Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 12 okt 2022 16:53 

Aanvragen van wateraudits


Vraag om uitleg over de aanvragen van wateraudits via het Departement Landbouw en Visserij
van Arnout Coel aan minister Jo Brouns

De voorzitter

De heer Coel heeft het woord.

Arnout Coel (N-VA)

Voorzitter, collega’s, minister, in het kader van het KRATOS-adviessysteem van het Departement Landbouw en Visserij hebben de Vlaamse land- en tuinbouwers de kans om een beroep te doen op een zogenaamde wateraudit. Dat kan al sinds 2018. Deze audits brengen de waterstromen en -behoeften op een landbouwbedrijf in kaart en gaan na welke mogelijkheden er zijn voor besparing. Ook onderzoekt men voor welke toepassingen er gebruikgemaakt wordt van grondwaterwinning, zodat het grondwater zo veel mogelijk aangewend wordt voor hoogwaardige toepassingen en vervangen kan worden door alternatieven waar kan. De adviesverlening is kosteloos voor de landbouwer aangezien het Departement Landbouw en Visserij rechtstreeks de geselecteerde adviesdiensten vergoedt.

Uit mijn schriftelijke vraag bleek dat  in de jaren 2021 en 2022 – voor dit jaar zijn het voorlopige cijfers – de belangstelling voor de wateraudits eerder beperkt is. In totaal waren er voor de hele land- en tuinbouwsector slechts 23 aanvragen. Met de aanvragen van 2018, 2019 en 2020 erbij, zijn het er nog maar zo’n 130. Dat is bijzonder weinig.

De Vlaamse land- en tuinbouwers hebben nog tot eind 2022 de kans om via het e-loket een KRATOS-adviesaanvraag in te dienen, niet alleen voor de wateraudit, maar ook voor de andere vormen van adviesverlening.

In een tijdperk van kurkdroge zomers is het van belang dat de landbouwers als eerste stap een goed inzicht verwerven in de waterhuishouding op hun bedrijf, zodat ze besparende maatregelen kunnen nemen. De wateraudit kan daarbij helpen. Daarnaast vertaalt zich dat op termijn ook in een kostenbesparing op de drinkwaterfactuur en een lagere saneringsbijdrage.

Minister, wat zijn volgens u mogelijke oorzaken die aan de basis liggen van het lage aantal aanvragen voor een wateraudit? Zijn deze van procedurele en administratieve aard of is het initiatief te weinig gekend?

Ligt deze trend in lijn met het aantal aanvragen dat gedaan werd of wordt voor de andere KRATOS-adviesmodules en welke conclusies kunnen we daaruit trekken?

Wat kunt u op korte termijn, tot en met eind 2022, nog ondernemen om land- en tuinbouwers beter de weg naar de wateraudit te laten vinden?

Welke initiatieven plant u na 2022 voor het in kaart brengen van waterstromen en waterbehoeften op land- en tuinbouwbedrijven?

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

De aanvraagprocedure voor KRATOS-advies verloopt, net als het overgrote deel van subsidiemaatregelen voor landbouwers, via het e-loket van het Departement Landbouw en Visserij. Een aanvraag voor een KRATOS-advies is heel eenvoudig en kan in enkele minuten worden afgerond.

Mijn administratie zorgt er vervolgens voor dat het advies van de landbouwer bij een adviesdienst besteld wordt. Doorgaans gebeurt dat binnen de 1 tot 2 werkdagen na indiening van de aanvraag door de landbouwer. Nadien wordt de betalingsaanvraag voor de subsidie ingediend door de adviesdienst zelf. De landbouwer moet het advies dus niet voorfinancieren en geen betalingsaanvraag indienen en wordt op die manier administratief maximaal ontzorgd.

Er werden de voorbije jaren al heel wat communicatieacties gedaan om KRATOS in de spotlights te zetten en landbouwers te informeren via heel veel verschillende kanalen, activiteiten en organisaties. Het is een maatregel waar landbouwers vrijwillig op kunnen intekenen en dus is het de landbouwer die uiteindelijk bepaalt of hij hier gebruik van wil maken en welke adviesmodules voor zijn bedrijf het meest relevant of prioritair zijn.

Ik heb cijfers bij mijn administratie opgevraagd. Sinds de opstart van KRATOS in 2016 werden er tot op heden al meer dan 5200 adviesaanvragen ingediend door landbouwers. Dit cijfer illustreert dat landbouwers vlot de weg naar KRATOS vinden en de aanvraagprocedure wellicht niet de oorzaak kan zijn van het lage aantal aanvragen voor wateraudits. Er zijn ook verschillen tussen het aantal aanvragen voor de verschillende adviesmodules. Zo is de module ‘ondernemingsplan’ de populairste module, waarvoor intussen bijna 1000 aanvragen werden ingediend. 

De populariteit van elk van de adviesmodules wordt bepaald door verschillende factoren. Zo merken we soms extra terughoudendheid bij landbouwers die hun vertrouwde adviesdienst niet in het overzicht zien staan van de KRATOS-adviesdiensten en drempelvrees hebben om met een nieuwe adviesdienst in zee te gaan. Een landbouwer die zich laat adviseren legt hierbij vaak gevoeligheden en vertrouwelijke informatie van zijn bedrijf bloot en dat zorgt ervoor dat die vertrouwensrelatie met een adviseur een belangrijke aspect is.

In het focusrapport ‘Water tegen de droogte’ met resultaten van een bevraging bij LMN-landbouwers (Landbouwmonitoringsnetwerk) werd gepolst naar de bekendheid van een aantal overheidsinstrumenten om waterinvesteringen te doen. Volgens de LMN-waterenquête hebben in totaal 79 procent van de bedrijven één of meerdere overheidsinstrumenten aangekruist.

VLIF-investeringssteun (Vlaams Landbouwinvesteringsfonds) bleek weliswaar het bekendste overheidsinstrument, maar werd direct gevolgd door bedrijfsadvies. De bekendheid verschilt wel naargelang de deelsector. Zo is bedrijfsadvies rond water het best bekend bij varkens- en vleesveebedrijven, maar in andere sectoren is dit minder het geval.

Uit deze studie zouden we dus kunnen afleiden dat op het VLIF na, de bestaande overheidsinstrumenten nog niet bij iedereen even goed bekend zijn en dat nog meer reclame maken hierbij kan helpen. Dit kan zeker vanuit de overheid, maar ik doe ook een oproep aan spelers buiten de overheid om nog meer reclame te maken voor KRATOS en de opvolger in het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB).

Mijn administratie maakte in het verleden al gebruik van heel wat verschillende kanalen – studiedagen, vakpers, beurzen, informatiecampagnes, informatiefilmpjes – om KRATOS in de spotlights te zetten en ik zal dat ook blijven doen. Het recente persbericht over KRATOS was ook een van de initiatieven om landbouwers te informeren over KRATOS. Deze boodschap werd opgepikt in heel wat artikels, websites en nieuwsbrieven. Er zijn daarnaast ook veel organisaties in de landbouwsector die samen met mijn administratie mee inzetten op het beter bekendmaken.

In het nieuwe GLB zal er heel wat aandacht zijn voor alle aspecten rond kennisdeling, bijscholing en advisering. Hierbij zal er zeker ook voldoende aandacht zijn voor het thema water. Onder meer via subsidies voor advisering en vormingsactiviteiten zal ik landbouwers ondersteunen om advies in te kopen en vormingen te volgen.

In 2021 werd de VLIF-maatregel ‘niet-productieve investeringen’ hervormd. Zo werd het ook mogelijk gemaakt om kosten voor de begeleiding op het terrein te vergoeden. Er werden ook een hele reeks investeringen toegevoegd in het kader van waterbesparing, waterretentie en waterinfiltratie in landbouwgebied. In het nieuwe GLB zal deze maatregel worden verdergezet.

De productieve investeringssteun van het VLIF heeft reeds een lange staat van dienst om landbouwers met verhoogde subsidiepercentages aan te zetten tot rationeel waterbeheer. Ik zie ook heel wat mogelijkheden in het kader van samenwerking tussen landbouwbedrijven en landbouwbedrijven samen met andere spelers binnen de versterkte en verruimde interventie van de operationele groepen, het European Innovation Partnership (EIP), in het nieuwe GLB.

Ik ben ook minister van Innovatie en in die zin ook blij dat ook de maatregel innovatieve investeringen van het VLIF in het nieuwe GLB versterkt wordt. Het is immers door innovatie, ook op het vlak van waterbeheer, dat landbouwbedrijven grotere stappen kunnen zetten in de verdere verduurzaming van hun activiteiten.

De voorzitter

De heer Coel heeft het woord.

Arnout Coel (N-VA)

Minister, ik dank u voor uw antwoord, dat een aantal zaken heeft verhelderd.

U spreekt over 5200 aanvragen voor KRATOS-advies; de weg ernaar toe wordt dus wel gevonden. Het is dan des te opvallender dat voor water het succes zo beperkt is: 135 op 5 jaar sinds 2018. Dat is dan wel een heel klein aandeel.

Ik versta dat u al heel veel communicatie hebt gedaan: persberichten, promotie enzovoort. Daar zal het vermoedelijk dan ook niet aan liggen.

Ik begrijp ergens ook uw argument van een vertrouwensrelatie met bepaalde adviseurs. Landbouwers geven er de voorkeur aan om met hen te blijven werken.

Daarnaast – en dat heb ik maandag ook in de pers gezegd – zijn er ook heel veel performante bedrijven die al heel goed met hun waterhuishouding bezig zijn, dat ook zien als een ‘commodity’ waarmee ze moeten omgaan en de kostprijs ervan zo goed mogelijk moeten beheren.

Niet iedereen heeft dus zo'n advies nodig, maar ik denk dat we toch wel kunnen concluderen dat er nog groeimarge is om de wateraudits beter tot hun recht te laten komen in de sector.

Ik begrijp uit uw uitleg dat er in het GLB een mogelijkheid zal zijn om advies in te kopen via subsidies. Moet ik daaruit afleiden dat het systeem met KRATOS na 2022 niet zal worden verlengd? Of zullen beide naast elkaar lopen?

Ik heb nog twee andere vragen. Hoe is de follow-up voor het beperkt aantal landbouwers dat er wel op in gegaan is, 135 in de laatste 4 jaar? Mensen vragen een advies, krijgen een advies. Wordt opgevolgd of er met dat advies ook daadwerkelijk iets gebeurt? Hoe gebeurt die opvolging?

Ik begrijp dat in de Blue Deal een aantal subsidiemogelijkheden zitten waarbij de wateraudit als een soort voorwaarde zou worden gehanteerd om die subsidie te kunnen krijgen. Is die vorm van conditionaliteit – een wateraudit in ruil voor – een spoor dat u verder wenst te verkennen in de subsidiestromen die u nog voorziet? Hoe kijkt u daarnaar?

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Collega Coel, hartelijk dank voor deze vraag. Ik wil me graag aansluiten, en vooral bij het laatste deel van de vraag.

Minister, ik heb over de waterscans ook al een aantal vragen gesteld. Uit de antwoorden blijkt dat u eigenlijk met de acties die gelinkt zijn aan de waterscan van de Blue Deal, niet echt actief bezig bent.

Mijn vraag is heel duidelijk. Minister, wat zult u precies doen? Zult u de waterscan of de wateraudit ook bij landbouwbedrijven als een verplichtende voorwaarde uitwerken of als een conditionaliteit bij een verdere subsidieverlening? Het lijkt me toch wel zeer belangrijk, want die waterscan of wateraudit kan op landbouwbedrijven een echte hulp zijn om zuinig om te gaan met water. U zou dit actief moeten inschrijven in het beleid en er een verplichtende voorwaarde van moeten maken.

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Ik denk dat u verwijst naar de algemene waterscans voor bedrijven, maar dat is vandaag ook geen verplichting. Ik zeg dit voor alle duidelijkheid, zodat we elkaar goed begrijpen.

Vorige maandag heb ik nog deelgenomen aan de high level Taskforce Droogte, waar we een stand van zaken hebben gegeven. De studiebureaus die zullen kunnen worden aangesproken, zitten deze week in de eindfase van de selectie. Een verplichte waterscan voor landbouwbedrijven, maar ook voor algemene bedrijven, zit er niet in. Wat niet wegneemt dat het uiteraard belangrijk blijft: het is voor een bedrijf uitermate belangrijk om zo zuinig mogelijk met water om te gaan, ook vanuit een economisch aspect, wat mij betreft, maar het zal altijd een aanbod- en vraaggestuurd verhaal blijven, collega Coel.

De opvolging is niet standaard voorzien. Ik vind het wel een terecht punt dat u aanhaalt. We kunnen nagaan hoe we er meer aandacht aan kunnen geven. Ik deel de bekommernis dat het belangrijk is en dat het natuurlijk ook heel belangrijke kosten zijn. Ik denk dat je de landbouwer wel kunt motiveren: men is meer alert voor alles wat kostensturend is. Via die weg is er wel een ingang om de Vlaamse land- en tuinbouw verder te betrekken.

De voorzitter

De heer Coel heeft het woord.

Arnout Coel (N-VA)

Ik denk dat we op dat laatste spoor moeten doorgaan. Als we de meerwaarde voor de landbouwers zelf in zijn kostenvoering kunnen combineren met aandacht voor leefmilieu, dan creëren we een win-win. In die zin is het toch ook belangrijk om wel een follow-up van de audit te doen en aan de sector te communiceren wat de meerwaarde van zo'n audit is. Men kan landbouwers aan het woord laten die ermee aan de slag zijn gegaan: wat heeft het voor hen opgeleverd? Men moet het heel helder aan de rest van de sector communiceren. Zo kan men een wervend verhaal hebben om meer met die wateraudits aan de slag te gaan.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.

 


  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer