De oogst in België
Het oogstjaar 2022 is sterk beïnvloed door de gunstige weeromstandigheden. De lente en de zomer werden gekenmerkt door een uitgesproken droogte met een hoog aantal uren zonneschijn per dag en hier en daar winderige periodes. Er werden verschillende temperatuur- en droogterecords gebroken. Voeg daar nog hier en daar wat broodnodige regen toe in juni, en landbouwers konden genieten van optimale groeiomstandigheden voor de meeste gewassen. De opeenvolgende hittegolven zorgden voor een snelle rijping van de aren, met uitstekende omstandigheden en een vroege oogst tot gevolg.
In Vlaanderen nam het totale graanareaal met maar liefst 9% toe (+ 12.043 ha) ten opzichte van vorig jaar, het hoogste cijfer sinds 2016. Opvallend is vooral het areaal aan omertarwe en -gerst, dat bijna verdubbeld is in Vlaanderen, en dat van korrelmaïs (+30%). Dat is te verklaren doordat de meeste granen al ingezaaid waren bij de start van de oorlog in Oekraïne op 24 februari, behalve de zomergranen en korrelmaïs. Door meer dan deze granen in te zaaien heeft de landbouwer dus ingespeeld op de veranderende eopolitieke situatie.
De rendementen waren in bijna overal hoger dan in het natte rampjaar 2021, waarin overstromingen ons land onveilig maakten en legering verschillende graangewassen teisterde. Gemiddeld genomen observeerden we rendementen die 15 tot 20% hoger lagen dan vorig jaar, en 8,4% hoger dan het vijfjarig gemiddelde. Er waren geen grote verschillen merkbaar op geografisch vlak, tenzij op lichtere gronden waar de rendementen door de grote droogte iets lager lagen.
Bij de wintertarwe merken we de grootste verbetering, met een rendementsstijging van ongeveer 20% in Wallonië en 25% in Vlaanderen. Er dient wel opgemerkt dat net de tarwe vorig jaar het hardst getroffen werd door de slechte weersomstandigheden. Maar met een gemiddeld rendement van ongeveer 10 ton per hectare mogen we gerust van een opjaar spreken voor de tarwe.
Ook voor wintergerst lag het gemiddeld rendement op ongeveer 9 ton per hectare, 13% hoger dan vorig jaar.
De droge en zonnige weersomstandigheden hadden ook hun weerslag op het vochtgehalte van de gewassen: het vochtgehalte voor wintertarwe bedroeg 12,7% (-17,2% ten pzichte van 2021) en voor wintergerst 13,6 % (-5,1% ten opzichte van vorig jaar).
Bij granen zoals spelt, triticale en haver zien we dezelfde tendens: hogere rendementen en een lager vochtgehalte dan vorig jaar. De peulvruchten in het bijzonder floreerden onder de weersomstandigheden, met een derde meer opbrengst voor erwten 3,5 ton per hectare) en tuinbonen (4,15 ton per hectare).
Opvallend is dat er significant minder spelt gezaaid werd in Vlaanderen (1158 ha) dan in Wallonië (13.690 ha), terwijl ook in Vlaanderen het rendement hoog lag (8,30 ton per hectare). Een gelijkaardig fenomeen merken we ook op bij triticale (1.634 ha gezaaid in Vlaanderen ten opzichte van 3.274 ha in Wallonië).
Koolzaad, waarvan de teelt sinds 5 jaar sterk afnam omwille van de moeilijke teelt en de onvoorspelbare rendementen, is aan een revival bezig: er werd dit jaar 20% meer oolzaad ingezaaid dan vorig jaar. De stijgende interesse is te wijten aan de gunstige prijsvorming. Het gemiddeld rendement lag op 4,55 ton per hectare, ofwel 15% meer dan vorig jaar.
Kwaliteit
De droge en zonnige weersomstandigheden hebben hun positief effect op de graankwaliteit niet gemist.
De gemiddelde hectolitergewichten lagen in Vlaanderen en Wallonië merkelijk hoger dan deze van vorig jaar. Voor wintertarwe bedroeg het gemiddelde hectolitergewicht 79 kg (ten opzichte van 70,8 kg vorig jaar), voor wintergerst was dat 65,7 kg/hl. Vorig jaar was dat slechts 60,5 kg/hl.
Het gemiddeld eiwitgehalte, één van de parameters om tarwe te kwalificeren als baktarwe, was daarentegen matig tot laag: 10,6 ten opzichte van 11,5 in 2021. De oorzaak is tweeledig: aan de ene kant zorgde de oorlog in Oekraïne voor hoge meststofprijzen, met een lager meststoffengebruik als gevolg. Aan de andere kant is er het verdunningseffect: gezien het hoge rendement per hectare dit jaar wordt de stikstof over een groter aantal kilo’s verdeeld, met een lager eiwitgehalte tot gevolg.
Globale situatie
Heel Europa kreunde onder de hitte in juli en augustus, met historisch ongeziene maximumtemperaturen in Zuid-, Centraal en Oost-Europa. Diezelfde streken zagen ook weinig tot geen neerslag op de velden vallen.
Frankrijk in het bijzonder leed onder de historische droogte met aanzienlijke oogstverliezen voor strogranen en voor maïs tot gevolg. Roemenië had te kampen met een ernstig neerslagtekort in het zuidoosten, noorden en noordoosten van Transsylvanië, waarbij vooral tarwe getroffen werd.
Omwille van deze uitzonderlijke weersomstandigheden worden de rendementen van maïs naar beneden bijgesteld. Het rendement van tarwe en gerst stijgt daarentegen licht, en blijft zo dicht bij het vijfjarig gemiddelde.
Niet alleen de productie, maar ook het transport van de granen lijdt onder de droogte. De lage waterstand van sommige Europese binnenwateren brengt het Europese transport van graan in gevaar. Binnenschepen op de Rijn konden eind augustus slechts tot een vierde van de standaard capaciteit geladen worden. Het gevolg: sterk gestegen transportprijzen.
Op wereldvlak noteren we een totale productie die lager geraamd wordt dan in 2021 (-1,9%). De tarweproductie bleef nagenoeg gelijk aan vorig jaar (ongeveer 780 miljoen ton).
Dat komt vooral door de verhoogde productie in China en Rusland. Het verbruik van tarwe blijft stijgen, maar met een tragere groei dan in de voorgaande jaren.
Ook in de rest van de wereld heeft maïs er een minder goed jaar op zitten, met een daling van de productie van 3,3% naar 1180 miljoen ton.
In het door de oorlog geteisterde Oekraïne noteren we een totale graanproductie van 54 miljoen ton (-38%) met een verwachte export van 30,4 miljoen ton.
Dat diezelfde oorlog in Oekraïne voor ongekende graan-, meststof- en gasprijzen heeft gezorgd, moeten we niemand meer vertellen. De stijgende maïsprijs blijft de grote uitzondering, en dat als gevolg van de druk die de nieuwe oogst met zich meebrengt en de droogte in grote delen van Europa die zal wegen op het rendement.
Conclusie
Het oogstjaar 2022 zal in België vooral de geschiedenis ingaan door de uitzonderlijke weersomstandigheden. Met weinig tot geen vorst, een overvloed aan zonne-uren en af en toe wat broodnodige regen, waren de omstandigheden optimaal voor een goede oogst. De rendementen waren bijna over de volledige lijn beter dan 2021, met uitschieters voor wintertarwe en –gerst. De graankwaliteit was goed, met als enig minpuntje een te laag eiwitgehalte in de tarwe, met weinig baktarwe tot gevolg. Op Europees vlak onthouden we
vooral de droogte, die voor lage waterstanden zorgt en die een negatieve impact heeft op de maïsrendementen. Op globaal vlak zijn China en Rusland zeldzame uitzonderingen op een anders gemiddelde graanproductie