De voorzitter
De heer Pieters heeft het woord.
Leo Pieters (Vlaams Belang)
De wolvenpopulatie gedijt goed in Vlaanderen. Volgens een recent persbericht zouden er in Limburg opnieuw tien wolven rondlopen, al zijn er het volgens een nog recenter bericht toch een paar minder. Ook in West-Vlaanderen is nu voor het eerst in tweehonderd jaar opnieuw een wolf gespot. In onze buurlanden horen we eenzelfde verhaal van steeds maar toenemende wolvenpopulaties.
Het resultaat van dit alles is dat roedelgebieden waar jonge wolven zich kunnen vestigen in onze contreien, steeds schaarser worden. Het kan niet in redelijkheid worden betwist dat het risico op wolf-versus-mens/hond/veeconflicten onder deze omstandigheden steeds groter zal worden.
In Beieren heeft men dit risico erkend. De Beierse minister-president kondigde op 25 april 2023 de Bayerische Wolfsverordnung (BayWolfV) af. De verordening trad op 1 mei in werking en vormt in Beieren het wettelijk kader waarbij wolven, wanneer vangen geen oplossing biedt, in bepaalde omstandigheden afgeschoten kunnen worden.
De Vlaamse bevolking moet het echter nog steeds stellen met een Vlaams wolvenprotocol om zich afdoende beschermd te achten. Tal van situaties die in de Beierse wolvenverordening een afschot rechtvaardigen, worden in het Vlaamse wolvenprotocol nog steeds niet als problematisch beschouwd, met alle risico’s voor onze Vlaamse bevolking tot gevolg.
Is het, rekening houdend met de steeds maar stijgende wolvenpopulatie in het dichtbebouwde Vlaanderen, niet de hoogste tijd om ter vervanging van het bestaande Vlaamse wolvenprotocol een duidelijk en bindend regelgevend kader te voorzien dat gelijkaardig is aan de Beierse wolvenverordening?
De voorzitter
De heer Warnez heeft het woord.
Brecht Warnez (cd&v)
Minister, een kleine twee weken geleden ging er een kleine schokgolf door West-Vlaanderen: er was een wolf opgedoken in de Westhoek, die daarna Midden-West-Vlaanderen en later mijn eigenste Wingene aandeed. Dat was voor het eerst in tweehonderd jaar, spectaculair dus. De wolf werd geïdentificeerd als een mannetje en er zijn foto's van het dier gemaakt. Het vermoeden bestaat dat de wolf uit Frankrijk afkomstig is, wat ook logisch lijkt: als het dier vanuit Limburg was gekomen, dan zou het twee provincies doorkruist zijn, zonder dat iemand iets gezien zou hebben.
Dat een wolf heel wat schade kan aanrichten, weten we allemaal. Collega Tinne Rombouts heeft in deze commissie al meermaals gewezen op de problematiek en gevraagd naar concrete beleids- en beheermaatregelen.
In West-Vlaanderen heeft de wolf al heel wat losgemaakt. Zeker eigenaars van dieren zijn bezorgd. Er werd ook al onmiddellijk één dood schaap gemeld. Er zijn deskundigen langsgekomen die de gemoederen hebben proberen te bedaren. Ze benadrukten dat de Westhoek niet geschikt is als leefgebied voor wolven, maar ze sloten niet uit dat de wolf vaker zou opduiken.
Het vermoeden is dat de wolf nu in het Bulskampveld ligt, een prachtig bosrijk gebied in de gemeenten Oostkamp, Wingene, Beernem, Ruiselede en Aalter. Gisterenochtend werden in Aalter ook twee dode schapen gevonden. Het Agentschap Natuur en Bos (ANB) zegt dat het hoogstwaarschijnlijk over een wolvenaanval gaat. DNA-onderzoek moet uitsluitsel brengen. Het incident vond plaats dicht bij woningen, dus u zult begrijpen dat mensen hier ongerust door zijn.
Naar aanleiding van de waarneming van de zogenaamde Westhoekwolf heeft de Hubertus Vereniging Vlaanderen verzocht om de risicozone voor wolven uit te breiden naar heel Vlaanderen. Dit zou veehouders in staat stellen om een schadevergoeding te ontvangen in geval van wolvenschade.
Hoe kijkt u naar het opduiken van de wolf in de Westhoek? In welke mate acht u het mogelijk dat de wolf langer blijft dan enkele weken?
Hebt u al contact opgenomen met de lokale besturen om de burgers te ondersteunen en te voorzien van nodige informatie?
Bent u van oordeel dat de regio verder preventieve maatregelen moet nemen? Zo ja, hoe zult u hen ondersteunen?
Hoe kijkt u naar de vraag tot uitbreiden van de risicozone voor wolven naar heel Vlaanderen of specifiek naar de Westhoek/West-Vlaanderen?
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Het protocol probleemwolven is zodanig opgesteld dat wij kunnen ingrijpen indien dit nodig is. Wij geven ook correct invulling aan de richtlijnen zoals deze vanuit de Europese Commissie nog recentelijk aan alle lidstaten werden toegestuurd. Ik zie op dit ogenblik geen redenen om deze aanpak te wijzigen. Wij volgen de wolvenpopulatie nauwgezet op. Wij hebben ook contacten met onze buurregio’s om informatie uit te wisselen over wolven in de grensgebieden en over het lokaal wolvenbeleid dat in onze omringende landen en regio’s van toepassing is. Indien uit deze opvolging de noodzaak voortvloeit – dat bekijken we nu – tot een aanpassing van ons protocol of andere onderdelen van het beleid, dan zal ik dat uiteraard ook doen. Zoals u weet, wordt het wolvenbeleid mee opgevolgd door het Vlaams Wolvenplatform. Eventuele noden tot bijsturing of verfijning worden daar ook met alle betrokken actoren besproken.
Zoals al eerder vermeld, zijn wolven zeer mobiele dieren die tijdens hun zoektocht naar geschikt leefgebied overal kunnen terechtkomen. Een geschikt leefgebied voor een wolf moet voldoende grote rustgebieden hebben en de dichtheid aan wilde prooien moet voldoende hoog zijn. Deze voorwaarden zijn in de Westhoek niet vervuld. Het was dus zeer aannemelijk dat de wolf slechts een kortere periode in de regio zou blijven. Dat is intussen ook gebleken. De wolf kwam initieel vanuit Frankrijk. In ons sterk versnipperd landschap is het wel mogelijk dat een wolf zich letterlijk vastloopt tussen infrastructuren en daardoor langer in een ongeschikt gebied aanwezig is. Dit hebben we enkele jaren geleden ook in Vlaanderen reeds vastgesteld. Er werden twee of drie wolven aangereden.
Er is vanuit mijn diensten onmiddellijk contact genomen met de lokale besturen om hen te informeren over de aanwezigheid van de wolf en informatie te geven die zij ter beschikking konden stellen van hun inwoners. Daar was – terecht, denk ik – vraag naar.
Wolven kunnen in principe overal in Vlaanderen opduiken. Op dit ogenblik kunnen we niet spreken van een structureel verhoogde kans op aanwezigheid van een wolf in de Westhoek en het hieraan gerelateerd hoger risico op schade aan vee. Er is momenteel geen reden om in de regio structureel in te zetten op preventieve maatregelen. Zoals u weet, wordt de risicozone elke drie maanden geëvalueerd. Indien zou blijken dat er nood is aan een bijsturing van de risicozone, dan zal ik dat op basis van deze evaluaties beslissen.
De voorzitter
De heer Pieters heeft het woord.
Leo Pieters (Vlaams Belang)
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Bij de introductie van de wolf hebben we al gewaarschuwd. We hebben gevraagd om een heel strikte opvolging. Toen werd aangegeven dat dit niet zo’n vaart zou lopen. Ik heb aangegeven dat er roedels kunnen komen en dan worden het er meer. U sprak van maximum vier of vijf. In Limburg hebben we gezien dat een roedel tot tien en twaalf kan uitdeinen. Die moeten allemaal eten. Er is wel wat wild voorhanden, maar dat is seizoensgebonden. Volwassen everzwijnen pakken ze niet, het zijn altijd de biggetjes. Kleine reeën worden niet elke maand geboren. De wolven moeten het hele jaar door aan voeding geraken.
In de Duitse Bayerische Wolfsverordnung staan zaken die in ons protocol niet staan. Er is al aangegeven dat we ze niet tam moeten maken. Het blijven wilde beesten. In het Beierse protocol staat dat allemaal gespecifieerd. In Limburg zijn er intussen wat minder dan tien wolven, de jaarlingen zijn uit de roedel verdwenen, ze trekken naar andere oorden. In dit deel van Europa zitten de gebieden al vol met wolven. We moeten ons voorzien. Is het nog niet dit jaar, dan is het zeker volgend jaar. Het protocol kan nooit te vroeg worden aangepast. Op een moment wordt het te veel en daar moeten we ons op voorbereiden.
Zoals gezegd, de risicozone is vrij beperkt. Het gebied dat een wolf kan bestrijken, ook met de doortrekkende wolven, is vrij groot. We moeten beseffen dat het er steeds meer worden. We zitten op een kruispunt van Duitsland en Frankrijk. Er komen meer roedels en meer wolven in het algemeen. Ik wil u daarom vragen dat de risicozone snel wordt aangepast. Het is misschien niet meer vandaag, maar dan toch morgen dat er ergens een wolf in het wild rondloopt.
De voorzitter
De heer Warnez heeft het woord.
Brecht Warnez (cd&v)
Bedankt voor uw antwoord, minister.
Het eerste punt betrof de communicatie met de lokale besturen, maar ik denk dat ik dat toch moet ontkennen. Wij hebben bij onze gemeente geen communicatie gekregen terwijl het wel zinvol was geweest als er vanuit Vlaanderen een signaal naar de gemeenten was gekomen. Als er vogelgriep uitbreekt dan krijgen we een mooi tekstje dat we kunnen plaatsen, met wat informatie. (Opmerkingen van minister Zuhal Demir)
Ja, u knippert met de ogen, minister, maar als er een wolf rondloopt dan gaan mensen zich vragen stellen. De inwoners vragen zich af of ze hun kippen moeten binnenhouden, of het een gevaar is voor hun schapen. Het brengt iets teweeg bij mensen. Daarom zou het wel zinvol zijn om standaard communicatie te voorzien via de lokale besturen. Ik denk dat het niet zo onlogisch is om dat te doen.
Daarnaast spreekt u over de korte periode in de Westhoek. Dat klopt uiteraard, het is geen structurele aanwezigheid. Ondertussen gaat het over een kleine twee weken dat de wolf in Bulskampveld aanwezig is. Ik weet niet vanaf wanneer u over structurele aanwezigheid spreekt, want ik begrijp dat u eventuele structurele maatregelen daaraan koppelt, zoals het uitbreiden van de risicozone. Mijn vraag is dus: vanaf wanneer spreekt u over structurele aanwezigheid, en over structurele maatregelen, bij ons in de regio?
De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Dank u wel, collega’s, voor de vraag over de wolf. De wolf zit dus nu ook bij ons in de buurt. Het zou om een zwerver gaan, dus vermoedelijk zal het inderdaad niet over een structurele aanwezigheid gaan.
Minister, ik heb een vraag over een ander deel in Vlaanderen, waar er wel een structurele aanwezigheid is. Vorig jaar was er budget voorzien voor het plaatsen een ‘wolfproof fence’, maar dat was in november al op. Dit jaar is er een extra medewerker, die helpt en mensen advies geeft om hun veeweide veilig af te rasteren. Hoe staat het met het budget? Zal dat ook vroegtijdig op zijn, in november of nog vroeger? Blijkbaar gaat het heel hard en worden er heel wat meer aanvragen afgewerkt. Mijn vraag is dus: hoe staat het daar precies mee, en zal dat team verder het hele jaar door zinvol werk kunnen verzetten, zodanig dat alle aanvragen afgehandeld kunnen worden?
De voorzitter
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (cd&v)
Collega’s, ik wil me graag aansluiten bij deze vraagstelling, ook in opvolging van eerdere vragen, minister. Het feit dat de wolf zich in heel Vlaanderen zou kunnen verspreiden, dat hebben we hier in het verleden ook al besproken, en ook dat dit risico’s en bezorgdheden met zich meebrengt op het platteland. Ik hoop dat iedereen dit erkent en inziet.
Minister, u hebt altijd aangegeven dat het voor u belangrijk was om de wolven, en de manier waarop aanvallen gebeuren, goed en kordaat op te volgen en om die zaken ook heel transparant mee te delen. Ik stel nu wel vast dat op de website van ANB over de schadegevallen en de DNA-staalnames, er sinds januari geen uitslagen van staalnames meer kenbaar worden gemaakt. Ik wil u dus de vraag stellen of er een probleem is met die DNA-stalen en met de ontleding ervan, en waarom de uitslagen niet op de website van ANB zijn weergegeven. Vanaf januari 2023 zie ik daar geen resultaten meer van. Ik stel ook vast dat de laatste aangifte van een schadegeval op die website dateert van 6 mei. Ondertussen zijn we al een maand verder en we weten dat er ook andere schadegevallen hebben plaatsgevonden. Die staan ook niet meer op de website. Mijn vraag is: wat is hier het probleem, waarom wordt dat niet meer transparant weergegeven?
Ten tweede, minister, heb ik in het verleden al meermaals gevraagd om na te denken, in overleg met alle partners op het platteland, over een manier waarop we eventueel een alarmeringssysteem zouden kunnen installeren. Collega Warnez heeft er terecht op gewezen dat burgers schrik hebben en zich vragen stellen hoe ze daarmee om moeten gaan, zeker in gebieden waar wolven voor het eerst komen of maar af en toe door trekken. Het is belangrijk dat burgers weten op welke manier ze kunnen handelen of welke extra voorzorgen ze kunnen nemen voor hun gedomesticeerde dieren die de nacht buiten doorbrengen. Minister, u hebt net aangegeven dat de diensten meldingen systematisch doorgeven aan de lokale besturen. Collega Warnez gaf aan dat dit in West-Vlaanderen niet gebeurd is, en ik moet vaststellen dat het ook in de provincie Antwerpen niet gebeurd is.
Wolf Emma loopt al geruime tijd rond in de regio van Brecht en Wuustwezel. Ik heb daarvan al signalen doorgekregen voordat de lokale bestuurders daarvan op de hoogte zijn gebracht. Zij worden niet op de hoogte gebracht. Ik heb nu gezien dat er een Facebookbericht was van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) op 29 maart, terwijl we weten dat de wolf daar al langer rondliep.
Ik wil toch nog eens extra aandacht vragen, minister, om de communicatie en doorseining accurater te doen. Ik stel dus opnieuw mijn vraag: kunnen we nadenken over een alarmeringssysteem? Ik weet dat er dan de bezorgdheid is dat als we burgers alarmeren we het risico lopen dat mensen de wolf graag opsporen en willen fotograferen, en dat we dan een zoektocht organiseren naar die wolf. Ik hoop dat mensen die het dier een groot hart toedragen en graag willen ‘spotten’ dan ook het nodige verstand gebruiken om dat net niet te doen. Maar we moeten burgers tenminste de kans geven om hun dieren te beschermen, en daarom werk maken van een alarmeringssysteem.
Wat de risicozone en de schutkring betreft, wil ik nog iets toevoegen aan de vraag naar afbakening. Ik heb begrepen dat er eerst een groot hoefdier gedood moet zijn, voor men overstapt op een schutkring. Bij dezen wil ik vragen, als men de risicozones elke drie maanden evalueert, of het dan niet verstandig is om die evaluatie en de schutkring meer op elkaar af te stemmen. Het zal uw dier maar zijn dat als eerste wordt afgeslacht. Ik denk dat we het leed beter vermijden door de schutkring en de risicozone samen te leggen. Gaat u daarover verder het overleg aan binnen de regering?
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Mijnheer Warnez, onze dienst had Poperinge inderdaad gecontacteerd met alle informatie. Uw gemeente ligt wat verder, dus die was niet gecontacteerd, maar ik zal aan de diensten vragen dat ze in het vervolg alle gemeenten afbellen. Mij niet gelaten, mannen. Ik wil dat allemaal doen. (Opmerkingen van Brecht Warnez)
Hoe zegt u? (Opmerkingen van Brecht Warnez)
Ja, oké, dat kan. Poperinge is dus wel opgebeld door onze diensten. Maar ik zal de diensten vragen om dan ineens iedereen op te bellen. Misschien moeten we een algemene infosessie houden voor alle Vlaamse gemeenten. Ik ga ervan uit dat alle lokale besturen zich dan wel zullen inschrijven en zullen luisteren naar wat ze moeten doen als er een wolf in de buurt is. Goede tip!
Mijnheer Pieters, wat de roedels betreft: op dit moment zijn er in Limburg twee volwassen wolven, twee of drie jongen van vorig jaar en daarnaast nog een aantal welpen, waarvan er wel een aantal gestorven zijn. Daarnaast zwerft er een wolf rond in West-Vlaanderen. Die wolf duikt vandaag in Aalter op.
Het aantal roedels is sinds de terugkeer van de wolf niet verder gegroeid: er is nog steeds maar één wolvenroedel, in Limburg, met vier à vijf volwassen wolven dus. De jongen vertrekken ook weer komende winter. We hebben nog geen zicht op de grootte van de worp van dit jaar. De zwervende wolf zal naar alle waarschijnlijk ook weer vertrekken.
Zoals gezegd wordt de risicozone elke drie maanden geüpdatet en de betrokken gemeenten worden daarvan meteen verwittigd. En ik zal dus aan de diensten vragen om voor alle lokale besturen een infosessie te geven over wat ze moeten doen als er een wolf in de buurt is.
Als de wolf zou opduiken in Wingene, zal het gemeentebestuur op de hoogte worden gebracht. Dat is in dezen dus niet gebeurd.
De budgetten voor wolfproof omheiningen worden aangezuiverd als die onvoldoende blijken. Alle aanvragen worden afgehandeld en van financiering voorzien. Ook het team dat burgers helpt, werd samen met de provincie Limburg uitgebreid. In Limburg loopt dat op dit moment ook goed, vind ik. Dat blijkt onder andere uit de samenwerking met de gemeente Oudsbergen, waar we binnenkort ook een infomoment organiseren.
De staalnames worden geclusterd aan de labo’s bezorgd. In deze periode zijn er minder staalnames, waardoor de cluster trager wordt opgevuld. Zodra de resultaten er zijn, worden die ook vrijgegeven. Als we het met kleinere clusters moeten doen, zal het ook meer kosten, maar ik wil dat zeker bekijken.
Tot slot, we hebben ook het protocol rond probleemwolven. Zoals ik altijd heb gezegd, zal ik geen enkel risico nemen als er een probleemwolf is, jamais.
Ik ga wel eens nakijken of minister Weyts ook vragen krijgt over honden die schapen bijten of doden. Ik weet niet hoeveel schapen er door honden gebeten worden, maar ik denk dat dat net iets vaker gebeurt. Ik ga toch eens nagaan of de terechte bezorgdheid van de parlementsleden hier – ik begrijp die bezorgdheid –, zich ook doortrekt. Telkens als ik lees hoeveel kinderen, volwassenen, en in het algemeen ook dieren, gebeten worden door honden, denk ik, nu gaat er een actuadebat over komen, maar dan volgt dat nooit. (Opmerkingen van Tinne Rombouts)
Ik ga dat eens nagaan. Ik houd zelf bij hoeveel vragen ik krijg over de wolf – heel boeiend altijd –, dus ik ga eens navragen hoeveel vragen collega Weyts krijgt.
De voorzitter
De heer Pieters heeft het woord.
Leo Pieters (Vlaams Belang)
Minister, ik ben niet echt tevreden met uw antwoord. Uw Vlaams wolvenprotocol is volgens u voldoende om de Vlaamse bevolking te beschermen. Wolven die overdag of ’s nachts stads- of dorpskernen bezoeken, vormen geen probleem. Wolven die niet meteen wegvluchten bij contact met mensen maar die blijven observeren, zijn volgens het protocol evenmin problematisch. Er zijn tal van zaken die wel in de Bayerische Wolfsverordnung aanwezig zijn en bij ons niet.
U geeft aan dat er drie jaarlingen zijn, twee volwassenen, maar ook vijf of meer pups, daar heb ik gisterenavond nog een filmpje van gezien. De jaarlingen verdwijnen blijkbaar, maar het is niet zo dat ze een uitzettingsbevel krijgen. Ze gaan niet zomaar direct naar Duitsland, Frankrijk of Nederland. Die blijven hier rondzwerven en gaan hier en daar ook wel een partner vinden en roedels vormen.
Als een hond agressief is en aanvalt, wordt hij geliquideerd. Bij een wolf is men daarvoor strafbaar. Dat is een grondig verschil. Wij vragen en eisen dat u de risicozone uitbreidt. Het is niet zo dat de middelen die uitgeput raken, worden aangevuld, maar ook de kring waarin dat gebeurt moet ruimer gezet worden en uitgebreid voor heel Vlaanderen.
De voorzitter
De heer Warnez heeft het woord.
Brecht Warnez (cd&v)
Minister, ik begrijp dat u de streek niet zo goed kent, maar ik vind het absurd dat u wat lacherig doet over het feit dat als Poperinge geïnformeerd wordt, dat de rest van West-Vlaanderen dan ook maar moet weten wat daar gezegd is. De wolf zit vandaag in het landschapspark Bulskampveld. Dat is een prachtig natuurgebied. U bent altijd welkom, ik wil daar gerust eens met u gaan wandelen. Het gebied loopt over vijf gemeenten. De wolf is daar nu elf dagen. Ik vind het logisch en ik vind dat u dat ook logisch zou moeten vinden, dat er vanuit Vlaanderen een communicatie komt. Ik begrijp dat dat nu niet gebeurd is, ik had graag gehad dat u zei dat u dat in de toekomst structureel zou opnemen. Ik communiceer gewoon met die gemeenten over wat ze intussen doen. Ik merk dat andere diensten van de Vlaamse overheid dat wel kunnen, als dat in dezen niet kan, vind ik dat raar. Ik denk dat u niet helemaal begrijpt dat als de wolf een keer passeert in Wingene, Beernem, Aalter, Oostkamp of Ruiselede, dat de mensen daar wakker van liggen en ongerust zijn. (Opmerkingen van minister Zuhal Demir)
Als we hier niet meer met de zorgen van de mensen bezig zijn, waarmee dan wel?
De voorzitter
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.