Interreg Pathoflax
Naar aanleiding van de belangrijke bezorgdheid van de vlastelers en vlassers ten aanzien van deze ziekte, is het Europese project Pathoflax tot stand gekomen. Hier wordt er samengewerkt tussen Vlaanderen, Wallonië en Frankrijk met in totaal elf partners, gaande van onderzoeksinstellingen tot universiteiten en bedrijven. Elk met hun expertise om de doelstellingen van het project te realiseren, waarbij de landbouwers de eerste begunstigden zijn van de bekomen resultaten.
Op 13 december 2022 vond het slotevent van dit Interreg project Pathoflax plaats in Amiens in Frankrijk. Gedurende dit Nederlands- en Franstalig event met live vertaling werden de projectresultaten toegelicht van dit vierjarig onderzoeksproject.
Projectresultaten
De namiddag werd aangevat met een panelgesprek waarbij diverse telers uit de praktijk een beeld vormden rond de problematiek van Verticillium in de teelt en waardeketen van vlas. Hierna volgde een wetenschappelijke toelichting van Verticillium als ziekte in vlas, waarna het enorme werk rond de ontwikkeling van diagnosetools voor het detecteren van de schimmel in bodem, planten en zaden werd geduid. Een waardevolle realisatie binnen dit project is de uitbouw van een internationaal netwerk van laboratoria die landbouwers kunnen helpen die met Verticillium in vlas te maken krijgen via analyses en advies.
Teelttechniek
De voorbije vier jaar vond een heel uitgebreide monitoring plaats van 300 percelen in het vlasteeltgebied Frankrijk-Vlaanderen-Wallonië. Hieruit bleek enerzijds dat Verticillium verspreid is over het volledige teeltgebied.
Daarnaast is uit de monitoring ook gebleken dat aardappel een belangrijke waardplant is, dat zaden bij niet-ontsmetting als mogelijke vector van de ziekte dienen en de bodemtextuur een mogelijks relevante parameter blijkt.
Rassen
Uit de rassenproeven is gebleken dat elk ras symptomen van Verticillium vertoont, maar er wel verschillen zijn tussen de rassen in hoeveelheid symptomen. Bovendien lijken vroege rassen meer symptomen te vertonen dan late rassen. Ook naargelang de plaats en het jaar worden grote verschillen in hoeveelheid symptomen geobserveerd.
Verder werden enkele interessante rassen van de genetische collectie aangeduid met positieve eigenschappen naar resistentie toe waarmee veredelaars aan de slag kunnen gaan als toekomstige ouders.
Biocontrolemiddelen
Tijdens dit onderzoeksproject werden verschillende biologische bestrijdingsmiddelen getest, waarbij hoopgevende resultaten bekomen zijn met elicitoren en een antagonistische Verticillium stam. Met de laatstgenoemde werd een licht positief effect op de strovlas en lange vezel opbrengst waargenomen. Bijkomend onderzoek is echter nog nodig om deze eerste resultaten te bevestigen.
IPM toolbox
Via dit project zijn de eerste stappen gezet voor een IPM-toolbox voor de geïntegreerde bestrijding van Verticillium in vlas. Om preventief te kunnen ingrijpen is kennis verzameld rond de impact van de teelttechniek op het voorkomen van de ziekte. Ook relevante verschillen in gevoeligheid tussen de rassen werden vastgesteld, wat mogelijkheden biedt tot genetische vooruitgang voor de bestrijding van de ziekte. Interessante pistes met een antagonistische schimmel kunnen bijdragen tot een geïntegreerde bestrijding. Op korte termijn is er echter nog geen wondermiddel voor handen, waardoor onderzoeksinspanningen de volgende jaren verder gezet dienen te worden op alle vlakken.