Vooruitkijkend naar een volgend seizoen speelt al weer de vraag hoe het areaal binnen de NEPG-landen zich gaat ontwikkelen. Normaal gesproken zou de sterke verhoging van de contractprijzen een directe impact hebben op de omvang van het areaal consumptieaardappelen. De wispelturige graanmarkt, waar de laatste maanden de prijzen weer wat getemperd zijn, speelt hier ook nog wel enigszins in mee.
Als gevolg van de sterk verhoogde contractprijzen lijkt een uitbreiding van het aardappelareaal van enkele procenten onder deze omstandigheden het meest waarschijnlijke scenario. Of dit ook daadwerkelijk gaat gebeuren is nog de vraag. Veel ruimte in het aardappelareaal voor een structurele uitbreiding lijkt er in Nederland en België niet te zijn door het GLB en de vergroeningsafspraken die moeten worden nagekomen en de gestegen prijzen voor landhuur.
Verschuiving van areaal
Uitbreiding in Nederland moet grotendeels gerealiseerd worden ten koste van het zetmeel- of pootgoedareaal. In de traditionele kleiteeltgebieden lijkt de voorkeur van telers te liggen bij een zo hoog mogelijk gecontracteerd tonnage, maar niet in een duidelijke expansie. Binnen de EU4 liggen er in het noorden van Duitsland wel mogelijkheden door verschuiving van tafel- en zetmeelaardappelen naar aardappelen voor verwerking. Nadeel in deze regio blijft de afstand naar het epicentrum van de verwerkingscapaciteit, die in het zuiden van Nederland en België ligt. Bovendien moet de concurrentie worden aangegaan met andere teelten die het afgelopen jaar prima gerendeerd hebben. Ook in Frankrijk zal de areaalwinst moeten komen uit de switch van tafel- naar fritesrassen. Daarbij zijn in Frankrijk en Duitsland niet alle gebieden geschikt voor een intensieve aardappelteelt door gebrek aan beregeningsmogelijkheden.
Nieuwe wetgeving in België, of die nu gekoppeld is aan stikstofbeleid of een aardappelteeltverbod vanwege hoge risico’s op erosie, kan het aardappelareaal de komende jaren verminderen.
Zorgen om beschikbaarheid pootgoed in 2024
De NEPG-zone (en andere pootgoed producerende landen zoals Denemarken en Schotland) zou minstens 5.000 hectare pootgoed areaal kunnen verliezen. Als gevolg van een lagere winstgevendheid en nieuwe beperkingen op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door strengere wetgeving zal een deel van het pootgoedareaal mogelijk omschakelen naar teelt voor de verwerkende industrie. Telers maken zich zorgen over de beschikbaarheid van pootgoed en het risico van hogere prijzen daarvoor. Verwerkers hebben meer grondstof nodig, maar daarvoor hebben telers ook voldoende pootgoed nodig.
Droogte speelt nog altijd een rol
De watervoorziening is tegelijkertijd een aandachtspunt wat vooral in de landen om ons heen speelt. Risico’s van droogte blijven aandacht vragen. De gevolgen van de extreme droogte van afgelopen zomer hebben nog altijd gevolgen voor de watervoorraden. Er bestaan regionaal en landelijk grote verschillen, maar vooral in de regio’s ten noorden van Parijs zijn de vochtreserves nog altijd laag.
Vanuit de industrie wordt gemeld, dat de behoefte aan grondstof al weer voor een belangrijk deel is ingevuld. Bij een uitbreiding van het areaal en een bovengemiddelde oogst zal dit voor de vrije markt grote gevolgen hebben. Door de hoge dekkingsgraad van de industrie is een scenario denkbaar dat er weinig koopbelangstelling en of marktwerking zal zijn voor de vrije aardappelen.