De Europese Commissie bestempelt 60-70% van onze bodems als “ongezond”. Nochtans zijn veerkrachtige, gezonde landbouwbodems in tijden van klimaatverandering meer dan ooit nodig. ILVO, VUB en Wervel organiseren op Wereldbodemdag,5 december, een conferentie rond de vraag: Hoe vallen bodems te ‘genezen’, zodat ze niet alleen gezonde voeding voortbrengen, maar ook tegen een stootje kunnen, zoals droogte of extreme neerslag? Pioniers in regeneratieve landbouw, experts in agro-ecologie en internationale wetenschappers getuigen en gaan in dialoog met adviseurs en beleidsmakers.
Praktijkervaringen nog te weinig bekend en gedeeld
Gezonde bodems kunnen goede resultaten voorleggen op verschillende vlakken: opbrengst, voedingswaarde, koolstofopslag, biodiversiteit, waterhuishouding,...
Agro-ecoloog Jeroen Watté (Wervel vzw): “In sommige graslanden van regeneratieve pionier Jos Van Reeth (BE) bedraagt het organisch stofgehalte intussen 17% en dit quasi zonder gebruik van externe inputs. De biodiversiteit in het grasland is zodanig toegenomen dat ook het vlees van het grasgevoerd vee qua nutriëntendichtheid bij de 5-10 % beste scoort in een internationaal onderzoek. De resultaten van pioniers zijn fenomenaal, maar ze worden nog te weinig opgepikt door de sector en in academische kringen botsen ze soms zelfs op twijfels.”
Koen Willekens, ILVO-bodemdeskundige en partner-stichter van het Proefplatform Agro-Ecologie Hansbeke (PHAE) (2017): “Bodemwetenschappers gebruiken geavanceerde methodes om de (organische) bodemkenmerken in beeld te brengen en bodemprocessen te doorgronden. Aan de hand van die resultaten gaat ILVO in dialoog met landbouwers over bodembeheer en bodemveerkracht. Op de 50 ha van PHAE gebeuren lange termijn experimenten en metingen.”
Samenwerking tussen wetenschap en regeneratieve boeren verhoogt veranderdruk
Prof. emeritus Richard Teague (VS), prairie-ecoloog, ziet voldoende wetenschappelijke basis om de regeneratieve landbouw ernstig te nemen. “Wij selecteerden in de hele VS de boeren met de hoogste koolstofopslag, en zij blijken zonder uitzondering regeneratieve landbouw toe te passen. Wetenschappers moeten dus met zo’n boeren samenwerken.”
Bodemmicrobiologe Kris Nichols (VS) ontwikkelt methodieken voor boeren om bodems te verbeteren: “Een dogma in bodemwetenschappen luidt dat planten enkel eenvoudige ionen zouden kunnen opnemen om zich te voeden, terwijl het bodemleven planten juist in staat stelt ook zeer complexe organisch gebonden voedingsstoffen op te nemen.”
Onafhankelijk onderzoeker in bemesting Anton Nigten (NL) stelt vanuit de wetenschapshistoriek: “Er is sprake geweest van ‘kenniserosie’. Dat voedingsstoffen niet volledig gemineraliseerd moeten worden, was al bekend voor WO I. Er is veel kennis verloren gegaan door onder meer winstgedreven onderzoeksfinanciering. De laatste decennia wordt vanuit de ecologie veel herontdekt.”
Peter Vanhoof zet als adviseur in op bodembiologie: “De tijd van goedkope kunstmest, goedkoop krachtvoer en goedkope diesel is voorbij. Door te werken op drijfmestkwaliteit en bodemleven kan het stikstofleverend vermogen van bodems gevoelig omhoog. Boeren zien het als een nieuw verdienmodel.”
Hoe maken we de switch?
De conferentie sluit af met een panelgesprek, waarin bodemadviseurs en beleidsmakers nadenken of en hoe regeneratieve landbouw een uitgangspunt kan worden in advies en beleid. De sense of urgency is er wel, maar het kompas richting gezonde bodems staat nog niet correct geijkt. De uitdaging is een omslag in denken in de landbouw, bij adviseurs, wetenschappers en beleidsmakers. En meer verspreiding van werkbare strategieën.
Inschrijven tot 25 november 2022: Inschrijving en volledig programma