Een deel van het perceel inruilen voor oever
Inagro onderzoekt dit jaar of oeververbredingen, gecombineerd met oevergewassen, een mogelijke oplossing is voor landbouwers. Daarvoor ruilen we een deel van het perceel in voor oever en plaatsen we een stuw zodat het debiet in de gracht vertraagt.
Hoewel deze oeverstrook zeer nat wordt, zal er in de zomer niet altijd water aanwezig zijn in de gracht. Daarom planten we oevergewassen zoals lisdodde of riet. Deze kunnen zowel in droge als in natte omstandigheden groeien.
De verwachting is dat dergelijke oeververbredingen een vrij klein en versnipperd areaal zullen kennen. Een sterke logistieke keten, waarbij grote oplages kunnen geoogst en getransporteerd worden, lijken een uitdaging. Verder is vernatting ook iets waar machinale bewerking duurder wordt. Daarom bekijken we of het teeltsysteem kan ingezet worden voor voedingsgewassen, want deze kennen een hogere afnameprijs. Voorbeelden hiervan zijn watermunt en waterkers. Een ander hoogwaardig eindproduct is een sierteeltgewas. Moeras-vergeet-me-nietjes kunnen daarom ook een optie zijn.
Verschillende voordelen voor de natuur
Het doel van het project is om dit jaar een raming te maken van de mogelijke kosten en opbrengsten. Eerste schattingen neigen echter wel naar een negatieve financiële balans. Dit komt omdat er vandaag nog te weinig waarde wordt gegeven aan ecosysteemdiensten voor een verhoogde biodiversiteit, waterzuivering, waterinfiltratie, en waterbuffering. Om een correcte waarde te bepalen, moet de effectiviteit van deze maatregelen bepaald worden, en dat is ook een aandachtspunt binnen het project.
Is oeverteelt, de landbouw van de toekomst? Vermoedelijk niet, maar het kan een kleine maatregel zijn met verschillende voordelen voor de natuur.