“Ik ben bijna zeker dat de helft verloren is.” De late aardappelen van landbouwer Bart Loncke worden pas in het najaar geoogst, maar zijn perceel in Houthulst blijft al weken verstoken van water. De groeistilstand is een feit. En iets wat dood is, krijg je niet meer in leven, klinkt het. Vooral in de West-Vlaamse en Kempense zandstreek is de droogte goed voelbaar. Daar zit geen water meer in de bodem. Als de hemelsluizen niet snel opengaan dan dreigt de hittegolf voor veel percelen de nekslag te zijn.
Officiële cijfers zijn er nog niet. Voor veel gewassen moet de oogst nog beginnen, maar de langdurige droogte voorspelt weinig goeds. “Veel gewassen moeten nu groeien. Als het binnen de week niet regent, zal het verlies bijzonder groot zijn”, zegt landbouwdeskundige Sofie Scherpereel. Afhankelijk van het gewas schat ze het verlies tussen 20 en 80 procent. Indicatief is de pas begonnen bonenoogst. De opbrengst ligt een vijfde tot een vierde lager.
Minimaal geschat opbrengstverlies:
Vroege aardappelen: minstens -35%
Half-late aardappelen: minstens -40%
Late aardappelen: minstens -40%
Boontjes: minstens -50%
Wortels: minstens -60%
Maïs: minstens 40%
Al die verliezen zullen deels gecompenseerd worden door een prijsstijging. “Het hangt af van welke afspraken de boeren hebben gemaakt met afnemers, maar als de droogte nog twee weken aanhoudt, dan zullen we op de wereldmarkt belangrijke gevolgen noteren”, zegt landbouweconoom Xavier Gellynck (UGent). Feit is dat de droogte niet alleen in onze contreien, maar overal in Europa toeslaat. “Noord-Italië, Frankrijk, Duitsland, Nederland … Overal zal het een belangrijke impact hebben op de oogst en dat zal bijgevolg leiden tot een prijsstijging.”
Het sombere vooruitzicht contrasteert met de hoopgevende voedselprijsindex die de VN-voedselorganisatie FAO begin deze maand publiceerde. Voor de vijfde maand op rij waren de prijzen gedaald. In maart bereikten ze nog een recordhoogte, als gevolg van de Russische invasie van Oekraïne.
Voor boeren die een kwart, de helft of meer van hun gewassen zien verpieteren, zal een hogere prijs weinig verschil maken. “Daarmee wordt ons jaar niet gered”, zeg Loncke. Hij zoekt naar oplossingen om komende droge zomers te trotseren. Liefst boort hij een waterput, maar een vergunning hiervoor is moeilijk te krijgen omdat zo’n put schadelijk is voor het lokale grondwaterpeil.
Volgens Gellynck, en zowat alle waterbouwkundigen, moet gekeken worden naar regenwater. “De grootste zonde die we begaan – en niet alleen in de landbouw – is het veelvuldig afvoeren van regenwater naar de zee.” Dat inzicht is niet nieuw. Droge periodes komen sinds enkele jaren steeds vaker voor. Bedrijven die de mogelijkheid hadden, hebben daarom geïnvesteerd in heuse regenwaterbassins. Zo panikeert Bert De Keyser nog niet. Via zijn serredaken in Sint-Katelijne-Waver kan hij tot 6,5 miljoen liter opvangen in een heus bassin. De andijvie is pas gezaaid. “Zelfs al blijft het droog tot eind deze maand. Ik denk dat wij het kunnen overbruggen.”
De pompen draaiende houden is wel intensiever dan vertrouwen op neerslag. Het zorgt al weken voor extralange werkdagen. “Er zijn overuren van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat”, zegt hij. En dan zijn er nog de energiekosten. “Ik heb de factuur nog niet ontvangen. Maar het zijn kosten die wij niet kunnen doorrekenen aan de afnemers.”