De voorzitter
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Sintobin heeft het woord.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Mijn interpellatie is inderdaad ingediend. U zult gezien hebben, minister, dat mijn interpellatie een beetje een aaneenschakeling is van citaten uit de commissie Landbouw van vorige week of de week daarvoor. Ook een tweet van uw woordvoerder Andy Pieters, die nog steeds uw woordvoerder is denk ik, is opgenomen. Men heeft mij altijd gezegd dat woordvoerders tweeten in naam van de minister, of althans met toestemming van de minister, zeker als het beleidsdaden betreft. Wat ze voor de rest tweeten interesseert mij niet.
Begin april werd de goedkeuring rond de Programmatorische Aanpak Stikstof (PAS) gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Uw woordvoerder liet onmiddellijk na de publicatie ervan weten dat een publicatie in het Belgisch Staatsblad betekent dat het stikstofakkoord nu juridisch verankerd is. Het feit dat hij dat getweet heeft – en hij heeft als woordvoerder natuurlijk heel wat volgers – zorgde voor veel ongerustheid op het terrein. Men wist van geen akkoord en er was niets gestemd, en toch was er in de tweet sprake van een stikstofakkoord, een decreet, juridische verankering. Er was dus heel wat ongerustheid. Ik heb eerst geïnformeerd bij de minister van Landbouw, om vervolgens bij de minister van Omgeving langs te gaan.
Tijdens de vergadering van de commissie Landbouw van 26 april 2023 zei minister van Landbouw Jo Brouns het volgende: “De publicatie van de PAS heeft niet tot gevolg dat de maatregelen inzake reducties, verplichte stopzetting en dergelijke meer, plots van kracht worden. In het artikel 2 van de publicatie in het Belgisch Staatsblad van 4 april 2023 wordt overigens ook aangegeven dat de minister bevoegd van Omgeving en Natuur door de Vlaamse Regering belast wordt met de opmaak van een ontwerpdecreet dat de diverse onderdelen van de PAS verankert. Het is pas als die verankering een feit is, ná de decretale verankering door dit parlement, dat desgevallend de uitvoeringsbesluiten door de regering zullen worden opgemaakt.”
Verder gaf de minister hierover ook nog het volgende aan. Ik denk trouwens dat het volgende citaat niet voor mij bedoeld was, maar voor iemand anders. “Ik denk dat het onze rol is, en ook jullie rol, als parlement, om de landbouwers correct te informeren. U hebt dat ongetwijfeld gedaan, en u hebt ongetwijfeld gezegd dat u nog niet op het knopje hebt moeten duwen voor een ontwerp van decreet. Voilà, er is nog geen ontwerp van decreet. Dat is belangrijk. Er is dus nog geen regelgevend initiatief ‘ter uitvoering van’ in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd PAS. Het is belangrijk om dat mee te geven. Ik kan nog eens herhalen dat de PAS op zich geen reglementaire strekking heeft.”
Volgens de minister van landbouw is er in de schoot van de regering inderdaad een akkoord om de techniek van het extern salderen in te voeren vanaf 1 januari 2025, en ook over het loslaten van de variabele drempel, de vergunbaarheidsdrempel – die nog eens boven op de de-minimisdrempel ligt – mits een gunstig milieueffectrapport (MER).
Commissievoorzitter Bart Dochy gaf over deze kwestie ook nog het volgende aan: “Ik ben ervan overtuigd dat de meeste mensen van de VLM te goeder trouw zijn en hun best doen om de correcte informatie te geven. Maar blijkbaar loopt er minstens één iemand rond met het verhaal van een dwingend karakter om landbouwers enigszins moreel onder druk te zetten, op zijn minst, door te zeggen dat ze snel moeten beslissen en ingaan op het voorstel.”
Deze initiatieven van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) – ik zie dat collega Rombouts hier aanwezig is, zij zal dat kunnen bevestigen – blijken de steun te genieten van de N-VA fractie. Zo gaf collega Coel hierover namelijk dit aan: “Waar je kunt vooruitgaan zonder dat daarvoor decretale initiatieven in het parlement nodig zijn, zou ik niet weten waarom we daarmee zouden aarzelen, in het belang van de landbouw.” Een vreemd citaat voor een parlementslid, zou ik zeggen.
Mijn vragen zijn de volgende, minister.
Wat is nu de officiële draagwijdte en wat zijn de gevolgen van de publicatie van de PAS in het Belgisch Staatsblad? Wat is het standpunt van de Vlaamse Regering ter zake? Welk beleid wordt er in afwachting van het decreet gevoerd? Welke uitvoering wordt er desgevallend al aan het PAS gegeven? Kan en mag de VLM reeds initiatieven nemen zonder decretale basis? Ja, zoals u reeds eerder liet uitschijnen, of neen, zoals minister Brouns laat uitschijnen? Indien ja, welke initiatieven kunnen er dan wel al genomen worden, en welke niet? Welke instructies werden er in dat geval desgevallend aan de VLM en andere diensten gegeven? Erkent u dat de VLM landbouwers nu al onder druk zet en dat dit juridisch toch wel problematisch is? Op welke wijze kunnen er al hoegenaamd initiatieven genomen worden ter uitvoering van de PAS wanneer er nog allesbehalve zekerheid is omtrent het decreet, aangezien de verhoging van de vergunningsdrempel en het extern salderen afhankelijk werden gemaakt van een positief MER? Mijn finale en belangrijkste vraag is, na wat ik gehoord heb in de commissie Landbouw op 26 april, en nadat ik minister Brouns, mevrouw Rombouts, de heer Van Hulle heb gehoord – allemaal leden van de meerderheidspartijen – of er nog een stikstofakkoord is?
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Dank u wel voor uw vraag, mijnheer Sintobin. Door die vraag te stellen kan ik als minister van milieu – stikstofbeleid is nog altijd een zaak van de minister van milieu – de puntjes op de i zetten. Want eenieder die niet beseft dat we dit moeten doen, of we dat nu leuk vinden of niet, en of dat nu allemaal waar is of niet, moet beseffen dat we met een rechterlijke uitspraak zitten, en dat betekent dat we uitvoering moeten geven om stikstof te reduceren, en al wat daar bij komt is gewoon niet toepasselijk.
Dus ik ga u een overzicht geven van heel concrete feiten. In de publicatie in het Belgisch Staatsblad van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2023, tot vaststelling van een programmatische aanpak stikstof (PAS), is de vastgestelde programmatische aanpak stikstof inderdaad formeel, juridisch-procedureel verankerd. U, en iedereen die recht heeft gehad, weet ook dat alles wat in het Staatsblad verschijnt, juridisch is verankerd. Dat is ook de procedure. Dus de mededeling van mijn woordvoerder daarover is correct.
Door de goedkeuring van voormeld besluit en de navolgende publicatie ervan in het Staatsblad, ligt het stikstofakkoord in de vorm van een programmatische aanpak zoals bedoeld in het Natuurdecreet, definitief vast. En met die publicatie is de in het Natuurdecreet voorziene procedure voor vaststelling van de PAS dan ook volledig doorlopen.
Die mededeling heeft op geen enkele wijze de indruk gewekt dat alle onderdelen van de PAS daarmee ook al in hun volledigheid en integraal uitvoerbaar of afdwingbaar zouden zijn. Heel wat van de maatregelen in de PAS moeten worden omgezet in regelgeving, dat kan zijn in een besluit van de Vlaamse Regering (BVR), in decreten, enzovoort.
Ik heb dit zelf ten andere ook steeds zo gesteld. In de nota aan de Vlaamse Regering waarmee ik het ontwerp-PAS voor definitieve vaststelling heb voorgelegd, heb ik reeds expliciet het vervolgtraject geschetst. Ik geef ze nog eens mee, want het is heel belangrijk dat u dat ook weet, en dat u dat vertelt aan uw achterban. Ik citeer daarom uit die nota aan de Vlaamse Regering, want alleen wat er in de Vlaamse Regering is geschreven en goedgekeurd, telt.
Ik herhaal en citeer. “Na de definitieve vaststelling van de PAS, is het noodzakelijk dat het programma uitgevoerd wordt. De PAS heeft geen reglementaire strekking. Het biedt enerzijds wel de mogelijkheid om onderbouwd de nodige beleidsmatige stappen te zetten ter uitvoering van het programma. Wat anderzijds de onderdelen van de PAS betreft die de rechten en verplichtingen van derden en rechtsonderhorigen vaststellen, dient dit in regelgeving verankerd te worden om tegenstelbaar te zijn.”
Bovendien bevat voormeld besluit van de Vlaamse Regering houdende de vaststelling van een programmatische aanpak, ook - en op mijn voorstel – de volgende bepaling, ik citeer: “De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, is belast met de opmaak van een ontwerp van decreet voor verankering van alle onderdelen van de programmatische aanpak stikstof die in regelgeving verankerd moeten worden.” Het mag dus duidelijk zijn dat de Vlaamse Regering hierover dan ook een eenduidig standpunt heeft ingenomen.
Dit alles neemt natuurlijk niet weg dat we bepaalde onderdelen van de PAS nu reeds kunnen en ook effectief uitvoeren, uiteraard in de mate hiervoor op heden en als de nodige juridische en andere instrumenten beschikbaar zijn. Niet alle elementen en maatregelen uit de PAS behoeven een verankering in regelgeving. En daarnaast is het ook zo dat er voor een aantal elementen reeds een rechtsgrond voorhanden is in bestaande decreten of andere regelgeving.
In sommige gevallen is de huidige regelgeving reeds aangepast aan de inzichten van de PAS, of vormden ze de rechtsgrond voor een nieuw regelgevend initiatief. Zo gaf de Vlaamse Regering, op basis van het huidige Mestdecreet, reeds uitvoering aan de opkoopregeling voor de afbouw van de varkensstapel. Dit gebeurde met het besluit van 31 maart 2023 betreffende de vrijwillige stopzetting van varkensstallen.
Ook werd reeds de mogelijkheid tot het verkrijgen van nutriëntenemissierechten mits mestverwerking (NER-MVW) geschrapt, werd het ministerieel besluit met betrekking tot de ammoniakemissiearme technieken geactualiseerd, en werd ook het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veeteelt samengesteld en opgestart. Dit comité is bevoegd om technieken en maatregelen door te lichten voor het volledige gamma van luchtemissies door veehouderijen en ook mestverwerking. Daarnaast werden medio 2022 de inrichtingsnota’s voor zogenaamde rode en oranje landbouwbedrijven reeds aangepast.
Men mag niet uit het oog verliezen dat de PAS er is gekomen om een prangend en nog steeds bijzonder actueel probleem aan te pakken dat op het terrein rijst door onder andere zijn grote impact op de vergunningsverlening van vele bedrijven. Dat maakt dat in afwachting van het omgezet zijn van de PAS in regelgeving, er al heel wat dossiers en bedrijven zijn die een beslissing nodig hebben. Bedrijven in deze situatie worden met grote onzekerheid geconfronteerd. In de mate van het mogelijke doen de administraties hun best om hun advies te verlenen. Het gaat in dezen niet over het onder druk zetten van die bedrijven. Ik neem dat ook niet. Mijn administratie doet dat ook niet.
Wel gaat het over het delen van inzichten over hoe de kaarten nu liggen om bedrijven toe te laten een beslissing te nemen, ook gelet op de vragen die zij hebben. Ik vind dat ook een taak van de overheid. Ik snap het probleem dus eigenlijk niet. Het is niet omdat de PAS nog niet in regelgeving is gegoten dat vandaag alles kan, integendeel. Men moet zich er bovendien van bewust zijn dat de PAS zoals die is vastgesteld een beleidsdocument is en dat de erin opgenomen beleidsinzichten door de volledige Vlaamse Regering gedragen zijn. Het is dan ook vanzelfsprekend dat alle administraties in hun werking die beleidsinzichten uitdragen, weliswaar binnen het wettelijk kader.
Mijnheer Sintobin, wat de onzekerheid over het stikstofdecreet betreft waarvan u gewag maakt in uw vraag, wil ik nog wel het volgende zeggen. Het is zo dat de Vlaamse Regering heeft afgesproken om de techniek van het extern salderen en de variabele drempel bij de beoordeling van landbouwvergunningsaanvragen los te koppelen van het definitieve stikstofakkoord en dat in een MER-procedure te steken. Er zal worden bekeken wat de uitkomst is van dat MER en of dat verenigbaar is met het bereiken van de reductiedoelstellingen uit de PAS. Als dat zo is, des te beter. Dat moet echter nog blijken uit de procedure.
Ik weet niet of u de uitkomst kent, maar ik geloof dat we ook wat dat betreft de wetenschap moeten volgen, vooraleer we weer vergunningen verlenen die we niet mogen verlenen. Dit zal dus worden onderzocht in een nog op te maken MER. Als het resultaat van de MER-procedure uitwijst dat die twee elementen verenigbaar zijn met de reductiedoelstellingen uit de PAS, dan kunnen zij inderdaad worden opgenomen in het Stikstofdecreet. Zijn ze dat niet, dan is dat zo, heel simpel. Daarvoor moet je de MER-procedure echter wel afwachten, denk ik. Als het resultaat van de MER-procedure uitwijst dat ze daar niet mee te verenigen zijn, dan kan ik ook niet toveren. Dat snapt u toch ook. Die afspraak staat dus los van de Programmatische Aanpak Stikstof die in het Belgisch Staatsblad is verschenen, volgens het akkoord van de Vlaamse Regering.
De administratie is volop bezig met wat ze al kan doen. Ik denk dat dat ook goed is. Nogmaals, er is geen alternatief. Er zijn diegenen die beweren dat ze een ander voorstel hebben. Ondertussen zitten we al twee jaar met dat stikstofarrest. Ik heb nog niet veel voorstellen gehoord. De Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) heeft dit allemaal doorgerekend. De maatregelen zijn ook doorgerekend. Wij hebben geen andere keuze, tenzij u, als Vlaams Belanger, zou zeggen dat we dat of dit moeten doen. Neen, dit is het. Ik ben nog niet zo lang geleden in Nederland geweest. Zeker Nederland staat in vergelijking nog nergens. Wij hebben gekozen voor de weg van de minste weerstand, voor de minste sluitingen. U weet ook dat we niet alleen hiermee werken, dat we de stikstofuitstoot ook zullen verminderen via natuurherstel. Er gaat ook heel veel aandacht naar hydrologie, naar plaggen enzovoort. We doen dat ook omdat we daarmee de landbouw natuurlijk ook minder moeten lastigvallen.
De voorzitter
Tekstfragment nog niet beschikbaar.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Tekstfragment nog niet beschikbaar.
Ik wil nog dit vragen, minister: hebt u een tijdspad voor het ontwerp van decreet? Of zult u het over de verkiezingen tillen?
De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Minister, het stikstofakkoord is op 10 maart 2023 afgesloten. Ik stelde u, na dat akkoord, een vraag over het vervolgtraject. Collega’s houden hier een hele uiteenzetting over de publicatie in het Staatsblad, maar daarover gaat mijn vraag niet. Mijn vraag betreft vooral het vervolgtraject van het decreet. Er moet heel wat regelgeving worden omgezet, er moet een decreet komen, ministeriële en uitvoeringsbesluiten. Tot mijn grote verbazing kreeg ik deze week het antwoord dat u daar nog niet kon op antwoorden, dat het nog verder moest worden bekeken. Daaruit concludeer ik dat u, twee maanden na het akkoord, nog niet het pad kent waarlangs u tot een decreet of andere wetgevende initiatieven zult komen.
Hebt u er intussen al zicht op wanneer dat zal landen? Wanneer kunnen we hier een decreet verwachten?
Op dit moment is een ministeriële instructie van kracht die werd opgesteld op 2 mei 2021, met de daarbij horende richtsnoeren. Dat is de basis waarop vergunningen worden verleend. Is dat nog altijd zo? Het lijkt me logisch dat het wordt aangepast aan het nieuwe stikstofakkoord. Hoe komt het dat dat nog altijd niet op tafel ligt?
De voorzitter
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (cd&v)
Collega’s, we moeten klare en duidelijke taal spreken zodat er op het terrein zo weinig mogelijk mistoestanden of misverstanden ontstaan. Minister, blijf rustig, u hoeft geen grote ogen te trekken.
Ik heb u heel duidelijk horen stellen dat de Programmatische Aanpak Stikstof inderdaad werd gepubliceerd in het Staatsblad en dat dat proces is afgesloten voor de Vlaamse Regering maar dat de initiatieven rond het regelgevend kader dat hiervoor de nodige besluiten en decreten moet toeleveren, nog moeten worden genomen door dit Vlaamse Parlement en, eventueel, door de regering. Met andere woorden, de juridische gevolgtrekkingen uit de genomen maatregelen en de goedkeuring daarvan, zowel als het politieke proces in het parlement en in de regering, moeten nog worden doorlopen en worden, met andere woorden, niet automatisch van toepassing.
Ik moet toegeven dat ik me door de tweet vragen heb gesteld. Als wij als parlementsleden al vragen stellen wat er precies wordt bedoeld, dan kunnen we van de burgers niet verwachten dat zij zo’n tweet goed kunnen interpreteren. Het zou wijs zijn om iets meer duiding te geven dan enkel aan te geven dat alles juridisch verankerd is, want dat is niet zo. Daarbij gaat het ook over woordspelingen. De Programmatorische Aanpak Stikstof is verschillend van het stikstofakkoord. En er staat ‘het Stikstofakkoord’ is juridisch verankerd. De tweet gaat dus nog een stap verder. Ik wil u vragen om ervoor te zorgen dat iedereen dit hele dossier, dat al zo complex is, goed kan begrijpen. Communiceer erover met de nodige nuance en correctheid.
Ik ben u dankbaar, minister, dat u heel duidelijk hebt gesteld dat de nodige acties nog moeten worden ondernomen, besproken en gestemd, vooraleer ze een juridische uitvoering kunnen krijgen op het terrein.
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Misschien moet ik feitelijk blijven, en dat is denk ik conform met wat er is getweet. Is de PAS in het Belgisch Staatsblad verschenen, ja of nee? Het antwoord is ja. (Opmerkingen van Stefaan Sintobin)
Dank u, mijnheer Sintobin, u knikt. Dat is het punt. Dat is het punt van die tweets, niet meer, niet minder. (Opmerkingen van Stefaan Sintobin)
Als de PAS, het programma, gepubliceerd is in het Belgisch Staatsblad, betekent dat ook wel dat elke burger dat kan lezen. Uiteraard moeten daar nog een aantal uitvoeringsbesluiten, decreten worden beslist. Maar het programma op zich, zoals ook werd voorzien in het Natuurdecreet, is in het Belgisch Staatsblad verschenen.
Dat betekent inderdaad dat elke burger dat kan lezen, dat dat kenbaar is. Dat is nu eenmaal zo. Want waarom moet je het anders publiceren in het Belgisch Staatsblad? Dat mag u mij zeggen. Ik heb nog een opleiding rechten gekregen van professor Van Orshoven. Een van de eerste lessen was dat als een beslissing van de Vlaamse Regering niet in het Belgisch Staatsblad staat, dat ook niet kenbaar is. Dan weet de burger niets. Dus we hebben de procedure gevolgd, en die tweet is niets meer of minder. Niemand heeft gezegd dat het werk daarmee gedaan is, en dat we helemaal niets meer moeten doen. Neen, neen, het werk begint nog maar pas, of u dat nu graag hebt of niet.
Want ik weet dat u een tegenstander bent. U hebt liever dat het land op slot gaat, dat we geen vergunningen meer kunnen verlenen, dat we geen landbouwers uitkopen, u hebt liever dat we ze laten gaan. U weet ook dat stikstof – want daar zijn ook onderzoeken naar – ongezond is, want het gezondheidsaspect is onderbelicht in heel het dossier, want we hebben het vaak over natuur, maar het heeft ook een gezondheidsaspect. U bent daar een tegenstander van, dat mag. Dat is politiek gezien helemaal oké. Ik kan daar allemaal mee leven. Maar helaas heb ik geen keuze. Ik heb als minister geen keuze. Als minister heb je verantwoordelijkheid. Als minister moet je knopen doorhakken.
Ik had uiteraard liever gewild dat men deze knopen al tien of vijftien jaar geleden had doorgehakt. Maar de bom is ontploft in 2021. We hebben toen het stikstofarrest gehad. Dan kun je nog veel filosoferen en zeggen dat stikstof niet bestaat, en dat ik dat heb uitgevonden. Want ik hoor heel vaak dat ik stikstof heb uitgevonden. Dan denk ik – ongeacht of ik dat nu heb uitgevonden of niet, stel dat ik dat zou hebben uitgevonden, quod non, maar stel dat dat zo zou zijn – dat je dan nog altijd met een rechterlijke uitspraak zit. En ja, we leven in een rechtstaat. En ja, als een rechter zegt dat dat vergunningskader niet in orde is, dat dat niet wetenschappelijk is onderbouwd, dat daar geen rekening wordt gehouden met cumulatieve effecten, dan heb je als minister maar één keuze, en dat is dat dossier zo snel mogelijk oplossen. Want je zit met een uitspraak, je zit met een rechterlijke beslissing, en dat betekent ook dat je moet gaan handelen. Dus de belangrijkste horde is die programmatorische aanpak, de maatregelen die daar in zitten, en het is nu een kwestie van dat uit te voeren.
Mevrouw Schauvliege, wat het decreet betreft, het klopt dat we nu twee maanden later zijn. We zijn het decreet nu ook samen met de administraties aan het bekijken, want daar komt natuurlijk heel veel bij kijken. Het is denk ik een van de meest complexe decreten van de afgelopen jaren. Het heeft een beetje tijd gekost. Dat lijkt me ook wel logisch, fouten moeten we maximaal proberen te vermijden. Dus de komende weken zullen we het decreet verder afwerken zodat we dat ook naar de Vlaamse Regering kunnen brengen.
Wat het wetenschappelijk comité betreft, kan ik toch al meegeven dat die intussen een aantal maanden aan de slag zijn, en intussen vijf ingediende technieken ook aan het behandelen is. Dus dat loopt goed. Het zijn wetenschappers die daarnaar kijken, want ook daar, ik ben geen ingenieur. Ik vind dat we de fouten die ze in Nederland hebben gemaakt moeten vermijden. U weet dat ze in Nederland een aantal technieken hebben toegepast, waarvan achteraf bleek dat ze niet de nodige reducties met zich meebrachten. Dat is wel heel jammer natuurlijk, want die landbouwer heeft daarin geïnvesteerd. Die landbouwer heeft dat gekocht, met alle gevolgen van dien. Dus we zijn misschien voorzichtig. Dat comité is dus geïnstalleerd. De vijf ingediende technieken worden op dit moment behandeld.
Tot slot, ik heb gezegd dat we de laatste hand leggen aan het decreet, dat het complex is, maar in de loop van de komende weken zullen we daarmee naar de regering gaan. Het vergunningskader zit nog altijd in een ministeriële instructie. Maar ik ben van plan om met een omzendbrief naar de regering te gaan, met dat nieuw kader dat in de PAS staat.
Tot slot kan ik wel al meegeven dat onze medewerkers bij de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), bij de administratie, constant bijscholingen krijgen, dat zij ook open en positief communiceren. Dus ik aanvaard dan ook niet dat die mensen hun blazoen hier wordt besmeurd. Dat zijn ambtenaren, dat zijn medewerkers, en die voeren uit wat de politiek heeft beslist, dus ik aanvaard die toon niet.
De voorzitter
De heer Sintobin heeft het woord.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Minister, ik besmeur niemands blazoen. Ik vertolk gewoon wat we te horen krijgen op het terrein. Ik ben niet de enige die dit zegt, er zijn collega’s hier aanwezig die net hetzelfde verteld hebben in de commissie Landbouw. Het zal wel toevallig zijn, want niet iedereen hier is mijn beste vriend, dat we alle drie of alle vier hetzelfde komen vertellen. Ik heb daar niets bij te winnen.
Een van uw verdedigingstechnieken is dat u de schuld op het verleden schuift. Daar bedoelt u cd&v mee, u vernoemt ze net niet bij naam. U vergeet er altijd bij te zeggen dat u bijna onafgebroken in de Vlaamse Regering zit en ook niets gedaan hebt. Het was niet uw bevoegdheid, daar ben ik mee akkoord, maar er stond ook niets daarover in jullie verkiezingsprogramma. Altijd dat schieten op een andere meerderheidspartij, en nog erger – ik ben geen lid van BB en ik zal dat nooit worden – de manier waarop u communiceert met BB, vind ik heel erg voor een minister.
Wat boeren en jonge boeren betreft: tegen een vakorganisatie zeggen om het zelf te betalen omdat ze geld genoeg hebben, dat is toch geen manier van communiceren? Neen toch? Weet u wie er ook veel geld heeft? (Opmerkingen van minister Demir)
Het is een overeenkomst die gesloten is. Wat 3M betreft zegt u dat we de rechters moeten volgen, maar volgens uw voorzitter zijn het alleen de rechters van Oosterweel die activistisch zijn.
Wat de toekomst van landbouwers en landbouw betreft, weet u wie er ook veel geld heeft? Natuurpunt. Weet u hoeveel geld Natuurpunt geeft voor 1 hectare bij ons? Wat is de gemiddelde prijs van landbouwgrond in Vlaanderen? 70.000 euro ongeveer per hectare. Natuurpunt biedt 113.125 euro. Dan zijn we verwonderd dat jonge landbouwers naar het buienland gaan. Onlangs stond er nog een voorbeeld in de krant, een jong koppel dat naar Denemarken trok om daar hun passie verder te zetten. Ik begrijp dat wel, het land is groter en landbouwgrond kost daar 18.000 euro per hectare. In Frankrijk kost het 3000 tot 5000 euro per hectare. Natuurpunt en het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) doen niets anders dan landbouwgrond opkopen. (Opmerkingen van Stijn Bex)
Dat klopt wel. Er is een tijdje geleden landbouwgrond aan 113.000 euro per hectare verkocht in Lichtervelde. Ik kan u daar de bewijzen van tonen. Maar als u wilt dat de landbouw in Vlaanderen verdwijnt, doe gerust verder zoals u bezig bent.
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Ik kan tegen heel veel, maar als er fout wordt gecommuniceerd, dan moet dat verbeterd worden. Wat u zegt is nonsens. Natuurpunt koopt in Vlaanderen gemiddeld aan 40.000 euro per hectare.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Ik zal het bewijzen.
De voorzitter
De interpellatie is afgehandeld.