|
26 aug 2022 |
12:32 |
|
Vlaanderen draineert zich droog
Honderden miljoenen kubieke meter water worden elk jaar afgevoerd naar de rivieren en de zee via de drainage van onze grond. Kunnen we dat nog maken in deze droge tijden?
Tom Ysebaert
|
De langdurige droogte doet pijn. Grondwater en waterlopen vertonen onthutsend lage peilen. Dan komt de vraag naar boven waarom er in godsnaam nog zoveel water afgevoerd wordt via drainage. Ondergrondse buizen, pompen en grachten voeren ‘overtollig’ water uit de bodem af naar een waterloop, waarna het uiteindelijk in zee belandt.
Het is veel, bevestigen de specialisten, maar hoeveel precies, dat blijkt moeilijk
in cijfers te vatten. 900 miljoen kubieke meter, leert de waterbalans uit het ‘Afwegingskader prioritair watergebruik’, 900 miljard liter dus. Ter vergelijking: het totale gebruik van leidingwater lag in 2020 op iets meer dan 352 miljoen kubieke meter.
Het gaat om een raming, deze stroom wordt niet gemeten. Onderzoekers van de Universiteit Antwerpen kwamen in een studie voor de Minaraad tot een ander getal. Volgens hen heeft de ‘historische ontwatering’ van Vlaanderen tot gevolg dat het grondwaterpeil gemiddeld zakt van 68 naar 85 centimeter onder het maaiveld, zeg maar het bodemoppervlak.
Volgens onderzoekers van de UAntwerpen verliest Vlaanderen elk jaar zo’n 1.128 miljoen kubieke meter water, iets meer dan de helft van het natuurlijke ‘waterleverende’ vermogen. Andere studies komen uit op een derde
‘Eén jaar droogte overleven planten en dieren. Geen vijf na elkaar’
Op jaarbasis verliest Vlaanderen daardoor volgens deze studie een slordige 1.128 miljoen kubieke meter water, iets meer dan de helft van het natuurlijke ‘waterleverende’ vermogen. Dat is water dat vroegtijdig en doelbewust afgevoerd wordt en in de zomer dus niet meer beschikbaar is, en evenmin de kans krijgt om te infiltreren naar het grondwater.
‘Drainage is voor grote delen van Vlaanderen wellicht de bepalende factor die de grondwaterstanden beïnvloedt’, schrijven auteurs Jan Staes en Dirk Vrebos.
Sarah Garré van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (Ilvo) houdt het erbij dat ‘volgens de grondwatermodellen 10 tot 30 procent van de grondwatervoeding meteen weer verdwijnt door drainage. Dat is nog altijd heel veel water. Het volume lijkt in Vlaanderen ook groter dan elders.’
Al eeuwenlang worden in Vlaanderen natte, zogeheten ‘waterzieke’ gronden drooggelegd om ze geschikt te maken voor (vooral) de landbouw. Maar het klimaat is veranderd. Het typisch Belgische wisselvallige weer heeft plaatsgemaakt voor lange droge periodes. En dan is het zonde dat we al dat water kwijt zijn. De natuur lijdt bovendien sterk onder de structurele verdroging.
Het waterbeleid en dus ook onze drainage-praktijken moeten bijgesteld worden. De Blue Deal van de Vlaamse Regering was een eerste aanzet.
Bezorgde burgers en milieuverenigingen zetten extra druk op de ketel. Zij vechten de drainages juridisch aan. Volgens hen gebeuren vele droogleggingen illegaal, want zonder milieuvergunning of inschatting van de schadelijke impact op de natuur. Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) heeft toegegeven dat ze een punt hebben. Ook de Europese Commissie liet verstaan dat dit niet zomaar kan.
Helemaal ophouden met draineren is geen optie. Een groot deel van Vlaanderen zou dan weer moeras worden. ‘Onze voedselproductie zou erdoor in het gedrang komen’, zegt Garré. Ook Staes beseft dat dit niet realistisch is. ‘Maar het is wel cruciaal om minder te draineren in gebieden waar zich drinkwaterwinning of kwetsbare waterlopen en natuur bevinden. Als we draineren als een verworven recht blijven beschouwen, komen we nergens.’
Hij situeert het potentieel om meer water vast te houden vooral in de (natte) natuurgebieden. ‘Daarvan wordt nog altijd een vijfde ontwaterd. Daar grachten dempen kan snelle winst opleveren. Ook op de bovenlopen van de Demer en de Nete biedt vernatting veel mogelijkheden.’
De Berlaarse polder werd volledig drooggelegd. Dit was vroeger één nat gebied. Fred Debrock
Volgens de berekeningen van Staes en Vrebos kunnen we met een aangepast drainagebeheer het waterverlies met meer dan een vijfde terugbrengen. Dat gaat dan om centraal georganiseerd stuwbeheer, maar ook om andere teelten en andere bodembewerking. ‘Waarom zouden we in de leemstreek geen terrasbouw overwegen’, voegt Staes eraan toe.
Voor Garré moet de kwestie ‘absoluut uit het conflictmodel tussen natuur en landbouw wegblijven, want dan komen we nergens. Alle oplossingen die een verschil op grote schaal maken zullen collectief zijn. Tenslotte hebben landbouwers er alle belang bij dat er in tijden van droogte nog water voorhanden is.’
Het komt er voor haar op aan ‘niet nog meer oppervlakte voor intensieve akkerbouw droog te leggen’. ‘Waar we blijven draineren, moet dat doordachter gebeuren. Tenslotte moeten we ook gebieden vernatten, maar dan met een compensatie voor de landbouwers die daar last van ondervinden.’
In de landbouw dringt het besef door dat er door de weerkerende droogtes iets moet veranderen. Een veelbelovend alternatief is peilgestuurde drainage. De Bodemkundige Dienst van België was daar pionier mee in ons land.
Een traditionele drainage van de akkers gebeurt met geperforeerde buizen die 80 cm tot 1 meter diep liggen en het bodemwater capteren en afvoeren. Zowat 10 tot 20 procent van het landbouwareaal in Vlaanderen zou op die manier gedraineerd worden. Het is een blind systeem: het blijft water afvoeren, ook wanneer dat geen goed idee is. Peilgestuurde drainage is slimmer. Die komt erop neer dat het water via een centrale buis in een verzamelput terechtkomt. Een landbouwer kan de afvoer daarvan manueel regelen. In het voorjaar, als het veld bewerkt moet worden, meer afvoer, in de zomer minder. Zo kan het grondwaterpeil met tientallen centimeters verhoogd worden.
‘In de zomer kunnen op die manier twee irrigatiebeurten uitgespaard worden’, zegt Tom Coussement van de Bodemkundige Dienst. ‘Het systeem kost 2.000 tot 3.000 euro extra per hectare. Maar een landbouwer spaart er jaarlijks 150 tot 450 euro per hectare mee uit.’
Minister Demir maakte in de Blue Deal 40 miljoen euro vrij voor onder meer het dempen van overbodige grachten en de realisatie van peilgestuurde drainage. Zo krijgt het project Op-Peil, waar Garré en Coussement aan meewerken, geld om kennishiaten weg te werken inzake peilgestuurd draineren. Het maakt ook landbouwers warm om er mee aan de slag te gaan. Coussement stelt vast dat ‘steeds meer boeren er op eigen houtje mee beginnen. Zij geloven erin.’
Hij tempert tegelijk te hooggespannen verwachtingen. ‘Het is niet overal toepasbaar. Peilgestuurd draineren werkt prima op vlakke percelen met zandgrond. Op klei of leemgrond of in een heuvelachtige streek ligt het een stuk moeilijker. Maar daar zijn andere ingrepen haalbaar, zoals stuwen aanleggen in grachten. Pas je dat op grote schaal toe, in gebieden van honderden hectaren, dan zullen de landbouw én de natuur er de vruchten van plukken.’
|
|
|
|