De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
Deze vraag is inderdaad een voorbeeld van een vraag die onmiddellijk is ingediend nadat die informatie bekend werd gemaakt, maar dat is ondertussen al een paar weken geleden.
In Nederland werd op een boerderij de dollekoeienziekte aangetroffen bij een dode koe. Het is voor het eerst sinds 2011 dat er in Nederland een geval van de rundveeziekte vastgesteld werd. En ik moet u niet overtuigen dat die ziekte erg besmettelijk is bij runderen. Vanaf 1986, toen de ziekte ontdekt werd, betekende ze in het Verenigd Koninkrijk een ramp voor de rundveehouders. Meer dan 180.000 besmette runderen moesten toen afgevoerd worden. De ziekte verspreidt zich onder runderen via geïnfecteerd slachtafval in het voer, en het duurt meer dan drie jaar voordat dieren er ziek van worden. De rundveeziekte kan bij mensen, door het eten van besmet rundsvlees, ook de ziekte van Creutzfeldt-Jakob veroorzaken: een zeer zeldzame hersenziekte die gekenmerkt wordt door geheugenverlies, ataxie, onwillekeurige bewegingen en stijfheid. De ziekte komt vooral voor bij jonge mensen en heeft in vele gevallen een dodelijke afloop. Tot op vandaag bestaat er geen behandeling voor.
Vandaar dat ik enkele vragen heb, maar ik herhaal dat deze vraag onmiddellijk was ingediend nadat die informatie bekend werd gemaakt. Ik denk dat dat trouwens op een woensdagmorgen was, vandaar dat we onmiddellijk die vraag samen – hetzelfde geldt voor de collega die zo dadelijk aansluit – ingediend hebben voor de week nadien.
Volgt u de situatie in Nederland rond de uitbraak van de dollekoeienziekte op de voet? Wat zijn de laatste ontwikkelingen? Hebt u hierover overleg met uw Nederlandse collega? En ik denk dat de situatie voor de minister, die vlak bij de Nederlandse grens woont, nog meer relevant is, los van het thema, maar ook op basis van de ligging, zou ik zeggen.
Hoe wapent Vlaanderen zich tegen een mogelijke uitbraak van de ziekte op Vlaams grondgebied? Welke maatregelen hebt u eventueel al genomen, of zult u nemen, om een uitbraak in Vlaanderen tegen te gaan?
Heeft Vlaanderen een plan van aanpak bij een mogelijke uitbraak op Vlaams grondgebied? Hoe ziet het actieplan er dan uit?
Welke stappen zullen ondernomen worden bij een uitbraak? Zo neen, zult u een actieplan met mogelijke maatregelen bij een uitbraak opstellen?
De voorzitter
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Sofie Joosen (N-VA)
Collega’s, na gisteren is het een beetje vreemd om over te gaan tot de orde van de dag, zeker met een vraag die al een aantal weken geleden is ingediend. Desalniettemin is het toch een aandachtspunt, denk ik.
Minister, voor het eerst sinds 2011 is in Nederland een geval van dollekoeienziekte vastgesteld, ook wel BSE genoemd. De boerderij waar de besmetting werd vastgesteld, werd onmiddellijk geblokkeerd. Ook het besmette rund is volgens de Nederlandse minister van Landbouw niet in de voedselketen terechtgekomen. Dat is uiteraard goed nieuws.
De dollekoeienziekte is een zeldzame ziekte die in 1986 voor het eerst werd vastgesteld bij Britse runderen. Ook mensen kunnen met BSE besmet geraken. In 1996 werd zo een nieuwe dodelijke variant van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob ontdekt bij de mens, en werd die in verband gebracht met de BSE-epidemie. De oorzaak zou het eten van besmet vlees of andere voedingsproducten afkomstig van runderen zijn.
Kortom, een nieuw geval van BSE, voor het eerst in twaalf jaar, moet ons niet onmiddellijk doen panikeren, maar we moeten er natuurlijk wel heel waakzaam voor zijn.
Minister, mijn vragen voor u zijn dan ook de volgende.
Is er ondertussen contact geweest tussen u en de Nederlandse minister van Landbouw? Wat was hiervan het resultaat, en wat is de laatste stand van zaken wat het BSE-geval betreft?
Zullen er boven op het Europese monitoringsprogramma bijkomende controles op BSE uitgevoerd worden bij Vlaamse koeien?
Hebt u inmiddels overleg gehad met uw federale collega, minister Clarinval, inzake eventuele bijkomende maatregelen? Indien dat zo is, wat werd er dan beslist? Indien dat niet het geval is, bent u van plan om een overleg te plegen?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Collega Vandenhove, Zuid-Holland klinkt inderdaad alsof het dicht bij Limburg ligt, maar dat ligt eigenlijk aan de andere kant van Nederland, gewoon even wat aardrijkskunde ter info.
Zoals u weet, is die voedselveiligheid een federale bevoegdheid, maar ik volg het nieuws uiteraard op de voet. Het BSE-geval in Nederland was een atypische vorm van BSE, zo heb ik begrepen. Atypische BSE-gevallen komen sporadisch voor bij oudere dieren en treden spontaan op, dat in tegenstelling tot de zogenaamde klassieke BSE.
In toepassing van de Europese TSE-verordening (overdraagbare spongiforme encefalopathieën) voert het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) een BSE-bewakingsprogramma uit. Al de onderzoeken die gekoppeld zijn aan het BSE-bewakingsprogramma, zijn met een gunstig resultaat uitgevoerd.
De afgelopen jaren zijn in de Europese Unie jaarlijks gemiddeld een vijftal atypische BSE-gevallen vastgesteld in een veestapel van meer dan 37 miljoen volwassen runderen. Gezien de spontane aard van de aandoening kan niet worden voorspeld waar deze gevallen zich zullen voordoen. De ontdekking van een atypisch geval van BSE in Nederland wijst niet op een verhoogd BSE-risico, maar is volledig in overeenstemming met de resultaten van het bewakingsprogramma dat de afgelopen vijf jaar in de EU is uitgevoerd. Er is dus op dit ogenblik, gelukkig maar, geen reden om aan te nemen dat er in ons land een verhoogd risico bestaat.
Het laatste geval van BSE dat is ons land bekend is, dateert uit 2006. Er is bij ons gelukkig nog nooit een geval bij de mens geconstateerd. In 2012 kreeg België van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) officieel de status van verwaarloosbaar risico voor BSE, wat de meest gunstige status is.
Er dient te worden opgemerkt dat naast deze bewaking ter bestrijding van de prevalentie van de ziekte er ook maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid van toepassing zijn, zoals de verwijdering van zogenaamd gespecificeerd risicomateriaal. De dollekoeienziekte doet zich bijvoorbeeld voor in de hersenen, en die worden systematisch uit het kadaver weggehaald.
Dan wat de vragen over de bevoegdheden betreft, is het inderdaad een bevoegdheid van de federale overheid. Als we spreken over het monitoringsprogramma, dan moet ik verwijzen naar het FAVV en de FOD Volksgezondheid.
Collega’s, daarmee heb ik al uw vragen beantwoord.
De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
Dank u wel, minister. Zoals ik zei, is de vraag al een hele tijd geleden ingediend. Ik denk inderdaad dat, wat uw bevoegdheid betreft, u de maatregelen hebt genomen die nodig zijn. Maar het is natuurlijk ook belangrijk om de zaak op te volgen.
Bedankt dus voor het antwoord.
De voorzitter
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Sofie Joosen (N-VA)
Dank u wel voor het antwoord. U ziet het alvast positiever in.
Er zijn natuurlijk heel wat federale bevoegdheden, en ik hoor u vooral verwijzen naar die kant. Dat is oké, maar ik denk dat het ook wel belangrijk is om daar op regelmatige basis overleg rond te plegen.
Ik had ook gelezen dat er in Brazilië een bijkomend geval is ontdekt, en daardoor is de export vanuit Brazilië naar China met onmiddellijke ingang stopgezet. Dat kan toch belangrijke effecten hebben op de wereldwijde handelsmarkt.
Ik vraag dus eigenlijk vooral waakzaamheid. Paniek is, denk ik, in dezen een hele slechte raadgever. Paniek is altijd een slechte raadgever, maar waakzaamheid is wel aan de orde.
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Daar ben ik het volledig mee eens, mevrouw Joosen.
De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
Ik denk inderdaad dat het belangrijk is om de zaak op de voet te volgen, ook al is het niet vlak bij Limburg, maar aan de andere kant van Nederland. (Gelach)
De voorzitter
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.