De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Minister, ik wil een vraag stellen over droogte, waarvan we enerzijds in de komende weken kunnen genieten, maar anderzijds heeft dat ook een hele grote impact op de landbouwsector. De Europese Commissie volgt dit ook op de voet en stelt steunmaatregelen in het vooruitzicht.
Het KMI is zeer verontrust en spreekt zelfs over een historische droogte, die te vergelijken valt met die van 1976. De gevolgen voor de landbouw zijn niet mis: de staat van de gewassen verslechtert, de beschikbaarheid van veevoeder wordt kleiner en er wordt een algemene daling van de productiviteit gevreesd. Dit alles zal ook negatieve gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering en de financiële status van onze boeren, die nu al onder grote druk staan.
Minister, u hebt ook al uw bezorgdheid over het droge voorjaar gedeeld. Er is natuurlijk ook het conflict in Oekraïne, dat de beschikbaarheid van granen, oliehoudende gewassen en andere grondstoffen bijzonder onzeker maakt. Dat is allemaal niet om vrolijk van te worden.
Minister, zijn er al prognoses gemaakt om de mogelijke schade van de droogte in kaart te brengen? Wat doet Vlaanderen zelf om negatieve gevolgen van de droogte te voorkomen of op te vangen, en dit zowel op korte termijn als structureel? Welke kortetermijnmaatregelen verwacht u van Europa om onze boeren hierbij optimaal te ondersteunen? Welke concrete afwijkingen op de vergroeningseisen wilt u dat Europa neemt? Wilt u hierbij blijven waken over het respecteren van de ambities van de Green Deal?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Collega Talpe, droogte is zonder meer een belangrijk thema en verdient alle aandacht. Het Vlaams Rampenfonds valt onder de bevoegdheid van minister-president Jambon. Vragen over de inschatting van de mogelijke schade ingevolge ongunstige weersomstandigheden kunt u aan hem stellen.
In het kader van de Blue Deal loopt de projectoproep ‘hergebruik restwater’, waarmee we willen inzetten op het gebruik van alternatieve waterbronnen. Het is een heel mooi project dat gekoppeld is aan de rioolwaterzuiveringsstations. We hebben er meer dan 800 in Vlaanderen, dus ik zie daar wel wat potentieel in, zeker als we weten dat vandaag bij droogte uit de beken waar water wordt geloosd, water wordt opgepompt. Dit moet natuurlijk wetenschappelijk worden onderbouwd en onderzocht. Het is heel belangrijk om dat zeer goed op te volgen in de huidige context. Als we dit kunnen doen, resulteert dat ook in minder gebruik van oppervlakte- en grondwaterbronnen en een zekerheid van watertoevoer in droge periodes.
De projectoproep ‘samenwerking en digitalisering’ stimuleert de ontwikkeling en het gebruik van digitale tools binnen de land- en tuinbouwsector met aandacht voor waterbeheer en waterbesparende maatregelen en technologieën.
Met het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), dat vanaf 2023 van start gaat, zijn er verschillende maatregelen opgenomen die mede gericht zijn op het voorkomen van of omgaan met droogte. Het gaat hier bijvoorbeeld over het verhogen van het organischekoolstofgehalte in de bodem.
Ook via steun voor niet-productieve investeringen, bijvoorbeeld de omvorming van klassieke naar peilgestuurde drainage, wordt hierop ingezet. Er zijn heel wat voorbeelden van mooie irrigatieprojecten.
Via de reguliere VLIF-investeringssteun (Vlaams Landbouwinvesteringsfonds) stimuleren we land- en tuinbouwers om hemelwater op te slaan en te gebruiken als alternatieve waterbron. Maar ook andere investeringen zoals voor het hergebruik van condenswater komen in aanmerking.
Land- en tuinbouwers met een open teelt zoals fruit of akkerbouw kunnen een erkende brede weersverzekering afsluiten tegen schade aan gewassen door extreme en ongunstige weersomstandigheden waartoe droogte zeker behoort. Via vorming en advies op maat, demonstratieprojecten en dergelijke worden land- en tuinbouwers goed geïnformeerd en gestimuleerd om zich aan te passen aan perioden van droogte.
Bij het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) en praktijkcentra land- en tuinbouw wordt praktijkgericht onderzoek verricht naar droogteresistente teelten en gewasadaptatiestrategieën op langere termijn in het kader van klimaatverandering.
Naar aanleiding van het conflict in Oekraïne heeft de Europese Commissie al beslist om in 2022 uitzonderlijk toe te laten dat op braakliggend land toch aan landbouwproductie wordt gedaan zonder dat dit gevolgen heeft binnen de vergroeningsregels.
Er zijn een heel aantal maatregelen mogelijk zoals voorwaarden voor arealen met vanggewassen of groenbedekking versoepelen, zodat bijvoorbeeld wintergewassen kunnen meetellen. Ook kan men binnen de rechtstreekse betalingen, de voorschotbetaling optrekken naar 70 in plaats van 50 procent die oorspronkelijk was voorzien.
In elk geval moeten de maatregelen die worden genomen, oog hebben voor zowel economische en sociale als ecologische ambities die we voor ogen hebben voor onze sector.
De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Dank u, minister, voor uw uitgebreid antwoord. Ik denk dat we dan vooral moeten kijken naar een structurele aanpak in dezen, want die afwijking op die vergroeningseisen bijvoorbeeld, is een kortetermijnaanpak. Dat is eigenlijk een risicobeheer, dus dat structurele is enorm belangrijk. Daar worden al een aantal initiatieven genomen. U hebt er ook al een deel opgelijst. Het zal heel belangrijk zijn om onze landbouwers inderdaad te informeren, om hen te ondersteunen. Ik zie ook wel al lokale initiatieven die uitgevoerd worden, en we moeten er dan voor zorgen dat ze de nodige investeringen kunnen krijgen. Daar zal het uiteindelijk om gaan. We moeten elke landbouwer overtuigen van het belang van waterbeheer, wateropslag en het gericht en efficiënt toepassen van irrigatie. Ik denk dat dat de weg is die we moeten inslaan. Ik weet niet of er daarrond nog acties zijn die we kunnen ondernemen om nog meer die individuele landbouwers te gaan bereiken. Er zijn al een aantal initiatieven door u opgesomd, maar ik denk dat dat een belangrijk element is.
Misschien is het een suggestie om te kijken hoe men dat over de grens aanpakt. U woont heel dicht bij Nederland. Ook daar zijn ze heel goed bezig wat het waterbeleid en de waterprojecten betreft. Misschien kunt u daar even ook uw oor te luisteren leggen en kijken hoe ze dat daar aanpakken, om die aanpak eventueel te inventariseren en ook te promoten.
De voorzitter
De heer Steenwegen heeft het woord.
Chris Steenwegen (Groen)
Het is belangrijk dat we ons waterverbruik in de landbouw ook onder controle hebben. Ik wil de discussie over het stikstofakkoord niet opnieuw helemaal opengooien, maar daarin wordt bijvoorbeeld heel sterk ingezet op luchtwassers als technologische oplossing. Het waterverbruik van chemische luchtwassers is per kilogram ammoniak 200 liter; voor biologische luchtwassers gaat dat over de 1000 liter per kilogram afgevangen ammoniak. Als je weet dat één rundveeplaats ongeveer staat voor 10 kilogram ammoniak, dan kun je berekenen hoe groot het waterverbruik zal zijn om al die luchtwassers te laten functioneren. Ik pleit er dus toch voor om deze problematiek niet alleen eenzijdig maar in zijn geheel te bekijken zowat we niet in een verschuiving van problemen dreigen te komen waarbij we het ene oplossen maar tezelfdertijd andere problemen creëren. Dus mijn vraag aan de minister is: hoe gaat u dit meerverbruik aan water verantwoorden binnen een aanpak van stikstof?
De voorzitter
De heer Coel heeft het woord.
Arnout Coel (N-VA)
Vorige week in de plenaire vergadering hebben we het nog over de overstromingen gehad. Begin mei was het over de droogte. De huidige weersvoorspellingen zullen het binnenkort wellicht opnieuw over de droogte moeten hebben. Ik denk dat zowel de overstromingen als de droogte twee kanten van dezelfde medaille zijn en dat we sterker moeten gaan inzetten op waterhuishouding. Ik denk dat onze landbouwers daar een belangrijke partner in zijn, en ik denk dat we daar inderdaad, zoals de minister schetst, met die Blue Deal fors in investeren, onder andere met die Water-Land-Schap-investeringen. Roeselare bijvoorbeeld experimenteert momenteel samen met Inagro met nieuwe waterteelten. In het Provinciaal Centrum voor Landbouw in Bocholt-Peer wordt samen met lokale landbouwers bekeken hoe wetlands in een moderne landbouwuitbating geïntegreerd kunnen worden. Ik denk dat we vanuit landbouw sterker kunnen inzetten op dat type van vernieuwende oplossingen. Mijn vraag is: in hoeverre kunt u lessen trekken uit die projecten en hoe kunnen we die nog verder opschalen?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Ik denk dat ook hier een stuk antwoord kan en moet gevonden worden in een heel brede kijk op innovatie. Het zal inderdaad een structureel probleem zijn. Ik ben er absoluut voorstander van om over het muurtje kijken, om aan internationale benchmarking te doen. Ik ken zelf vrij goed drie mooie projecten rond irrigatie. Er is de klassieke irrigatie, waarvoor heel wat energie nodig is en waar ook wel water verloren gaat. Een alternatief is de druppelirrigatie. Maar vandaag zijn er ook heel wat akkers waar drainage ligt die in twee richtingen kan worden gebruikt, voor de afvoer bij te veel water, en de toevoer wanneer het nodig is bij droogte, gekoppeld aan de vele waterzuiveringsstations in Vlaanderen. Ik denk dus dat we echt met een open blik moeten kijken naar alle mogelijkheden die ons bij die problematiek kunnen helpen.
Collega Steenwegen, biologische luchtwassers is natuurlijk een techniek. Maar het is de ambitie om te innoveren en technieken te gebruiken die inderdaad het gebruik van water tot een minimum herleiden. Ik denk dat de luchtwasser als dusdanig vandaag een bestaande techniek is die uit het verleden komt. De vraag is of het inderdaad de enige juiste is in de toekomst. Hij staat ook niet als dusdanig letterlijk in het akkoord. Maar ik denk dat het een terecht aandachtspunt is dat u aanhaalt. Ik heb hiermee een aantal bijkomende antwoorden gegeven op de bijkomende vragen.
De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Dank u voor uw antwoorden. Ik ben blij dat u in uw tweede antwoord nogmaals de innovatie aanhaalt. Ik denk dat dat enorm belangrijk zal zijn als u effectief richting die structurele aanpak wilt gaan. Dat zal onvermijdelijk en nodig zijn, en we zullen dat maximaal moeten ondersteunen bij onze individuele landbouwers, zodat ze daar elk voor zich ook mee aan de slag kunnen gaan.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.