|
04 aug 2023 |
17:55 |
|
Impact natte juli op teelten?
Loonwerkers en akkerbouwers luidden eind april de noodklok. Door het natte voorjaar waren de voorjaarswerken tot een maand vertraagd en werd er al bij de inzaai gevreesd voor lagere opbrengsten. Daarop volgde een periode van droogte en hitte in juni en deden boeren hun beklag over slechte opkomsten. En ondertussen stromen de berichten van overvloedige regen binnen, van aardappelvelden die volstaan met water.
De impact van de natte julimaand op de landbouw is afhankelijk van gewas of teelt en van de regio.
|
Voor verschillende groenten zoals prei en kolen is de regen van de voorbije dagen en weken eerder welkom. Ook voor de halfvroege aardappelen, die rond deze tijd gerooid worden, is de regen goed om de droogte van mei en juni deels te compenseren, al zal de oogst daar mogelijk beperkt blijven tot 20 tot 25 ton terwijl dat anders 40 ton is.
Afgelopen juli was nat en somber, zo blijkt uit het maandrapport van het KMI. Met 21 regendagen was juli een recordmaand in de afgelopen 30 jaar. De neerslag van de voorbije dagen en weken was over het algemeen een welkome compensatie voor de droge maanden mei en juni, al zijn er verschillen per gewas/teelt en per regio.
Voor de halfvroege of middelvroege aardappelen die momenteel gerooid worden, wordt normaal gerekend op 40 ton per jaar. "Maar door de droogte in mei en juni gaat men nu uit van 20 à 25 ton", zegt Van Oost. Door de regen van de laatste tijd kan dat verlies aan volume nog een beetje gecompenseerd worden en sommige telers proberen daarom ook met hun afnemers af te spreken om iets later te rooien. Al zijn er ook daar belangrijke regionale verschillen. "Zo zijn er in Antwerpen aardappeltelers waar het water in de geulen staat. Daar is natuurlijk niet goed voor de grond en de teelt".
Wat de suikerbieten betreft, wordt door de droogte in mei en juni volgens Van Oost rekening gehouden met een oogst van 70 tot 75 ton in plaats van 80 tot 85 ton. Daar kan de gestegen suikerprijs het verlies aan volume mogelijk wel een stuk compenseren, al ligt het suikergehalte van de bieten misschien ook wat lager door het gebrek aan zonneschijn in juli.
Wat graan/tarwe betreft, zijn er dan weer grote regionale verschillen in de hoeveelheden die al gedorst zijn. Zo gaat het in Limburg en Vlaams-Brabant nog maar om 25 à 30 procent, terwijl in West-Vlaanderen al meer dan 80 procent gedorst is. Dat heeft vooral te maken met het feit dat graan een aantal neerslagloze dagen nodig heeft om te kunnen drogen (en het in West-Vlaanderen minder geregend heeft).
Voor de meeste groenten was de neerslag van de laatste tijd een goede zaak. Zo hebben bijvoorbeeld prei en verschillende koolsoorten een moeilijke periode gekend, maar zijn die goed hersteld door de regen. "Ook de openluchtsalade groeit goed, al is er daar wel aandacht nodig voor rotvorming". Voor wortelen is het dan weer een moeilijk oogstjaar. Die hebben door de droogte erg moeilijk kunnen kiemen.
|
|
|
|