De voorzitter
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
Collega’s, minister, de beheersovereenkomsten krijgen een belangrijke rol toebedeeld voor het behoud en beheer van de biodiversiteit in de landbouw. In het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) van de Europese Unie is dat een heel belangrijke aangelegenheid binnen Landbouw, maar natuurlijk ook binnen Leefmilieu.
Ik heb in het verleden trouwens al vragen gesteld over beheersovereenkomsten, in welke mate er daar controles op gebeuren, en in welke mate landbouwers zich ook houden aan de afgesproken voorwaarden. Er is nu een bevraging gebeurd in vijf Europese regio’s, zij het online. In totaal hebben er 890 landbouwers en jagers geantwoord in het kader van het Europese PARTRIDGE-project (Protecting the Area’s Resources Through Researched Innovative Demonstration of Good Examples). Ook Belgische landbouwers konden deelnemen aan de bevraging.
Uit de bevraging blijkt dat meer dan de helft van de ondervraagde landbouwers heeft deelgenomen aan die beheersovereenkomsten, maar dat ze toch nog wat knelpunten vaststellen. Ik moet zeggen: de knelpunten die ze opsommen, verbazen mij niet. Daarvoor moest er eigenlijk geen bevraging gebeuren. Dat zijn eigenlijk de traditionele standpunten die we lezen van landbouworganisaties.
Landbouwers vinden bijvoorbeeld dat er een minder rigide benadering van beheersovereenkomsten zou moeten zijn. Ze vragen een hogere vergoeding. De meeste landbouwers geven aan dat ze zich zorgen maken over rechtszekerheid. De situatie die door de beheersovereenkomst op het terrein wordt geschapen, zou kunnen leiden tot een wettelijke bescherming, wat niet zonder gevolgen kan zijn voor een bedrijfsvoering. Ze geven ook aan dat ze mee vragende partij zijn voor meer zelfcontrole, in plaats van inspecties.
Zoals ik al zei, zijn die beheersovereenkomsten een belangrijk instrument voor het behoud en verbetering van de biodiversiteit op landbouwgronden. De resultaten van deze bevraging kunnen ertoe bijdragen dat ze talrijker en doeltreffender kunnen worden ingezet om zo tot betere resultaten te komen.
Mijn vragen, minister, zijn de volgende. Hoe beoordeelt u de resultaten van deze bevraging, en in welke conclusies kunt u zich vinden en in welke niet? Zult u uw beleid aanpassen in functie van deze resultaten? De landbouwers willen vooral meer flexibiliteit. Ik zei al in mijn vraagstelling dat dat niets nieuws is. Hoe denkt u dat in te vullen?
Globaal spreken de landbouwers van een gemiddelde verhoging tussen 18 en 29 procent. Wat is uw standpunt hierover? Bent u van plan de bedragen aan te passen? In welke mate vindt u een beheersovereenkomst een middel om te zorgen voor een meer stimulerend biodiversiteitsbeleid? Zou het niet goed zijn om de landbouwers en de natuurverenigingen nauwer te betrekken bij het beleid qua beheer van inkomsten, door te werken via pilootprojecten?
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Dank u wel, collega Vandenhove. De resultaten van het project zijn erg waardevol. Zij ondersteunen ook de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) om de beheersovereenkomsten verder te verfijnen, en ze zo ook breder en tegelijkertijd gerichter ingang te doen vinden bij landbouwers. Op een aantal conclusies is nu ook al ingespeeld met het besluit van de Vlaamse Regering dat we in mei definitief hebben goedgekeurd. Een en ander wordt natuurlijk nog verwerkt.
Wat werkende oplossingen voor afwijkingen van de beheervoorwaarden in de beheersovereenkomst betreft, kan ik u meedelen dat die aanpak bij onder meer de aanwezigheid van broedgevallen en uitzonderlijke weersomstandigheden duidelijker en flexibeler is uitgewerkt in het besluit. Zo kunnen de landbouwers en de VLM ook sneller ingaan en inspelen op zulke situaties, en heb je natuurlijk ook wel die flexibiliteit nodig, zonder in te boeten op de biodiversiteitsdoelen.
Ook het belang van de VLM-bedrijfsplanners wordt nogmaals benadrukt met het project. Praktisch advies met uitleg over alle mogelijke opties en de financiële implicaties is essentieel. Dat blijkt ook uit het project. Dat onderschrijf ik ook volledig. Onze VLM-bedrijfsplanners spelen ook een cruciale rol in het overtuigen van landbouwers om deel te nemen net door heel praktisch advies te geven en geen hele boeken daarover te schrijven.
Daarnaast garanderen we ook dat een beheersovereenkomst na afloop van het contract omkeerbaar is en dat de rechtszekerheid dus ook is gewaarborgd. Vrijwilligheid mag niet afgestraft worden. Ik vind dat ook belangrijk. Omdat we die bezorgdheid toch verder ter harte willen nemen, kan ik u meedelen dat ik mijn administratie momenteel door een onafhankelijk wetenschappelijk consortium ook laat kijken naar de mogelijkheid of nieuwe natuur gecreëerd door landbouwers in agrarisch gebied een juridisch statuut kan krijgen, anders dan de huidige beschermingsregeling. Ook wordt er nagegaan hoe andere, met Vlaanderen vergelijkbare regio’s omgaan met dit thema. De resultaten hiervan verwacht ik ook tegen het eind van het jaar.
Dan was er de vraag of ik het beleid wil aanpassen in functie van deze resultaten. Ja dus, zoals ik reeds heb geantwoord. Inderdaad, de landbouwers willen vooral meer flexibiliteit. Ik denk dat ik ook heb beantwoord hoe we dat gaan doen. Het is natuurlijk het bereiken van een evenwicht tussen bedrijfsinpasbaarheid en flexibiliteit aan de ene kant, en ook de effectiviteit van de maatregelen aan de andere kant. Zo streven we ernaar om de beheersovereenkomsten flexibeler te maken, aangepast aan bijvoorbeeld ook weersomstandigheden, maar dan ook zonder in te boeten op de ecologische effectiviteit.
Wat uw laatste vraag betreft, in het kader van het GLB zijn de vergoedingen van de beheersovereenkomsten in Vlaanderen herbekeken, wat neerkomt op een aanzienlijke verhoging. Het is wel zo dat de stijgende graanprijzen de vergoedingen van de beheersovereenkomsten en hun concurrentieel vermogen onder druk zetten. Daartegenover staat dat graanprijzen erg volatiel zijn, terwijl de vergoedingen van de beheersovereenkomsten vastliggen. Dus gedurende de volledige looptijd van het contract is de landbouwer zeker van zijn vergoeding, wat van de prijzen van landbouwers niet altijd kan worden gezegd, met al die schommelingen. Dus een beheersovereenkomst is altijd wel een interessante keuze, denk ik.
De beheersovereenkomsten vormen ook een cruciaal onderdeel van een stimulerend biodiversiteitsbeleid in landbouwgebied en de uitvoering van de soortenbeschermingsprogramma’s akker- en weidevogels. Het klopt dat dit alleen werkt als binnen de gebieden waar die soorten nog voorkomen, voldoende landbouwers deelnemen die effectieve maatregelen uitvoeren. Daarom is dat evenwicht tussen ecologische effectiviteit, bedrijfsinpasbaarheid en een billijke vergoeding zo belangrijk, maar zijn ook projecten zoals PARTRIDGE zo waardevol. De resultaten van het project leveren inzichten om daaraan te kunnen blijven werken. Zo tonen ze aan dat onder meer een transparante communicatie, praktisch advies, een beperkte administratieve last, werkende oplossingen en eenvoudige instapmaatregelen als de beheersovereenkomst als handvatten gezien kunnen worden om landbouwers beheersovereenkomsten te doen sluiten.
Landbouw- en natuurorganisaties worden al nauw betrokken bij het beleid van de beheersovereenkomsten. Zo is er regelmatig overleg met alle actoren, zowel in Brussel als op het terrein. Ook houden de VLM-bedrijfsplanners de vinger aan de pols in hun gesprekken met de landbouwers bij het sluiten van beheersovereenkomsten. Die informatie is van grote waarde bij het uitwerken van het beleid rond beheersovereenkomsten.
De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
Minister, ik dank u voor het antwoord. Het is duidelijk dat u de nodige conclusies trekt uit deze bevraging.
Ik heb nog een bijkomende vraag. De landbouwers vragen minder controle en willen meer zelf reguleren. Minister, wat denkt u daar zelf over? Persoonlijk ben ik het daar niet mee eens omdat alle cijfers tot nu toe aantonen dat het toch niet slecht is dat ook op dit vlak de nodige controles blijven gebeuren.
De voorzitter
De heer De Roo heeft het woord.
Stijn De Roo (cd&v)
Minister, ik dank u voor uw antwoord op deze interessante vraag van de collega.
Beheersovereenkomsten zijn lang een goed vrijwillig instrument geweest dat aan een aantal voordelen op het vlak van ecologie en natuur tegemoet kon komen. Een correcte vergoeding is daarbij altijd noodzakelijk geweest zodat de afweging goed kan worden gemaakt binnen een bedrijfsplan.
Minister, u hebt in uw antwoord verwezen naar een statuut voor natuur en agrarisch gebied. Ik had daar nog een aantal vragen bij. Bedoelt u specifiek een statuut rond tijdelijke natuur? Hangt het vast aan de beheersovereenkomst of ziet u het er los van? Wanneer zou dat er kunnen zijn? Welke stappen zouden er nog kunnen worden gezet? Het zou goed zijn als er zo'n statuut zou kunnen komen, want een van de voornaamste opmerkingen en vrees bij heel wat landbouwers is dat, op het moment dat zij bijdragen aan het realiseren van natuurwaarden, van broedplaatsen voor weidebroeders, zij dit als een boemerang in hun gezicht krijgen als die natuur moet worden behouden. Ze willen meewerken aan de tijdelijkheid maar er niet permanent in hun bedrijfssysteem rekening mee moeten houden. Kunt u hierover iets meer uitleg geven?
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Ik wil eerst en vooral mijn grote dank uitspreken aan de vele landbouwers die gebruikmaken van de beheersovereenkomsten. We zien dat het meer en meer wordt gebruikt, wat op zich heel goed is. Ik vind het een goed instrument.
Wat uit het project rond PARTRIDGE naar voren is gekomen, is dat er een zekere flexibiliteit moet zijn door weersomstandigheden of de aanwezigheid van broedgevallen. Ik kan dat begrijpen. Ik vind dat we daar oren naar moeten hebben, zonder natuurlijk aan de biodiversiteit te raken. Het is belangrijk – en dat blijven onze mensen ook doen, collega Vandenhove – om dat te controleren. We geven er ook financiële middelen voor. Controle en overleg met de bedrijfsplanners is belangrijk om zo tot de juiste oplossingen te komen bij calamiteiten.
Collega De Roo, we moeten inderdaad die agrarische natuur bekijken, als ik het zo mag noemen. Ik zie dat de landbouwers er meer en meer voor openstaan en er zorg voor dragen, maar ze hebben dan ook een terechte bezorgdheid. Vandaar dat we moeten bekijken hoe we die agrarische natuur en de landbouwbedrijfsvoering maximaal kunnen combineren om op dat gebied ook de natuur vooruit te helpen zonder dat de landbouwers schrik krijgen van de natuur. Het is ook goed voor hun grond.
Vandaar dat we het gesprek aangaan, eerst met de organisaties. De VLM is samen met het ANB aan het bekijken wat we kunnen doen om dit te bevorderen. Ik ken de bezorgdheid op het terrein en ik wil ook niet dat het hen ontmoedigt. Vandaar dat we onderzoeken wat een mogelijk voorstel zou kunnen zijn.
De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
Minister, ik denk inderdaad dat die beheersovereenkomst een heel goed middel is om zoveel mogelijk landbouwers te overtuigen om mee te werken aan de biodiversiteit. Er komen effectief een aantal positieve aanbevelingen uit dat onderzoek. Het is goed dat u deze implementeert, wat u ook hebt geantwoord.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.