De voorzitter
Beste collega’s, vooreerst mijn beste wensen voor een gezond en gelukkig 2023. Het is een cliché, maar de gezondheid blijft natuurlijk van het allerhoogste belang. Wat niet te koop is, moet je wensen aan de mensen. Ik wens iedereen een ijzersterke gezondheid voor een goed, actief en onbezorgd jaar. Dat laatste is natuurlijk een parafrase.
De heer Sintobin heeft het woord.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Ook van mijnentwege voor iedereen een gezond en gelukkig 2023.
Minister, wij hebben in het verleden in deze commissie en in de plenaire vergadering al verschillende keren gesproken over het actieplan Welbevinden. Het werd, dacht ik, half mei 2022 gestart, ongeveer een halfjaar geleden. Iedereen kan de schriftelijke neerslag van mijn vraag lezen. Ik veronderstel ook dat iedereen die gelezen heeft. Daar staat wat dit actieplan inhoudt. Ik zal het niet volledig voorlezen. Iedereen weet wat de bedoeling is.
Minister, u hebt het nogal vaak in uw antwoorden op vragen over bepaalde landbouwdossiers, zoals het stikstofplan en het mestactieplan (MAP) en dergelijke, over het actieplan Welbevinden en over hoeveel aandacht u daaraan wenst te besteden. Dat is natuurlijk een goede zaak. Ik weet wel dat geen enkel actieplan ook maar één zelfmoord, één suïcide, kan vermijden. Dat is onvermijdelijk. Het is niet de schuld van het actieplan dat dat wel of niet gebeurt. Toch was er in november alweer een landbouwer die besloot om zichzelf van het leven te beroven. Een collega-landbouwer was daar erg door aangeslagen. Ik citeer hem: “Weer een collega waar de veerkracht gebroken is door het kille pestbeleid waar de landbouwsector mee te maken krijgt. Verbijsterd en verbouwereerd. Wat een trieste tijden.”
Men zou kunnen zeggen dat zelfmoorden ook in de maatschappij gebeuren. Ik ben daar zelf al een tweetal keren mee geconfronteerd, in mijn vriendenkring en ook in mijn familie. Ik weet dus wat het is. Het heeft meestal te maken met de mentale toestand van de mens. Maar hier wordt toch duidelijk gezegd wat de oorzaak, de aanleiding is: “het kille pestbeleid” waarmee de landbouwsector wordt geconfronteerd.
We hebben hier al verschillende keren kunnen vaststellen dat het aantal zelfmoorden bij de landbouwers of in de landbouwsector gemiddeld hoger ligt dan bij de bevolking als dusdanig. Onder andere daarvoor werd Boeren op een Kruispunt opgericht. Mijn fractie heeft dat van in den beginne – en voorzitter, u zult daarvan kunnen getuigen – altijd gesteund.
Minister, wat zijn de afgelopen maanden de reacties geweest vanuit de landbouwsector op het actieplan Welbevinden? Hoe wordt er gereageerd? Welke input krijgt u daarover? Welke lessen werden hier reeds uit getrokken? Hoe evalueert u zelf het actieplan? Moet het worden bijgestuurd? Kan er nog iets worden verbeterd? Wat moet er nog concreet worden verwezenlijkt?
Welke van de engagementen, zoals ze in de schriftelijke neerslag stonden vermeld, zijn reeds volledig afgelopen? Hoe evalueert u dit? Moeten bepaalde zaken worden herhaald?
Wat zijn de concrete resultaten die de afgelopen en lopende engagementen reeds met zich meebrachten? Acht u deze resultaten bevredigend?
Zijn er, sinds de voorstelling van het actieplan in mei 2022, nog nieuwe voorstellen van engagementen gekomen? Zo ja, welke waren dit precies, en zullen deze dan ook worden toegevoegd aan de lijst van engagementen?
De vraag naar de financiële steun aan Boeren op een Kruispunt hoort thuis in de begrotingsbespreking. Die vraag komt elk jaar terug. Ik heb hem er toch maar bij gezet. Ik denk dat er altijd vraag is naar meer budget voor Boeren op een Kruispunt. Hoe jammer het ook is dat we dat moeten doen.
Acht u het opportuun om een duidelijker zicht te creëren over het aantal suïcides in de landbouwsector en om te proberen deze cijfers in kaart te brengen?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Collega's, vooreerst de allerbeste wensen en een goede, fijne, constructieve samenwerking in het belang van onze land- en tuinbouw.
In november van vorig jaar is het actieplan uitvoerig aan bod gekomen in deze commissie. Daar werd door het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) uitgelegd hoe het plan tot stand is gekomen en hoe een heel aantal actoren hierin hun lopende en geplande acties hebben weergegeven. U weet dat, u hebt ernaar verwezen. Het actieplan heeft er vooral voor gezorgd dat de noden veel beter in beeld zijn gekomen, want het is een sector waar die niet altijd even goed belicht zijn geweest. De problematiek heeft daar terecht de noodzakelijke aandacht gekregen en er is voor iedereen de mogelijkheid om de lopende en geplande initiatieven beter af te stemmen op de noden uit de studie die ILVO daaromtrent gemaakt heeft.
Er worden initiatieven en ideeën naar voren geschoven waarmee administraties, erfbetreders en landbouworganisaties aan de slag kunnen. Het is in het algemeen belangrijk om veel sneller signalen daarrond op te pikken en er voelsprieten voor te ontwikkelen. Oog hebben voor signalen, vaak onbewust uitgestuurd door de landbouwer, die aangeven dat het niet goed gaat, moet meer aandacht krijgen. Het is op dat moment aan de erfbetreders om in actie te schieten. Door te luisteren, begrip te tonen en de landbouwer erop te wijzen dat er wel degelijk steunmogelijkheden en organisaties zijn, zoals Boeren op een Kruispunt, waarbij men terecht kan met zijn of haar verhaal.
Tijdens de commissievergadering van eind september werd aangegeven op welke manier het actieplan een vervolg zal kennen. Vanaf 2023 zal het Vlaams Ruraal Netwerk hierin een belangrijke rol opnemen. Op regelmatige basis zal dat netwerk een moment organiseren waarbij er op een bepaald thema uit het actieplan zal worden ingezoomd. De acties die daar verband mee houden, zullen dan op dat ogenblik onder de aandacht worden gebracht. Op basis van deze netwerkmomenten zal gaandeweg een netwerkorganisatie tot stand komen met de organisaties die het welbevinden van de land- en tuinbouwer willen ondersteunen.
Ik zal met mijn diensten de vinger aan de pols houden bij de verschillende organisaties en acties. Voor initiatieven waar we als overheid zelf betrokken zijn, zullen we ook bijsturen indien dat nodig is.
Enkele van die engagementen wil ik in het kader van uw vraag toch even aanhalen en accentueren.
Eerst en vooral zijn er de webinars rond suïcidepreventie. In de loop van de maanden augustus en september heeft het centrum voor suïcidepreventie op initiatief van het Departement Landbouw en Visserij een aantal webinars gegeven over hoe je als omgeving attent kunt zijn voor signalen van zelfdoding en hoe je in gesprek kunt gaan met iemand die over zelfdoding praat en daar gedachten over heeft.
Met deze webinar werden handvatten aangereikt om signalen te kunnen herkennen en om in gesprek te kunnen gaan. Ik besef heel goed dat dit geen evidentie is. Onderzoek toont echter aan dat iedereen kan bijdragen in suïcidepreventie zonder een professionele hulpverlener te zijn. Een luisterend oor is vaak al heel belangrijk. We hebben deze webinars niet zomaar georganiseerd. We zijn ons er heel goed van bewust hoe zwaar de land- en tuinbouwers het vandaag te verduren hebben. U hebt er meermaals naar verwezen.
Dan is er de loopbaanbegeleiding voor landbouwers. De land- en tuinbouwers hebben begin november een nieuwsbrief ontvangen met meer informatie omtrent loopbaanbegeleiding. Hiermee willen we vooral preventief inzetten op het welbevinden van de landbouwers door hen te ondersteunen bij hun loopbaan en andere vragen die mogelijk zijn binnen het toepassingsgebied van de loopbaancheque. Op de website van VDAB is een specifieke pagina voor landbouwers opgezet waar zij loopbaanbegeleiders in hun buurt kunnen vinden die zich hebben geëngageerd om landbouwers hierin te ondersteunen. Op die manier hopen we de drempel naar loopbaanbegeleiding te kunnen verlagen.
Tenslotte is er het welbevinden in projectoproepen demonstratieprojecten. In de recente oproep demonstratieprojecten werd mentale veerkracht als thema opgenomen. Hierover werden concreet twee projecten opgenomen.
Ik kom tot uw vraag naar de concrete resultaten en de lopende engagementen. U weet dat het actieplan er is sinds mei vorig jaar. Het spoorde samen met mijn aantreden. Vandaar dat ik er vaak naar verwezen heb. De bekendmaking van het actieplan welbevinden was een van mijn eerste publieke optredens. Het is op die enkele maanden tijd nog te vroeg om een grondige evaluatie te maken en de resultaten daarvan te kennen om uitspraken te doen of ze al dan niet al significante effecten hebben in de verbeterende zin. Dat vraagt tijd. Maar ik onderschrijf absoluut het belang daarvan en ik wil het nauw blijven opvolgen en monitoren, samen met Boeren op een Kruispunt. Er zijn immers nog heel wat factoren en onzekerheden die vandaag enorm wegen op het mentale welzijn van onze land- en tuinbouwers: de hoge energiekosten, de marktverstoring als gevolg van de oorlog in Oekraïne en de ongerustheid over belangrijke dossiers die op dit ogenblik op de tafel van de Vlaamse Regering liggen. Die werken niet bepaald welzijnsbevorderend. Ik ben mij daar zeer goed van bewust.
Ik vind dat we vanuit het beleid en als samenleving veel meer met een waarderende stem over land- en tuinbouwers mogen spreken. We beschouwen goedkoop, veilig en milieuvriendelijk voedsel als te vanzelfsprekend, maar houden daarbij totaal geen of onvoldoende rekening met de vaak moeilijke omstandigheden waarin de Vlaamse landbouwers dat voor ons, dag in dag uit, produceren. Daarom wil ik aan de verbindende rol tussen de boer en de burger in het kader van de voedselstrategie veel aandacht besteden. Dat is een heel belangrijk element.
We moeten zien dat het ideaalbeeld dat sommige mensen voor ogen hebben strookt met de realiteit waarin er moet worden gewerkt. Dat er een transitie gaande is, dat weten we allemaal. We onderschrijven de noodzaak daartoe. De milieudoelen zijn belangrijk en die moeten collectief gehaald worden, dat klopt. Maar zo’n pad van verandering, waarop die landbouwer zich vandaag begeeft, is uiteraard bij uitstek een pad dat de nodige tijd en ondersteuning vraagt. Dat is niet iets wat je snel op een drafje kunt realiseren, toch niet als de sociale en economische realiteit ook een factor is waarmee je rekening wilt houden. Dat is trouwens geen louter Vlaams probleem, collega’s; we zien dat ook in de ons omringende landen.
Moet het nog gezegd: de land- en tuinbouwers zetten zich met hart en ziel in voor ons dagelijks voedsel. Ze doen dat dag in dag uit, vaak met het hele gezin. Daarom vraag ik, bij stakeholders, op de regering of hier in het parlement, uitdrukkelijk aandacht en respect voor de land- en tuinbouwer, en voor het gezin dat erachter gaat.
Ik behandel nu uw vijfde vraag, collega. In de aanloop naar het actieplan zijn er nog enkele concrete engagementen toegevoegd, bijvoorbeeld rond het doorverwijzen naar de bestaande zorg- en hulpverlening. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan het engagement van Domus Medica dat ook tijdens de voorstelling van het actieplan aan bod is gekomen. Ze zullen hun leden via hun nieuwsbrief sensibiliseren om aandacht te hebben voor de land- en tuinbouwers die bij hen op consultatie komen en informatie meegeven over Boeren op een Kruispunt als mogelijke doorverwijzing. Netwerkmomenten rond bepaalde thema’s zullen mogelijk ook aanleiding geven tot nieuwe engagementen die inspelen op dat thema.
Het is ook belangrijk om op te merken dat je in regio’s waar er in Vlaanderen een grotere concentratie aan land- en tuinbouwers zijn – ik denk aan de Kempen, Noord-Limburg en andere regio’s, ook West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen – ziet dat de lokale zorgnetwerken er spontaan meer aandacht voor hebben. Dat is goed. Ze worden ook door ons ondersteund.
Dan wat de financiële steun betreft: er is een substantiële verhoging gebeurd van het budget aan Boeren op een Kruispunt. Het gaat om een bedrag van om en bij 1,4 miljoen euro extra.
Er zijn voor België of Vlaanderen op dit moment geen gegevens beschikbaar over zelfdoding bij de verschillende beroepsgroepen, dus ook niet specifiek voor land- en tuinbouwers. We hebben er wel met collega Crevits over gesproken. Er is op dit ogenblik een onderzoek besteld om de suïcidecijfers van verschillende beroepsgroepen beter te kunnen opvolgen, dus ook de land- en tuinbouwers. Dat zullen we opnemen in het Vlaams actieplan voor suïcidepreventie. Elke zelfdoding is er een te veel en elke zelfdoding in de land- en tuinbouwsector raakt ons allemaal. Daarom vind ik preventief beleid, zoals de ondersteuning van het welbevinden van land- en tuinbouwers via de acties die we met het plan ondernemen, uitermate belangrijk. Ik hoop hieraan, samen met jullie, te kunnen bijdragen, onder andere door het ondersteunen van Boeren op een Kruispunt. Ik hoop dat dit op termijn een positief effect kan hebben en dat de preventie daarrond effect heeft op de cijfers, die veel te hoog zijn en moeten dalen, wat mij betreft.
De voorzitter
De heer Sintobin heeft het woord.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Minister, dank u wel voor uw omstandige antwoord. Ik kan er zeker achter staan. Suïcide, om het even waar in de maatschappij, is een moeilijk onderwerp om onze werkzaamheden mee te starten. We moeten daar inderdaad blijvend aandacht voor hebben. U hebt een aantal extra initiatieven aangekondigd: webinars, loopbaanbegeleiding, demonstratieprojecten. Maar de kwestie is of we met al deze nieuwe initiatieven en de aandacht die u wilt besteden aan het welbevinden van de landbouwers, iedereen bereiken. We weten allemaal dat landbouwers meestal gesloten mensen zijn die vooral bezig zijn met hun job en met hun bedrijf. Sommige landbouwers zijn via dergelijke initiatieven moeilijk te bereiken. Daarom moeten de omgeving, de erfbetreders, zoals u ze noemt, en ook de huisdokters proberen om die signalen op te vangen. Dat is niet evident.
Ik zeg het nogmaals – en het doet een beetje pijn het te zeggen –, maar ik heb er zelf ervaring mee, zowel in mijn vriendenkring als in mijn familie. Het is niet altijd evident om die signalen op te pikken. Bij de gevallen die ik heb meegemaakt, zie je pas achteraf wat het is geweest. Het moet dus de betrachting zijn om zoveel mogelijk mensen te betrekken.
U verwees naar het suïcideactieplan van minister Crevits van Welzijn. Dat overlapt elkaar misschien wat. Het zou niet slecht zijn om te proberen om de cijfers per beroepscategorie te verzamelen. Dat kan een tool zijn om specifiek gericht op bepaalde beroepscategorieën acties of beleid te voeren.
Ik ben blij dat u zegt dat het pad van de verandering niet snel-snel moet worden bewandeld, dat we in een transitie zitten. Ik zeg ook altijd dat we rekening moeten houden met de sociaaleconomische realiteit. Je kunt niet van vandaag op morgen van mensen verwachten dat ze zomaar switchen en aan allerlei nieuwe regelgevingen voldoen. We zullen dat debat ongetwijfeld, misschien zelfs deze namiddag, nog eens voeren.
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Collega Sintobin, het is cruciaal dat we als samenleving zoveel mogelijk onze voelsprieten ontwikkelen voor signalen waarmee mensen aangeven dat ze een probleem hebben, een mentale uitdaging voor zichzelf. We moeten dat oppikken en we moeten daarmee aan de slag. We mogen dat zeker niet negeren. Ik besef maar al te goed dat het voor diegene die leeft, woont en werkt in de omgeving van een landbouwer die dergelijke signalen uitzendt, niet evident is om daar gepast mee om te gaan. We moeten ook daar de nodige aandacht aan besteden, opdat die mensen dat gepast zouden kunnen neerleggen bij de hulpverleners, die daar in hun relatie met die land- en tuinbouwers op hun beurt gepast mee kunnen omgaan.
Ik bevestig dat vanuit het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie (VLESP) is voorgesteld om een onderzoek naar suïcide bij verschillende beroepsgroepen op te nemen in het nieuwe Vlaamse actieplan. Dat zullen we verder met collega Crevits bespreken. Het Vlaams actieplan, dat u kent, is op dit ogenblik nog niet definitief. Het is wel de bedoeling dat we dat voor de verschillende beroepsgroepen beter in kaart kunnen brengen.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.