De voorzitter
De heer Steenwegen heeft het woord.
Chris Steenwegen (Groen)
De Oekraïnecrisis toont hoe kwetsbaar onze industriële landbouw is met zijn afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en externe inputs zoals veevoeder, meststoffen en pesticiden. Die producten leiden bovendien tot schade aan biodiversiteit, bodemvruchtbaarheid en gezondheid. De nood om in te zetten op duurzame voedselzekerheid, bodemvruchtbaarheid en gezondheid is dus hoog. Het herstel van de biodiversiteit en dus een drastische vermindering van het gebruik van pesticiden zijn nodig. De richtlijn duurzaam gebruik van pesticiden uit 2009 kreeg spijtig genoeg te weinig uitvoering waardoor pesticiden nog altijd een belangrijke functie vervullen voor de plaagbestrijding in de landbouwsector en de afhankelijkheid nog steeds zeer groot is. Momenteel wordt daarom door de Europese Commissie gewerkt aan een Europese verordening voor de reductie van pesticiden, de ‘Pesticiden Reductie Regulering’.
De Europese farm-to-forkstrategie spreekt over een algemene reductie van 50 procent van het gebruik en het risico van chemische pesticiden tegen 2030. Afhankelijk van het pesticidegebruik tussen 2015 en 2017 zal een reductie per lidstaat bepaald worden. Hoewel België – en Vlaanderen ook – een dalende trend kent in pesticidegebruik, blijven wij toch bij de Europese grootverbruikers zitten. Hierdoor zullen we wellicht meer dan 50 procent moeten reduceren. Het is in elk geval een belangrijk, beduidend en ambitieus cijfer.
Nu, de Russische invasie wordt tegenwoordig vaak gebruikt als excuus om plannen richting een duurzamere landbouw op te bergen. Maar dat mag volgens ons geen excuus zijn. Integendeel, het toont hoe afhankelijk onze landbouw is van die externe inputs. De farm-to-forkstrategie samen met de Green Deal bevatten net elementen die onze landbouw robuuster en veerkrachtiger zullen maken tegen dergelijke externe schokken. Verschillende middenveldorganisaties roepen dan ook op om de ambities niet af te zwakken, maar juist voldoende ambitieus te formuleren.
Minister, blijft u de doelstelling inzake pesticidereductie steunen?
De Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV) leverde op 29 april een advies af over het Nationaal actieplan voor de reductie van pesticiden (NAPAN) en oordeelde dat zowel de ecologische als de socio-economische onderbouwing ontoereikend was en dat de directe en indirecte socio-economische effecten onvoldoende in kaart gebracht werden. Hoe gaat u het NAPAN versterken zodat het het beoogde effect zal hebben?
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Collega Steenwegen, uiteraard sta ik achter de doelstelling voor de pesticidereductie. Het voorstel van Europese Verordening werd vorige week op 22 juni gepubliceerd. Samen met de diensten zijn we op dit moment aan het bekijken wat daar allemaal in staat, om daarna samen met de overige partners tot een positie te komen.
Ik dank de SALV alvast voor het advies op eigen initiatief. Ik vermeld hier graag dat ik nog voor de zomer het ontwerp Vlaams Actieplan Duurzaam Pesticidegebruik zal voorleggen aan de Vlaamse Regering, waarbij ook alle bevoegde adviesraden geconsulteerd zullen worden. Denk maar aan de Minaraad (Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen), de SALV, de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) en de Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. De diverse adviezen en opmerkingen uit het openbaar onderzoek worden dan ook geanalyseerd en waar nodig meegenomen in het definitieve actieplan.
Ik kan wel al meegeven dat ik ervan overtuigd ben dat we het verbruik van pesticiden sowieso moeten verminderen. Een reductie van de risico’s is ook mogelijk zonder een negatieve impact op de socio-economische situatie in de land- en tuinbouw. Een lager pesticidegebruik past ook volledig in het beeld van de kwaliteitsvolle en duurzame landbouw. Vergeet niet dat het hier ook vaak gaat over het vervangen van toxische producten voor mens en natuur door minder schadelijke producten met eenzelfde efficiëntie. In het Vlaams actieplan zit ook een reeks van indicatoren om de omgeving en de menselijke blootstelling te monitoren, zodat we zeker zijn dat niet enkel in cijfers, maar ook in blootstellingen op het terrein de gewenste vooruitgang wordt geboekt.
Infrabel is een van de grootste pesticidegebruikers. Zij vragen elk jaar een uitzondering. Vorig jaar hebben we gezegd dat ze alleen nog maar een uitzondering krijgen als ze werk maken van een vervanging. Minister Gilkinet heeft dat dan ook met beide handen vastgenomen en hij heeft een proefproject gelanceerd rond die hete watertreinen. Ik ben daar vorige week naar gaan kijken. Het pesticidegebruik is daar gigantisch, als je het bekijkt op Vlaams niveau. Zij zullen ook voor eigen deur moeten vegen en op zoek moeten gaan naar innovatieve projecten. We kunnen die uitzondering vanuit Vlaanderen ook niet blijven geven als ze niet investeren in een alternatief.
De voorzitter
De heer Steenwegen heeft het woord.
Chris Steenwegen (Groen)
Dank u, minister. Het blijft een uitdaging, denk ik. Het gaat inderdaad niet alleen over landbouw, we hebben het ook over het gebruik van pesticiden door gezinnen. We hebben hier ook al vragen gesteld over de gezondheidsproblemen van de landbouwers zelf, die veel met die pesticiden in aanraking komen, bijvoorbeeld over het voorkomen van Parkinson bij landbouwers.
Ik ben blij met uw antwoord dat daar verder op ingezet wordt, en dat adviezen ingewonnen zullen worden, om dan uiteindelijk tot een definitief plan te komen dat ambitieus genoeg zal zijn, en dat in het belang van iedereen denkt, ook in het belang van de landbouw zelf, om de afhankelijkheid een stuk terug te dringen. We weten dat de effecten op de insectenwereld ook naar de landbouw toe problematisch worden, als we niet opletten.
Dank u voor uw antwoord, en ik hoop dat we naar een ambitieus plan kunnen tegemoetzien.
De voorzitter
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Steven Coenegrachts (Open Vld)
Dank u, collega, voor de interessante vraag. We hadden de problematiek natuurlijk al aangekaart gekregen in een brief van de ngo’s, waar u zelf naar verwees. Maar het is desalniettemin zeer relevant om dat hier ook te brengen. We moeten allemaal – ik denk dat we het daar wel eens over zijn – streven naar minder pesticidegebruik. We moeten dat tegenwoordig ‘gewasbeschermingsmiddelen’ noemen, om het wat eufemistischer te maken, maar het effect blijft natuurlijk hetzelfde.
U hebt gelijk, minister: het moet in efficiëntie hetzelfde zijn, maar het moet ook minder impact hebben op het milieu. We zien soms gebeuren – als we kijken naar neonics die gebruikt worden bij suikerbieten – dat het effect niet noodzakelijk beter is dan dat van die pesticiden. Dan is de vraag: welk effect zijn we hier eigenlijk aan het beogen?
We moeten inzetten op die technologische innovatie. Ik denk dat het voordeel van de Farm to Fork Strategy en de Green Deal is dat zeker de producenten van pesticiden momenteel hun R&D-middelen (Research and Development) aan het spenderen zijn aan het ontwikkelen van die milieuvriendelijkere producten. Dat heeft alleszins al dat effect gehad.
De enige vraag is – en ik weet niet hoe u daarnaar kijkt – of de techniek die de Europese Commissie hanteert, namelijk het vooruitzicht van een verordening die onmiddellijk werking heeft in ons eigen rechtsstelsel, er niet toe zal leiden dat die alternatieven niet noodzakelijk een beter effect hebben, omdat ze nog niet voorhanden zijn.
Wat betreft het SALV-advies, maar dat hebt u zelf al gezegd, heb je natuurlijk overleg nodig met alle regeringen en alle partners om dat NAPAN goed te kunnen uitvoeren. U zegt dat u bezig bent met alle partners en adviezen, en dat we dat op korte termijn mogen verwachten. Maar is er ook overleg geweest met de andere gewesten en met de Federale Regering over dit plan en over de reductie van het gebruik van pesticiden?
De voorzitter
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (cd&v)
Ik wil ook even bij deze vraag aansluiten. Minister, dank voor uw antwoord. Ik denk dat terecht het punt wordt aangestipt dat iedereen de reductiedoelstellingen op het vlak van pesticiden het liefst zo weinig mogelijk wil gebruiken, en dat we daar dan ook zo stimulerend mogelijk beleid tegenover moeten zetten.
De uitdaging is natuurlijk – en u verwees er ook naar, minister – om alternatieven en/of eventuele innovatieve zaken te kunnen realiseren, en daar gebruik van maken. Collega Coenegrachts heeft er al naar verwezen. Ik denk dat het heel belangrijk is om te zien dat we die ruimte in een regelgevend kader laten, want het is belangrijk dat we proberen om zo effectief mogelijk producten te kweken. We moeten er dus oog voor hebben dat er ruimte is voor effectieve alternatieven.
Ik wil ook onderstrepen dat het onderzoek daarnaar cruciaal is. Ik merk dat bijvoorbeeld kleine teelten mogelijk onder druk komen te staan, omdat de markt te klein is om alternatieven te vinden voor bepaalde producten. Dat is toch zeker ook iets waar we oog voor moeten blijven hebben. We moeten onderzoek blijven stimuleren en ondersteunen om effectief alternatieven te kunnen vinden. In die zin kijken we zeker ook uit naar het debat en naar de acties. In dezen is overleg met iedereen die daarbij betrokken is en een rol kan spelen, het uitgangspunt om tot het beste plan te kunnen komen.
Gwenny De Vroe (Open Vld)
Minister, deze ochtend was er een reportage van De Inspecteur op Radio 2 over het particulier gebruik van pesticiden. We hebben lang geleden glyfosaat verboden, maar er zijn natuurlijk alternatieven die ook niet goed zijn voor het milieu. Er was een onderzoek gebeurd waarbij iemand tuincentra bezocht om te kijken welk advies die persoon kreeg over onkruidbestrijding. Dan is toch wel gebleken dat er heel wat werk aan de winkel is op het vlak van sensibilisering en communicatie want men grijpt in tuincentra heel snel naar andere pesticiden om aan te bieden en niet zozeer naar de heel milieuvriendelijke alternatieven. Ik wil dit meegeven omdat het iets is dat heel kort bij de burger staat en heel wat impact kan hebben.
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
We willen allemaal minder gebruik van pesticiden want het is beter voor de verstuivers en dus ook goed voor ons eten.
De verordening komt vanuit Europa waar de wisselwerking tussen het Europees Parlement en de Raad waarschijnlijk nog verder zal leiden tot verfijning. Vervolgens zullen wij een Vlaams standpunt binnen de schoot van de regering vastleggen. Daarna zal het ook nog eens op het directie-generaal Europese Zaken en Coördinatie (DGE) komen. Er is dus wel nog een traject af te leggen.
Mevrouw De Vroe, er is momenteel een Green Deal Natuurlijke Tuinen met tuinaannemers afgesloten, ook om de verkoop van dergelijke producten tot een minimum te beperken. We zullen nog eens bekijken hoe we daar extra aandacht op kunnen vestigen want het is gemakkelijk om de klanten er direct naar toe te leiden. Ik zal het zeker meenemen.
De voorzitter
De heer Steenwegen heeft het woord.
Chris Steenwegen (Groen)
Ik wil de collega's bedanken. Er zijn een aantal interessante aanvullingen gebeurd op mijn vraag die aantonen dat er vele aspecten aan zijn en dat er heel veel werk op de plank ligt om die reductie te realiseren.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.