De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Minister Brouns, u hebt een aantal weken geleden in een interview in Vilt gezegd: “Het rapport van de intendant is duidelijk: én de stikstofinspanningen voor het Turnhouts Vennengebied én de erkenning van Taxandria, dat gaat niet. We hebben dan ook de politieke afspraak gemaakt dat Taxandria er niet komt.” Ook in de Kalmthoutse Heide en in de Scheldevallei nemen cd&v-mandatarissen het voortouw in de boycot van de kandidaturen met onder meer moties in de gemeenteraden.
Ik stelde deze uitspraak voor aan minister Demir in de commissie Leefmilieu van 26 maart. Ze ontkent die afspraak over het schrappen van de kandidatuur van Taxandria. Wat haar betreft kan het proces gewoon verdergezet worden en zal de jury een advies overmaken aan de Vlaamse Regering, die dan kan beslissen. Ze geeft ook aan dat cd&v gewoon tegen de parken is en ze op het terrein boycot. De voorzitter van de jury geeft in Het Nieuwsblad van vorige week ook aan dat er nog geen ingediend dossier is en dat hij hoopt dat de jury gewoon haar werk kan doen.
In het regeerakkoord werd de komst van drie landschapsparken en vier nationale parken opgenomen. Nu blijkt dat cd&v hier zowel op Vlaams niveau, bij monde van de minister, als op lokaal niveau een boycot tegen uitspreekt.
Mijn vraag aan u, minister, is: waarover gaat die politieke afspraak van Taxandria? Wat is er precies afgesproken over de kandidatuur voor dat nationaal park? Ik lees nergens in het stikstofakkoord iets over nationale parken of het parkenbeleid tout court. Waar zijn die afspraken gemaakt?
Zijn er nog andere politieke afspraken gemaakt over de kandidaten nationale- en landschapsparken? Wat is er specifiek afgesproken?
En onderschrijft u nog steeds het regeerakkoord? Onderschrijft u nog steeds de komst van drie landschapsparken en vier nationale parken? Welke initiatieven zult u nemen om uw achterban ervan te overtuigen om verder mee te werken aan de invulling van landschapsparken?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Zoals u weet is er vorig jaar voor het Turnhouts Vennengebied een intendant aangesteld. Hij heeft de opdracht gekregen om een ontwikkelingsplan uit te werken – het is een maatwerkgebied, zoals u weet, met bijzonder grote inspanningen – samen met de actoren op het terrein binnen dat gebied. De intendant rapporteert maandelijks over de voortgang van zijn werkzaamheden. Deze verslagen zijn ook openbaar te bekijken op de website van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). Dat hebt u ongetwijfeld ook gedaan
Door de intendant werd herhaaldelijk aangehaald: “Zoals ik eerder al aangaf is er een ernstig probleem met de timing van enerzijds de opmaak van het ontwikkelplan voor het Turnhouts Vennengebied en anderzijds de timing voor het Nationaal Park Taxandria. Ik ga ervan uit dat de opmaak van het ontwikkelplan in het kader van het bredere stikstofakkoord prioritair moet worden uitgevoerd. Voor wat het project Nationaal Park Taxandria betreft, werd door de jury Nationale Parken die de projecten beoordeelde, voorgesteld om een apart traject op maat te voorzien om te komen tot een meer gedragen plan van aanpak. Gelet op de huidige situatie ben ik van mening dat een dergelijk apart traject enkel kans op slagen heeft na de uitwerking van het ontwikkelplan in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS).” Einde citaat.
In de conceptnota van de Programmatische Aanpak Stikstof wordt deze stelling van de intendant ook herhaald: “De andere beleidsprocessen binnen het Turnhouts Vennengebied zullen op elkaar afgestemd worden.” Om de opdracht van de intendant dus niet te bemoeilijken, lijkt het mij niet meer dan normaal om Taxandria niet te erkennen als nationaal park. Ik denk dat zijn zienswijze in die zin ook gedeeld wordt. Als je gaat kijken naar de aanpak die hij voorstelt om in het Turnhouts Vennengebied te doen wat nodig is op het vlak van natuur – daar heeft hij ook een tijdsvenster richting 2045 vooropgesteld –, is er bijzonder veel werk te doen op dat vlak. Er ligt een enorm grote druk op dat gebied om daar te realiseren wat men wenst te realiseren, rekening houdend met de vele landbouwers in het gebied.
Ik ga er dus ook van uit, collega’s, dat jullie net zoals ik bewust zijn van de ernst van de situatie in het Turnhouts Vennengebied voor de landbouwers. We vragen daar van de landbouwers de allergrootste inspanningen op het vlak van alles wat nodig is in het kader van de PAS. De landbouwers daar worden – nog meer dan elders, zoveel is duidelijk met dat maatwerkbeleid – geconfronteerd met een vrij grote onzekerheid die toch nog enkele jaren kan duren. Het lijkt mij dan op zijn minst respectvol om tegen hen te kunnen zeggen dat hun de bijkomende instrumenten, de bijkomende druk en de onzekerheden die gepaard zouden kunnen gaan met de erkenning van zo’n park, bespaard worden.
Er is inderdaad ook in de schoot van de Vlaamse Regering in die zin over gesproken. We hebben ook altijd gezegd dat dit ruimte moet krijgen om daar zijn plannen uit te werken. In die zin is er wel degelijk een consensus over zijn zienswijze daarop.
De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Minister, ik heb natuurlijk nog heel veel andere vragen gesteld die u niet hebt beantwoord. Ik zou dus eerst graag ook het antwoord op mijn andere vragen krijgen vooraleer ik mijn bijvraag stel.
De voorzitter
Dat is natuurlijk niet de procedure, collega Schauvliege. Dus u kunt nu vragen stellen. (Opmerkingen van minister Brouns)
Mieke Schauvliege (Groen)
Het zijn vier vragen, en ik krijg een antwoord op één vraag.
De voorzitter
Dat is iets wat ik nog wel opgemerkt heb bij de antwoorden van de minister. Maar u hebt nu de mogelijkheid, collega Schauvliege, om aanvullende vragen te stellen.
Mieke Schauvliege (Groen)
Voorzitter, dat is nu toch geen werkwijze, als je vier vragen indient en je krijgt antwoord op één vraag met daarna de mogelijkheid om een bijvraag te stellen, dat je dan die drie vragen moet herhalen?
De voorzitter
U kan er in uw repliek op wijzen dat u geen antwoord gekregen hebt, waarna de minister de kans heeft om te antwoorden en u nog een repliekmoment hebt, maar het is niet de bedoeling dat u twee sessies claimt om aanvullende vragen te stellen. Dat is de procedure en we moeten ons daar ook een beetje aan houden.
Mieke Schauvliege (Groen)
Voorzitter, dan zal ik mijn vier vragen herhalen.
Ten eerste, minister, u zegt hier duidelijk dat Taxandria geschrapt is. Ik hoor u dat hier opnieuw herhalen, net zoals u in Vilt hebt verklaard. Minister Demir zegt het omgekeerde, dat dat niet de afspraak is. U verwijst naar een conceptnota waarin een afstemming staat, maar een afstemming van processen is wel nog iets anders dan nu zeggen en verklaren dat Taxandria dood en begraven is, want dan vind ik dat u eerlijk moet zijn en dat u ook moet stoppen met die jury aan het werk te zetten.
Ten tweede, ik vraag me af wat de houding is in de andere nationale parken. Want dat u in dat hele moeilijke gebied afspraken moet maken, daar is denk ik begrip voor, en ik denk dat iedereen begrijpt dat niet alle wensen daar kunnen worden ingevuld. Maar dat u in de andere gebieden vanuit cd&v actief oppositie voert, daar wil ik uw houding toch ook wel over kennen, want wat is de zin van iedereen bezig te houden in die trajecten als daar door een regeringspartij heel actief oppositie tegen wordt gevoerd. Ik wil weten of er andere afspraken over andere nationale parken zijn gemaakt en wat die dan precies zijn. Dus is mijn vraag ook welke initiatieven u zult nemen om uw achterban ervan te overtuigen om wel degelijk mee te werken aan die nationale parken en die landschapsparken.
En dan is er mijn laatste vraag, minister. Onderschrijft u wat in het regeerakkoord staat, dat er drie nationale parken en vier landschapsparken zullen komen? Wat zult u doen om ervoor te zorgen dat die er ook effectief komen? Dat waren dus de vragen die waren ingediend en ik had daar graag een antwoord op gehad.
De voorzitter
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (cd&v)
Dank u wel, voorzitter.
Ik wil mij graag even bij deze vraagstelling aansluiten, omdat ik wat betreft het hele parkenverhaal, denk ik, hier, maar vooral ook in de commissie die daarvoor bevoegd is, met de bevoegde minister, zijnde minister Demir, meermaals mijn bezorgdheden heb geuit over het hele proces dat de parken hebben doorlopen, zowel vanaf de oproep tot het eventuele bekomen van een decretale basis daarvan, een basis die er vandaag nog steeds niet is.
Ik moet vaststellen dat er op het terrein toch wel heel wat bezorgdheden zijn, zelfs daar waar er constructief overleg was. Soms doorkruisen deze een aantal processen, waardoor een constructief gesprek en samenwerking onder druk zijn komen te staan. Dat betreur ik echt ten zeerste, want ik denk dat de basis om tot een gewisgerichte aanpak te komen, ten eerste van onderuit moet komen, zonder dat er op de een of andere manier druk of extra push in de een of andere richting van bovenuit gebeurt. Dus met andere woorden, er moet een beleid van onderuit kunnen ontstaan, waarbij men van onderuit ook de nodige afspraken kan maken, zonder eventuele bedreigingen en bijsturingen of extra verplichtingen van bovenaf.
En dat is wat vandaag bijzonder veel zorgen baart op het terrein. Dat ervaar ik, collega, die daarover toch ook met verschillende mensen van trouwens verschillende partijen gesprekken en contacten heb gehad in de diverse gebieden. Dus ik vind de vraagstelling of een of andere politieke partij bewust oppositie of tegenwerking zou bieden, heel raar. Ik krijg vooral heel veel vragen van diverse partijen, diverse schepenen van diverse partijen uit diverse gebieden, verschillende provincies trouwens, die daarover bezorgd zijn.
Specifiek wat betreft het Turnhouts Vennengebied, heb ik in mijn vraagstelling aan minister Demir verwezen naar het feit dat de intendant vanaf dag 1 zeer duidelijk is geweest in de aanpak van het gebied. Ofwel heeft de ene een opdracht van de intendant om een gebiedsgerichte aanpak uit te werken, ofwel werken we op andere fronten, maar samen op deze manier naast elkaar werken, lukt niet. Ik betreur dan ook ten zeerste dat ik ook daar moet vaststellen dat er vandaag blijkbaar verschillende processen naast elkaar lopen en dat er geen klaarheid wordt gegeven op het terrein. Dat zorgt voor bijzonder veel extra stress, druk en ook conflict. Zelfs in die mate dat we moeten vaststellen dat in de stuurgroep rond het gebied De Liereman, die jaren in consensus en gesprek heeft samengewerkt, de partijen op verschillende manieren naast elkaar werken. Ik betreur dat, dat zijn agenda’s achter de schermen, men is niet transparant, zo komt men niet tot een gedragen idee voor een bepaald gebied. Nochtans is dat wel wat de regering en de minister naar voren schuiven. Het loopt momenteel niet goed op het terrein en ik hoop dat we daar klaarheid, transparantie en vertrouwen kunnen opbouwen, want vandaag is dat niet oké.
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Mevrouw Schauvlieghe, weet u waar ik woon? (Opmerkingen van Mieke Schauvliege)
Voilà. Wij zijn deel van twee landschapsparken. In een niet zo ver verleden ben ik als burgemeester het mooie RivierPark Maasvallei als landschapspark, samen met mensen van het Regionaal Landschap, mee gaan verdedigen in Brussel. Dus, wat dat betreft hoeft u er niet aan te twijfelen dat ik iemand ben die gelooft dat in een gebiedscoalitie van onderuit wordt gebouwd. De mooie voorbeelden zijn in mijn eigen provincie gekend: het enige echte nationaal park ligt in Midden-Limburg, en dat is een traject van vele decennia. Het RivierPark Maasvallei is het resultaat van vele jaren, van onderuit opgebouwd, gebaseerd op vertrouwen tussen heel wat verschillende partners. Dat is cruciaal voor mij. Dat is ook een belangrijke opmerking gebleken bij de opbouw van het voorbereidend werk naar aanleiding van de afspraak die ook in het regeerakkoord is gemaakt en die ik ook onderschrijf. Ik denk dat het een heel mooi project kan zijn. De sleutel en het fundament is de lokale gedragenheid van alle spelers die lokaal actief zijn.
Natuurlijk is de landbouw een cruciale partner, die vandaag door andere beleidsinstrumenten enorm onder druk staat. Die moet je daar zeker in erkennen. Maar ik vind het belangrijk om daarin ook te benadrukken dat in het opbouw van het proces een reglement is gemaakt. Op een bepaald ogenblik wordt er een decreet gemaakt, want er is rechtszekerheid nodig. Ook de Raad van State merkt op dat in een inspraakprocedure voorzien moet worden om dat lokaal draagvlak stevig te kunnen maken, om een stevig fundament te voorzien. Dat zijn belangrijk bijsturingen die gevraagd zijn. De lokale inspraakprocedure zal, dat is een afspraak, in het besluit dat uitvoering moet geven aan het decreet – de verschillende masterplannen, het operationeel plan – voorzien worden, net om dat draagvlak bij de betrokkenen op het terrein voldoende sterk te maken. Dat is een belangrijke afspraak die gemaakt is. Ik onderschrijf wat dat betreft het regeerakkoord en ik volg het lokaal zeer goed op. Van het ogenblik dat er een lokaal draagvlak is, dat er met elkaar wordt gesproken, dat er voldoende tijd wordt genomen om dat te doen, is dat perfect mogelijk.
Wat betreft uw andere vraag is er in de schoot van de regering, naast de enorme bezorgdheden rond het Turnhouts Vennengebied, over geen enkel ander park gesproken dan Taxandria. Ik noteer ook dat u begrip hebt voor de bezorgdheid die daarrond leeft.
De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Minister, ik onderschrijf de idee dat er een lokale gedragenheid moet zijn, maar de idee dat jullie een regeerakkoord sluiten waarin wordt gezegd dat er vier nationale parken en drie landschapsparken gaan worden gerealiseerd, en dan actief de lokale mandatarissen van de cd&v de boel laten boycotten, toont niet aan u daarmee aan de slag gaat.
Ik noteer ook uit uw antwoord – en uit het antwoord en de vraagstelling van collega Rombouts – dat de intendant blijkbaar afspraken van de Vlaamse Regering kan overrulen. Er is immers zowel beslist om een jury aan de slag te zetten om werk te maken van de afbakening en de uitwerking van landschapswerken en nationale parken als werk te maken van het Turnhouts Vennengebied. Ik heb begrip voor de bezorgdheden in die regio, maar dat wil niet zeggen dat je tegelijkertijd een intendant en een jury aan het werk zet en er ‘en cours de route’ een andere afspraak over kunt maken, die dan nog niet eens deftig wordt meegedeeld. De ministers staan er ruzie over te maken en dan spreekt u hier over gedragenheid van onderuit, terwijl u allerlei andere signalen zit uit te zenden. Op die manier zal het niet lukken en is dat dossier rond de nationale en de landschapsparken dood en begraven. Wij betreuren dat, want wij dachten dat daar wel muziek in zat, dat het belangrijk kan zijn: het enige nationale park – of Vlaamse park –dat Vlaanderen heeft, wérkt. (Opmerkingen van minister Jo Brouns)
Dat zou een kopie moeten zijn van wat we overal elders kunnen uitrollen en daar zou u met z’n allen achter moeten staan en volop aan werken. In de praktijk zien we dat dat niet het geval is. Wij betreuren dat en roepen op om het geweer van schouder te veranderen.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.