De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
Voorzitter, minister, collega's, ook dit is een vraag die er al een tijdje ligt. Maandag 6 februari ligt al een hele tijd achter ons. Ondertussen zijn er nog heel wat andere betogingen in Brussel geweest die in dezelfde lijn liggen. De betoging toen ging over de lage prijzen die de fruittelers krijgen voor hun producten in de supermarkten. Het protest ging uit van Actiegroep Fruittelers en van CEPIFRUIT en bracht een colonne van zo’n honderd tractoren op de been. Zij trokken naar de hoofdzetel van handelsfederatie Comeos om een eerlijke, niet te lage prijs voor hun producten te vragen.
Op dit moment betalen de supermarkten de fruittelers niet genoeg om de kosten te dekken, laat staan om een leefbaar inkomen te verdienen. Voor 1 kilo appelen krijgen de telers vandaag een kleine 40 cent. In de supermarkt wordt diezelfde kilo verkocht voor 2 euro. Dat is dus een groot verschil, waarvan een te klein deel naar hen gaat. Om de kosten te dekken, inclusief loon, zouden ze 1 euro moeten krijgen. Volgens de telers is er voldoende marge om dat te doen, maar moet de marge beter verdeeld worden tussen de telers enerzijds en de supermarkten anderzijds. Zij vrezen dat als de situatie niet verandert, er binnen twee tot drie jaar geen appelteelt meer zal zijn in Vlaanderen. ‘Geen meer’ is wat overdreven, maar dat past zo in een actie, zou ik zeggen. Dat er effectief een probleem is met de appelsector, is zo. Ik heb er daarnet al op gealludeerd, aansluitend op de vraag van collega Schauvliege.
Minister, hebben de actievoerders ook uw kabinet aangedaan of hebt u een gesprek met hen gehad? Want daar gaat het eigenlijk over.
In november 2022 hebben we het al eens gehad over de problemen in de appelteelt. Ik heb toen gesuggereerd – het was geen idee van mij maar wel van de belangrijkste landbouworganisatie in Vlaanderen – om een masterplan op te maken voor de appelteelt. Ik heb daarstraks al gezegd – dat had ik al begrepen, maar het is bevestigd bij ons bezoek aan Berlijn – dat de oplossing er wellicht in ligt om naar specifieke merken toe te gaan en ook naar een deel minder productie.
Welke maatregelen voorziet u om de specifieke problemen in de sector aan te pakken?
Enkel een globale ketenaanpak met een hogere prijs voor de telers zal een echte oplossing voor de toekomst van de sector bieden. Hebt u hierover al contact gehad met de distributiesector? Wat was de uitkomst van dat overleg, of plant u dat overleg?
Welke bijkomende acties plant u om de consument te sensibiliseren en aan te moedigen om meer binnenlandse appels te consumeren?
De volgende vraag heb ik daarstraks al gesteld naar aanleiding van de vraag van mevrouw Schauvliege: worden er, aanvullend op de Europese subsidies, ook Vlaamse subsidies voorzien om fruit te verdelen bij scholen en/of armoedeorganisaties? Het is beter de appelen te verdelen dan van de boom te laten vallen.
De voorzitter
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Steven Coenegrachts (Open Vld)
Dank u wel, voorzitter. Eerst en vooral dank aan de collega's en ook aan de minister voor het wachten. Het is niet dat ik te laat vertrokken ben of zo en het is ook niet wegens de sneeuw, maar ik moest in het ziekenhuis zijn voor een echo van mijn vierde telg die op komst is.
De voorzitter
Proficiat. (Opmerkingen. Gelach)
Steven Coenegrachts (Open Vld)
Collega Vandenhove heeft de situatie goed geschetst. Het is van 6 februari geleden dat de fruitboeren aan de hoofdzetel van Comeos hebben geprotesteerd om van de retail betere prijzen te vragen. Ik ga niet heel de inleiding van collega Vandenhove overdoen, maar het komt er eigenlijk op neer dat het ketenoverleg, waar we het vaak over hebben, broodnodig maar niet altijd zo effectief en efficiënt is – jammer genoeg, zou ik zeggen. We kunnen niet vanuit de overheid opleggen wat de winstmarges zijn van deze of gene, maar we weten dat de landbouwers de zwakste schakel zijn binnen de keten, en daar moet binnen de keten meer en betere aandacht voor zijn.
Minister, ik ga rechtstreeks naar de vragen, want ik heb er wel wat. Ik zal proberen samen te vatten, want u hebt ze al gekregen.
Is er duidelijkheid over de concrete winstmarges binnen de retail op de aan- en verkoop van binnenlandse voedingsproducten in het algemeen en fruit in het bijzonder? Comeos schermde met bepaalde percentages. Zo neen, is het een idee om aan uw federale collega’s te vragen om dit te laten uitzoeken door het Prijzenobservatorium van de FOD Economie?
Minister, u hebt terecht uw solidariteit met de sector betoond, maar kunt en zult u ook concretere maatregelen nemen om de lage prijzen voor de producten van de fruittelers te verbeteren?
Welke inspanningen zult u doen om het ketenoverleg opnieuw onder druk te zetten om rond de tafel te gaan zitten en tot een evenwichtig akkoord te komen zodat ook de fruittelers en andere landbouwers een faire en minstens kostendekkende prijs voor hun producten zullen ontvangen?
De sector lijdt sinds 2014 onder het Russische embargo en al ongeveer even lang probeert het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) samen met Flanders Investment & Trade (FIT) te zoeken naar nieuwe afzetmarkten voor ons fruit. In hoeverre is men in die opdracht geslaagd en welke afzetmarkten zijn dan ook effectief toegankelijker gemaakt voor ons fruit?
Welke rol kunnen de veilingen spelen?
In hoeverre wordt de integratie van verkoop via de korte keten versterkt in de fruitsector?
Is het een optie om telers van appelen en peren logistiek en financieel te faciliteren om naar productdifferentiatie te gaan, bijvoorbeeld bij boomgaarden die aan vervanging toe zijn? Is het dan een idee om hen te stimuleren die te vervangen door bijvoorbeeld klein rood fruit dat, zoals we weten, een jaar na de aanplant al rendement kan opleveren en waar ook steeds meer vraag naar is van de consument?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Collega's, ik begrijp uiteraard zeer goed de moeilijke situatie waarin de appeltelers op dit ogenblik verkeren. Ze werken zeer hard om een kwalitatief hoogstaand product op de markt te brengen en kampen sinds een aantal jaar met tal van uitdagingen en problemen die de rendabiliteit van hun bedrijven zwaar onder druk zetten. Er is, zeker sinds het handelsembargo van Rusland in 2014, sprake van een verstoorde afzetmarkt, waardoor het aanbod groter is dan de vraag, met zeer lage prijzen als gevolg. Daarnaast zijn de kosten de afgelopen jaren bijzonder sterk gestegen. Voor hard fruit denk ik aan de hoge energieprijzen. Hun actie was gericht aan het adres van Comeos. Ik heb geruime tijd geleden al een overleg gehad met een aantal telers en plan een vervolg.
We zien dat de context waarin we werken zeer uitdagend blijft. Zeker nu we te maken hebben met een daling van de vraag en er ook toenemende concurrentie is uit andere landen zoals Polen en Turkije, maakt dat de uitdagingen des te groter.
Het opleggen van minimumprijzen of het blokkeren van buitenlandse producten is niet mogelijk, maar er zijn een aantal zaken waar ik wel op kan ingrijpen om op die verzadigde markt een verschil te maken.
Ten eerste zetten we in op het voeren van promotie en het zoeken naar nieuwe exportmarkten. Jaarlijks wordt voor zowel groenten als fruit voor de marketing tussen de 8 en 10 miljoen euro uitgegeven, waarvan 50 procent subsidie opgenomen in de operationele programma's door de producentenorganisaties. Hiervan is 1,5 miljoen euro bestemd voor de werking van VLAM. 23 procent van het VLAM-budget is bestemd voor promotie van ons fruit.
In het binnenland ligt de focus van de VLAM-campagne op de start van het seizoen, waarbij de consument gestimuleerd wordt om te kiezen voor fruit van bij ons. Wie regelmatig naar de radio luistert, zal ongetwijfeld de VLAM-campagne herkennen met de opvallende tune ‘Denk aan Fons van fruit van bij ons’. VLAM lanceerde deze campagne in 2019 om de consument te sensibiliseren om voor fruit van bij ons te kiezen. VLAM herbekijkt op dit moment de strategie en het communicatieplan van een nieuwe driejarige campagne, waarbij opnieuw de focus op het aspect ‘lokaal’ zal liggen.
Voor het zoeken naar nieuwe exportmarkten kan VLAM dankzij Europese middelen extra acties ontwikkelen. Zo heeft VLAM drie ‘tasting’-programma’s lopen, specifiek voor de promotie van de Conferencepeer in Duitsland, Brazilië en China. Daarnaast heeft VLAM in het kader van de Brexit een promotiecampagne lopen in het Verenigd Koninkrijk. Tot slot is VLAM ook wereldwijd aanwezig op vakbeurzen om naast groenten ook hard fruit te promoten bij de internationale handelsrelaties.
Dat deze acties enig succes blijken te hebben, kunnen we vaststellen uit de indrukwekkende exportstatistieken. De Belgische export van de Conferencepeer naar Duitsland is tussen 2014 en nu maar liefst verviervoudigd. De export van de Conferencepeer naar China is sinds 2014 met 25 procent gestegen. Op de Braziliaanse markt is VLAM nog niet zo lang actief, maar we exporteren inmiddels toch rond de 200 ton per jaar naar Brazilië. Vorig jaar startte VLAM met een vierde promotiedossier, met Europese cofinanciering in het Verenigd Koninkrijk.
Ten tweede zetten we ook in op de korte keten. Daar ga ik zo dadelijk nog dieper op in.
Ten derde zetten we in op de ontwikkeling van nieuwe beloftevolle rassen. In het nieuwe GLB, dat inmiddels is goedgekeurd, blijft de verhoogde VLIF-steun (Vlaams Landbouwinvesteringsfonds) van 30 procent voor de aanplant van beloftevolle variëteiten behouden, net als de bijkomende steun voor jonge landbouwers van 10 procent. Die steun zal in het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid ook mogelijk zijn als de aanplant gebeurt door een groep van landbouwers. Ook zal de huidige lijst met beloftevolle variëteiten aangepast worden op basis van objectieve criteria. Ook rassen met voornamelijk een potentieel in de biologische landbouw komen in aanmerking. Er is hierover al overleg geweest tussen onze administratie en de sector.
Ten vierde zetten we in op steun voor duurzame investeringen in de sector. Het VLIF blijft de fruitteeltsector ondersteunen met subsidies voor duurzame investeringen. Ik denk hierbij in het bijzonder aan de verhoogde VLIF-steun voor oogstprotectie zoals hagelnetten en hfk-vrije (fluorkoolwaterstof) en/of energiezuinige frigo’s.
Fruittelers die willen inzetten op verwerking en korteketenverkoop zullen bijkomend ondersteund worden via het VLIF in het nieuwe GLB. Het steunpercentage voor de nodige investeringen stijgt van 30 procent naar 40 procent. Dat is de extra 10 procent voor de jonge landbouwers.
Ten slotte zet onze administratie de laatste jaren in op meer markttransparantie. Op die manier krijgen we een beter zicht op het evenwicht, of eerder onevenwicht, tussen vraag en aanbod. Momenteel loopt de implementatie van de Europese wetgeving, waardoor voor de belangrijkste landbouwproducten over alle sectoren heen de prijzen doorheen de keten worden genoteerd. Daardoor wordt de positie van de landbouwer in de keten versterkt.
Voor de groente- en fruitsector moeten we in België de prijzen van appel en tomaat van de producent af, het verpakkingsstation en de inkoopprijzen van de retail doorgeven. Mijn administratie werkt aan de methodologie van de eerste twee niveaus. De FOD Economie focust op de inkoopprijzen van de retail. Normaal wordt verwacht dat die oefening dit jaar afgerond zal zijn. Al deze gegevens worden dan gepubliceerd via dashboards van de Europese Commissie. Dat zal het mogelijk maken om na te gaan welke prijs op welk moment wordt betaald. We hebben dan meer inzicht in de margeverdeling doorheen heel de keten. Daarnaast geeft het ons ook meer informatie over de situatie in de andere Europese landen.
Het toezicht op de eerlijke handelspraktijken tussen ondernemingen in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen is inderdaad een federale bevoegdheid. Daarover gaan we in overleg met de federale collega.
In de context van de situatie in de appelsector is het volgens mij belangrijk dat er met alle spelers, niet enkel met de retail, zal worden gesproken. Zo horen tussenhandelaars ook aan de gesprekken over een billijke verdeling deel te nemen. Er bestaat een structureel overleg tussen de schakels van de Belgische agrovoedingsketen, namelijk het ketenoverleg, u bekend. Het ketenoverleg vindt plaats op initiatief van de sector zelf en heeft ook een gedragscode ontwikkeld, net om de relaties tussen aanbieders en kopers te verbeteren en te bevorderen.
Als we zien dat dit ontoereikend is voor het huidige probleem, dan kunnen we als overheid ook de verschillende actoren samenbrengen. Momenteel heeft mijn federale collega minister Clarinval dat initiatief genomen toen hij de fruitsector als sector in crisis heeft erkend. Voor zover ik weet, moet dit nog worden geconcretiseerd. Ook daarover zullen we verder contact opnemen met de federale collega, met de vraag dat Vlaanderen daarbij kan worden betrokken.
Sinds 2017 is er al een Actieplan Hardfruit, zoals u weet. Dat is gelanceerd met verschillende acties die tot op de dag van vandaag nog altijd lopende zijn, zoals de promotie en het onderzoek. Uit contacten van mijn administratie met de belangrijkste landbouworganisaties is gebleken dat deze landbouworganisaties momenteel geen vragende partij zijn voor een nieuw masterplan.
Er is een Europees budget met Vlaamse cofinanciering beschikbaar voor de verdeling van groenten en fruit op school – daar is daarstraks ook al naar verwezen – in het kader van het schoolprogramma ‘Oog voor Lekkers’.
De Vlaamse cofinanciering dekt in de eerste plaats de btw die op de aankopen betaald moet worden door de scholen, omdat die niet gefinancierd mag worden met Europees geld. Op die manier kunnen de subsidies toch volledig kostendekkend zijn voor de deelnemende scholen. De groente- en fruitsector binnen VLAM is partner in het project ‘Oog voor Lekkers’ en reserveert hiervoor elk jaar 60.000 euro vanuit het promotiebudget van de sectorgroep groenten en fruit. Daarnaast heeft de Vlaamse Regering zich dit schooljaar geëngageerd om ervoor te zorgen, wanneer de Europese middelen uitgeput zijn, een inspanning te doen met extra Vlaams geld om ervoor te zorgen dat alle scholen die zich hebben ingeschreven, ook kunnen genieten van de subsidies waar ze recht op hebben.
Via de sectorale interventies groenten en fruit worden operationele programma’s opgezet door producentenorganisaties actief in de groente- en fruitsector. Deze producentenorganisaties kunnen verschillende interventies opnemen in hun operationele programma’s en hen helpen om meer marktgericht te werken.
Via de verschillende interventies wordt er ook ingespeeld op bijna alle noden in de sector: de investeringen, de promotie, investeringen voor oogstbescherming, onderzoek en studies in het kader van emissies, afval, reststromen en dergelijke meer.
Wat de verdere modernisering betreft – ik neem dus ook alle vragen van de collega’s die hier vandaag niet zijn, dat maakt dat het antwoord op jullie vragen nog vollediger is, collega’s – is het belangrijkste dat de productietechnieken in een continu proces evolueren naar nog meer efficiënte systemen. Het Departement Landbouw en Visserij steunt ook de erkende onderzoekscentra voor fruitproductie en voor bewaring – pcfruit, u welbekend, Inagro, het Proefcentrum Hoogstraten voor aardbeien – bij het testen van nieuwe methodes en bij het verspreiden van de kennis onder de producenten. Voor de fruitsector gaat het concreet om de keuze van nieuwe rassen, snoeitechnieken, methodes voor gewasbescherming of de machines. Ook de digitalisering van het beheer van de percelen en het gebruik van gewasbescherming in functie van de waarnemingen van weerstations en opgeleide waarnemers in het veld wordt actief ondersteund.
Verdere ontwikkelingen zijn de invoering van machines met hoge precisie die werken met GPS-systemen en/of optische registratie van individuele bomen of takken. Hierdoor kan zowel het gebruik van gewasbescherming als de inzet van personeel tijdens het onderhoud van de boomgaard en tijdens de oogst worden verminderd.
Het Departement Landbouw en Visserij faciliteert het gebruik van de modernste technologie verder via het VLIF en het VLIF-innovatiefonds, waarmee nieuwe en veelbelovende technologie en apparaten in de Vlaamse sector worden geïntroduceerd.
Dan kom ik tot de a- en b-vragen van collega Coenegrachts. Het in kaart brengen van de winstmarges doorheen de voedingskolom is een federale bevoegdheid. De laatste studie hiervan dateert van december 2022. Wat de marges van de distributie betreft, besluit de studie dat er sprake is van een bijna algemene verslechtering van de marges in de levensmiddelenindustrie in 2022. We ervaren dat elke dag op het terrein in die sector. Zo zijn de kosten sterker gestegen dan de verkoopprijzen. Zoals bij elke studie worden er in de publicatie bepaalde beperkingen van de studie gegeven. Een daarvan is dat er voor de detailhandel gebruikgemaakt wordt van de totale kostenstructuur omdat er geen gegevens per productcategorie voorhanden zijn.
Er zijn contacten tussen onze administraties, en op basis van de informatie die ik krijg, heeft de administratie van de bevoegde federale collega's zich voorgenomen om in de toekomst studies te bekijken naar de eerste schakels, met name de margeverdeling tussen de primaire en de secundaire sector. Daarnaast zou de implementatie van de prijsnoteringen van bepaalde landbouwproducten doorheen de keten, een Europese verplichting, hier ook bij kunnen helpen. Dat is allemaal ‘work in progress’, collega’s. Er is nog geen werkgroep opgericht, maar samen met onze administratie zetten we daar onze schouders onder.
Een van de belangrijkste taken van een veiling – in verband met de vragen over de positie van de veiling – is de afzet organiseren. Dat is hun kerntaak. Door het aanbod te concentreren kunnen leden van de veilingen hun fruit samen vermarkten, waardoor ze grotere volumes kunnen aanbieden en betere prijzen kunnen bedingen.
Door een efficiëntere verkoop, namelijk door het fruit te bundelen en te verkopen via één kanaal, kunnen veilingen schaalvoordelen creëren en de kosten van distributie en verkoop verminderen. Veilingen hebben vaak een uitgebreid netwerk van kopers en kunnen de telers toegang bieden tot nieuwe markten.
Daarnaast bieden de veilingen de mogelijkheid aan hun telers om hun fruit centraal te sorteren en te verpakken. Hierdoor kan de kwaliteit worden verbeterd en een hogere prijs worden verkregen. Door het verstrekken van voorschotten op de verkoop van het fruit kan de cashflow van de telers ook verbeterd worden.
Ten slotte zijn onze veilingen producentenorganisaties die via het operationeel programma steun kunnen ontvangen. Zoals reeds besproken is er in het nieuw strategisch GLB-plan een potentieel budget voorzien van om en bij de 60 miljoen euro voor de groente- en fruitsector, dat op verschillende manieren kan worden ingezet om onze landbouwers te steunen. De samenwerking tussen telers die plaatsvindt via de veilingen, blijft dus een grote troef.
Wat de korte keten betreft: zoals daarstraks aangehaald, is dat inderdaad een van de aspecten waar we als overheid op inzetten. Verkoop in de korte keten is voor onze producenten een heel interessant verdienmodel, of minstens toch een belangrijk onderdeel ervan.
In 2021 nam onze administratie een initiatief om kennis samen te brengen, knelpunten aan te pakken en acties uit te rollen via samenwerking tussen de verschillende actoren betrokken bij de korte keten. Dit resulteerde in een strategische visienota met als slogan ‘Korte Keten: meer op en rond de tafel’. Het Departement Landbouw en Visserij, VLAM, het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), Steunpunt Korte Keten, BB, het Algemeen Boerensyndicaat (ABS), GK, en nog een aantal andere, hebben een sterke alliantie gemaakt, die is uitgemond in een strategische nota, die gelanceerd is op 14 mei vorig jaar.
Uit een eerste verkennende analyse van augustus 2022 blijkt een aanzienlijk winst voor de aardbeiproducenten door korteketenverkoop ten opzichte van de gangbare kanalen. Wij ondersteunen de ontwikkeling van degelijke afzetkanalen via het VLIF. Met initiatieven zoals de ‘Week van de Korte Keten’ en de website rechtvanbijdeboer.be willen we de bekendheid van die korte keten verhogen en de belangstelling voor lokale voeding van bij ons blijven promoten. Daarnaast biedt VLAM de ondernemers in de korte keten ook actieve ondersteuning om de verkoop te bevorderen.
In het nieuwe GLB, dat inmiddels inderdaad is goedgekeurd, zitten veel instrumenten die ook voor de fruitsector van toepassing zijn. Onder andere is er de nieuwe maatregel ‘Opstart van of omschakeling naar een toekomstgerichte duurzame ondernemingsstrategie op een landbouwbedrijf’, die kansen biedt voor bedrijven waar de korte keten deel uitmaakt van de totale bedrijfsstrategie.
Ten slotte is productdiversificatie een belangrijk element van een duurzame en veerkrachtige sector. Een instrument hiervoor is het stimuleren van de aanplant van nieuwe en veelbelovende rassen. In nauwe samenwerking met de sector en onderzoekscentra gebeurt de selectie van dergelijke rassen. Producenten kunnen steun krijgen voor de kosten van de aanplant van nieuwe bomen en, indien van toepassing, royalty’s.
De nadruk ligt daar vooral op de meerjarige pitfruitrassen, maar er komen ook steeds meer kleinfruitrassen op de lijsten, omdat we een groeiende vraag vanuit de sector zien, en goede marktkansen voor die producten.
De verschuiving tussen deze productcategorieën wordt door mijn administratie vergemakkelijkt door trainingen en advies via de onderzoekscentra en door opleidingen in naschoolse vormingscentra.
De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
Bedankt voor het uitgebreide antwoord. Niemand kan er iets op tegen hebben dat de initiatieven die al genomen zijn op diverse vlakken, effectief plaatsvinden, of nog uitgebreid worden. Maar ik denk inderdaad dat we vooral moeten inzetten op productdifferentiatie, en dat dat op termijn – dat moet eigenlijk relatief snel gebeuren, laat ons duidelijk zijn – de echte oplossing is voor dit probleem.
Al die andere dingen moeten uiteraard ook blijven gebeuren, en daar moet nog meer op worden ingezet. Maar ook de telers, waar het in de eerste plaats om gaat, en de telerorganisaties moeten alle mogelijkheden en middelen krijgen, met ook de nodige ondersteuning vanuit Vlaanderen, om de mogelijkheden die er komen, verder te ontwikkelen.
Er zijn tegenwoordig trouwens ook een aantal private instanties die proberen om op dat vlak werk te leveren. Ik geloof daar dus nogal in. Ik denk dat dat echt de enige oplossing is om het echte omzetprobleem van de appeltelers tot een goed einde te brengen.
Wat ten tweede het probleem van die prijs betreft, de aanleiding van de vraag: toen ik daarnet zei dat we anders moeten gaan denken over heel het landbouwgebeuren, dan denk ik dat we ook hierover anders moeten gaan denken. Ik weet dat het niet simpel is om de consument te overtuigen om duurdere dingen te kopen, maar toch moeten we in een bepaalde richting denken, en daar het debat durven open te breken, want anders blijven we in dat systeem zitten waarbij effectief te weinig van die prijs naar de teler gaat, en te veel – of het te veel is, is dan weer een andere vraag – naar de verdeler.
De voorzitter
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Steven Coenegrachts (Open Vld)
Bedankt voor een zeer uitgebreid antwoord, en ook voor alle initiatieven ter zake. Wat ik zeker onthoud, en wat ik het belangrijkste vind, is het openen van die buitenlandse markten. Zo is er die Braziliaanse markt waarover u spreekt. Want als we het hebben over de winstmarges van telers, dan hebben we het natuurlijk ook over het openen van hoogkwalitatieve markten, het opdrijven van die exportmarkten, die omzetten, en op die manier ook de winstmarges. Bedankt voor uw initiatieven, maar er is vooral nood om daar op te leveren, en dingen in gang te zetten in de praktijk. Ik ben blij dat u zo goed naar mij luistert en zelfs salueert als ik u opdrachten geef.
De voorzitter
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Sofie Joosen (N-VA)
Ik denk dat de collega’s hier een terechte bekommernis aanhalen. Ik wil de vraag ook nog wel iets breder trekken. In het kader van een zoektocht naar een duurzame toekomst voor onze Vlaamse land- en tuinbouw denk ik dat dat een fundamenteel debat is. En dan stel ik toch vast dat het fundamentele debat de laatste weken onvoldoende belicht werd. Producenten, onze Vlaamse land- en tuinbouwers, zijn prijsnemers, en ze zijn al lang de dupe in de keten. En momenteel dekt de vergoeding voor onze fruittelers vaak niet eens de kosten, en dat is natuurlijk op lange termijn gewoon onhoudbaar.
We spreken allang over die malverhoudingen in de keten, en eerlijk gezegd, in al die jaren dat we er hier in de commissie over spreken, is er ook niet echt heel veel veranderd. Ik hoor u antwoorden over promotie, export, nieuwe ontwikkeling, monitoring. Dat is allemaal mooi, maar ik steun toch de vraag van collega Coenegrachts, de vraag over het ketenoverleg. Dat is natuurlijk een fundamenteel mechanisme, dat ketenoverleg. Ik heb de vraag al verschillende keren gesteld, en ik ga vandaag toch nog eens proberen. Het ketenoverleg is gebaseerd op vrijwilligheid, en dan hoor ik graag van u, minister, of u een stok achter de deur zult inbouwen binnen het ketenoverleg om te komen tot correcte prijzen voor onze land- en tuinbouwers.
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Wat dat laatste betreft, denk ik dat we de markttransparantie nog kunnen verhogen. Daar heb ik naar verwezen.
Wat het ketenoverleg betreft, denk ik dat het belangrijk is dat er ook een stuk vertrouwen groeit in die keten. Als je spreekt over een eerlijke prijsvorming, wat natuurlijk wel cruciaal is, en heel breed gaat in de land- en tuinbouw vandaag – dat gaat veel breder dan de fruitsector –, dan denk ik dat de billijke verdeling van de kosten ook een uitdaging is. Maar je zit natuurlijk met een vrijemarktwerking. Dat is de realiteit.
Collega Vandenhove, veel van de zaken waar u naar verwijst zitten natuurlijk in de gemeenschappelijke marktordening (GMO), zoals u weet. Als het bijvoorbeeld gaat over nieuwe rassen, over diversificatie, en nu ook over het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid, dan denk ik dat we daar de juiste stappen kunnen zetten.
De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
Bedankt voor het uitgebreide antwoord. Dat zal ongetwijfeld nog terugkomen.
De voorzitter
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.