De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
Ik heb een vraag over het economisch potentieel van biomassa, omdat ik denk dat houtkanten een rol kunnen spelen in het landschapsbeheer, maar zeker en vast ook in het plattelandsbeheer. Ik heb de gelegenheid gehad om daar in mijn vorig leven kennis mee te maken, onder andere met de houtkanten bij ons in Noord-Limburg. Ik denk dat het positief is dat u onlangs een onderzoek hebt laten uitvoeren door de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), waarover ik trouwens ook een schriftelijke vraag heb gesteld en waarop u me ook geantwoord hebt.
Uit de studie blijkt dat de opbrengsten uit biomassagebruik een deel van de kosten voor beheer kunnen compenseren en bovendien voordelen bieden voor het milieu, de biodiversiteit en de landschapskwaliteit. Eigenlijk raakt het thema u in twee bevoegdheden, enerzijds leefmilieu en omgeving, anderzijds ook het plattelandsbeleid.
Zoals u schriftelijk geantwoord hebt, is het uw bedoeling om de technische en economische meerwaarde en haalbaarheid van het gebruik van biomassa voor diverse toepassingen na te gaan, wat positief is. Ik herhaal dat dat biomassagebeuren een belangrijke rol zou kunnen spelen in het Vlaamse plattelandsbeleid. Vandaar mijn vragen, minister, die voor een deel zijn ingegeven vanuit de sector van de Regionale Landschappen, die er op dit moment mee bezig is.
Ten eerste is het positief dat er via de VLM 1 miljoen euro wordt voorzien voor de uitvoering van het houtkantenplan, maar dat geldt blijkbaar enkel voor de aanplant van nieuwe houtkanten door de gemeenten, tenzij ik dat verkeerd begrepen heb uit uw antwoord. Waarom zou dat ook niet kunnen gelden voor eventuele andere partners, bijvoorbeeld private personen maar zeker ook landbouwers, Regionale Landschappen, natuurverenigingen? Hebt u eventueel nog plannen ter zake om dat uit te breiden naar die categorieën?
Ten tweede, waarom wordt er ook geen budget uitgetrokken voor het noodzakelijke beheer van bestaande houtkanten waar de biomassa uit vrijkomt? Ik denk dat het belangrijk is dat er nieuwe houtkanten bij komen, maar ook dat de bestaande houtkanten niet verdwijnen en goed onderhouden worden. Hebt u daar nog plannen voor? In de huidige plannen lijkt beheer niet prioritair en het kost de gemeenten nog steeds geld. Geen beheer leidt tot kwalitatieve en kwantitatieve achteruitgang, zoals dat ook het geval is bij de hoogstamboomgaarden in mijn regio, door minder biodiverse houtkanten en het beetje bij beetje verdwijnen van houtkanten.
Ten derde, was het niet beter geweest – en u kunt daar nog altijd over nadenken – om een centrale financiering te voorzien voor ‘Vlaamse houtkantencoördinatoren’, of ten minste een houtkantcoördinator die toegekend wordt aan een of twee regionale landschappen zodat dat dat overkoepelend werk kwalitatiever zou kunnen gebeuren en een deel op maat van elke regio?
Ten vierde wordt er nu verwezen naar Liaison Entre Actions de Développement de l’Economie Rurale (LEADER) voor een aantal andere individuele projecten. Misschien zou het beter zijn – en dat past dan ook binnen de gedachtewisseling die we al een paar keer gehad hebben – om in de plaats van dat Europese geld te verdelen over verschillende individuele projecten, het te globaliseren.
Tot slot, worden er eventueel een evaluatie en een bijsturing voorzien van wat u nu reeds aangekondigd hebt? Met andere woorden: indien u niet zou ingaan op een aantal van mijn suggesties op korte termijn, worden er dan eventueel een evaluatie en een bijsturing voorzien zodat dat dan zeker kan gebeuren? Ik zal u immers niet moeten uitleggen dat het op het werkveld minder de gemeenten zijn die bezig zijn met dat hele houtkantbeheer dan wel een aantal organisaties uit het middenveld die zich zowel in de natuursector als voor een deel ook in de landbouwsector bevinden.
Ik kijk uit naar uw antwoord.
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
U hebt inderdaad een punt. In onze projectoproep ‘Aanplant houtkanten’ gaan we via de lokale besturen. De andere partners kunnen via het Lokaal Energie- en Klimaatpact gaan, omdat we daar ook de mogelijkheid bieden om houtige landschapselementen aan te planten. Dat geeft dan wel mogelijkheid aan private personen, landbouwers, maar ook aan regionale landschappen- en natuurverenigingen om daarmee aan de slag te gaan.
Wat uw tweede vraag betreft, worden binnen de openstaande oproep voor lokale besturen zowel subsidies voorzien voor nieuwe aanplantingen als voor de nazorg en ook het beheer in de eerste jaren.
Het stimuleren en ondersteunen van duurzaam beheer van houtkanten en lokale en regionale valorisatie van de houtige biomassa afkomstig van de beheerwerken is ook een van de operationele doelstellingen binnen het houtkantenplan. Onder deze doelstelling zijn zeven acties opgenomen, die de kwaliteit, klimaatrobuustheid en het voorbestaan van het netwerk moeten verzekeren en ook de lokale en regionale valorisatie van de biomassa moeten stimuleren. De benutting van de houtige beheerresten moet helpen om de beheerkosten te compenseren en ook lokale en of regionale afzet te ontwikkelen. Die moet dan opnieuw een drijvende kracht worden voor het reguliere beheer en indirect ook aanzetten tot nieuwe houtkanten.
Met de lopende oproep wil ik er in de eerste plaats voor zorgen dat er op het terrein extra houtkanten komen, net zoals heggen en hagen. Zo kunnen we ook stappen zetten naar het herstel van een netwerk van houtige kleine landschapselementen die belangrijke verbindingen zijn in het landschap.
Dat wil niet zeggen dat ik niet erken dat er nood is aan coördinatie — daar hebt u een punt —: zowel op het niveau van het houtkantenplan als op regionaal niveau kan dit handig zijn. Momenteel wordt het houtkantenplan gecoördineerd door de VLM.
Voor de coördinatie van het plan op regionaal niveau is er een actie in het plan voorzien om regionale houtkantencoördinatoren aan te werven. Deze actie zal ook getrokken worden door de R0egionale Landschappen, die dit verder ook zullen uitwerken. Vandaag nemen ze in hun reguliere werking wel deze coördinatietaak al voor een stuk op.
Wat uw vierde vraag betreft, is het instrument LEADER niet geschikt voor projecten met een globale aanpak, omdat LEADER enkel toegepast kan worden in specifiek daartoe afgebakende plattelandsgebieden. Bovendien moeten de projectaanvragen voldoende gebiedsgericht en innovatief zijn, wat haaks staat op de voorgestelde globale aanpak.
Wat uw vijfde vraag betreft, wordt de uitvoering van het houtkantenplan opgevolgd door door de VLM, zoals ik gezegd heb. De stuurgroep is samengesteld uit vertegenwoordigers van de organisaties die de verschillende acties trekken. Daarnaast wordt er ook halfjaarlijks overleg gepleegd met een ruimere groep van stakeholders om de voortgang van het plan te bespreken, af te stemmen met de diverse partners op het terrein en ook samenwerking te versterken.
De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
Dank u, minister, voor uw antwoord. Het is positief dat u het eventueel meer regionaal gaat bekijken. De Regionale Landschappen zijn de ideale instellingen om dat voor een deel te coördineren, omdat in de raden van bestuur van die Regionale Landschappen ook alle actoren uit de open ruimte actief zijn. De manier waarop op die houtkanten en de eventuele voordelen qua leefmilieu, ecologie en economie ingespeeld wordt, verschilt nogal van regio tot regio. Ik denk dat het belangrijk is, omdat precies in die raden van beheer iedereen vertegenwoordigd is, zowel de landbouwverenigingen als de Regionale Landschappen. In die zin ben ik tevreden met uw antwoord. Ik zou u naar aanleiding van die evaluatie zeker willen vragen om effectief te bekijken of het niet mogelijk is om daar meer overkoepelend te werken, uiteraard met instanties waar gemeenten ook deel van uitmaken, en dat zijn dan opnieuw die Regionale Landschappen. Nu wordt er gewerkt via de gemeentelijke plannen, maar hoe je het ook draait of keert, dat is een omweg. De ene gemeente doet dat goed, de andere gemeente doet dat minder goed.
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Ik ben het eens met wat collega Vandenhove zegt.
De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord. Bent u het ook eens met de minister?
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
Natuurlijk.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.