De verwachting is dat het totale teeltoppervlakte in Nederland, België, Frankrijk en Duitsland zelfs nog iets hoger zal zijn dan in het recordjaar 2020. Toen was het areaal consumptieaardappelen uiteindelijk 522.000 hectare. Ondanks deze uitbreiding is er volgens NEPG veel onzekerheid over de aardappelproductie in 2023 vanwege de moeizame groeiomstandigheden tot dusver.
Behalve over de productie heeft NEPG ook zorgen over de beschikbaarheid van pootgoed voor de komende jaren. De uitbreiding van het areaal consumptieaardappelen gaat voor een deel ten koste van de pootgoedteelt. In Nederland, Frankrijk, Duitsland, Denemarken en Schotland daalt bij elkaar het areaal pootgoed met ongeveer 10.000 hectare. Het betekent dat er in 2024 voor 100.000 hectare consumptieareaal minder uitgangsmateriaal beschikbaar is, berekent NEPG.
Het groeiseizoen kenmerkt zich volgens de telersorganisatie door een natte en koude start en vaak een late pootdatum. Na het poten bleef het vervolgens lang droog. NEPG vindt het nog te vroeg om te speculeren wat het groeiseizoen in petto heeft voor de opbrengsten. Wel signaleert de organisatie zorgen bij telers over de omvang en kwaliteit van hun aardappelproductie.
Oude oogst is vrijwel weg
Ondertussen blijft er veel vraag naar vrije aardappelen om de verwerkende industrie te voorzien van voldoende grondstof, constateert NEPG. De oude oogst is nu vrijwel afgeleverd en verwerkt. De overbrugging naar aardappelen van oogst 2023 wordt een uitdaging voor de fabrikanten.
NEPG verwacht de eerste vroege fritesaardappelen vanuit Duitsland in week 29. De eerste Belgische aanvoer zal één of twee weken later plaatsvinden.