Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 07 jul 2023 14:46 

Vragen ivm de opkoopregeling voor varkens 2987


over de opkoopregeling voor varkens
van Stefaan Sintobin aan minister Jo Brouns

Vraag om uitleg over de resultaten van de uitkoopregeling voor varkensboeren
van Sofie Joosen aan minister Jo Brouns

De voorzitter

De heer Sintobin heeft het woord.

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

Deze vraag is natuurlijk al een beetje gedateerd want ik heb ze een aantal weken geleden ingediend. Ondertussen is er toch al een pak informatie bij gekomen. Daar zult u het straks wel over hebben, minister.

Aanvankelijk was de sluiting van de deadline voor de varkensopkoopregeling vastgelegd op 17 juni. Volgens de cijfers die ik ingezien heb, was de interesse niet zo bijzonder groot. Nochtans zei minister Demir enkele weken geleden in een commissie dat er veel interesse was voor die opkoopregeling maar dat blijkt niet uit de laatste cijfers.

Experts voeren de lage vergoedingen, de beperkende voorwaarden en de goede conjunctuur in de varkenshouderij aan als oorzaken van de lauwe interesse. Ondertussen werd de deadline volgens mij verschoven en zijn er ook een aantal extra criteria toegevoegd waardoor meer varkensbedrijven aanspraak zouden kunnen maken op de opkoopregeling, maar toch is het niet het succes dat iedereen verwacht had. Ik word ook niet warm van die opkoopregeling, minister. U hebt zelfs gesteld dat de vergoeding die de mensen krijgen “achterhaald” was.

Ik heb een aantal vragen voor u, minister.

Minister Demir sprak in de commissie Omgeving van 6 juni van een succes. Wat is uw visie op de stand van zaken inzake deze opkoopregeling?

Wat is nu het uiteindelijke resultaat?

Over hoeveel varkens spreken we? Want we spreken altijd in termen van varkensbedrijven, maar ik denk dat we eigenlijk moeten spreken in termen van het aantal varkens want je hebt natuurlijk kleine bedrijven en grote bedrijven.

Wat zijn volgens u de redenen waarom deze opkoopregeling geen succes is? Ik heb er zelf al enkele opgesomd en u hebt er ook al op gewezen in verschillende interviews maar het is niet slecht dat dat hier in deze commissie nog eens herhaald wordt.

Welke impact heeft dit tegenvallend resultaat op het geheel van maatregelen inzake stikstoftoestanden?

Welke extra maatregelen kan men nog nemen om die opkoopregeling toch tot een succes te maken? Moet de scope verbreed worden? Er was ook een hele discussie over de stallen en het feit dat mensen geen andere landbouwactiviteit meer mogen uitoefenen wanneer ze zich laten opkopen. Ik weet niet wie dat bedacht heeft, maar het zij zo.

Wat bedoelt u eigenlijk met de uitspraak dat de vergoeding “achterhaald” is? Bedoelt u daarmee – want nu is hiervoor 200 miljoen euro uitgetrokken – dat, wanneer men de scope verbreedt, men ook meer budget op tafel zal moeten leggen? Ik veronderstel dat u bedoelt dat de mensen te weinig krijgen.

De voorzitter

Mevrouw Joosen heeft het woord.

Sofie Joosen (N-VA)

Zoals de collega zonet aanhaalde, is deze vraag ondertussen een beetje gedateerd. Ik zal daarom een aantal kleine zaken toevoegen.

Minister, de inschrijvingstermijn van de uitkoopregeling voor varkensboeren is voorbij. Na een maand stond de teller bij de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) slechts op achttien ingediende dossiers. Twee weken later, half mei, waren dat er 53. Er werd toen gezegd dat heel wat boeren nog bezig waren met hun berekeningen en het samenstellen van hun dossier. De deadline werd daarom verlengd tot 17 juni. Een week voor afsluiten stond de teller op 120 ingediende dossiers. Uiteindelijk zouden we – ik zeg wel “zouden” en ik verneem straks graag meer – gestrand zijn op 236 dossiers, goed voor zo’n 300.000 varkens.

De interesse bij de boeren om extra geïnformeerd te worden was er zeker. Midden maart nog tekenden maar liefst 350 boeren present op een webinar rond de uitkoopregeling, georganiseerd door BB en boekhoudkantoor SBB.

In totaal werden 982 varkensbedrijven met een impactscore hoger dan 0,5 procent aangeschreven door de VLM. Ook bedrijven die niet werden gecontacteerd konden zich kandidaat stellen wanneer ze vermoedden dat ze in aanmerking zouden komen en dit op basis van een eigen impactscorebereking.

Voor deze uitkoopregeling werd door de Vlaamse Regering 200 miljoen euro voorzien. Als we de voorgenomen reductie van de varkensstapel met 30 procent willen halen en we het stikstofbad willen laten leeglopen, zullen er ruw geschat toch enkele honderden bedrijven hun activiteiten moeten stopzetten. Als we deze doelen willen halen, moet er uiteraard nagedacht worden over oplossingen maar dat hebben jullie ondertussen ongetwijfeld al gedaan.

Zowel minister Demir als uzelf lieten verstaan dat de mogelijkheid bestaat om de voorwaarden om gebruik te maken van de uitkoopregeling aan te passen. Ondertussen zou er beslist zijn om dat ook effectief te doen en om in het najaar een nieuwe oproep te lanceren waarbij de impactscore lager gezet wordt.

Rekening houdend met die actuele informatie heb ik de volgende vragen voor u, minister.

Bent u tevreden met het resultaat van de uitkoopregeling? Wat zijn volgens u de redenen van dit resultaat?

Hoeveel van de voorziene 200 miljoen euro zal besteed zijn als alle ingediende dossiers zouden worden goedgekeurd?

Wat verwacht u van de uitkoopregeling die in het najaar aangeboden zal worden? Welke oplossing ziet u om nog meer boeren te laten intekenen?

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Collega’s, ik herinner me dat een tijdje geleden de belangenorganisaties het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) en BB in deze commissie een plan kwamen voorstellen, waarvan de opkoopregeling een onderdeel was, om te komen tot een nog duurzamere toekomst voor die Vlaamse varkenshouderij. Als ondernemers zich genoodzaakt voelen om voortijdig te stoppen met hun bedrijvigheid, spreek ik liever niet in termen van een ‘succes’. Ik denk dat iedereen die de landbouw een warm hart toedraagt – en dat is iedereen in deze commissie – het niet warm krijgt van een opkoopregeling, want dan weten we allemaal dat het niet goed gaat in de varkenshouderij. Ik denk dus dat die toekomst en het voorbereiden van die toekomst volledig onze verantwoordelijkheid is en die van de sector en dat dat minstens zo belangrijk, zo niet veel belangrijker, is dan opkoopregelingen.

Om die vrijwillige stopzettingsregeling te kunnen beoordelen, is het aantal potentiële geïnteresseerden dat zich kenbaar maakt natuurlijk een vertrekpunt. Ik denk dat het er uiteindelijk tussen de 170 en 180 waren. Op basis van het huidige kader was er een potentieel van 870, denk ik. Ik zeg dat allemaal uit het hoofd, deze cijfers zijn misschien niet heel exact maar de grootteorde klopt wel. Op basis van het kader dat afgelopen is, was er een potentieel van achthonderd tot negenhonderd varkenshouders en er hebben er zich een 170-tal aangemeld. Of dat effectief leidt tot een uitkoop bij hen, zal de komende maanden moeten blijken. Het finale resultaat zal bepaald worden door de diensten van collega Demir.

Een ondernemer die beslist om zich kandidaat te stellen om zijn bedrijf voortijdig te beëindigen, gaat daarbij uiteraard niet over één nacht ijs. Dat is een zeer ingrijpend gebeuren. Ik ken er persoonlijk een aantal – een daarvan heeft nu ingetekend, de andere niet – die wat twijfelden, gedeeltelijk ook door de gewijzigde marktomstandigheden. Maar het is een heel individuele keuze. Het gaat vaak niet alleen over het financiële aspect maar ook over het emotionele. Als je van generatie op generatie hebt mogen boeren in die sector, is het iets zeer ingrijpends om die keuze te maken om echt tabula rasa te maken op je terrein, want buiten je woning moet alles dan weg. Dat zijn toch keuzes die zeer ingrijpend zijn.

De factoren die daarin meespelen zijn dan ook uiterst divers. Welk toekomstperspectief ziet de varkenshouder voor zichzelf of voor zijn opvolgers? Is men bijvoorbeeld op een leeftijd waarbij men sowieso binnen een aantal jaren zou stoppen, zonder opvolger, en verkiest men om tot dan door te gaan of niet? Kan men überhaupt de varkensactiviteit staken, gelet op de financiële engagementen die men is aangegaan? Dat is iets dat toch ook niet uit het oog verloren mag worden: de facturen die nog betaald moeten worden en leningen die nog afgelost moeten worden.

Ook zonder die vrijwillige overheidsregeling zien we dat de Belgische varkensstapel vermindert. In mijn eigen omgeving zie ik ook het aantal varkenshouderijen dalen. Daardoor daalt natuurlijk ook de Belgische zelfvoorzieningsgraad voor varkensvlees. Die daling is al enkele jaren geleden ingezet. Als we over de grenzen heen kijken, voorspelt de commissie op Europees niveau een daling van de varkensvleesproductie in de periode 2021-2031, terwijl gelijktijdig de bevolking zowel in Vlaanderen, België, Europa als mondiaal blijft stijgen.

We zitten vandaag dus in een situatie met een dalend voedselaanbod en een stijgende voedselvraag, wat voor de ‘blijvers’ een gunstig marktperspectief kan bieden. Op dit ogenblik zijn de prijzen ook goed, zeer goed zelfs wat de biggenprijzen betreft. Ook de prijs van het varkensvlees op zich is, in vergelijking met een of twee jaar geleden, bijzonder goed.

Tot slot, wat zeker ook meespeelt, is hoe men het overheidsaanbod tot stopzetting inhoudelijk beoordeelt, zowel financieel als op het vlak van de bindende voorwaarden die gekoppeld zijn aan een deelname aan de regeling. Er zijn ongetwijfeld varkenshouders die het overheidsaanbod op financieel vlak ontoereikend vinden en/of de verplichtingen die vasthangen aan een deelname aan de regeling te verregaand achten in hun specifieke situatie. Er zijn de bedragen: 40 euro voor de afbraak van de stal, 8 euro voor de erfverharding en dan verschillende bedragen afhankelijk van de soort varkens. 

De Vlaamse Regering heeft op 16 juni principieel een besluit goedgekeurd waardoor een bijkomende oproep mogelijk wordt en de drempel verlaagd wordt. Oorspronkelijk moest je impactscore hoger dan 0,5 procent zijn om te kunnen deelnemen aan de eerste oproep. Die hebben we nu laten zakken tot 0,025 procent, waardoor het potentieel verhoogd werd tot zo’n drieduizend varkenshouders, naar ik begreep. Dat zorgt ervoor dat de kans reëel is dat er de komende maanden veel meer dan die 170 varkenshouders een aanvraag zullen indienen. We weten allemaal dat het leeuwendeel van de varkenshouders zich in West-Vlaanderen bevindt en dat daar heel wat bedrijven zijn met impactscores onder die 0,5 procent. De kans lijkt me dus meer dan reëel dat we door die aanpassing een grotere groep varkenshouders zullen bereiken die wel zullen instappen in deze regeling om allerlei redenen.

Er werd gevraagd wat ik bedoelde met de uitspraak dat de vergoeding “achterhaald” is. Ik denk dat in tijden van een goede conjunctuur – de hoge varkensprijzen waarnaar ik al verwees – potentiële deelnemers dat aanbod tot stopzetting als ontoereikend beschouwen. Het is een heel andere context om dergelijke keuzes te maken op het ogenblik dat de prijzen goed tot echt wel heel goed zijn. Ik heb begrepen dat men 90 tot 100 euro kan krijgen voor een big, terwijl die prijs anderhalf jaar geleden nog onder de 30 euro lag. Dat zijn dus echt wel gigantische stijgingen. Wat de varkensprijs per kilo betreft, staan we op dit ogenblik in de top vijf of zelfs top drie van de wereld. Dat zijn dus toch wel gewijzigde omstandigheden. Los van het feit dat de ondernemingskost op zich – de grondstofprijzen en energieprijzen – wel gestegen is, heeft deze situatie misschien toch wel een impact op het aantal deelnemers aan een dergelijke opkoopregeling.

De voorzitter

De heer Sintobin heeft het woord.

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

Bedankt, minister. Het zal inderdaad geen gemakkelijke beslissing zijn voor een varkenshouder om gebruik te maken van de opkoopregeling. Dat gaat waarschijnlijk wel gepaard met heel wat emoties. Dikwijls gaat het ook om wat oudere varkensboeren die geen opvolger hebben. Ik stel me nog altijd vragen bij het argument om tot een vermindering van 30 procent te komen. Wanneer wij in Vlaanderen met 30 procent verminderen, zal men die 30 procent in andere landen wel opvullen, wees daar maar zeker van. Het is niet omdat wij dat doen, dat het stikstofprobleem in Europa of in de wereld zal verbeteren.

Minister, ik vind het inderdaad ook absoluut niet gepast om bij de opkoopregeling te praten in termen van een ‘succes’.

Wat bij velen misschien ook meespeelt in hun overweging, minister, is de huidige  rechtsonzekerheid in de landbouwsector en het gebrek aan perspectief. Alle leden van deze commissie en ook uw kabinet hebben gisteren een mail gekregen van iemand die zegt dat er momenteel landbouwbedrijven strafrechtelijk vervolgd worden door het departement Omgeving, door toezichthoudende ambtenaren. Ze worden dus vervolgd omdat volgens de letter van de wet hun milieuvergunning inderdaad niet meer in orde is. Maar in het Stikstofdecreet is toch opgenomen dat er een hersteldecreet op komst is.

Onlangs nog werd de beslissing goedgekeurd om de vergunningen te laten lopen tot 2023, maar in de afgelopen periode werd er wel strafrechtelijk vervolgd – volgens deze mail alvast – door uw collega Demir. Dat noem ik echt pestgedrag. Niet alleen worden die landbouwers strafrechtelijk vervolgd, er wordt ook nog prioriteit aan gegeven door het gerecht, waardoor die landbouwers sneller gestraft worden. Ik zou dus van u toch graag een reactie krijgen hierop. Ten eerste: klopt dit? We hebben allemaal die mail gekregen. Klopt dat? Ik ga ervan uit van wel. Als dat inderdaad waar is, is dat een echte schande. Wij proberen hier in het parlement rechtszekerheid en perspectief te geven aan de landbouwers in een moeilijke periode – denk maar aan de Natuurherstelwet, het Parkdecreet, het Mestactieplan, het Stikstofdecreet … En dan is er een collega-minister van u, minister, die op het terrein landbouwbedrijven laat vervolgen. Klopt dat? Als dat klopt, zult u dat dan op de tafel van de Vlaamse Regering brengen en aan uw collega, minister Demir zeggen dat ze hiermee moet stoppen? Want dat is een echte schande.

De voorzitter

Mevrouw Joosen heeft het woord.

Sofie Joosen (N-VA)

De vraag om de uitkoopregeling kwam inderdaad vanuit de sector zelf. Ik vind het goed dat u dat nog eens benadrukt, minister, maar dat zegt natuurlijk wel iets over die sector. Dat is uiteraard een dramatisch signaal. De voorwaarden van die uitkoopregeling waren vooraf gekend. Het biedt die boeren die in financieel moeilijk vaarwater zitten natuurlijk een uitweg.

Ik volg u in uw uitleg dat de marktsituatie veranderd is, dat de prijzen ondertussen gestegen zijn. Mogelijk speculeert men op die hogere prijzen. Maar ik ga hier een uitdrukking van enkele weken geleden van de voorzitter gebruiken: “Eén zwaluw maakt de lente niet”. Het is natuurlijk wel zo dat de prijzen momenteel beter zijn, maar de geschiedenis leert ons toch dat het vaak maar tijdelijke opflakkeringen zijn en dat de sector toch wel in een structurele crisis zit, anders zouden ze zelf de vraag niet stellen naar een uitstapregeling.

Heel wat varkensboeren tekenden hier volgens u op in. Het is nog niet duidelijk of zij dan ook effectief gebruik zullen maken van die uitkoopregeling. Nu moet natuurlijk de berekening gemaakt worden op individueel niveau. Maar er lijkt mij wat onduidelijkheid te bestaan over de cijfers. Ik had verwacht dat u daar vandaag een concreet cijfer op zou kunnen kleven maar dat blijkt niet het geval. Misschien kunnen we die cijfers nog schriftelijk opvragen.

U lijkt me hoopvol over die tweede uitkoopregeling. Momenteel wordt die afgetoetst bij de Raad van State, als ik me niet vergis. Mijn bijkomende vraag is dus de volgende. Verwacht u nog opmerkingen van de Raad van State over die nieuwe uitkoopregeling?

De voorzitter

De heer Steenwegen heeft het woord.

Chris Steenwegen (Groen)

Voor die opkoopregeling is er indertijd een toets moeten gebeuren bij Europa wegens mogelijke ongeoorloofde staatssteun. Dat heeft heel wat tijd gevergd, waardoor die opkoopregeling heel laat in gang geschoten is en waardoor we inderdaad in een andere context zitten. Een van de elementen in de argumentatie van Europa was het feit dat men een bepaalde impact moest hebben inzake stikstof; dat was eigenlijk de koppeling die die staatssteun verantwoordde. Ik heb tijdens de discussie destijds zelf nog gevraagd om die 0,5 procent te laten vallen, omdat veel bedrijven, bijvoorbeeld in West-Vlaanderen, niet in aanmerking kwamen terwijl er daar toch ook vraag naar was. Mijn vraag is dus de volgende. Als je nu daalt tot 0,025 procent, is dat dan afgetoetst met Europa? Is dat in orde voor Europa? Ik vraag dat omdat dit destijds een belangrijk element was om een go te krijgen van Europa.

De voorzitter

De heer Van Hulle heeft het woord.

Bart Van Hulle (Open Vld)

Collega Joosen, het klopt dat het nu goed gaat in de varkenssector en dat er nog een down zal volgen. Het woord ‘varkenscyclus’ staat niet toevallig in het woordenboek. Het is inherent aan de varkenssector dat het daar met ups en downs gaat. Ik denk dat de geschiedenis ook heeft bewezen dat dat in de toekomst ook zo zal zijn.

Ik heb een specifieke vraag. Ik krijg wel eens de opmerking dat we niet altijd zo goed omspringen met overheidsgeld omdat heel veel varkensboeren die op pensioenleeftijd zijn toch sowieso zouden stoppen. Waarom moeten we daar dan geld aan geven? Ik zou dat element eigenlijk ontkracht willen zien. Ik denk namelijk dat iemand, door het feit dat het nu zo goed gaat, niet zomaar gaat beslissen om te stoppen maar gaat proberen om verder te doen. Maar om dat te ontkrachten had ik toch wel graag meer informatie over die 170-180 varkensboeren die aangegeven hebben eventueel te willen ingaan op de regeling, al kunt u daar nu misschien niet op antwoorden en moet ik daarvoor een schriftelijke vraag stellen. Ik weet dat er misschien uiteindelijk maar vijftig op zullen ingaan. Wat is bijvoorbeeld de leeftijd van die varkensboeren? Gaat het om oude stallen of om nieuwe stallen? Zijn er bijvoorbeeld ook heel grote bedrijven die onlangs opgestart zijn die potentieel ingaan op die vergoeding? Ik denk dat het niet onbelangrijk is om daar een zicht op te krijgen.

Mijn tweede vraag sluit daarbij aan. Stel dat die 180 bedrijven zouden instappen, hoeveel van die pot van 200 miljoen euro is er dan gebruikt? Ik zou daar graag een zicht op krijgen, want als het gaat om potentieel drieduizend bedrijven, komen we dan toe met die 200 miljoen euro? Ik had dus graag een zicht gekregen op dat financiële aspect.

De voorzitter

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

Ik heb eerder twee bedenkingen dan vragen. Zelf heb ik hier in het verleden al een vraag gesteld over het verlengen van het proces, iets wat nu effectief zal gebeuren. Maar ik denk toch dat we, als we een fundamenteel debat over landbouw zouden houden – waar we niet in slagen – hoe dan ook zullen moeten streven naar minder varkens. Voor mij is dit dus maar een tussenstap en is dit een maatregel die nu uitgewerkt wordt naar aanleiding van die hele stikstofregeling. Het is nogal duidelijk dat landbouwers, als er bedrijven moeten verdwijnen, daarvoor gecompenseerd moeten worden. Het is dus goed dat die maatregel nu verlengd wordt en dat we proberen om hier het maximale uit te halen. Laat dit echter ook een soort experiment of proef zijn voor wat we eigenlijk fundamenteel zouden moeten doen wat de landbouw in Vlaanderen betreft.

Collega Sintobin, ik wil me eerlijk gezegd niet te veel moeien met de kwestie van die mail waarnaar u verwijst, maar ik heb daarbij een andere benadering dan u. Ik denk dat er in Vlaanderen veel te weinig handhaving is op alle mogelijk vlakken. Als nu zou blijken dat er in dit geval wel gehandhaafd wordt zoals het moet, dan is dat maar zo. Ik denk dat we echt moeten opletten, want heel vaak hoor ik hier in het parlement of lees ik in de pers bedenkingen over de manier waarop het gerecht en het parket optreden. Ik heb ook mijn bedenkingen maar ik houd die alleszins voor mij. Ik vind niet dat het aan ons is als wetgevende macht om daarin tussen te komen. Maar ik ben het met u eens dat de minister waarop u alludeert, minister Demir, op dat vlak niet altijd het beste voorbeeld geeft. Daar ben ik het mee eens. Maar als de diensten vinden dat ze moeten handhaven, dan moeten ze dat doen. En als het parket vindt dat het dat moet doen, dan moet het dat ook doen. Ik ben het echter wel met u eens dat dat het best op een consequente en logische manier gebeurt en dat is inderdaad niet altijd het geval. Het gebeurt eerder te weinig dan te veel.

Bart Dochy (cd&v)

Minister, ik denk dat de marktevolutie van de varkensprijzen, die u zelf hebt geschetst, en ook de marge die er is door de daling van de voederprijzen ten opzichte van de afgelopen zeer moeilijke periode, de onheilsprofeten in dezen toch wel wat ongelijk geven. Diegenen die denken dat de opkoopregeling varkenshouderij een structurele oplossing zal bieden voor de marktsituatie hebben dus compleet ongelijk. Ik denk dat het collega Sintobin was die het suggereerde: als wij hier afbouwen, zal men dat elders wel invullen en dan nog vaak met Europese subsidies. Zo zien we dat er in Spanje inderdaad wel een uitbreiding is van de varkenssector. Het gaat dus over marktwerking.

We hebben het hier al een aantal keren gehad over PORK.be. Misschien moeten we daar straks nog op terugkomen en de vertegenwoordigers daarvan nog eens uitnodigen om te laten zien dat ze echt verder werken om die positie van de landbouwer in de keten te versterken en ook structureel te maken opdat we niet terechtkomen in een situatie zoals die van 2015. Toen hebben we na een crisis ook met vol engagement bekeken hoe we zoiets konden opbouwen vanuit een sectororganisatie. Dat is toen echter stilgevallen bij het verbeteren van de prijzen. We moeten opletten dat we hier nu niet opnieuw in een situatie komen zoals bij het verhaal van PORK.be, de producentenorganisatie en brancheorganisatie, en dat dit helemaal zou stilvallen.

Ik wil er toch op wijzen dat diegenen die aan doemdenken doen inzake de varkenssector, die menen dat die mensen allemaal in de problemen zitten en dat er geen cent mee te verdienen valt, het niet altijd bij het juiste eind hebben. Vandaag wordt er dus inderdaad wel geld verdiend. We mogen echter niet vergeten dat heel wat mensen uit een moeilijke periode komen en dat er putten gevuld moeten worden. Er is dus vandaag nog geen hoerastemming in de volledige sector. Maar vandaag zitten we toch wel in een hoogconjunctuur, zoals dat ook in een aantal andere sectoren van de landbouw het geval is.

Ik blijf dus zeggen: het economisch verhaal is een element dat ook zijn kansen heeft. Landbouw blijft ook een stuk economie. En daar kunnen toch wel heel wat bedrijven, gezinnen hun boterham mee verdienen op structurele wijze.

Wat de opkoopregeling betreft: die is natuurlijk ingegeven vanuit milieuoogpunt. Dat was ook de opdracht van Europa. Er moet een link zijn naar milieu – in dezen stikstof – om die opkoopregeling te kunnen verantwoorden en die is er dus ook. Eerst ging het om 0,5 procent, nu om 0,025 procent. Het is een opportuniteit. Die was vanuit de sector inderdaad ook voor een stuk mee ingegeven door de moeilijke economische situatie. Ze zeggen dat ze die combinatie kunnen maken. Er is een moeilijke situatie en dus zijn mensen misschien eerder geneigd om te stoppen om de verliezen van het bedrijf te stoppen, maar de traagheid bij het invoeren van die regeling heeft er natuurlijk voor gezorgd dat het enthousiasme om in te tekenen vandaag veel kleiner is. Het gaat dan niet alleen over de situatie vandaag maar ook over het perspectief om eventueel in de toekomst opnieuw te investeren in nieuwe stalsystemen. Die oude stallen zullen namelijk vernieuwd moeten worden, ten laatste tegen 2030, afhankelijk van de verderzetting van de stikstofregeling. Maar het zit er toch wel aan te komen dat 2030 voor een stuk een deadline zal zijn.

Landbouwers moeten dus nagaan of ze zullen kunnen investeren. Als het slecht gaat, zeggen ze dat ze niet zullen kunnen investeren. Ze weten ook dat het zeer moeilijk is en ze zijn hopeloos, wat niet onlogisch is. Maar als het beter gaat, zien mensen eventueel toch een potentieel om opnieuw die investering en dat engagement te hernieuwen. Het is natuurlijk nog geen 2030; we hopen dat die hoogconjunctuur lang blijft duren. We hebben daar geen zekerheid over en daarom moeten we ons wapenen. Ook op het moment dat we in die hoogconjunctuur zitten moeten we verder werken aan dat structurele gegeven om die positie van de varkenshouder in die keten te verbeteren. We mogen dat zeker niet vergeten. Ik heb daarom de volgende vraag, minister. Hebt u een zicht op de stand van zaken en de vorderingen in het verhaal van PORK.be?

Dan is er de kwestie van de mail die eergisteren verstuurd is. Ik heb de betrokkene – gisteren, denk ik – geantwoord met een korte samenvatting. Hij heeft bevestigd dat hij er niet van op de hoogte was dat er een decretale verlenging is van de vergunning tot eind 2023. Dat is geen structurele oplossing maar wel een oplossing voor een aantal bedrijven vandaag. Eind 2023 komt er natuurlijk al heel snel aan. Daarom werd er dus ook een ontwerp van een besluit van de Vlaamse Regering (BVR) voorgelegd aan de Raad van State om die verlenging van die vergunning structureel te maken.

Collega Vandenhove, het gaat in dezen niet over het parket – volgens die mail toch niet. Het gaat over de administratie die al dan niet optreedt in functie van het vervallen zijn van een vergunning. Ik neem aan dat er soms wel specifieke regels kunnen zijn in het kader van burengeschillen of klachten aangaande vergunningen die niet verlengd worden. Het zou echter bijzonder triestig zijn mocht de administratie daar absolute prioriteit aan geven, althans in normale situaties waarbij er geen sprake is van grote onenigheid in de omgeving. Er is namelijk ook zoiets als de continuïteit van de bedrijfsvoering. Als vandaag een aantal mensen in de problemen zitten met de hernieuwing van de vergunning, dan zijn ze daar immers zelf eigenlijk niet de oorzaak van. Aan de basis daarvan ligt de rommeligheid van de regelgeving vandaag, de onduidelijkheid en soms ook de inconsequenties in een aantal adviseringen van administraties.

Zoals we al eerder gezegd hebben in deze commissie, mogen we de individuele landbouwer geen slachtoffer laten zijn van de complexiteit en het niet volkomen uitgewerkt zijn van de regelgeving. Dat zou natuurlijk wel bijzonder jammer zijn. Ik ben wel benieuwd naar voorbeelden waarbij men vanuit de administratie toch op deze manier zou optreden. Dat er handhaving moet zijn, daarmee ga ik akkoord. Maar als de oorzaak is dat de overheid niet in staat is om een kader aan te reiken aan de mensen om hun vergunning op een correcte manier aan te vragen, dan zouden we toch wel met een bijzondere situatie geconfronteerd worden. Minister, ik heb daarom deze vraag. Hebt u daarover contact met uw collega bevoegd voor Omgeving?

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Dat waren heel wat bijkomende vragen, collega’s. Wat de cijfers betreft, is het zo dat het dossier bij de VLM zit, bij collega Demir. Er werd gevraagd naar exacte aantallen en naar een analyse van het profiel van de mensen die daarop intekenen. Voor zover ik het terrein ken, is het beeld wat verdeeld en is dat echt heel afhankelijk van de specifieke situatie waarin men zit. Maar het zou me niet verbazen indien het vaak zou gaan om oudere stallen en om oudere mensen die op het einde van hun carrière zitten en geen opvolging hebben. Ik denk dat dat profiel er zeker wel in zal zitten. Ik kan daar verder echter niet over uitweiden omdat ik het gewoon niet weet. Ik denk dat schriftelijke vragen aan de juiste diensten wel de nodige duiding kunnen geven op dat vlak.

Wat de nieuwe regeling betreft: ik denk dat die 30 procent altijd de ambitie was maar geen harde, absolute grens. Dat werd ook ingeschreven in functie van dat budget van 200 miljoen euro. Ook wat dat betreft is het vandaag moeilijk om uitspraken te doen. Dat gaat over vierkante meters en de omstandigheden zijn overal anders. Ik kan vandaag dus niet inschatten of dat bedrag van 200 miljoen voldoende zal zijn of opgegeten zal zijn na deze eerste ronde.

In de tweede ronde zullen we inderdaad die drempel laten zakken. De relatie met stikstof is altijd belangrijk geweest voor Europa, naast de bedragen. Uiteindelijk was de belangrijkste correctie die Europa opgelegd heeft het differentiëren van de bedragen. Wij hadden op een bepaald ogenblik een generiek voorstel, maar Europa oordeelde dat dat te generiek was en dat dat meer gedifferentieerd moest worden. Indien een stal meer dan 30 jaar oud was, moesten die bedragen zakken. Het bedrag van meer dan 800 euro zou dan tot een derde herleid worden. Dat zijn dus allemaal zaken die bijgestuurd zijn.

Nu is de scope duidelijk verbreed doordat we dat percentage hebben laten zakken tot 0,025 procent. Dat voorstel ligt nu voor bij de Raad van State. De Europese toets is er nog niet. Daar moet ik eerlijk in zijn, ik denk dat die toets nog niet gevraagd is. Wat wel belangrijk is, denk ik, is die decretale verlenging – en dat is onze rol en jullie rol. We moeten er eerlijk in zijn: die rechtsonzekerheid houdt inderdaad nog aan op dit ogenblik. Zolang er geen definitief decreet is dat dan ook nog standhoudt, zul je dat soort mails blijven krijgen. Ik kan niet ingaan op die individuele situatie, maar ik denk dat we het allemaal eens zijn met wat de voorzitter zei: bedrijven die performant zijn, die volledig in orde zijn, waar er geen problemen zijn, mogen natuurlijk niet gestraft worden. Daar moeten we zoveel mogelijk de continuïteit in de bedrijfsvoering kunnen garanderen. Daarom ben ik ook wel blij met die decretale verlenging. Dat moet een terugvalpositie zijn die wat mij betreft verlengd moet worden tot er een definitief decretaal kader is.

Voor de rest heb ik ook geen zicht op dat vervolgingsbeleid dienaangaande maar wil ik daar zeker over in gesprek gaan. Mocht blijken dat wij dagelijks bestookt worden met dat soort mails, dan is dat toch zeker een aandachtspunt dat besproken moet worden.

Ook het punt van PORK.be is volgens mij belangrijk. Die evaluatie is opgevraagd. Normaal gezien krijgen we die nog voor de zomer en kan die dan ook gedeeld worden.

De voorzitter

De heer Sintobin heeft het woord;

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

Ik vind nog altijd dat we moeten spreken in termen van het aantal varkens en niet in termen van het aantal bedrijven. Want daar gaat het ten slotte om: als we de varkensstapel met 30 procent willen verminderen wil dat nog niet zeggen dat er bijvoorbeeld honderd bedrijven gesloten worden. Misschien moet dat ook eens berekend worden of via een schriftelijke vraag opgevraagd worden.

Collega Vandenhove, ik heb absoluut niets tegen handhaving als het effectief nodig is. Ik ben evenwel volksvertegenwoordiger, ik zit hier als vertegenwoordiger van het volk. Als ik zo’n mail krijg, dan vind ik het mijn taak om daarover een vraag te stellen. Ik heb geen uitspraak gedaan over het al dan niet waar zijn. Ik vraag gewoon aan de minister wat hij daarover weet en of hij zijn collega daarop kan aanspreken.

Minister, het gaat niet over een individueel geval. De persoon in kwestie spreekt over diverse gevallen en dus zal het om meer gaan dan om een individueel geval. Handhaving is nodig, ja, maar hier faalt de overheid, collega Vandenhove. De overheid faalt door geen decretaal kader te scheppen voor de landbouw inzake het stikstofdecreet. Dus kun je die landbouwer eigenlijk niets verwijten. Het is de overheid die in de fout gaat. Wij vragen telkens opnieuw wanneer dat definitief kader voor het Stikstofdecreet er komt en het antwoord is altijd dat jullie ermee bezig zijn. Maar twee jaar geleden werd er wel gezwaaid met een akkoord, waarin stond dat er een hersteldecreet op komst was waardoor de bedrijfsvoering verdergezet kon worden. Als het effectief waar is wat er in die mail staat, dan vind ik dat bijzonder erg en dan noem ik dat het pesten van landbouwers. We weten allemaal van wie dat komt, dus zo erg schrik ik daar niet van. Maar ik zou toch willen vragen aan u, als minister van en voor Landbouw, om uw collega daarop aan te spreken.

De voorzitter

Mevrouw Joosen heeft het woord.

Sofie Joosen (N-VA)

Ik zal de cijfers inderdaad schriftelijk opvragen. Het is een beetje jammer dat we daar vandaag niet over kunnen beschikken, dat u de cijfers niet kunt geven. Het was nuttig geweest om die te hebben. Zoals een aantal collega’s ook aangeven, zou het nuttig zijn om te weten hoeveel oude stallen er zijn, hoeveel dieren, wat de leeftijd is … Meten is weten. Ik denk dat het ook wel interessant is voor een minister van Landbouw om dat te weten.

Zoals werd aangehaald, maakt de opflakkering van de prijzen het natuurlijk wel mogelijk dat er een aantal mensen op korte termijn niet zullen intekenen. Dat maakt me toch wel bezorgd voor de toekomst. Er zijn structurele problemen in heel wat bedrijven, maar zeker niet in allemaal. Op dat vlak wil ik de voorzitter bijtreden: er zijn wel degelijk verhalen waarin het op dit moment goed loopt. Er zijn echter ook structurele problemen in heel wat bedrijven, ook door financiële putten die in het verleden al gemaakt zijn. Goede prijzen vandaag zorgen er dus niet voor dat een bedrijf financieel al opnieuw gezond is. Ik kijk dus wel uit naar die nieuwe uitkoopregeling. Ik hoop dat er onderweg niet meer te veel hindernissen opduiken.

Bart Dochy (cd&v)

Collega Joosen: wat het aantal dieren en dergelijke betreft, is er een communicatie gebeurd door minister Demir, want dat zit eigenlijk bij de VLM. Op het moment dat de deadline verstreken was, zijn er ook aantallen in de media verspreid door de minister. De gegevens zijn dus bekend en vallen in principe onder de bevoegdheid van minister Demir. Als u haar een schriftelijke vraag stelt, zult u over alle informatie kunnen beschikken.

De voorzitter

De vragen om uitleg zijn afgehandeld.

 

 


  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer