juridische onzekerheid gestopt. Hoeveel jaren gaan jullie die duizenden boeren nog in de rechtsonzekerheid houden? (Applaus bij Groen)
De voorzitter
De heer Tobback heeft het woord.
Bruno Tobback (Vooruit)
Collega Rutten, ik vind het wel moedig van u om hier te pleiten voor een betrouwbare overheid, gezien het palmares van de twee regeringen waarover u onderhandeld hebt, en gezien het feit dat zelfs de mensen in uw eigen meerderheid elkaar op dit moment niet betrouwbaar vinden. Want ik heb u hier op het spreekgestoelte, in de commissie en in de pers – en u niet alleen – de voorbije weken meermaals horen verkondigen dat u uw controlerende taak moet uitvoeren omdat de Vlaamse Regering met de mensen hun voeten aan het spelen is.
Ik ben het met u eens, maar u maakt wel deel uit van die Vlaamse Regering. U hebt ze mee samengesteld. U zat aan tafel toen al die dingen zijn onderhandeld. U hebt er het vertrouwen aan gegeven. Als u ze vandaag niet meer het vertrouwen wilt geven, zeg dat dan consequent en stap ervan af. Van mij mag u. Niemand wordt daar beter van.
Daarstraks vroeg iemand zich af – het was, denk ik, collega Janssens – wat vergunningen nog waard zijn. Wel, collega Janssens, vergunningen die op zo’n basis door dat soort van coalitie, door dat soort regering en beleid worden toegekend, die zijn inderdaad niet veel waard. Die bieden inderdaad geen rechtszekerheid. Ten eerste, omdat u zelf niet weet wat u wilt bieden als rechtszekerheid. Om rechtszekerheid te hebben moet er eerst duidelijkheid zijn over het recht. Dat betekent dat u moet overeenkomen wat de regels zijn. En daar slaagt u niet in.
Het lukt ook niet om het toe te passen. U levert vanop het kabinet van de minister nog vergunningen af aan rode bedrijven, collega Rombouts, terwijl die nooit vergund hadden mogen worden. Vervolgens komt u ze verdedigen omdat we dat moeten rechtzetten en maakt u daar onderling ruzie over. Dit is een schabouwelijk spektakel van beleid, of liever van non-beleid. U wordt ingehaald door uw eigen gezanik, omdat u een aantal onverenigbaarheden en dingen waarover u het samen niet eens bent probeert toe te dekken. Daar wordt niemand beter van.
Minister Brouns, ik heb daarstraks naar uw terecht pleidooi geluisterd. Er zaten niet veel oplossingen in. Er zaten niet veel maatregelen in. Er zat niet veel beleid in. Maar het was een terecht pleidooi voor de waardering van mensen die ondernemen, die werken en die proberen te produceren. Ik ben het daarmee eens. Maar ik moet u zeggen dat waardering, en dat weet u ook goed genoeg, over het algemeen komt wanneer het duidelijk is dat er zorg wordt gedragen. Goede buren waarderen elkaar.
Wat misschien eigen is aan de landbouw is dat, veel meer dan een bedrijf dat zich op een plaats binnen vier muren bezighoudt met wat het doet, de landbouw de buur is van ons allemaal. Wat er gebeurt in de sector heeft een effect op ons allemaal. Dat effect is er niet alleen binnen de vier muren van dat bedrijf, maar ook in dat bos ernaast, in de rivier ernaast, in het grondwaterreservoir 20 kilometer verderop. Aan dat nabuurschap worden iets meer eisen gesteld om waardering te krijgen. Dat is hoe goede afspraken goede vrienden maken. Ik kan alleen maar vaststellen dat die goede afspraken er ofwel niet zijn, ofwel niet worden toegepast, ofwel actief en bewust worden omzeild.
Dat is ook de reden, collega Douchy, waarom er, ondanks de technologische vooruitgang – waar ik niet tegen ben, integendeel –, geen resultaten zijn. Ik ben even kritisch over de energiebeleidsovereenkomst met de chemische sector. Daar zijn blijkbaar ook geen resultaten en ik vind dat we geen geld moeten blijven geven als het resultaat er niet is.
Ik zal nog een laatste keer de religieuze toer opgaan met de brief van de apostel Jacobus: geloof zonder goede werken is een dood geloof. Ik hoor hier veel mensen zeggen dat zij geloven in technologische vooruitgang en in technologische oplossingen. Ik zal geloven als ik het resultaat zie. Na twintig jaar en vele miljarden zie ik geen resultaten. En dat komt omdat de technologie niet werkt, omdat ze omzeild wordt of omdat ze op een onverstandige manier wordt toegepast. Deze Vlaamse Regering komt ook in dit stikstofakkoord niet toe aan het nemen van structurele maatregelen om resultaten te boeken. Dat zou beter zijn dan woorden op papier te zetten. Dat is waarom u met uw kop tegen de muur zult blijven lopen totdat een rechtbank zal zeggen wat iedereen hier weet maar niet durft te zeggen aan de burger, de landbouwer, de mensen voor wie we geacht worden te besturen. En dan zeuren dat er geen rechtszekerheid is. U creëert die onzekerheid onder mekaar, maar vooral voor de burgers. (Applaus bij Vooruit, Groen en de PVDA)
De voorzitter
De heer D’Haese heeft het woord.
Jos D'Haese (PVDA)
Ik hou het kort en dat is niet omdat het debat uitgeput is, want ik heb de indruk dat het pas begonnen is, in elk geval binnen de meerderheid. Op het einde van dit debat dat bijna drie uur heeft geduurd, weten we nu evenveel als in het begin. Het is niet de discussie of er fouten zijn gebeurd die dan later kunnen worden rechtgezet na een of ander openbaar onderzoek. De vraag is of er een politiek akkoord is binnen uw meerderheid op basis waarvan men maatregelen neemt. Het is heel duidelijk dat dat er niet is. Mevrouw Rutten wil zich baseren op de emissies van 2013, de minister op die van 2015. Er is geen enkel openbaar onderzoek dat dat probleem zal oplossen. Ik stel voor dat jullie van het weekend gebruik maken om eens samen te zitten en te kijken wat het wordt. En anders gaat dit circus alleen maar verder blijven duren.
De voorzitter
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Wenst iemand tot besluit van dit actualiteitsdebat een motie of een motie van wantrouwen in te dienen? (Neen)
Het debat is gesloten.