Vezelopbrengst en -kwaliteit hennepseizoen 2021

In het project is het de bedoeling om de vezelkwaliteit en -opbrengst van verschillende variëteiten, bemestingshoeveelheden en zaaidichtheden te bepalen. In 2021 werden daarom twee proeven aangelegd: een rassenproef en een multifactoriële proef. 

In de rassenproef lagen er zes verschillende rassen, allen ingezaaid aan 400 zaden/m² en bemest met 100 kg N/ha: 

• USO 31
• Santhica 70
• Bialobrzeskie
• Santhica 27
• Fibror 79
• Carmagnola Selectionata

In de multifactoriële proef willen we inzicht krijgen in de relatie tussen groei en omgeving. En in de interactie tussen variëteit, zaaidichtheid en bemesting. Op de twee locaties lag een blokkenproef aan met:

• drie verschillende bemestingstrappen (0, 50 en 100 N/ha);
• vier verschillende zaaidichtheden (300, 400, 500 en 600 zaden/m²);
• twee verschillende variëteiten (USO 31 en Santhica 70).

Zaaidichtheid (alsook plantdichtheid) en bemesting bepalen in grote mate de stengelomtrek. Dit heeft een effect op de vezelfijnheid. Dit is een belangrijk kwaliteitskenmerk voor de verdere verwerking van de vezels. 

Tussen vroege en late rassen werd er geen verschil waargenomen in planthoogte en daaraan gelinkt, geen verschil in drogestofopbrengst. In minder natte jaren is er normaal gezien wel een groter verschil tussen vroege en late rassen vast te stellen, maar in 2021 lag het oogsttijdstip tussen de vroege en late rassen te dicht bij elkaar. De opbrengst in Beitem ligt algemeen lager, omdat het perceel last had van wateroverlast. Hennep is daar zeer gevoelig voor en dit is ook waar te nemen in drogestofopbrengst. 

In de proeven uitgevoerd op de velden van Inagro en in Bottelare zagen we dat de opbrengst zonder bemesting lager lag dan deze met 50 en 100 eenheden stikstof, ongeacht het ras of de zaaidichtheid. Het was duidelijk te zien dat wanneer de stikstofbemesting stijgt, ook de planthoogte en bijgevolg ook de drogestofopbrengst stijgen. Bovenstaande resultaten hangen af van het perceel. Het is mogelijk dat op bepaalde rijke bodems hennep kan geteeld worden zonder bemesting, terwijl andere percelen met een zeer arme bodem net meer bemesting nodig hebben. We volgen dit uiteraard verder op in de veldproeven van 2022 en komende jaren.

Concreet zagen wij dat:

• De bastvezelopbrengst lager was voor 0 kg N/ha en tussen 50 en 100 eenheden stikstof werd geen verschil waargenomen. We vermoeden daarom dat de ideale bemestingshoeveelheid tussen de 50 en 100 eenheden stikstof ligt. In de proef die we dit jaar hebben aangelegd, hebben we daarom een bemestingstrap van 75 kg N/ha toegevoegd. 
• De lange vezelopbrengst is lager dan verwacht, dit is vooral te wijten aan verschillen in biomassa-opbrengst. Daarnaast zijn er ook vezels verloren gegaan tijdens het zwingelen, waardoor dit proces nog verder geoptimaliseerd moet worden om correctere resultaten te bekomen.

De opschalingsproef werd aangelegd op een perceel onder praktijkomstandigheden. Een perceel van 2,8 ha werd ingezaaid met USO 31 aan 70 kg/ha en bemest met 100 kg N/ha. Door praktische problemen kon er maar geoogst worden op 9 september. Bovendien werd door onweer niet alles geoogst. Er werd op 22 september verder geoogst.

Het keren en balen gebeurde zeer laat op het seizoen, namelijk op 9 en 17 oktober. Uiteindelijk werden er na het roten 28 balen van het veld gehaald, goed voor 6400 kg geroot hennepstro. Na zwingelen werd er een lange vezelpercentage van 9 %, een korte vezelpercentage van 31 % en een schevenpercentage van 47 % bekomen.

In een eerder nieuwsbericht brachten we je reeds op de hoogte van de hennepproeven van dit seizoen. De vroege henneprassen werden reeds geoogst. De late rassen volgen dan volgende week. Na de oogst worden de stengels op het veld opengelegd, zodat ze kunnen roten. Oprapen en balen volgen dan in september.

Heb je interesse in de teelt van hennep? Lees verder.