Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 23 mrt 2023 14:39 

Doctoraat over bodemverdichting


Vraag om uitleg over het doctoraat over bodemverdichting dat door het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek en de Universiteit Gent wordt ondersteund
van Arnout Coel aan minister Jo Brouns

De voorzitter

De heer Coel heeft het woord.

Arnout Coel (N-VA)

Minister, in heel Europa wordt het fenomeen van bodemverdichting beschouwd als een ernstige bedreiging voor de landbouwproductie. Ook bij ons zou ongeveer een derde van het akkerbouwareaal erdoor getroffen worden.

Een van de belangrijkste oorzaken is dat landbouwmachines doorheen de tijd veel zwaarder geworden zijn en ze vaak op verzwakte bodems rijden. Uit een recent doctoraatsonderzoek dat ondersteund werd door de Universiteit Gent (UGent) en het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), bleek dat er bij boeren nog te weinig bewustzijn is rond bodemverdichting en de technieken die dat kunnen voorkomen en/of genezen, omdat de symptomen ervan vaak onzichtbaar zijn.

Het onderzoek zet uiteen dat er in de praktijk heel wat maatregelen mogelijk zijn om de bodemtoestand te verbeteren, zoals de timing van de oogst beter afstemmen op het weer, omdat natte bodems gevoeliger zijn voor verdichting; een lagere bandenspanning; diepwoelen; diepwortelaars. De onderzoekers benadrukken ook dat preventie veel effectiever is dan remediëren.

Dit doctoraat kaderde in het VLAIO-onderzoeksproject (Agentschap Innoveren en Ondernemen) ‘Voorkomen en remediëren van bodemverdichting’ en het is de bedoeling om de resultaten van het onderzoek zeer intensief te communiceren, in navolging van demodagen en veldproeven die hierrond reeds georganiseerd werden. ILVO heeft ondertussen ook de nodige initiatieven genomen om dit onderzoeksthema in verschillende Europese projecten mee te nemen, die onder andere onderzoeken of bodemverdichting op perceelsniveau gedetecteerd kan worden met dronetechnologie.

Hoe evalueert u de resultaten uit dit onderzoek? Wat zijn voor u de meest opvallende vaststellingen?

Hoe wilt u de problematiek van bodemverdichting in de toekomst nog meer onder de aandacht brengen bij landbouwers? Welke initiatieven plant u op basis van de onderzoeksresultaten uit het doctoraat?

Op welke manier zult u het voorkomen en remediëren van bodemverdichting verder stimuleren via de VLIF-steun (Vlaams Landbouwinvesteringsfonds) in het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)? Kunt u toelichten hoe bepaalde maatregelen in het nieuwe GLB bijdragen aan het voorkomen of remediëren van bodemverdichting?

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Het project biedt concrete en toepasbare handvatten aan landbouwers om aan te slag te gaan om bodemverdichting te voorkomen en te remediëren. Ik noteer voornamelijk dat mechanische maatregelen in combinatie met diepwortelende gewassen het meest effectief zijn om te remediëren.

Er blijkt heel duidelijk dat een aantal preventieve maatregelen om de impact van bodemverdichting te verminderen, effectief kunnen zijn. Zo bleek het verlagen van de bandenspanning bij veldoperaties in het voorjaar te resulteren in een opbrengstverhoging van 5 tot 11 procent. Een lagere bandenspanning op het veld resulteerde eveneens in een lager brandstofverbruik van 10 tot 15 procent.

Uiteraard kwam de timing van veldwerkzaamheden als cruciale factor naar voren. Hierbij moet vooral rekening gehouden worden met het bodemvochtgehalte. Natte bodems zijn immers veel gevoeliger voor bodemverdichting. Zo werd een winst van 11 procent in suikerbietenopbrengst geboekt door de zaaibedbereiding onder iets drogere omstandigheden uit te voeren.

Bodemverdichting in de bouwlaag – 0 tot 30 centimeter – is relatief gemakkelijk te verhelpen met behulp van reguliere bodembewerkingen, maar als de impact voelbaar wordt tot in de ondergrond, wordt het een veel hardnekkiger probleem. In dit laatste geval wordt al snel gegrepen naar diepwoelers, die er ook in onze veldproeven in slaagden om uiterst verdichte bodemlagen effectief op te lichten. Dit laat de bodem wel achter met een verhoogde gevoeligheid voor herverdichting. Ook daarvoor zijn er preventieve maatregelen vereist, als men de diepe verluchting wil bestendigen voor langer dan één jaar, zoals het vermijden van zwaar verkeer net na het uitvoeren van een diepe bewerking en/of het inzaaien van diepwortelende en/of meerjarige gewassen. Ook het type diepwoeler – het aantal tanden, de breedte van de beitels – speelt een belangrijke rol bij het succesvol en duurzamer opheffen van een verdichte laag in de ondergrond.

Ook de positieve resultaten met diepwortelende gewassen worden opgemerkt. Diepwortelende gewassen of groenbedekkers met het vermogen om door verdichte bodemlagen te groeien, zoals bladrammenas, luzerne en sorghum, zouden hier een meer duurzaam, maar ook langzamer, alternatief kunnen bieden.

Vanuit het Departement Landbouw en Visserij en vanuit ILVO wordt op studie- of demodagen voor de Vlaamse land- en tuinbouwer het thema bodemkwaliteit gebracht. Bodemverdichting is hierin een belangrijk aandachtspunt. Zo kwam dit recent op de studieavond voor bloemkooltelers aan bod. Net als in 2021 zal er tijdens de Werktuigdagen van 2023 een demostand rond bodem georganiseerd worden door het departement en ILVO, waarmee ze de bezoekers bewust willen maken van de effecten van landbouwpraktijken op de bodemkwaliteit en duurzaam bodembeheer willen promoten. De problematiek van bodemverdichting zal hier zeker aan bod komen.

Binnenkort zal ook het bodempaspoort opengesteld worden voor de landbouwers. Het bodempaspoort visualiseert voor de landbouwer op een overzichtelijke wijze heel wat bodemgerelateerde gegevens van zijn percelen. Ook de beschikbare gegevens over het organisch koolstofgehalte worden getoond. Een goed organisch koolstofgehalte maakt de bodem meer bestand tegen verdichting. Met het bodempaspoort willen we de landbouwers helpen bij en bewust maken van het belang van een duurzaam bodembeheer. Mijn administratie zal ook bekijken in hoeverre de getoonde informatie in het bodempaspoort in de toekomst nog uitgebreid kan worden. Elementen gerelateerd aan bodemverdichting kunnen daarbij aan bod komen.

Productieve investeringen in het kader van de verbetering van de bodemkwaliteit worden via het VLIF ofwel gesubsidieerd aan het hoogste subsidiepercentage van 50 procent, ofwel aan 40 procent. Hier komt dan nog telkens 10 procent steun bij voor jonge landbouwers of voor de aankoop door een samenwerkingsverband.

Specifiek voor het tegengaan van bodemverdichting worden banddrukwisselsystemen op tractoren en landbouwwerktuigen gesubsidieerd aan 40 procent in het nieuwe GLB. De aankoop van een woeler die toelaat op mechanische wijze de verdichting te remediëren, wordt eveneens gesubsidieerd aan 40 procent. Graslandwoelers worden gesubsidieerd aan 50 procent, maar dan via de maatregel niet-productieve investeringen, zodat de doelgroep ook groter is, in casu actieve landbouwers.

Naast de VLIF-steun zetten nog een aantal andere maatregelen uit het GLB in op bodemverdichting en ruimer op bodemkwaliteit. Zo is er de ecoregeling voor eenjarige ecoteelten, waarbij onder meer de teelt van diepwortelende maaigewassen ondersteund wordt. Daarnaast zijn er maatregelen gericht op de opbouw van organische koolstof op bouwland via het teeltplan, maar ook via de aanbreng van koolstofrijke producten.

Zoals duidelijk naar voren komt uit de onderzoeksresultaten van het doctoraat bewijzen deze maatregelen absoluut hun nut in het veld.

De voorzitter

De heer Coel heeft het woord.

Arnout Coel (N-VA)

Dank u, minister, voor uw antwoord. Het is duidelijk dat u sterk begaan bent met de problematiek, dat u uitgebreid kennis genomen hebt van het onderzoek en dat er heel wat initiatieven worden genomen.

In Vlaanderen hebben we een florissante landbouwsector. Dat komt omdat we hier de juiste klimatologische omstandigheden hebben en ook over vruchtbare bodems beschikken – of beschikten – om aan landbouw te doen. Dat heeft ervoor gezorgd dat de landbouwsector een hoge vlucht heeft genomen.

Door de bodem de voorbije decennia heel intensief te bewerken en misschien iets te veel op de bodem in plaats van met de bodem te werken, zijn er echter wel een aantal problemen ontstaan, waardoor een deel van de vruchtbare kwaliteit van de bodem verloren is gegaan of verloren dreigt te gaan. Als ik met boeren spreek, dan merk ik dat zeker de jonge landbouwers er steeds meer aandacht voor hebben om echt met die bodem te werken. Ze hechten belang aan het bodemleven en een goede bodemkwaliteit, maar dat vereist toch ook wel een nieuwe manier van aan akkerbouw doen. We hebben een aantal technologieën die ons daarbij helpen, maar ik heb toch het gevoel dat we nog iets te veel aan symptoombestrijding doen en te weinig inzetten op die transitie naar een landbouwmodel dat die bodem inherent meer valoriseert en in stand houdt. Ik denk ook aan de maatregelen tegen bodemerosie: in bepaalde erosiegevoelige gebieden stimuleerden we niet-kerende bodembewerking en verbonden we daar zelfs een conditionaliteit aan, maar eigenlijk is dat iets wat we ook in andere gebieden en niet enkel voor symptomen van erosie zouden moeten stimuleren. Dit is dus niet echt een vraag, wel een oproep om echt met de landbouwsector te bekijken hoe we de transitie naar goed met de bodem omgaan in onze landbouwcultuur kunnen inbrengen, zodat we niet enkel aan symptoombestrijding doen.

De voorzitter

De heer Pieters heeft het woord.

Leo Pieters (Vlaams Belang)

De laatste decennia wordt het belang van de bodem meer naar voren gebracht. De jongere boeren zijn daar inderdaad meer en meer mee bezig. Het belang daarvan kan moeilijk ontkend worden: de meeropbrengsten zijn er inherent aan.

Nu, de collega had het over drones, maar staat u er ook voor open om satellietbewaking en artificiële intelligentie toe te passen in de landbouw? Data is kennis. Het zal waarschijnlijk niet veel opbrengen in de eerste twee jaar, maar na verloop van tijd zullen we met Vlaanderen ongetwijfeld een beter bodembeheer kunnen voorstellen. We moeten de boeren er ook meer van overtuigen dat dat belang heeft.

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

In eerste instantie: collega Coel, ik kan uw analyse volledig bijtreden. Ik heb geen verdere vragen gehoord, maar de analyse die u maakt, deel ik.

Collega Pieters, ik denk dat ik kan verwijzen naar het bodempaspoort, dat ik daarnet heb vernoemd. Daarmee kunnen we visualiseren. Ik denk dat het belangrijk is dat daar heel wat bodemgerelateerde gegevens in zitten. Dat kan via satelliet.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.

 


  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer