Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten

 01 feb 2023 18:18 

Het mestrapport van de VLM


Vraag om uitleg over het mestrapport van de Vlaamse Landmaatschappij

De voorzitter

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

Voorzitter, collega’s, minister, dit is de volgende olifant in de kamer. We kunnen ze er een voor een uit halen, waarom niet? Ik vond het opportuun om deze vragen niet aan de minister van Omgeving te stellen, maar wel aan de minister van Landbouw.

De regels uit het zesde Mestactieplan (MAP 6) voor bemesting in de landbouw hebben niet tot voldoende verbetering van de waterkwaliteit geleid. Dat blijkt uit het mestrapport van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) op basis van de metingen in 2021. Er zitten in het grondwater nog altijd te veel nitraten en fosfaten, twee bestanddelen van mest die kunnen aflopen in het oppervlaktewater en de biodiversiteit aantasten. Dat blijkt uit dat mestrapport. Het oppervlakte- en grondwater haalt in 54 procent van het landbouwareaal de doelstelling van 18 milligram nitraat per liter, wat slechts een beperkte verbetering is tegenover de start van het zesde Mestactieplan in 2019. Met andere woorden, de verhoopte kentering blijft uit. Ook de Europese Commissie is zeer bezorgd over de situatie en laat weten dat de voorwaarden momenteel niet zijn vervuld om een derogatie te onderzoeken of toe te kennen aan Vlaanderen. Het huidige Mestdecreet blijft geldig tot er een akkoord is over het zevende Mestactieplan en dat in regelgeving is omgezet. Ondertussen zijn de onderhandelingen bezig over MAP 7. Die zijn eigenlijk geëvacueerd naar een overleg tussen landbouw- en natuurorganisaties. Het rapport van de VLM bewijst nogmaals de nood aan een doortastend en klimaatrobuust mestbeleid.

Minister, vandaar mijn vragen. 

Welke conclusies trekt u als minister van Landbouw, dus met de nadruk op uw bevoegdheid, uit de povere resultaten van het nieuwe mestrapport? Zullen de resultaten worden meegenomen in de onderhandelingen met betrekking tot MAP 7? 

De huidige derogatie liep af op 31 december 2022. Dat is een uitzondering op de bemestingsregels, waardoor er uitzonderlijk meer mag worden bemest. Door de resultaten van het mestrapport zou er echter mogelijk geen derogatie komen in 2023. Welke gevolgen zal dat hebben voor de sector? Werd hierover reeds met hen gecommuniceerd? 

Wat is de stand van zaken met betrekking tot de onderhandelingen over MAP 7, tussen de landbouw- en de natuurorganisaties en ook in de schoot van de Vlaamse Regering? Dat sluit enigszins aan bij de vraag van daarnet. Wanneer wordt er in dezen een doorbraak verwacht?

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Collega, dank u wel voor uw vragen. 

Laat mij starten met uw laatste vraag. Op dit moment vinden er inderdaad gesprekken plaats tussen de landbouworganisaties, de natuur- en milieuorganisaties en de verwerkende industrie, met als doel tot een gezamenlijk voorstel te komen voor het volgende mestactieprogramma. Ik heb begrepen dat dit overleg constructief verloopt, maar inderdaad zijn tijd nodig heeft. Er wordt heel intensief gedebatteerd over de verschillende aspecten van een nieuw programma. Nadien zal er worden teruggekoppeld naar de ruimere groep waaraan ook mijn administratie en die van collega Demir deelnemen. Ik heb geen zicht op de timing, maar hoop natuurlijk dat dit op korte termijn tot een gedragen en robuust zevende Mestactieplan kan leiden.

Het klopt dat de waterkwaliteit op sommige plaatsen in Vlaanderen nog niet de Europese doelstellingen heeft bereikt en dat onze landbouwsector, net als andere sectoren, blijvend inspanningen zal moeten doen om die doelstellingen te bereiken. In het mestrapport staan ook hoopgevende elementen. Bijvoorbeeld het aantal rode MAP-meetpunten, meetpunten waar er minstens een keer per jaar een overschrijding van de grens van 50 milligram nitraat per liter is, is tussen het winterjaar 2020-2021 en het winterjaar 2021-2022 gedaald van 32 procent naar 22 procent. Het lijkt me logisch dat de stakeholders die op dit moment in overleg zijn in verband met MAP 7, daarbij ook rekening houden met alle relevante gegevens.

De Europese Commissie is inderdaad van mening dat de situatie in Vlaanderen op dit moment nog niet van die aard is dat er kan worden gesproken over een derogatie. Dat betekent concreet dat er geen mogelijkheid meer is voor de landbouwers om in bepaalde gevallen en onder strikte bijkomende voorwaarden een groter aandeel dierlijke mest, ter vervanging van kunstmeststoffen, toe te passen op hun percelen. Uw stelling dat dit over meer bemesting zou gaan, klopt dan ook niet.

De voorzitter

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

Minister, dank u wel voor uw antwoord. 

Het is uiteraard goed dat het overleg loopt. In die zin begrijp ik dat u zeker en vast geen timing kunt geven. Ik zou u er toch voor willen waarschuwen – waarschuwen is misschien een verkeerd woord –, maar ik wil er toch de aandacht op vestigen dat we ervoor moeten opletten dat we hier niet in hetzelfde verhaal terechtkomen als bij de eerste vraag. U zegt dat het overleg constructief loopt. Dat is goed, maar ik heb alleszins mails zien passeren van de natuurorganisaties, die daar een heel andere mening op nahouden. Het zou goed zijn dat daar voldoende tijdig op ingegrepen zou worden als dat zo zou zijn. Collega Sintobin spreekt altijd van een koppeling. Dat is natuurlijk eigen aan de politiek en dat is niet per definitie iets slechts, maar in dezen kunt u natuurlijk niet ontkennen dat bepaalde dossiers met elkaar te maken hebben. Zolang we een bepaalde benadering van het hele landbouwgegeven hebben, zullen die dossiers Vlaanderen blijven achtervolgen. In die zin: oké, we wachten de timing af, we wachten ook de uitslag van dat overleg af, want anders zou het natuurlijk geen overleg zijn. Maar langs de andere kant moeten we opletten dat we niet op dezelfde weg terechtkomen als die waarop we terechtgekomen zijn met het hele GLB.

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Ik sluit me aan bij die vraag. Ik ben ook zeer bezorgd over dat proces. Ik vind het een rare manier van werken, maar soit.

Ik heb daar ook een andere vraag bij. Op dit moment wordt er ook onderhandeld over de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Daar zijn een aantal voorwaarden opgelegd, maar we zien dat de zones die slecht scoren op het vlak van oppervlaktewater, niet overeenkomen met de zones die nu bekeken worden binnen de stikstofrichtlijn. Minister, ik denk dat het zeer belangrijk is dat die twee dossiers wel aan elkaar gekoppeld worden, dat maatregelen die afgesproken worden voor de PAS, ook effectief zijn voor de oppervlaktewaterkwaliteit en omgekeerd. En als er dan een subsidieregeling afgesproken wordt die ervoor zorgt dat de stikstofneerslag vermindert en de impact op de natuur vermindert, kunnen landbouwers die nu in een zone liggen waar de oppervlaktewaterkwaliteit slecht is ten gevolge van nitraat, ook aanspraak maken op die PAS? Is er een betere afstemming tussen PAS en MAP, zodat we twee vliegen in één klap slaan? Bent u bereid om die oefening te maken? Nu zien we dat die twee processen los van elkaar lopen en dat die kruisbestuiving te weinig gebeurt. Het zou heel jammer zijn dat er straks – hopelijk – een akkoord is rond het stikstofarrest en de PAS, maar dat die maatregelen onvoldoende zijn om ook stappen vooruit te zetten wat betreft het MAP. Meer concreet kijk ik dan naar zones in Oost- en West-Vlaanderen, waar men ook graag van de subsidieregeling gebruik wil maken om een afbouw te realiseren van de varkensstapel.

De voorzitter

De heer Coel heeft het woord.

Arnout Coel (N-VA)

Het lopende overleg moeten we inderdaad deels afwachten. Hopelijk zal dat leiden tot een sterk MAP 7 dat de doelstellingen van de kaderrichtlijn Water dichterbij zal brengen. In die zin – dat komt een beetje terug op het debat van daarjuist, rond die ‘gold-plating’ – is dat natuurlijk een uitgangspunt dat inderdaad in het regeerakkoord staat. We gaan niet aan gold-plating doen, maar de omstandigheden in alle lidstaten zijn natuurlijk niet hetzelfde. Als in een bepaalde regio de waterkwaliteit sterker onder druk staat, is het op zich ook ergens logisch dat er in die regio daadkrachtiger maatregelen genomen moeten worden om de waterkwaliteit ten goede te komen. Dat is niet wegens politieke deals, maar er is toch wel een inhoudelijke samenhang tussen GLB, MAP, stikstof, enzovoort.

Het punt waar ik bij deze vraag toe wil komen: we zien dat de derogatie niet verlengd wordt vanaf 2023. Dat is voor heel wat boeren die goed bezig waren, die ook met stalen konden aantonen dat ze meer dierlijke mest mochten gebruiken, een streep door de rekening. Die moeten nu een andere manier zoeken om van de mest af te raken, hetzij via verwerking, hetzij via een burenregeling of elders afzetten. Als het via mestverwerking gaat, zal het leiden tot wellicht meer beschikbaarheid van ‘recovered nitrogen from manure’ (RENURE). 

Nu hebben we gezien dat het debat daarover op Europees niveau loopt. Er is vorige week in deze commissie nog over gerapporteerd dat de Commissie het eerder zo ziet dat in de regio's waar er een groot nutriëntenoverschot is, ze die wil exporteren naar regio's in Europa waar er weinig nutriënten zijn. Dat gaat tot het vreemde resultaat leiden dat wij hier RENURE moeten exporteren en kunstmest moeten importeren, terwijl de twee producten chemisch en qua werking nagenoeg equivalent zijn. Ik weet dat Vlaanderen daar in het debat op Europees niveau een standpunt over heeft ingenomen. De Europese Commissie lijkt een andere richting uit te gaan. Zult u nog verdere initiatieven ondernemen om de visie van RENURE als alternatief voor dure kunstmest meer ingang te laten vinden op Europees niveau?

De voorzitter

De heer Pieters heeft het woord.

Leo Pieters (Vlaams Belang)

Ik wil het over een iets andere boeg gooien. We hebben het hier over metingen. Ik geef niet aan dat deze metingen niet correct zouden zijn, maar mij kwam op een klein congres – u was daar ook, minister – van een hoofd van de dienst Handhaving van het Departement Omgeving ter ore dat men in Oekraïne bijvoorbeeld perfect kan zien waar een raket vertrekt, hoe ze vliegt, waar ze neerkomt en wat de impact ervan is, maar dat de handhavingsdienst binnen Omgeving niet kan zien vanuit satellieten – want daar gaat het over – wat er exact gebeurt op ons grondgebied. Nogmaals, minister, u was er ook bij, u hebt het hem ook horen zeggen. Hoe staat u tegenover de cijfers of de meldingen die via satellieten komen? Gaat u daar rekening mee houden? De metingen worden nu bijvoorbeeld heel sporadisch genomen en ook niet op elk moment dat het nodig is. Tegen dan hebt u daar met artificiële intelligentie, waar toch veel om te doen is, een perfect zicht op. We hebben al gehoord dat men over precisie spreekt, maar dat gaat puur en alleen over waar, hoe en hoeveel de landbouwer zelf op zijn eigen akker kan en mag doen. Maar wat met de dienst Handhaving van het Departement Omgeving?

Bart Dochy (cd&v)

Minister, ik heb al dikwijls gezegd dat het belangrijk is wanneer maatregelen worden genomen, dat de mensen die ze moeten implementeren of ‘ondergaan’, er ook het nut van inzien. We hebben het in de vorige commissievergadering ook gehad over het verhaal van de derogatie, het verhaal van RENURE, zoals door collega Coel aangegeven. Wanneer aangetoond is – we zitten vandaag in die fase – dat milieukundig het gebruik van dierlijke mest binnen de totale stikstofnorm maar boven op de 170 kilogram stikstof die normaal in kwetsbare gebieden kan worden gebruikt, geen negatief effect heeft op de waterkwaliteit, dan kan men de mensen moeilijk meekrijgen in het verhaal dat ze dit niet mogen toepassen en dat het alternatief voor de bemesting die toegelaten is, de aankoop van dure kunstmest is. Dat gaat compleet in tegen alle logica van klimaatvriendelijkheid. Men creëert dan energieverspilling, want het maken van kunstmest kost energie en het verwerken van dierlijke mest kost ook energie. Het is financieel oninteressant om die kunstmest als alternatief voor die dierlijke mest te gebruiken. Het blijkt toch duidelijk te zijn aangetoond doorheen de jaren dat dat geen negatief effect heeft op de waterkwaliteit. Ik vind het toch wel bizar, vooral in omstandigheden waarin we de aandacht willen vestigen op het klimaat, dat Europa in dezen zo kortzichtig is en zich blijft fixeren op het oude idee-fixe dat de 170 kilogram nitraat uit dierlijke mest ook dan de norm blijft.

Als we het mestrapport geloven, moeten we toch wel heel verheugd zijn, denk ik. Dat 22 procent van de punten een overschrijding hebben, daar zijn we niet blij om, maar dat betekent wel dat 78 procent van de MAP-meetpunten goede resultaten halen. 78 procent, dat is toch bijna een grote onderscheiding. Dat is an sich een positieve evolutie, wetende dat het van 32 procent minder goede punten naar 22 procent gaat. Dat betekent dat er hier toch wel een goede inspanning is geleverd of dat er een effect is van de maatregel.

Er is altijd gezegd dat je MAP 6 niet kunt beoordelen zonder dat je het jaar 2022 meeneemt. Want uiteindelijk hebben de effecten van de aanpassing van de wetgeving hun tijd nodig om zichtbaar te worden. Het komt erop neer dat hier wel eens gezegd mag worden dat dat positief is.

Collega Schauvliege, ik lees in andere mails – die van Natuurpunt krijg ik niet – dat er blijkbaar ook gesuggereerd wordt dat de oorzaak van de verbetering in de meetpunten nu enkel en alleen de weersomstandigheden zouden zijn. Als het over het effect van de droogte van de voorbije jaren gaat, is dat allemaal niet belangrijk. Dan is het gewoon de slechte praktijk die tot minder goede meetpunten leidt. En als de resultaten goed zijn, ligt het aan de weersomstandigheden. Laat ons toch een beetje objectief zijn. De waarheid zal in het midden liggen. Maar stimuleer de mensen toch door even een pluim te geven en te zeggen dat we op de goede weg zijn. Er zijn dus toch wel een heel aantal punten die in het verleden niet goed waren en die nu wel goed zijn. 78 procent van de MAP-meetpunten zijn goed, dus we zijn op de goede weg.

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Collega’s, het gaat inderdaad om twee verschillende uitdagingen, als je spreekt over het Mestactieplan en de Programmatorische Aanpak Stikstof: verschillende uitdagingen, verschillende aanpakken in normerend beleid. Maar ze komen bijvoorbeeld wel samen in het GLB, dat een stimulerend beleid is wat betreft waterkwaliteit en luchtkwaliteit. Maar voor de boer in zijn dagelijkse bedrijfsvoering en zijn dagelijks werk is het natuurlijk belangrijk dat dat een coherent geheel is. Ik denk dat we het daarover eens kunnen zijn.

Collega Dochy heeft gewezen op het verhaal van dierlijke mest versus kunstmest. Ik heb in mijn eerste antwoord al gezegd dat het belangrijk is dat er in bepaalde gevallen onder strikte bijkomende voorwaarden een groter aandeel dierlijke mest is ter vervanging van de kunstmeststoffen.

Ook nog belangrijk om te vermelden is dat we in het kader van de top met onze Nederlandse collega’s ook nog eens op tafel gelegd hebben dat we samen een opening proberen te krijgen bij Europa wat betreft RENURE.

Collega Pieters, mesttransport is wel heel goed traceerbaar in Vlaanderen. Ik denk dat het ook beter gecontroleerd wordt dan sommige nucleaire transporten in Australië. (Gelach)

De voorzitter

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

Dank u wel voor het bijkomende antwoord, minister. Ook dank aan de collega's voor de aanvullingen. We wachten af wat dit dossier zal geven, maar voor mij is de conclusie dat we de dossiers niet los van elkaar kunnen zien. En dat betekent niet noodzakelijk politieke koppelingen.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.

 


  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer