|
07 apr 2023 |
08:27 |
|
Open VLD pleit voor aanpassing van Europese regels voor natuurherstel aan Vlaamse context
De Vlaamse regering mag dan al een stikstofakkoord hebben, natuur en landbouw zullen in andere dossiers opnieuw botsen. “De Europese regels voor natuurbescherming hebben geen rekening gehouden met het dichtbevolkte Vlaanderen. Demir moet dit rechttrekken in de Europese wetgeving voor natuurherstel die in de maak is”, zegt Vlaams Parlementslid Steven Coenegrachts (Open Vld).
|
Steven Coenegrachts – landbouwspecialist van Open Vld - heeft in de hoogoplopende discussies en ruzies over stikstof zijn mond gehouden. De strijd tussen cd&v en N-VA - en vooral tussen Jo Brouns (cd&v) en Zuhal Demir (N-VA) – was zo heftig, dat een derde partij zich daar nog moeilijk kon tussen wringen. Maar intussen is er een akkoord en mag er weer nagedacht worden over hoe het nu verder moet met de toekomst van de landbouw.
Tevreden met het stikstofakkoord?
“Het is goed dat we er een hebben. Wie zegt dat er beter geen akkoord was dan dit akkoord, heeft ongelijk. Want als je vandaag bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen nog maar ‘stikstof’ roept, wordt een vergunning vernietigd. De landbouwbedrijven zouden dus de eerste slachtoffers zijn geweest van het uitblijven van een beslissing.”
Hebben landbouwminister Jo Brouns (cd&v) en omgevingsminister Zuhal Demir (N-VA) de zaak te veel op de spits gedreven?
“Het beeld was in elk geval niet fraai. Het akkoord had net zo goed zondag in plaats de vrijdag erna kunnen afgesloten worden. Maar goed, nu het akkoord er is, mag het ook wel weer over de boeren gaan.”
Die boeren zullen nog even geduld moeten hebben. Want Brouns en Demir interpreteren het akkoord anders. Brouns onderstreept dat hij een versoepeling heeft afgedwongen, Demir dat er aan haar conceptnota geen letter is gewijzigd. Wie heeft nu gelijk?
“Wie nu wat heeft toegegeven of binnengehaald, is van ondergeschikt belang. Er is een akkoord om twee versoepelingen te onderzoeken. Een systeem waarbij een boer die wil uitbreiden een deel van de uitstootrechten kan overnemen van een boer die stopt (extern salderen) en de gelijkschakeling van de vergunningendrempel voor landbouw en industrie (al zal een boer sneller een individueel onderzoek moet aanvragen dan de industrie, nvdr). Als uit onderzoek blijkt dat die versoepelingen kunnen, wordt dit ingeschreven in het decreet en gaat dit in vanaf 2025.”
Hoe kan je eigenlijk tegelijkertijd de regels versoepelen voor de landbouw en toch de stikstofimpact tegen 2030 halveren? Als de landbouw meer stikstof mag uitstoten dan moet de industrie toch minderen?
“Door bijvoorbeeld de uitkoopregeling voor de varkenssector mee te rekenen. Daarvoor ligt er extra geld op tafel. Dus denk ik dat er wel wat marge zal zijn. Al zou het kunnen dat uit het milieueffectenrapport blijkt dat die versoepeling voor de landbouw niet voor heel Vlaanderen mogelijk zal zijn. Wat die gelijkschakeling tussen landbouw en industrie betreft: ik begrijp dat die verschillende behandeling onrechtvaardig aanvoelt, maar landbouwers zijn gewoon met veel meer. In heel Vlaanderen zijn er bijvoorbeeld maar 19 bedrijven die meer dan 1 procent impact hebben op natuur en maar liefst 2.000 landbouwbedrijven die in dezelfde situatie zitten. Dat onderscheid tussen landbouw en industrie is er altijd geweest, ook toen Joke Schauvliege als minister (cd&v) het eerste voorlopige stikstofkader vastlegde.”
We hebben nu wel een plan over stikstof, maar geen plan over de toekomst van de landbouw. Hoe ziet u dat?
“De zogenaamde verdedigers van de landbouw die zeggen dat ze ervoor zullen zorgen dat een boer kan blijven doen wat die vandaag doet zoals die dat vandaag doet, maken de mensen iets wijs. We hebben een pax naturae nodig, een evenwicht tussen landbouw en natuur. Een soort van New Deal. Wat ik mis is een businessmodel voor de landbouw. We zien wel meer hoevewinkels, fruitboeren die van appels en peren overschakelen op zacht rood fruit, dat is allemaal positief. Maar we kunnen de landbouwer ook inzetten als beheerder van de natuur. Niet als een model dat voor een volledig inkomen zorgt, maar wel als aanvulling. Want vandaag besteedt de Vlaamse overheid dat uit aan Natuurpunt en die schakelen dan vrijwilligers in. Natuurpunt heeft daar vorig jaar 7,7 miljoen euro voor ontvangen.”
Daar kan je niet veel boeren van in leven houden.
“Daarom zie ik dit als een aanvulling van hun inkomen. Als de natuur zorgt voor inkomsten van een boer, dan los je het conflict op. Nu is dat natuurbeheer het monopolie van Natuurpunt. Ik heb niks tegen Natuurpunt, maar we hebben te hard gevochten tegen de verzuiling om dat nu opnieuw te installeren. Natuurpunt is trouwens ook zelf op zoek naar modellen om landbouwers te vergoeden voor positieve effecten op de natuur. Vandaag vraag je van boeren innovatie, maar zo duw je de boeren richting grootschaligheid. Door de boer te zien als natuurbeheerder geraak je uit die stellingenoorlog.”
“Een ander voorstel is om via ruimtelijke ordening te werken, via een driecompartimentenmodel. Eén deel van het landschap reserveer je voor natuur, een tweede voor intensieve landbouw en daartussen voorzien we bufferzones. In die bufferzones creëer je ruimte voor onder meer biolandbouw, boslandbouw en voedselbossen. Hiermee scheid je natuur van landbouw.”
Maar is zoiets in het versnipperde Vlaanderen wel mogelijk? Een boer werkt erg grondgebonden. Die verhuis je niet zomaar.
“Ik besef dat dit een langetermijnvisie is. Maar het is wel een structurele oplossing. Landbouwers zijn inderdaad erg gehecht aan hun grond. Maar herlokalisaties moeten wel mogelijk zijn. Stel dat Noël Essers met zijn transportbedrijf in Hechtel-Eksel was gebleven. Dan was ofwel heel Hechtel-Eksel een grote parking ofwel was Essers nooit zo groot geworden. Een andere vraag die we ons moeten stellen is of Europa indertijd bij de opmaak van de habitatrichtlijn wel rekening heeft gehouden met dichtbevolkte regio’s zoals Vlaanderen en Nederland.”
Die natuurgebieden heeft de Vlaamse regering indertijd toch zelf mogen afbakenen van Europa?
“Europa legde wel de criteria vast. We moeten bij Europa aankaarten of onze natuur niet te versnipperd is. Want nu botsen we tegen de limieten aan van wat we mogelijk kunnen beschermen. Europa houdt niet genoeg rekening met onze context. Die kans krijgen we met de natuurherstelwet die Europa voorbereidt. Die gaat nog een stap verder dan natuurbescherming. Dat ontwerp is af, de lidstaten moeten daar nu hun mening over geven. Maar hoe ver willen we daar in gaan? Wat gaan we herstellen? Gaan we terug tot de Ferrariskaart uit 1777? Ik hoop dat Demir haar sturm und drang gebruikt om er bij Europa op aan te dringen rekening te houden met onze situatie. Ze mag dat momentum niet laten voorbijgaan.”
|
|
|
|