Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 02 jun 2022 18:40 

Gebruik van schadelijke pesticiden op fruit


Vraag om uitleg over het gebruik van schadelijke pesticiden op fruit
van Ludwig Vandenhove aan minister Jo Brouns

De voorzitter

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

Vorige week is er in de media heel wat te doen geweest over een studie van het Pesticide Action Network Europe (PAN Europe). Zij hebben in kaart gebracht hoe vaak pesticiden van de schadelijkste categorie op fruit worden aangetroffen. Die cijfers waren eigenlijk zeer negatief, zelfs een beetje angstaanjagend, als het over de fruitsector gaat, en zeker over die regio’s waar fruit sterk aanwezig is, zoals de onze. In een periode van negen jaar is het gebruik met 53 procent gestegen. Voor kiwi’s ging het om een vervijfvoudiging. Dat is natuurlijk minder onze zaak. Voor appels en peren ging het echter om een verdubbeling, en dat lijkt me wel een belangrijk gegeven voor onze fruitsector.

In 2019 werd in de Europese Unie op 29 procent van het fruit residuen aangetroffen. De 56 pesticiden staan al sinds 2011 op de nominatie om te worden verboden. Lidstaten zijn verplicht om alternatieven te ontwikkelen, maar dat is tot nu toe nog niet gebeurd. Daarom worden de toelatingen steeds verlengd.

België voert met 34 procent de ranglijst aan van de landen waar het hoogste aantal stalen fruit gecontamineerd is. Van de Belgische peren bevat zelfs 87 procent een residu van een gevaarlijk bestrijdingsmiddel. In de studie wordt ook vooral gewezen op de onwil van de lidstaten om actie te ondernemen. Dan komen we natuurlijk terug op het vorige punt. Zolang dat alles vrijwillig gebeurt, zal er natuurlijk weinig gebeuren.

Doordat insecten en schimmels steeds resistenter worden tegen pesticiden, zijn er telkens nieuwe versies van grotere hoeveelheden nodig. Ik zie bij ons in de regio regelmatig studies, ook ernstige studies, opduiken waarin het gebruik van die pesticides wordt gelinkt aan kanker, diabetes en hart- en vaataandoeningen. Uiteraard zijn die pesticiden zeker schadelijk voor het milieu, voor de omgeving, maar ook voor de mensen.

Minister, bent u op de hoogte van dat onderzoek? Hoe zal Vlaanderen bijdragen aan de belofte van de Europese Unie om het gebruik van de gevaarlijkste pesticiden tegen 2030 met de helft te verminderen? Welke bijdrage levert Vlaanderen bij de zoektocht naar alternatieven voor de gevaarlijke pesticiden die vandaag worden gebruikt? Investeert Vlaanderen in onderzoek daaromtrent? Hoe wilt u land- en tuinbouwers sensibiliseren over het gebruik van gevaarlijke pesticiden? Plant Vlaanderen een sensibiliseringscampagne voor de bevolking voor de regio’s waar veel activiteiten zijn in de fruitsector?

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Collega Vandenhove, dank u wel voor die vraag. U was ook bij het bezoek aan Agropolis in Kinrooi. U hebt daar ook kennisgemaakt met IPM Impact. Wij trekken daar voluit de kaart van een geïntegreerd pestmanagement, van natuurlijke gewasbescherming. Ik denk dat dat ook een van de transitiesporen is in de Vlaamse land- en tuinbouw.

Het nieuwe actieplan voor de reductie van pesticiden behelst een honderdtal acties die erop gericht zijn om het risico gekoppeld aan gewasbescherming door middel van gewasbeschermingsmiddelen te beperken. Ook daar is er de sprong naar de precisielandbouw. Ik heb daarstraks het voorbeeld gegeven. Ik denk dat dat ook in dezen van toepassing is. Het actieplan is een voortzetting van de programma’s die al meer dan twintig jaar worden uitgewerkt door diverse beleidsniveaus. De acties maken het mogelijk om tegemoet te komen aan de Europese verplichtingen voor een duurzaam gebruik van pesticiden. Concrete acties gepland voor de komende jaren zijn gericht op het meer aantrekkelijk maken van de alternatieve middelen, bijvoorbeeld door toegankelijke informatie via Fytoweb, bevoegd voor heel de markt van de gewasbeschermingsmiddelen, en door de fytolicenties sterker aan de verbonden risico’s te koppelen. Verder zullen goedkeuringen van producten met een laag risico door een versnelde procedure mogelijk worden gemaakt, maar dat is uiteindelijk een federale bevoegdheid, zoals u weet.

Wat uw derde vraag betreft: geïntegreerde gewasbescherming is absoluut de eerste prioriteit qua onderzoeksdoeleinden waarvoor de praktijkcentra vanuit het departement worden gesteund. Daarnaast lopen er tal van demonstratieprojecten die landbouwers specifiek sensibiliseren om de principes van geïntegreerde gewasbescherming nog beter toe te passen. Een en ander in het zuiden van onze mooie provincie Limburg is u uiteraard welbekend. Zo heeft het proefcentrum pcfruit een aantal projecten in uitvoering, waaronder ‘Optimalisatie van gewasbescherming’. Onderzoek naar mogelijkheden voor een zeroresidugarantie voor de appel- en peerteelt loopt daar sinds 2016.

Via diverse VLAIO-trajecten (Agentschap Innoveren en Ondernemen) werkt ILVO ook samen met de praktijkcentra aan alternatieve strategieën op basis van ‘integrated pest management’ (IPM). Twee voorbeelden uit de meest recente goedkeuringsprocedure zijn het project ‘Ctrl-Pseudo’, waarbinnen ILVO en pcfruit samen werken aan een alternatieve en onderbouwde controle van de bacterieziekte Pseudomonas in peer en kers, en het project ‘OPTiSPRAY’, waarbij ILVO samen met onder andere Inagro en de universiteiten van Leuven en Gent onderzoek doet naar de optimale spuittoepassingen van gewasbeschermingsmiddelen.

Hoe willen wij onze Vlaamse land- en tuinbouwer sensibiliseren over het gebruik van gevaarlijke pesticiden? Ter zake zijn er een aantal specifieke acties. Op de eerste plaats zijn er opleidingen voor de fytolicentie, het verplichte certificeringssysteem. Er is de handhaving via conditionaliteit. Er is de minimale graad van driftreductie via de Vlaamse IPM-richtlijnen. Er is het reduceren van het risico op puntverontreiniging door meer in te zetten op de bewustwording van de juiste methode voor het vullen en spoelen van spuitmachines. Er is het stimuleren van het gebruik van zuiveringstechnieken voor restvloeistoffen, en het stimuleren van biologische landbouw en geïntegreerde gewasbescherming. Via de gemeenschappelijke marktordening (GMO) groenten en fruit wordt het gebruik van biologische middelen en geïntegreerde technieken ook ondersteund.

Wat uw laatste vraag betreft: samen met pcfruit en de producentenorganisaties zet het departement in op sensibilisering bij de telers. In het kader van de GLB-randvoorwaarden (gemeenschappelijk landbouwbeleid) en IPM controleert het departement mee de goede toepassing van de wettelijke bufferzones en het gebruik van driftreducerende technieken.

De voorzitter

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

Minister, dank u wel voor uw antwoord. Het is inderdaad correct dat er veel inspanningen gebeuren. Ik zie dat inderdaad ook bij ons, met pcfruit. Er blijft echter toch een ongelooflijke kloof tussen enerzijds het gemiddelde idee bij de burger dat er toch nog altijd te veel en slecht wordt besproeid en dit soort studies en anderzijds de landbouwer die je dan bezig ziet zonder al te veel bescherming. Ik zie dat in de periode waarin er bij ons wordt gespoten. Die landbouwer is zich er natuurlijk van bewust dat dat schadelijk is, maar economie en opbrengsten voor alles. In die zin meen ik dat men de inspanningen moet opdrijven, om de landbouwers hiervan te overtuigen, maar vooral ook wat de handhaving betreft. Ik heb nooit geweten, ook niet in mijn lange periode als burgemeester, dat er pv’s werden gemaakt of dat de lokale politie zich bezighield met bekijken wat de landbouwers rondsproeiden. Die vraag is niet negatief bedoeld. Die vraag is positief bedoeld. Er is echter een ongelooflijke discrepantie tussen wat de burger ter zake zelf ervaart en vertelt en dit soort studies, en wat de landbouwer concreet doet op zijn terrein. Ik denk dat we daar echt aan moeten blijven werken, want hoewel de studie door bepaalde professoren in twijfel wordt getrokken omdat ze niet ernstig zou zijn gebeurd, is dit soort studies helemaal niet goed voor het imago van de fruit- en landbouwsector in het algemeen.

De voorzitter

De heer De Roo heeft het woord.

Stijn De Roo (cd&v)

Dank u, collega Vandenhove, voor uw vraag. Ik vind dat u wel een bijzonder negatief beeld neerzet van de sector, en u zegt dat u het positief bedoelt. Maar zowel in uw vraagstelling als in uw repliek vind ik dat er toch wel een bijzonder negatief beeld is, zeker als we dan eens gaan kijken naar de studie zelf. Ik denk dat het zeer belangrijk is om hier ook te vermelden dat er nog een verschil is tussen een norm en wat je kunt gaan detecteren. De studie maakt daar eigenlijk geen gewag van en gaat eigenlijk gewoon weergeven wat allemaal wordt teruggevonden. Maar met de betere technieken wordt er ook meer teruggevonden dan soms in het verleden kon. 

Ten tweede: er is geen toetsing aan die norm. Daarmee wil ik niet gezegd hebben dat we niet waakzaam moeten zijn voor wat qua residu achterblijft op wat we eten. Integendeel, er worden heel wat stappen gezet. Ik denk dat de minister dat ook heeft geduid in zijn antwoord. We mogen niet zomaar meegaan in een eenzijdige visie van een actienetwerk dat zich specifiek richt tegen het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. We moeten dat vooral in een juiste context durven plaatsen. We moeten, zeker vanuit de politiek, niet enkel naar detectie durven kijken, maar ook naar normen en naar veiligheid. 

Mijn bijkomende vraag aan de minister is eigenlijk vergelijkbaar met uw bijkomende vraag. Hoe zal de minister ook die boodschap meegeven richting consument en ervoor zorgen dat het vertrouwen in het voedsel dat hier wordt geproduceerd, ons veilig voedsel uit Vlaanderen, ook verder kan worden hersteld?

De voorzitter

De heer Coel heeft het woord.

Arnout Coel (N-VA)

Eerst en vooral bedankt aan collega Vandenhove voor de vraag. Ik denk dat het toch wel belangrijk is dat we de gezondheid van de consument en eventueel de milieuschade ook telkens in rekening brengen. Maar dat neemt niet weg, en daar deel ik dan de opmerking van collega De Roo, dat de sector al veel inspanningen gedaan heeft in het verleden en daar ook nog verder aan werkt, en dat er een aantal instrumenten zijn om dat pesticidegebruik nog verder naar beneden te krijgen.

Er komen hier een aantal dingen samen. De minister verwees zelf al naar datagebruik, dat dat ook kan helpen hierin, artificiële intelligentie enzovoort. Een aantal weken geleden stelde ik ook nog een vraag over functionele agrobiodiversiteit die ook kan helpen in die doelstelling om het pesticidegebruik naar beneden te halen. En ten derde, dat debat hebben we hier ook al een aantal keer gevoerd: ik denk dat we ook open moeten staan voor nieuwe technologieën die daartoe kunnen bijdragen. Ik denk dan aan nieuwe gentechnieken zoals crispr en crispr-cas, heel het ggo-debat. Als we resistentere teelten kunnen ontwikkelen, kan dat ook bijdragen tot het lager gebruik van pesticide.

Het debat daarover is op Europees niveau volop lopende. Daar zie je wel wat evolutie in. Op 29 april jongstleden lanceerde de Europese Commissie een publieke consultatie over een nieuw wetgevend voorstel omtrent nieuwe gentechnieken dat het wil voorbereiden tegen 2023. Dat is nogal omstreden binnen de Europese politiek. Kunt u misschien duiden wat daar de stand van zaken is en welk standpunt België of Vlaanderen op de landbouwraad rond dat wetgevend proces zal verdedigen?

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Ik zal misschien eerst heel even aansluiten bij wat de heer Coel zegt. Inderdaad, er is input geleverd vanuit ILVO, de VUB, wat uw laatste vraag betreft. Ik denk inderdaad dat het cruciaal is om heel goed te duiden dat er al heel wat inspanningen geleverd zijn. Uit resultaten van onderzoeken blijkt ook dat, volgens de FOD Volksgezondheid, bijna 97,5 procent van de stalen ver onder de wettelijke drempels zit. Ik denk dat het belangrijk is dat we daar ook op duiden.

Collega Coel, u verwijst inderdaad ook naar interessante alternatieven. Ik denk dat dat heel belangrijk is. Ik herinner me ook nog altijd, collega Vandenhove, al uw schriftelijke vragen over pesticidegebruik. U volgt dat altijd heel goed op. Heel wat steden en gemeenten werden altijd nerveus als u die schriftelijke vragen stelde. Maar daaruit bleek ook wel telkens de goede evolutie op dat vlak. Ik denk dat, als ik dat nu lokaal en regionaal bekijk, het vooral allemaal biologische preparaten waren. We zijn daar de juiste weg ingeslagen. Maar het blijft natuurlijk iets wat onder de aandacht moet blijven, en dat hebt u hierbij gedaan. Ik denk dat dat op die manier goed is.

De voorzitter

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

Dank u wel voor het antwoord, uiteraard ook aan de collega’s die zijn tussengekomen. Ik wil het debat niet voeren op een negatieve of positieve manier. Maar ik denk niet dat we het oplossen door dit soort studies – ook de semiwetenschappelijke publicaties, die dan bovendien nog serieus gesubsidieerd worden door Vlaanderen – af te doen als zijnde een actieonderzoek. Ik meen oprecht dat dit soort berichtgeving in de media, ook bij de gewone consument, ongetwijfeld negatief werkt naar de hele sector toe. Ik kan inderdaad bevestigen en toegeven dat er veel verbeterd is, dat er ook een aantal fruittelers zijn die dat heel professioneel doen, zeker en vast. Maar er zijn er ook nog een aantal anderen, en dat is natuurlijk altijd het geval met een sector, of het nu een landbouwsector of een andere sector is: het zijn diegenen die het niet serieus doen, die een stuk mee het imago bepalen en soms zelfs erger het imago bepalen dan diegenen die het wel goed doen. Dat was eigenlijk de bekommernis van mijn vraag, en vooral ook dat we dit soort onderzoeken – ook al moeten we onderzoek altijd kritisch benaderen – niet mogen afdoen als acties, en dat we niet zomaar mogen beweren dat het geen wetenschappelijk onderzoek zou zijn.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.

 


  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer