De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
Voorzitter, collega’s, minister, ik heb een heel korte vraag naar aanleiding van een aantal voorbeelden en pilootprojecten in het buitenland, meer bepaald in Nederland, over regeneratieve teeltmethoden. Het is daarbij de bedoeling om hulpbronnen zoals de bodem en de biodiversiteit te verbeteren en te versterken en zo meer aan duurzame landbouw te doen. Met andere woorden, men moet samen met de natuur en de omgeving werken, wat ook kansen en perspectieven biedt voor nieuwe verdienmodellen voor de landbouwers.
Minister, in hoeverre willen Vlaanderen en u als minister van Landbouw beleidsmatig inzetten op die vorm van landbouw?
Zijn er al proefprojecten rond die regeneratieve landbouw in Vlaanderen? Indien niet, hebt u eventueel plannen in die richting?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
De regeneratieve of herstellende landbouw heeft niet echt een definitie, maar je kunt het het best beschrijven als een brede set van principes waarmee landbouwers aan de slag kunnen gaan om hun bedrijf toekomstbestendig te maken. Het gaat over het versterken van de veerkracht van de bodem en het bedrijf, over het verbeteren van inputefficiëntie en het beperken van de afhankelijkheid van externe inputs tot en met het sociale aspect. Dat is een vrij brede scope.
Met het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) wordt reeds verhoogd ingezet op investeringen die noodzakelijk zijn voor een goed bodembeheer. Zo worden bijvoorbeeld bodembewerkingsmachines die niet-kerend werken, minimale bodembewerking inhouden of groenbedekkers onderwerken verhoogd gesubsidieerd, met name aan 30 procent sinds 2021. En er is ook 40 procent steun voor jonge landbouwers, die altijd 10 procent bovenop de basis krijgen binnen het VLIF. Ook compostverspreiders en compostkeerders worden al enige tijd verhoogd gesubsidieerd door het VLIF. Ook agroforestry wordt vaak in verband gebracht met de herstellende of regeneratieve landbouw.
Ik kom tot uw tweede vraag, over de proefprojecten. Vanuit het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) worden tal van projecten omtrent regeneratieve landbouw mee uitgewerkt en/of opgevolgd. Het Proefplatform Agro-ecologie Hansbeke is een mooi voorbeeld op dat vlak. Op dat biologische akkerbouwbedrijf van ongeveer 50 hectare worden technieken uitgetest die maximaal beantwoorden aan de uitgangspunten van een regeneratieve landbouw. ILVO monitort er de effecten van de teeltpraktijk en voert er heel specifieke proeven uit.
Een beperkt aantal projecten bevat zelfs effectief de naam ‘regeneratieve landbouw’. Er is bijvoorbeeld een Europees innovatiepartnerschap, de operationele groep ‘Regeneratief begrazen in Vlaanderen’. Dat project loopt nog tot het einde van dit jaar. Daarnaast zijn er tal van projecten die inzetten op specifieke elementen of principes en die raakvlakken hebben met de regeneratieve landbouw.
Veel regeneratieve of agro-ecologische landbouwprincipes vragen een andere manier van denken en daarom is het belangrijk om landbouwers hiermee in contact te brengen en vanuit de praktijk te begeleiden.
In dat opzicht is ook het werk van het living lab agro-ecologie en biologische landbouw, gecoördineerd door ILVO, het vermelden waard. Het is een experimenteerruimte en ontmoetingsplek voor alle partners uit het agrovoedingscomplex, waar innovatief onderzoek naar agro-ecologie en biologische landbouw in een levensechte context wordt geplaatst.
De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben ervan overtuigd dat dat technisch inderdaad correct is. U hebt uitdrukkelijk de woorden ‘een andere manier van denken’ gebruikt. We hebben het daarstraks in een vorige vraag over de hagen gehad, maar ik wil daar nog even op terugkomen. Ik heb altijd de indruk dat, wanneer we in deze commissie nieuwe dingen voorstellen, er vrij snel een polemiek ontstaat. Collega Steenwegen heeft het daarnet gehad over de polemiek die vrij snel ontstaat als we praten over een andere manier van aanpak. Wel, voor mij past dat hier ook in. De vragen worden inderdaad technisch correct beantwoord. Wie ben ik om daaraan te twijfelen? Maar eigenlijk wordt er nooit echt inhoudelijk ingegaan op alle vormen die ook maar enigszins een andere duurzame landbouw in Vlaanderen mogelijk zouden moeten maken.
Om op de vraag van collega Coel te antwoorden: ik ben er niet van overtuigd dat de commentaar van vijftig bladzijden – dat is inderdaad een heel lange brief – die de Europese Commissie heeft geschreven op ons GLB-plan slechts technische aanpassingen zijn die moeten gebeuren. Ik zie dan heel snel reacties, van de politiek uiteraard, maar ook van een aantal administraties, waarvan ik heel duidelijk durf te zeggen – ik neem die uitspraak voor mijn rekening – dat ze heel duidelijk ‘bezet’ zijn door heel wat ambtenaren die bevriende connecties hebben met allerlei lobbygroepen binnen de landbouw. Het wordt tijd dat we dat soort van opmerkingen van Europa ernstig nemen en dat we meer aandacht besteden aan precies die technieken die ervoor kunnen zorgen dat we dit soort commentaren vanuit Europa minder zouden krijgen.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U hebt daar technisch perfect op geantwoord. Maar ik kijk eigenlijk uit naar het ogenblik waarop men in Vlaanderen eindelijk eens gaat beginnen met een andere manier, een andere aanpak voor de landbouw. Misschien is de kritiek die de Europese Commissie nu heeft gegeven daartoe een ideaal middel. Maar ik vrees dat dat weer niet het geval zal zijn.
De voorzitter
De heer Coel heeft het woord.
Arnout Coel (N-VA)
Ik wil even verduidelijken dat ik niet ben ingegaan op de inhoud van de opmerkingen van de Europese Commissie. Ik heb nergens gezegd dat dit alleen maar technische opmerkingen waren, maar wel dat we dit te gepasten tijde ten gronde moeten bespreken. We moeten daar goed op reageren om met een sterk Vlaams Strategisch Plan te eindigen.
In het kader van een plattelandsuitstap zijn we met deze commissie bij boer Olivier op bezoek geweest. Hij is een zeer enthousiaste jongeman die volgens die principes het bedrijf van zijn vader probeert te heroriënteren. Het is mij opgevallen dat hij terugkeert naar de basis van wat landbouw is, zijnde de bodem voor jou laten werken, daar opbrengsten uit puren en er een verdienmodel aan koppelen. Wat me ook sterk is bijgebleven van dat bezoek, is dat hij zelf heeft moeten uitzoeken hoe dat allemaal werkt. Hij is op eigen initiatief in het buitenland op studiereis geweest om daar te leren van collega's die er al mee bezig waren.
Het is zeker nog een weg voor de Vlaamse overheid om die kennis te helpen verspreiden, niet alleen bij de actieve boeren, maar bijvoorbeeld ook in het landbouwonderwijs. Studenten die daar afstuderen, zeggen dat ze opgeleid zijn om landbouw in de komende dertig jaar op een heel conventionele manier vorm te geven. Met allerlei nieuwigheden en op zich goede principes maken ze in hun opleiding weinig kennis, of dat komt totaal niet aan bod.
Minister, dat is iets waar we als beleidsmakers toch aandacht voor moeten hebben. Ik doe dan ook een oproep aan u om met uw collega-minister van Onderwijs op te nemen hoe we die doelstellingen in het landbouwonderwijs meer naar boven kunnen laten komen.
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Ik hoop dat ik voldoende tijd krijg om aan die transitie te werken. Ik ben echt niet de conservatieve landbouwbeliever, helemaal niet, echt niet. Ik besef dat dat vandaag de dag een heel moeilijk en lang traject zal zijn, maar ik ga niet uit van een pessimistische benadering. Het rapport ligt ter inzage, het zijn vragen ter verduidelijking. In Vlaanderen zitten wij nu aan het stuur, maar je kunt dat vergelijken met andere lidstaten. Dat is toch allemaal van eenzelfde orde.
De verdere verduurzaming van de landbouw is een absolute noodzaak. Europa legt die lat hoog. Dat is zo, dat moeten we niet ontkennen. De agro-ecologische principes moeten gestaag ingang kunnen vinden in het onderwijs. Dat is een heel terechte opmerking, want daar begint het bij.
U zult in mij altijd een bondgenoot vinden om in die transitie vooral de landbouwers niet los te laten en ze maximaal te ondersteunen en te begeleiden, want dat is absoluut noodzakelijk, ook in de vaste overtuiging dat de land- en tuinbouw in Vlaanderen altijd die plaats zal blijven en moeten hebben.
De actuele zorg rond voedselvoorziening en de afhankelijkheid daarvan, zijn voor mij daarvan een bevestiging. Ik maak me sterk dat we samen een sterk antwoord kunnen formuleren op alle vragen, bedenkingen en opmerkingen vanuit Europa, om samen met de Vlaamse land- en tuinbouwer over die lat te springen voor een duurzame toekomst.
De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
Minister, dank u wel voor uw positieve reactie. We moeten het rapport van Europa misschien aangrijpen om te bekijken welke maatregelen structureel kunnen worden genomen om de hervorming, die tot op zekere hoogte nodig is, aan te pakken. Ik neem dus zeker uw hand aan om daar een goed inhoudelijk debat over te voeren in deze commissie Landbouw.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.