Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 16 nov 2023 13:50 

Actualiteitsdebat over het recent bereikte stikstofakkoord


15/11/2023

De voorzitter

Dames en heren, aan de orde is het actualiteitsdebat over het recent bereikte stikstofakkoord.

Het debat is geopend.

U kent de spelregels en de modaliteiten? Elke fractie krijgt beurtelings tien minuten. U kent ook de volgorde. Hij of zij kan niet onderbroken worden. Daarna krijgt de Vlaamse Regering gezamenlijk vijftien minuten om te antwoorden. Vervolgens krijgt elke fractie nog zeven minuten waarbij er wel onderbroken kan worden.

Wenst de regering een openingsstatement af te leggen? (Neen)

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Beste Vlaamse Regering, hier staan we weer. Derde keer goede keer zou je denken, maar niets van dat. Deze regering had drie opdrachten: onze natuur veiligstellen, onze boeren toekomst geven, en ervoor zorgen dat er een rechtszeker kader was, zodanig dat er weer vergunningen verleend konden worden. Met deze bril heb ik het akkoord gelezen. Ons oordeel: gebuisd.

Onze natuur wordt niet beter beschermd. U draait onze landbouwers een zoveelste rad voor ogen en de kans is groot dat deze deal binnen de kortste keren weer vernietigd wordt door het Grondwettelijk Hof. Jarenlang onderhandelen en dan dit. Deze Vlaamse Regering is vintage.

Het resultaat? UNIZO is blij. Voka is Blij. INEOS is blij. Het is duidelijk voor wie deze Vlaamse Regering rijdt, en dat is niet voor de natuur en niet voor onze boeren.

De opdracht was nochtans heel duidelijk: we moeten stoppen met tonnen en tonnen stikstof de lucht in te jagen en over onze natuur uit te spreiden, voor onze natuur, maar ook – en vooral – voor onze gezondheid. Dat is de opdracht. Maar eigenlijk horen we daar niks meer van. Dat lijkt quantité négligeable. Niet alleen ik zeg dat, dat zeggen ook de milieu- en natuurbewegingen die naar jullie akkoord gekeken hebben. En ze hebben gelijk. De voorstellen die op tafel lagen, zijn nog afgezwakt.

Mevrouw Demir, ik heb gisteren heel goed naar u geluisterd. U zei dat als we twintig jaar vroeger het probleem aangepakt hadden, we nu iets anders zouden kunnen doen. Dat is juist, want de enige minister die de veestappel echt heeft aangepakt met compensaties is de groene minister Vera Dua. (Applaus bij Groen)

Hadden we de keuzes die toen gemaakt zijn, de scherpe keuzes die toen op tafel lagen, verdergezet, dan was dat stikstofbad nu veel leger geweest.

Collega’s, het moet gezegd: er is wel een lichtpuntje in dit voorstel. De doelen die vooropgesteld waren, om tot 2030 de stikstofvervuiling met de helft te verminderen, blijven overeind. Dat is natuurlijk wel een belangrijke zaak, maar daarmee is ook het enige positieve over dit voorstel gezegd. Want daarna is het voor elk wat wils. De N-VA heeft haar decreet zodat de bedrijven verder kunnen, cd&v paait de boeren – het is te zeggen BB – en Open Vld kan de abdij van Averbode redden.

Moeilijke maatregelen werden afgezwakt vanwege een compromis. Alle voorgestelde oplossingen jagen onze landbouwers en onze belastingbetaler op kosten zonder echte garanties voor de vermindering van de stikstofuitstoot, en dus zonder garanties voor een gezonde natuur.

De Raad van State was duidelijk. Ik denk niet dat ze het scherper konden stellen: vergunnen op de poef kan niet. Er kunnen enkel vergunningen afgeleverd worden als aangetoond wordt dat we minder stikstof uitstoten en dat dat bad stilletjesaan leger wordt. Dat betekent niet enkel beloven om er iets aan te doen, maar vandaag ook tonen dat we bezig zijn met dat stikstofbad te legen. En zelfs dat doet u niet. Het is dan ook maar de vraag of dat bad echt zal leeglopen door al dat knip- en plakwerk. Onze natuur verdraagt dit niet meer. Wie nu op de pauzeknop drukt, zal binnen zes jaar opnieuw tot diezelfde vaststelling komen. Uitstel maakt alles duurder. Uitstel – en dat zouden jullie moeten weten – maakt alles moeilijker.

En de boeren … Cd&v stond erop dat er eindelijk duidelijkheid en perspectief moest komen voor onze landbouwers. Want boeren verdienen meer steun voor hun inspanningen om die stikstofuitstoot naar beneden te halen. Die duidelijkheid is er nu: het is definitief kiezen tussen sluiten of vergroten. Het gevolg is ook duidelijk: honderden kleinere landbouwbedrijven, die vandaag niet echt de oorzaak van het probleem zijn, zullen met dit akkoord noodgedwongen moeten sluiten. Boeren die hun activiteiten echt willen hervormen, bieden jullie hiermee geen perspectief. Jullie maken de boeren blaasjes wijs, en dat is voor onze fractie een ontgoocheling.

Waar zijn de maatregelen die ervoor kunnen zorgen dat ze echt die omslag kunnen maken? Onze Vlaamse landbouw voert ongelooflijk veel stikstof in, die stikstof die net het probleem vormt, in de vorm van soja en kunstmest. Als we dat bij de bron willen aanpakken, dan moeten we daarop inzetten, en ervoor zorgen dat we dus minder stikstof of minder soja invoeren.

U beweert bij hoog en bij laag dat u van Vlaanderen een circulaire hub wilt maken, de circulaire hub van Europa. Ik vind dat een fantastische doelstelling, maar laten we dat dan ook met onze landbouw doen. Circulaire landbouw, dat betekent dat we geen stikstof meer zullen invoeren, maar dat we de stikstof die er is zullen hergebruiken. Dat zal leiden tot meer tevreden boeren en meer natuur. Dat is de beste garantie om dat overvolle stikstofbad leeg te laten lopen. Dat betekent dat jullie die boeren echt moeten ondersteunen om de omslag naar die circulaire landbouw te maken.

Wij hebben daar een reeks voorstellen voor die kansen geven om die omschakeling te maken. Ik soms ze eventjes op: Zorg ervoor dat die uitkoopregeling voor varkens ook voor andere dieren geldt. Zorg ervoor dat boeren ondersteund worden in de omschakeling naar die circulaire landbouw. Richt een fonds op, niet om die luchtwassers aan te passen, maar wel om de stallen aan te passen, en om machines mogelijk te maken om die circulaire landbouw te realiseren. Zorg ervoor dat boeren die echt de grond willen gebruiken als grondstof voor hun productie, voor die circulaire landbouw, die grond kunnen kopen. Dat zijn de zaken die landbouwers verwachten om de omschakeling in de landbouw teweeg te brengen. Die zaken vinden we helemaal niet terug.

De natuur wordt er niet beter van, de landbouwers worden er niet beter van, de enige die ietwat tevreden reageert, is de industrie. De marsorders, collega’s, vanuit Antwerpen waren dan ook duidelijk. De Wever zwoer een dure eed aan miljardair Ratcliffe. De vergunning van INEOS moest er zo snel mogelijk komen. Dat dat decreet door het Grondwettelijk Hof vernietigd kan worden? ‘Who cares’? Dat zal toch voor na de verkiezingen zijn. Dat de eerste vergunning die gebaseerd is op jullie nieuwe decreet vernietigd kan worden? ‘Who cares’? Dat is toch voor na de verkiezingen.

Beste regering, dit is slecht bestuur. Van deze deal wordt eigenlijk niemand echt beter, ook de industrie niet, want het zwaard van Damocles hangt misschien iets vaster, maar het hangt er nog. Zij die met uitgestreken gezicht beweren dat ze het hebben opgelost, geloof ze niet, want de shit komt wel weer na de verkiezingen. (Applaus bij Groen)

De voorzitter

De heer Sintobin heeft het woord.

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

Minister-president, dames en heren ministers, de euforie was groot, en mijns inziens zelfs misplaatst, bij de persconferentie met betrekking tot het ‘INEOSakkoord’, het ‘verkiezingsakkoord’ of – zo u wilt – het stikstofakkoord. We zagen allemaal lachende gezichten. Ministers die maandenlang met getrokken messen tegenover elkaar stonden, werden nu plotseling de beste vrienden en gingen zelfs bij elkaar langs voor een gezellig etentje.

Dat een en ander in een stroomversnelling geraakte na een marsorder vanop het Schoon Verdiep, is ondertussen wel voor iedereen duidelijk. Maar van enige loyauteit tussen de meerderheidspartijen was er gisteren op ‘De afspraak’ echter al niet veel meer te merken, toen minister Demir bleef verwijzen naar het verleden en de cd&v-ministers net niet bij naam noemde. Dat de partij van minister Demir zelf al bijna twintig jaar onafgebroken in de Vlaamse Regering zit, vertelde zij er niet bij.

Maar, collega’s, mag ik even de euforie temperen en iedereen weer met beide voetjes op de grond zetten? Los van de inhoud, waar ik straks toe kom, is dit derde akkoord niet meer dan een vodje papier vol loze beloften en aankondigingen die niet verder reiken dan 2030. Het is allesbehalve juridisch robuust. Dit is slechts een akkoord, en geen decreet. Het enige dat telt is een decreet. En dat industrie en landbouw niet werden betrokken bij het tot stand komen van dit akkoord zorgt, zeker bij de landbouw, voor weinig draagvlak. Daar kom ik straks op terug.

Collega’s, onze fractie blijft erbij: net zoals vele andere klimaat- en milieudossiers wordt ook het stikstofdossier gedramatiseerd en aangestuurd door de Europese Unie. Dit betekent echter niet dat er geen inspanningen moeten worden gedaan, iets wat landbouwers al jarenlang fors hebben gedaan in het verleden, en ook bereid zijn om te doen in de toekomst. Ik ben het eigenlijk een beetje beu, collega’s, om altijd maar te horen dat landbouwers geen respect zouden hebben voor de natuur of het milieu. Onze landbouwers zijn de eerste natuurbeschermers en doen er alles aan om tot een proper milieu te komen.

Voorzitter, laat mij nu enkele zaken die uit het akkoord springen van nabij bekijken. Straks heb ik ook nog een aantal concrete vragen.

Het eerste punt betreft de lijst van de rode bedrijven. Als Vlaamse Regering zou ik me in de eerste plaats verontschuldigen bij die bedrijven die op de rode lijst stonden wegens de onmenselijke manier waarop die bedrijven door minister Demir werden behandeld. Weet u nog, collega’s, dat er een simpel briefje in de bus zat om aan de landbouwers te melden dat hun bedrijf moest sluiten en dat hun levenswerk finaal voorbij was? Deze manier van werken blijft een schandplek voor deze Vlaamse Regering. Zo gaat men niet om met mensen en hun families, minister Demir. En nu, plotseling, zouden die rode bedrijven open kunnen blijven, mits immense investeringen die weinig bedrijven zullen kunnen ophoesten. Er is niet de minste garantie voor deze bedrijven dat ze open kunnen blijven, ondanks die investeringen. 

En wat na 2030, minister Rutten? U begon het stikstofdossier pas te volgen toen de abdij van Averbode, uw achtertuin, in beeld kwam. Dat u nu het wegvallen van die rode lijst als een persoonlijke triomf beschouwt, is hemeltergend. Ook voor het Turnhouts veengebied blijft het koffiedik kijken wat daar nog zal kunnen qua landbouw.

Het volgende punt is het extern salderen en de gelijkschakeling van landbouw en industrie. Dat zijn twee eisen waarmee cd&v maandenlang heeft lopen pronken: “Kijk eens hoe goed we bezig zijn.” Is het dit dan, minister Brouns, collega Rombouts, collega Dochy? Is het dit dan? Gelijkschakeling tussen landbouw en industrie komt er niet, en extern salderen komt er pas in 2025, na een passende beoordeling. Dit zal niet alleen opnieuw een kost, maar ook een administratieve last met zich meebrengen voor de landbouwers, waarbij het ook hier niet zeker is dat er een vergunning komt. Het resultaat van het milieueffectrapport (MER) zal er pas komen na de verkiezingen. Nu al, minister Demir, wordt iedere vergunning aangevochten door verenigingen die gesubsidieerd worden door de Vlaamse Regering: Dryade, Natuurpunt en ga zo maar door. En dan spreek ik nog niet over de vijandige houding van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) ten aanzien van onze landbouw. (Opmerkingen van Bruno Tobback)

2030 en 2035, collega Tobback, Nederland niet langer het gidsland. De Vlaamse Regering blijft zich vastpinnen op het jaar 2030, terwijl het zogenaamde gidsland, Nederland, een andere weg inslaat. Ik weet, bij de linkse partijen zal het ongetwijfeld pijn doen, maar het is uitgerekend de leider van GroenLinks-PvdA Frans Timmermans die de jonge boeren de hand reikt. Hij laat het jaartal 2030 vallen om de stikstofuitstoot stevig terug te dringen. Ik citeer Timmermans: “Ik heb de afgelopen weken veel jonge boeren gesproken die helemaal vastzitten. Zij willen ook de uitstoot verminderen. Ik doe ze hierbij een handreiking. We komen samen met voorstellen en we houden niet langer vast aan 2030.” Minister Rutten, toen waarschijnlijk nog geen minister, tweette onlangs dat Vlaanderen het voorbeeld van Nederland moest volgen en ook het jaartal 2030 moest loslaten.

Over voedselsoevereiniteit en voedselzekerheid blijft het bijzonder stil bij de Vlaamse Regering. Nochtans, en ik citeer hem: “Voedsel is het goud van de 21e eeuw”, klinkt het bij Jonathan Holslag. Naast voedselproductie kan de landbouw volgens hem ook bijdragen tot verbinding in de samenleving. Ook in de Vlaamse en Europese context pleit Holslag ervoor om de landbouw meer als een strategische sector te beschouwen en het belang van de voedselzekerheid niet uit het oog te verliezen bij het streven naar verduurzaming.

Of zoals Pieter Bauwens van Doorbraak stelde: “De regering zal nu geld uitgeven om boeren aan te zetten om te stoppen en over vijftien jaar betalen ze een fortuin aan consultants en beleid om landbouw opnieuw aan te moedigen.” In China, collega’s, waar men in sneltempo megavarkensstallen aan het bouwen is, heeft men allang begrepen hoe strategisch en economisch onze landbouwsector is. Wij gaan de landbouw en onze export een halt toeroepen en we gaan binnenkort Chinese varkens importeren. Vlaanderen, de beste van de klas.

Waar wij het ook moeilijk mee hebben, is dat Vlaanderen altijd koploper wil zijn wanneer het gaat om Europese klimaat- en milieudoelstellingen. Van een gelijk speelveld in Europa, minister-president, is er allang geen sprake meer.

Vandaag wil ik hier niet alleen de spreekbuis zijn van mijn fractie en van onze partij, maar wil ik ook de landbouworganisaties en individuele landbouwers een stem geven in dit debat. Ik wil aantonen hoe zij staan ten aanzien van dit akkoord. Ik wil dit met enkele citaten doen bij mijn tweede tussenkomst.

Ik wil mijn eerste tussenkomst afsluiten met enkele concrete vragen. Wanneer wordt hier in het parlement een decreet ingediend? Is het een decreet, is het een amendement? Mevrouw Demir kondigde gisteren in ‘Terzake’ of ‘De afspraak’ aan dat binnen drie weken hier in dit parlement een decreet zou liggen. Als het een amendement is dat het vorige decreet vervangt, is het natuurlijk wel eigenaardig dat dit niet werd ingediend door cd&v, maar soit. Vraagt u – of durft u, mevrouw Demir of leden van de Vlaamse Regering – een advies van de Raad van State vragen? U hebt dat de vorige keer ook gedaan. Als u een beetje lef en moed hebt, doet u dit opnieuw. Anders doen wij het wel.

En hoe zit het met de vergunningen die aflopen? Wanneer komt hier een spoeddecreet om de vergunningen die aflopen te verlengen, zoals we al eens hebben gedaan?

Ik zou u ook allemaal, en zeker u, minister Demir, willen aanraden om te stoppen met die paniekzaaierij, de horrorscenario’s, het zwaard van Damocles. Dat draagt er allemaal niet toe bij dat landbouwers zekerheid krijgen.

En ik blijf erbij, net zoals vele verenigingen, dat de meetmethode verkeerd is, dat er foute cijfers en foute aannames zijn die enkel gebaseerd zijn op computermodellen. Technieken om stikstof te verminderen, worden blijkbaar uit het decreet gehaald. Wat is hiervoor de reden?

Voorzitter, ik heb nog twee vragen. Hoe zit het met het woonrecht, dat blijkbaar niet in het decreet staat? En wat na 2030? Zullen jullie onze Vlaamse landbouw en industrie verder kapot saneren? (Applaus bij het Vlaams Belang)

De voorzitter

De heer Tobback heeft het woord.

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

Ik neem die zeker het best weg, collega? (Stefaan Sintobin verwijst naar zijn rode zakdoek)

Bruno Tobback (Vooruit)

Ja, u mag die meenemen. Mocht hij nu gestreken geweest zijn, had ik er misschien anders over kunnen denken, maar dat is duidelijk niet het geval. 

Voorzitter, dames en heren van de regering, collega’s, halleluja, de Vlaamse Regering heeft een akkoord. Ze is daar heel blij mee omdat ze vooral haar eigen probleem van drie jaar interne ruzies over dit dossier heeft opgelost. Ik kan dat begrijpen. Of ze de problemen van toekomstige natuur in Vlaanderen, levenskwaliteit in Vlaanderen, de kleine boeren in Vlaanderen heeft opgelost, is veel minder duidelijk en veel twijfelachtiger. In ieder geval hebben zij ook in de communicatie wel wat minder aandacht gekregen. 

Maar ik zal beginnen bij het akkoord. De aandachtige toeschouwer is bij het zien van de beelden waarschijnlijk geneigd om zich af te vragen waar hij dat nog heeft gezien. In dit dossier is dat logisch, want we hebben het al een paar keer gezien. De tafel met vermoeide, maar opgeluchte ministers, de trotse blik in de ogen van de minister-president, de brede borst en licht emotionele stem waarmee hij dan aankondigt dat de weg lang en bochtig was, maar dat uiteindelijk toch de finish werd gehaald: het zijn stilaan vertrouwde beelden. 

De liefhebbers kunnen er nu trouwens maar beter van genieten, want gezien de snel naderende verkiezingsdatum zal het waarschijnlijk ook de laatste keer geweest zijn dat we ze hebben kunnen zien. Ik geef grif toe dat ik niet echt tot die liefhebbers behoor en ik zie zelfs binnen de meerderheid de laatste tijd een zekere vermoeidheid op dat vlak. Het was de voorbije maanden maar al te duidelijk dat de goesting, en op zeker moment zelfs de ministerraad, sneller leegliep dan het stikstofbad. 

Aan het akkoord zelf is ook goed zichtbaar dat de vrees om te pletter te storten in het zicht van de verkiezingen eigenlijk het voornaamste probleem is dat moest worden opgelost, en dat men wilde oplossen. En het is inderdaad ook jammer genoeg het enige probleem dat echt ten gronde werd opgelost in wat we tot nu toe weten van dat akkoord. 

Dit akkoord laat in de eerste plaats aan alle regeringspartijen toe om iets te beloven aan hun achterban, in de volle wetenschap dat de afrekening toch maar komt na de volgende verkiezingen, dat die toch maar voor de volgende regering zal zijn. 

En dus kan ondertussen Bart De Wever zijn nieuwjaarsbrief naar de heer Ratcliffe sturen, kan cd&v de hare naar de BB dragen en kan Open Vld met een gerust gemoed te biecht gaan bij de paters norbertijnen in Averbode. Dat laatste is trouwens het ultieme bewijs dat zelfs de mensen van wie je dat het minst verwacht, zich in hun allergrootste en allerdiepste wanhoop al een keer tot God durven te keren, maar dat is voor een ander debat. (Gelach bij Vooruit en geglimlach bij de regering)

Ik zou nu vooral de ontvangers van al die vrome wensen en nieuwjaarsbrieven willen vragen om die goed bij te houden, want het is nog maar de vraag of ze volgend jaar nog geldig of bruikbaar zullen zijn. De echte oplossingen zijn, naar goede traditie van deze Vlaamse Regering, in heel grote mate doorgeschoven naar de volgende. Het doel om de stikstoofuitstoot en de depositie te verminderen staat er nog altijd in, maar de concrete maatregelen om de Vlaamse burger te garanderen dat de veestapel wordt afgebouwd en dat die megastallen waar de heer Sintobin zo’n fan van is – naar Chinees model, waar ze die in zeven verdiepingen boven elkaar midden in de stad bouwen – niet willekeurig naast iedere deur in Vlaanderen uit de grond zullen schieten, ontbreken.

Extern salderen wordt beloofd. Wat is de prijs van mijnheer Brouns? Dat het mogelijk zal zijn, eventueel, misschien, vanaf 2025, onder voorwaarden die te onderzoeken blijven door de volgende regering. De grote bedrijven blijven, misschien, eventueel, na beoordeling, in ieder geval boven op de nu al bestaande aantoonbare overbelasting. In het Turnhouts Vennengebied is opnieuw veel mogelijk. Het is heel opmerkelijk om vast te stellen dat deze Vlaamse Regering twee jaar lang een intendant heeft betaald om de afbouw daar te begeleiden, en nu dan zegt dat het allemaal niet nodig was en dat men het anders gaan bekijken. Ik moet zegen dat dat op het vlak van goed vooruitziend bestuur een boeiende ervaring is. Maar het doel is bereikt, en ondertussen kunnen we wel verder nieuwe vergunningen afleveren en, naar wat ik heb begrepen – maar we moeten de ontwerpen nog zien –, bestaande vergunningen verlengen, op basis van het willen toepassen van allerlei nieuwe technieken. Van die technieken blijkt bij elk onderzoek dat ze te duur zijn om te gebruiken, vooral wanneer de winstmarges in de sector onder druk staan, dat de bijhorende investeringskost vooral voor kleine bedrijven en kleine boeren de kosten in de hoogte doen gaan en dat ze niet werken zoals beloofd.

Heren en dames van de Vlaamse Regering, het probleem was nooit dat u geen vergunningen mocht afleveren. Noch Europa, noch de Raad van State, noch de Raad voor Vergunningsbetwistingen heeft ooit gezegd dat vergunnen per definitie verboden zou zijn. Wat ze wel zeggen, is dat u niet meer mag vergunnen zonder te kijken naar het effect van die vergunningen op het bredere plaatje, namelijk het Vlaanderen waarin we allemaal wonen, waar we allemaal economische activiteit willen en waar iedere individuele vergunning inderdaad een impact heeft op het geheel. Dat is geen juridische haarkloverij, geen ecologisch fanatisme, maar wel – misschien heel toepasselijk in dit kader – gewoon gezond boerenverstand.

Als we in Vlaanderen gezond en aangenaam willen leven, ons vlot willen kunnen verplaatsen en maximaal rendabele economische activiteit willen ontwikkelen zonder heel de boel te verknoeien voor onszelf, onze kinderen en onze kleinkinderen, dan moeten er nu eenmaal keuzes gemaakt worden. U bent niet in staat tot het maken van die keuzes, zo is vandaag opnieuw gebleken in dit akkoord, van iedereen een beetje. Het is precies omdat we als bestuur in Vlaanderen jaar na jaar gewoon altijd het principe hanteren dat we de koterijen op elkaar moeten blijven stapelen zonder die keuzes te maken, dat we ons hebben vastgereden, en dat ook u dat in dit akkoord naar alle waarschijnlijkheid opnieuw zult doen.

Want elke regeringspartij kan misschien wel aan de achterban die op de koffie komt, beloven dat ze een vergunning krijgt, maar niemand kan garanderen dat die vergunning ooit uitvoerbaar zal zijn, dat ze volgend jaar nog zal bestaan en dat ze ooit nog terugverdiend kan worden. Niemand kan op basis van dit akkoord aan de Vlaamse burger garanderen dat zijn omgeving veilig is voor verdere vervuiling of voor een nieuwe megastal, met de complimenten van collega Sintobin. Niemand kan een jonge boer die miljoenen euro’s in zo’n nieuwe stal wil investeren, garanderen dat hij die kan blijven runnen totdat hij ooit afgeschreven raakt. Niemand, en u in de eerste plaats niet, kan vandaag met dit akkoord aan de belastingbetaler beloven dat de vergunningen die u zo genereus wilt uitdelen om uw verkiezingen te halen, binnen een paar jaar niet opnieuw zullen moeten worden uitgekocht op kosten van de belastingbetaler, of dat de uitstoot waartoe ze leiden, ons geen grote Europese boetes zal opleveren, omdat we regels die we vandaag perfect kennen, doelstellingen waarvan we weten dat we ze moeten invullen, niet zullen halen, omdat we niet bereid zijn om de conclusies daaraan te verbinden.

Niemand kan na dit akkoord – ondanks alle mooie beelden – aan de Vlaamse burgers zeggen dat ze op dit moment goed bestuurd worden door deze regering. Maar de Vlaamse ministers hebben wel aan elkaar gegarandeerd dat ze samen, op basis van dit akkoord, verder zullen strompelen naar de volgende verkiezingen. Die kunnen niet vroeg genoeg komen, collega’s van de Vlaamse Regering, want als dit akkoord één ding belooft, dan is het dat het deze regering, deze meerderheid, meer dan ooit op is. (Applaus bij Vooruit)

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Collega’s, vorig jaar, en in maart van dit jaar, sloot de regering een stikstofakkoord af. Voor dat akkoord is er een openbaar onderzoek geweest, u weet dat. Er is een milieueffectrapport aan gewijd.

Deze zomer dienden we een voorstel van decreet in. Het was de bedoeling om op die manier snelheid te maken door een advies van de Raad van State uit te lokken. Dat advies kwam er, en was op 4 oktober het voorwerp van een actualiteitsdebat.

Zoals van meet af aan de bedoeling was, collega’s, hebben de drie meerderheidspartijen de voorbije weken samengezeten om de tekst van het decreet bij te spijkeren, rekening houdend met dat advies van de Raad van State, en met het advies van drie juristen die de regering intussen had aangesteld. We willen immers een zo robuust mogelijk decreet.

De voorbije weken en dagen onderhandelden we in een ongewone formule. Parlementsleden, technici en ministers kwamen samen in een werkgroep. In de marge daarvan hebben de fracties ook goed en veelvuldig met elkaar overlegd. Ik dank collega-fractieleider Peter Van Rompuy en collega Steven Coenegrachts daarvoor. We wisten van elkaar dat we echt een oplossing wilden, en dat we er alles aan zouden doen om die oplossing te vinden.

Het resultaat van het vele werk de voorbije tijd, is dat er gisterennacht een akkoord tot stand is gekomen, dat nu snel in een aangepaste decreettekst zal worden omgezet, en hopelijk voor het eind van dit jaar in dit parlement kan worden gestemd.

Bij dit nieuwe akkoord, collega Sintobin, heerst geen euforie, want we beseffen dat de maatregelen een harde domper blijven voor de verschillende sectoren, en al zeker voor de landbouw. We beseffen dat, maar het decreet is absoluut noodzakelijk.

Zeker na de arresten van de Raad voor Vergunningsbetwistingen willen we zorgen voor rechtszekerheid voor onze bedrijven, en vermijden dat er een vergunningsstop komt, een vergunningsstop voor de landbouw, maar ook voor de industrie, voor woningbouw, voor de bouw van ziekenhuizen, en voor openbare werken. Elk jaar reiken we in Vlaanderen zeventigduizend vergunningen uit, collega’s, voor grote, maar ook voor middelgrote en kleine initiatieven.

Voor de N-VA was het belangrijk dat de kaders en de doelstellingen van wat we eerder hadden afgesproken, en waar het milieueffectrapport voor werd gemaakt, overeind zouden blijven. Dat is het geval. Er werd hier en daar gesleuteld aan de techniek, aan de manier waarop we een doel wilden bereiken, maar het doel bleef ongewijzigd.

De kritiek van de oppositie is zoals steeds voorspelbaar. Voor de ene is het glas helemaal leeg, voor de andere loopt het over. Er zou te weinig in zitten voor natuur en milieu, horen we. De waarheid is, collega’s, dat Vlaanderen de eerste regio zal zijn in Europa met een sluitend decretaal verankerd stikstofkader.

De reductiedoelstellingen voor de depositie van stikstof worden decretaal verankerd. Het gaat dan om alle reductiemaatregelen in de verschillende veetakken die op 10 maart werden afgesproken. De reductie van de veestapel, bijvoorbeeld: 30 procent minder varkens tegen 2030. Dat wordt decretaal verankerd, mevrouw Schauvliege. Dat zijn 1,7 miljoen varkens minder.

Het decreet behoudt de datum van 2030 als doelstelling. In 2028 komt er een nulbemesting in natuurgebieden en speciale beschermingszones.

Er is 1,2 miljard euro vooropgesteld voor natuurherstel. Is dat te weinig voor milieu en natuur? Ik durf dat te betwijfelen, collega’s.

Tweede punt: de regeling zou alle lasten op de landbouw schuiven en de industrie ontzien. We weten dat de impact van de landbouw, met ammoniak, anders is dan die van de industrie, met NOx. Ammoniak slaat onmiddellijk neer op het natuurgebied in de buurt van de bron, bijvoorbeeld het landbouwbedrijf, en heeft dus een directere impact. Dat de industrie wordt ontzien, klopt niet. De industrie moet in 2030 ten opzichte van 2015 45 procent minder NOx uitstoten. Voor de landbouw is dat 40 procent minder ammoniak. Nieuwe aanvragen voor de industrie worden vijf keer strenger beoordeeld dan vroeger, met een impactscore van 1 procent, tegenover 5 procent vroeger.

Een manier om de landbouw toekomstperspectief te geven is inderdaad innovatie, collega Tobback, bijvoorbeeld met het gebruik van technieken die de uitstoot verminderen: luchtwassers, emissiearme stallen enzovoort. Alle meerderheidspartijen beschouwden deze technieken als een deel van de oplossing, maar de Raad van State had inderdaad vragen bij de deugdelijkheid van die emissiebeperkende technieken. Daarom halen we die technieken nu uit het voorstel van decreet en brengen we ze onder in een besluit van de Vlaamse Regering. Nieuwe technieken worden, zoals u weet, gevalideerd door het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veeteelt, dat onlangs door dit parlement werd opgericht.

Er is 2,4 miljard euro voorzien voor flankerend beleid voor de landbouw. Er zijn uitzonderingen voor kleinschalige bedrijven en bioboeren. Voor emissiearme stallen komt er een tussenkomst van 40 procent in plaats van 30 procent vroeger. En voor jonge boeren is dat zelfs 65 procent in plaats van 40 procent vandaag. Er komt een grondenbank voor jonge boeren. Dat we dus geen oog zouden hebben voor de toekomst van de landbouw, klopt ook niet.

De grote bedrijven en de grootschalige landbouwbedrijven zouden worden bevoordeeld ten koste van de kleine. De N-VA heeft echt vastgehouden aan de de-minimisdrempels. Die zorgen ervoor dat niet voor elke vergunningsaanvraag, hoe beperkt de stikstofimpact ook is, een passende beoordeling moet worden gemaakt. Dat vermijdt dus een enorme papiermolen. Voor de landbouw alleen betekent dit concreet dat 44 procent van de bedrijven onder die drempel vallen en dus zonder veel gedoe kunnen worden hervergund. Op vraag van de Raad van State werden de drempels wel extra wetenschappelijk onderbouwd.

Het klopt dat de onvergunbaarheidsdrempel voor landbouw en mestverwerkers in het beoordelingskader voor ammoniak wordt geschrapt. Die drempel hield in dat de zwaarste vervuilers geen vergunning meer konden krijgen. We schrappen die onvergunbaarheidsdrempel op vraag van de Raad van State. Dat betekent niet dat al die bedrijven nu zonder moeite wel een nieuwe vergunning kunnen krijgen. Neen, voor elke aanvraag boven de drempel is een individuele passende beoordeling nodig. Dat geldt voor landbouw en voor industrie. Iedereen kan dus in theorie een vergunning krijgen, maar in de praktijk zal de passende beoordeling moeten uitwijzen of de impact op de natuurgebieden onder de norm zit. Als hij erboven zit, dan is de activiteit in de feiten alsnog onvergunbaar.

Om tegemoet te komen aan de vraag van collega’s om generiek en op Vlaams niveau extern te salderen, spraken we destijds af dat dit zou kunnen als een apart MER daarvoor het licht op groen zou zetten. Het nieuwe akkoord bevestigt dat extern salderen als generieke maatregel inderdaad kan, ten vroegste op 1 januari 2025, mits een gunstige passende beoordeling.

Omdat de Raad van State hier en daar twijfelt of het gelijkheidsbeginsel voldoende wordt gerespecteerd, besteden we daar nu extra aandacht aan. De onvergunbaarheidsdrempel hebben we dus geschrapt, en er wordt ook niet langer een onderscheid gemaakt tussen oude en nieuwe piekbelasters. De piekbelasters kunnen ofwel sluiten, uiterlijk op 31 december 2030, en dan is daar een flankerend beleid voor, ofwel kunnen ze hun uitstoot tegen 2030 verminderen met de toepassing van de G8-maatregelen. Als dat niet volstaat, moeten ze ervoor zorgen dat ze onder de 50 procent komen van de impactscore.

Ik wil besluiten, voorzitter. Collega’s, ik denk dat het nu zaak is dat we de aanpassing aan het decreet zo snel mogelijk uitschrijven in een amendement, volgens de lijnen die we gisterenmorgen binnen de meerderheid hebben afgesproken. Naast het meerderheidsamendement over stikstof wordt een voorstel van decreet ingediend – collega Sintobin had het erover – dat de mogelijkheid schept om aflopende omgevingsvergunningen te verlengen.

Als dit parlement het stikstofdecreet goedkeurt, dan zal Vlaanderen de eerste regio in Europa zijn met een wettelijk verankerd stikstofkader. Dat zal onze bedrijven, landbouwers en andere, een rechtszeker kader geven om te blijven ondernemen, collega’s, en om onze Vlaamse welvaart ook in de toekomst te ondersteunen, en de kwaliteit van onze natuur te versterken, en te zorgen voor een gezondere leefomgeving. Ik dank u. (Applaus bij N-VA)

De voorzitter

De heer Van Rompuy heeft het woord.

Peter Van Rompuy (cd&v)

Collega’s, op papier lijkt dit dossier zeer technisch van aard te zijn, maar in de realiteit staat er bijzonder veel op het spel. Het gaat over het in stand houden van onze natuur, over rechtszekerheid voor de hele economie, en het gaat in het bijzonder ook over het levenswerk van vele duizenden landbouwers en hun gezinnen over heel Vlaanderen. We moeten ten volle beseffen dat wat we van hen vragen niet min is. Om de inspanning die we van hen vragen haalbaar te maken, moeten we hen ook de juiste instrumenten kunnen geven.

Het is net op dat vlak dat dit akkoord duidelijke stappen vooruit zet. Vooreerst halen we het plafond weg dat er was, waarboven je als landbouwer geen vergunning meer kon krijgen, net zoals dat al het geval was voor de industrie. Men moet wel nog een milieutoets ondergaan. Dat is de zogenaamde ‘passende beoordeling’, en om te voorkomen dat die 800 bladzijden moet omvatten, zoals bij INEOS, maken we een vereenvoudigd kader, dat zowel voor de industrie als voor de landbouw geldt. Dat vereenvoudigd kader moet het voor kleine bedrijven net mogelijk maken om vergund te geraken. We zullen dat kader ook inschrijven in het voorstel van decreet, zodanig dat de administraties en de overheden zich hieraan moeten conformeren, en om ervoor te zorgen dat het ook op een gelijke manier wordt toegepast, zowel voor landbouwers als voor CEO’s.

Ten tweede maken we in dit akkoord ook de techniek van het extern salderen mogelijk. Concreet betekent dat, dat een landbouwer die beslist om te stoppen, zijn uitstootrechten deels kan overdragen aan een andere landbouwer. Zodoende kan die opnieuw bijkomend investeren. Laten we niet vergeten dat de gemiddelde leeftijd van onze landbouwers in Vlaanderen vandaag 56 jaar is. Amper een op de tien van hen heeft een opvolger. Het zijn de boeren die vandaag beslissen om verder te doen, die onze landbouw van morgen moeten verduurzamen. Met dit akkoord zetten we dan ook vooral in op de jonge boeren, om hen toekomstperspectief te geven, en om een toekomst te geven aan duurzame landbouw in Vlaanderen. Laten we dit niet vergeten: landbouw is en blijft een strategische sector. Het gaat over het eten op ons bord.

Voor jonge landbouwers is het ook essentieel om voorbij 2030 te kunnen kijken. Daarom hebben we in dit akkoord ook de aanzet gegeven voor een doorkijk naar 2050. In dit akkoord bereiden we ook de omslag voor van een stikstofbeleid dat gebaseerd is op depositie, naar een dat gebaseerd is op emissie. Die omslag, die ook wetenschappelijk onderbouwd moet worden, zal nog enkele jaren in beslag nemen om dat helemaal te kunnen uitwerken. Daarom maken we het in de tussentijd mogelijk voor hen die een bestaande vergunning hebben, om die te hervergunnen zonder bijkomende inspanningen, tot 2030.

Ten derde reiken we in dit akkoord ook de hand aan de landbouwers in het Turnhouts Vennengebied. Naast een uitgebreide opkoopregeling maken we het nu ook voor hen mogelijk om een hervergunning aan te vragen tot na 2030, mits het toepassen van de zogenaamde G8-inspanningen. Tevens zullen we met de Europese Commissie het gesprek starten om iets te doen aan de kritische depositiewaarden (KDW's) die daar bijzonder laag zijn.

Collega’s, ondernemen in Vlaanderen zal meer dan ooit moeten gebeuren met respect voor de omgeving. In een dichtbevolkte regio kun je landbouw, industrie, natuur alleen maar verzoenen als je ook inzet op innovatie om die uitstoot naar beneden te krijgen. We hebben in Vlaanderen de meest duurzame en innovatieve landbouw ter wereld. Daar mogen we wat meer fier op zijn dan we soms zijn, en dat moeten we vooral ook zo houden. Daarom bieden we met dit akkoord meer rechtszekerheid, zowel voor het toepassen van de bestaande technieken als voor het versnellen van nieuwe technieken. We maken ook 3,6 miljard euro vrij om de landbouwers die beslissen om te investeren in die technieken, te ondersteunen. Ik geef een concreet voorbeeld: voor de bouw van een milieuvriendelijke AEA-stal (ammoniakemissiearm) krijgt een landbouwer tot 80 procent steun.

Collega’s, met dit akkoord willen we de vergunningverlening in Vlaanderen weer vlot trekken, voor alle ondernemingen. Want zonder rechtszekerheid is er geen ondernemerschap en zonder ondernemerschap is er geen welvaart. Niets doen was dus geen optie. Zonder akkoord zouden we nog vele jaren voor een periode staan van rechtsonzekerheid en daar is niemand bij gebaat. Er is nu een politiek akkoord, maar dat moet ook minutieus en integraal vertaald worden in een decreet, en daar zullen wij natuurlijk nauwgezet over waken. De decreettekst zal daarom ook door drie experten nagelezen worden om de juridische onderbouw nog te versterken.

Als cd&v hebben wij in dit akkoord gewaakt over het evenwicht tussen landbouw, industrie en natuur. De voorbije dagen en weken hebben we stevig onderhandeld om te komen tot een juiste balans. Als we inspanningen vragen aan de landbouwers, moeten we hun ook perspectief geven. Het zijn de twee die in verhouding moeten zijn om tot een goed akkoord te komen. Het is dat cruciale evenwicht dat voor ons de kern vormt van dit stikstofakkoord. Ik dank u. (Applaus bij de meerderheid)

De voorzitter

De heer Coenegrachts heeft het woord.

Steven Coenegrachts (Open Vld)

Het kan verkeren in het leven – tegenwoordig is dat de slogan van onze partij. Er is een stikstofakkoord, er is weer perspectief. Er is perspectief voor de natuur: er komt zes jaar een stikstofreductiebeleid. Er is perspectief voor ondernemers: we zullen opnieuw kunnen zorgen dat vergunningen standhouden, ook voor rechtbanken, zodat zij weer kunnen investeren in onze toekomst, in de jobs van morgen, in onze welvaart. Er is ook perspectief voor de ondernemers in de landbouw: weg met de onvergunbaarheidsdrempel. Er komt een mogelijkheid tot extern salderen, er komen geen verplichte sluitingen, hervergunningen blijven mogelijk op een makkelijke manier als men investeert. Het Turnhouts Vennengebied krijgt een lichting van de stolp en minder strikte objectieven omdat ook de impact van Nederland zal worden meegeteld.

Collega’s, ik zeg dit alles niet om te ontkennen dat er moeilijke keuzes gemaakt zijn, dat de druk op de veeteelt groot is. De tocht van de veeteelt de komende jaren zal geen gemakkelijke zijn, maar dit akkoord brengt licht aan het einde van de tunnel. En licht op het einde van de tunnel hebben we ook in dit akkoord geschreven voor de periode na 2030. 

We kijken op lange termijn. We gaan met Europa praten over die versnipperde natuurgebieden, en of die nog wel wenselijk zijn, of we dat niet moeten veranderen. We willen gaan van een depositiebeleid naar een emissiebeleid, en we kijken eerder naar de goede staat van instandhouding dan stikstof als parameter op zichzelf. We gaan met de commissie praten over of die Europese regels wel geschikt zijn voor dichtbevolkte, drukbezochte, drukgebruikte regio’s als Vlaanderen.

Collega's, een paar weken geleden heb ik hier ook gestaan en toen sprak ik over het verschil tussen een lelijk politiek compromis en een schoon politiek compromis. Vandaag staan we hier met een schoon politiek compromis. Politiek die bewijst dat dat nog kan: schone compromissen maken, luisteren naar elkaars gevoeligheden en daarvoor effectief ook oplossingen bedenken, samen oplossingen zoeken. En ik ben de collega’s aan tafel daar zeer dankbaar voor.

Voorzitter, collega's, de echte vraag van dit debat vandaag is of er een alternatief was. Natuurlijk was er ook een alternatief. Het alternatief, collega's, was totale stilstand. Het alternatief was Vlaanderen op pauze zetten. Waarom zou iemand dat willen?

Van Vlaams Belang, collega Sintobin, snap ik dat. Ik snap dat u op pauze wilt duwen. Ik snap dat u zegt om niets te doen, te wachten tot iedereen met pensioen is, zodat het probleem zichzelf oplost. Want die wanhoop bij de boeren vandaag, de ontreddering bij de ondernemers in Vlaanderen, de chaos in de politiek, is uw businessmodel. Dat is het model waarop u verkiezingen denkt te winnen. (Opmerkingen bij Vlaams Belang)

De toekomst van de mensen interesseert u niet. Hun stem op 9 juni, dat is wat u interesseert. (Applaus bij de meerderheid)

Aan de andere kant, collega's, hebben we Groen. Groen zegt om te wachten tot de natuur zich hersteld heeft, tot de landbouw verdwenen is. Te wachten tot de industrie vertrokken is, tot de haven dicht is en de luchthaven weg is. Te wachten tot de natuur het enige is waarvoor de Vlaming ’s morgens nog uit zijn bed komt, want voor zijn job zal hij het niet meer kunnen doen. Collega's, dat is niet onze toekomst. Dat is zonder ons. Wij wachten niet. Wij gaan verder. Wij lossen het op. Dank u wel. (Applaus bij de meerderheid)

De voorzitter

De heer D’Haese heeft het woord.

Jos D'Haese (PVDA)

Wij lossen het op – voor de derde keer al.

“Rechtszekerheid is cruciaal in onzekere tijden. Rechtszekerheid is wat alle Vlamingen van hun regering mogen verwachten. Betrouwbaarheid. Dit akkoord is juridisch robuust en wetenschappelijk onderbouwd.”

Je zou denken dat dat quotes zijn uit de persconferentie over het laatste stikstofakkoord. Niks is minder waar. Dit was het vorige. Dat is wat jullie zeiden in maart. Ik ben de tel kwijtgeraakt over het hoeveelste het toen was. Het was allemaal rechtszeker en betrouwbaar, en werd daarna aan flarden geschoten door de Raad van State, die er geen millimeter van heel liet. Het heeft de situatie van boeren en natuur in Vlaanderen geen meter vooruitgeholpen.

Als je de persconferentie van de Vlaamse Regering deze week zag, dan leek het wel of je naar herhalingen aan het kijken was. Het had een hoog FC De Kampioenen-gehalte: telkens opnieuw hetzelfde op tv, veel geruzie en er worden ook geen doelpunten gescoord.

Laat ons eerlijk zijn, beste regering en beste parlementsleden, dit stikstofakkoord noemen we misschien beter een verkiezingsakkoord. Na het politieke theater komt dit jullie goed uit. Na het ontslag van vice-minister Somers en een nieuwe minister die burgemeester wilde worden maar toch weer minister werd, konden jullie zo’n akkoord nog wel goed gebruiken. Zo lijkt de Vlaamse Regering, althans voor wie niet goed oplet, even gered. Maar dat geldt natuurlijk niet voor de boeren en de natuur, en dat weten jullie zelf ook heel goed.

Deze Vlaamse Regering doet niets aan de fundamentele oorzaak van de problemen vandaag en aan de manier waarop we aan landbouw doen in Vlaanderen. Het doet niets aan de dumpingprijzen die boeren vandaag krijgen voor hun producten, het doet niets aan de wurggreep van de banken op onze landbouwers, via leningen, die zo verplicht worden om steeds meer te produceren voor steeds minder geld. Als je die druk op de landbouw niet aanpakt, zal je het stikstofprobleem niet aanpakken. Opnieuw wordt hier, noch in de onderhandelingen, met geen enkel woord over gesproken.

Dit akkoord duwt landbouwers dieper in de onzekerheid. Landbouwers zien nu een lawine aan dure studies en investeringen op zich afkomen. De vraag is of iemand uit de meerderheid, de regering of het parlement, durft garanderen dat dit akkoord nu wel zal standhouden. Is er iemand die zijn hand in het vuur durft te steken voor die mensen die nu tienduizenden en honderdduizenden miljoenen euro’s aan investeringen zullen moeten doen om verder te kunnen doen? Ik dacht het niet. Jullie oplossing voor de strenge kritieken van de Raad van State is de boeren opzadelen met een hoop extra papierwerk en wetenschappelijke onderzoeken. Andere kritieken zoals de ondoeltreffendheid van technologische maatregelen, vergunning verlenen op krediet en de problemen met de rekentool, daar wandelt deze regering gewoon rond.

Er is nog steeds geen juridische duidelijkheid of de verschillende drempels voor landbouw en industrie te onderbouwen zijn. Mevrouw Rutten, u was daar redelijk eerlijk over in ‘De afspraak’. U zei dat het uiteindelijk het Grondwettelijk Hof is dat daarover zal beslissen, maar dat het akkoord het proberen waard is. Voilà, beste landbouwers, we zullen nog zien met de volgende regering, maar het is tenminste het proberen waard. Het vel van de regering is gered en daarna is het: trek uw plan. (Applaus van Lise Vandecasteele)

Het doet denken aan de terugdraaiende teller of andere akkoorden die door de vorige regering zijn gesloten. Ze lossen het nog snel op voor de verkiezingen en ‘après nous, le déluge’. Dat is geen zekerheid, dat zijn politieke spelletjes op de kap van de boeren.

Wat zal het gevolg zijn van deze maatregelen voor de kleine boeren? Dat kan iedereen voorspellen. Als je het voortbestaan afhankelijk maakt van peperdure uitgebreide studies en enorme investeringen in de industrialisering van de veeteelt, dan is het gevolg dat de kleintjes ertussenuit vallen en de groten het overnemen. Dat kan iedereen hier toch voorspellen? Het probleem van schaalvergroting, industrialisering en intensifiëring zal door dit akkoord bijgevolg alleen maar groter worden. Jullie pakken de kern van het probleem niet alleen niet aan, jullie wakkeren het alleen maar verder aan.

Zo zijn we opnieuw een stap vooruit, ik bedoel achteruit – vooruit was mooi geweest. Eén stap vooruit, twee stappen achteruit, mevrouw Rutten. Een stap achteruit naar meer schaalvergroting. Dat is niet de juiste weg. Wij hebben een landbouw nodig waar de boeren niet meer moeten produceren voor minder, maar waar boeren kunnen focussen op een kwalitatieve productie waar ze eerlijke prijzen krijgen, en op die manier ook de inspanningen kunnen doen om zorg te dragen voor de natuur.

Dit is jammer genoeg geen akkoord dat landbouw, industrie en natuur verzoent. Het zet ze opnieuw tegen elkaar op. Ik vrees dat we na de verkiezingen daarvan de bonen zullen gefret hebben. (Applaus bij de PVDA)

De voorzitter

Mevrouw Ampe heeft het woord.

Els Ampe (Onafhankelijke)

Minister, zat er eigenlijk wel een boer aan tafel toen u dat stikstofakkoord sloot? Nee? Ik hoor ‘nee’. Inderdaad, er zat geen boer aan tafel. De boeren mogen wel uw eten aan tafel komen brengen, maar ze mogen niet bij aan tafel aanschuiven. Het gaat wel over het voortbestaan van hun boerderij, over hun levenswerk. En dan moeten ze bang afwachten voor wat er boven hun hoofden beslist wordt. Wat een misprijzen eigenlijk. U spuwt gewoon in hun spijzen. Dit stikstofakkoord is het zoveelste ivorentorenakkoord.

De enige die ik hoorde applaudisseren, was de regering, voor zichzelf. Geen enkele boer is eigenlijk gerust, en je zou ook voor minder. Bij het vorige stikstofakkoord – want dit is al het derde – kwamen zevenduizend landbouwers op een soort bedreigdeboerenlijst te staan. Hoeveel staan er nu op? Ik hoor dat het er minder zijn. Zesduizend? Vijfduizend? Vierduizend? Wie zal het zeggen? Hebt u het cijfer? Minister, gaat u ons het cijfer geven?

Beste collega’s, het stikstofakkoord is niet alleen een ivorentorenakkoord. Het is eigenlijk ook een beetje het akkoord van de kleine lettertjes, want in de grote letters staat er: “U moet niet sluiten, landbouwer, wees gerust”, maar in de kleine lettertjes staat er: “U moet eigenlijk allemaal sluiten tenzij u aanpassingen doet. Welke aanpassingen? Hoeveel gaan die aanpassingen kosten? Weet iemand dat? Zijn die aanpassingen haalbaar? Is dat berekend? Wie moet er zich aanpassen en wie niet? Ja, ik hoor dat u nog altijd in discussie bent, maar wij zouden dat wel graag willen weten, want werkelijk niemand weet het.

Boer Rik vertelde me dat zijn landbouwbedrijf op drie verschillende zones staat. De voorkant is woongebied, de achterkant is landbouwgebied en het middenstuk is nog iets anders. Hij krijgt dus reglementen en voorstellen voor aanpassingen die zichzelf allemaal tegenspreken. Ja, het is wel gemakkelijk om te zeggen om u aan te passen. Maar, minister, als ik tegen u zeg dat u op uw stoel zit en op uw stoel mag blijven zitten als u zich aanpast, maar de aanpassing is wel dat uw stoel maar zo groot mag zijn als een Playmobilstoel, dan denk ik dat u van uw stoel valt, net zoals iedereen die dit stikstofakkoord bekijkt, zoals de burgers elke dag van hun stoel vallen bij dit dossier.

Het meest absurde van dit alles is dat boeren aan deze regering moeten vragen of zij wel aan landbouw mogen doen. Zij moeten dan een heel dik dossier maken: de passende beoordeling heeft dat dan als naam. Maar GK, een vereniging van landbouw, zegt: “Als dat dik dossier achthonderd pagina’s telt, dan moeten daar wel veel advocatenkosten voor betaald worden. Dan kunnen de gewone kleine boeren dat niet betalen.” (Opmerkingen)

Ah, ze moeten het ook niet? Maar zegt u eens voor wie wel en voor wie niet. Niemand weet het. Het hele stikstofdossier creëert gewoon meer papier, meer advocatenkosten. En wat hebben de stikstofakkoorden tot nu toe eigenlijk al gekost aan de Vlaamse belastingbetaler – al die advocaten, weer naar de Raad van State, weer terug? Ik zou er ook graag eens een cijfer over horen. Wat kost dat?

Mevrouw Demir, Mijnheer Brouns, het stikstofakkoord is gewoon een zwijnenstal. Mest het uit, zorg voor heldere regels, ook voor de natuur en laat de boeren boeren. Dank u.

De voorzitter

Minister-president Jambon heeft het woord.

Minister-president Jan Jambon

Beste collega’s, maandagavond laat, eigenlijk was het dinsdagnacht zeer vroeg, zijn we dus met de drie meerderheidspartijen akkoord gegaan over de manier waarop we het vorig neergelegde voorstel van decreet zullen amenderen om zo tegemoet te komen aan het advies van de Raad van State. Het was een bijzonder onderhandelingstraject. Het doel was om te komen tot een door de drie meerderheidspartijen gedragen en vooral juridisch robuust voorstel van decreet. De jongste weken na het ontvangen van het advies is daarom met een gemengde werkgroep – parlement en regering – minutieus aan het akkoord geschaafd. De laatste dagen hebben drie ministers en drie parlementsleden de laatste knelpunten weggewerkt.

Ik wil dus de collega’s, zowel die uit de regering als die uit de fracties, de vele medewerkers en de administraties bedanken voor de geleverde inspanningen, ik zou bijna zeggen dag en nacht. Daardoor vermijden we een vergunningsstop, die niet irreëel is, want we zien die in Nederland. In Nederland bestaat op dit moment al een absolute vergunningsstop in vijf provincies. Die vergunningsstop is een ramp voor onze economie, voor onze industrie, voor onze landbouw, voor iedereen die in de transportsector actief is, en voor iedereen die grote infrastructuurprojecten plant, uitgerekend op een moment dat die sectoren aan het verduurzamen zijn.

Zonder die juridisch robuuste stikstofregeling riskeer je niet alleen dat landbouwbedrijven en ondernemingen op slot gaan, maar ook dat het bouwen van woningen en andere infrastructuurprojecten onmogelijk zou worden. Ik neem aan dat iedereen het met mij eens is dat dat absoluut vermeden moet worden, want dat zet een slot op onze groei.

Om de verschillende argumenten te beantwoorden die hier tijdens het debat aan bod zijn gekomen, laat ik nu graag mijn collega’s, de vakministers, aan het woord om het een en ander te weerleggen.

De voorzitter

Minister Demir heeft het woord.

Minister Zuhal Demir

Dank u wel, collega’s en parlementsleden. Ik wil misschien toch wel een aantal verduidelijkingen naar voren brengen. Ik vind het eigenlijk wel wat ongepast om te moeten horen dat de inspanningen versoepeld zijn, of wat dan ook. De reductiemaatregelen die in het akkoord stonden, waar we dat G8-scenario op het hebben gebaseerd, waar een MER-rapport van is gemaakt, en waar een passende beoordeling van is gemaakt, blijven wel hetzelfde. Er is dus op geen enkel moment een of andere reductiemaatregel uit het pakket gehaald. Dat wil ik wel benadrukken. Dat pakket blijft ook wel bijzonder zwaar. Doen alsof dat allemaal niks is, klopt dus niet. Ik heb de afgelopen twee jaar in Vlaanderen getourd, maar de warme sanering voor de oranje bedrijven, de varkensboeren, en de nulbemesting blijven wel allemaal heel zware maatregelen. Ik zou ermee opletten te zeggen dat dat allemaal niks is of dat het allemaal versoepeld wordt, want dat is niet zo.

Het enige waar we wel heel aandachtig naar hebben gekeken, aan de hand van de opmerkingen uit het advies van de Raad van State, was alles rond de piekbelasters. Daar wil ik ook over zeggen dat dat over 1 of 2 procent van heel het pakket gaat. De focus ligt heel fel op de piekbelasters, maar dat gaat over 1 of 2 procent van alle reductiemaatregelen. Daar hebben we inderdaad bij gezegd dat de Raad van State een punt heeft. We gaan dat onderscheid tussen oude en nieuwe piekbelasters niet meer maken; hetzelfde geldt voor die brieven. Maar we gaan voor die piekbelasters een maatregel nemen die wel nog binnen het MER-rapport blijft. We hebben dat ook laten berekenen door de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). We hebben gevraagd of we binnen het MER-rapport blijven als we de piekbelasters zeggen dat ze niet verplicht moeten sluiten. Een sluiting is dus een optie die ze nog altijd kunnen nemen. Maar we zeggen hun dan dat we hen allemaal op dezelfde manier behandelen, aan de hand van de criteria die in het decreet komen. Ze blijven dan open, maar dan moeten ze een aantal reducties doen, en die zijn inderdaad wat steviger. VITO heeft voor ons twee opties bekeken. We hebben dan aan de hand daarvan een beslissing genomen, maar dat past nog binnen het milieueffectrapport.

Dat is dus iets wat die doelstelling betreft om de stikstof te reduceren dat ik toch even wil corrigeren. Degenen die zeggen dat het allemaal maar niks is, en helemaal niet zo zwaar is: potverdikke, ik vind dat heel zwaar. We gaan zes jaar door die zure appel moeten bijten. Daarna hoop ik dat we, aan de hand van onze doorkijk die we hebben neergeschreven, wat anders zullen kunnen doen voor het tweede gedeelte. Maar de komende zes jaar wordt het inderdaad pittig.

Twee, het beoordelingskader is wetenschappelijk onderbouwd. We hebben nog een dubbelcheck gedaan om tegemoet te komen aan de kritiek van de Raad van State. Daarom nemen we die drempels op in het decreet. Alles wat boven de drempels zit, moeten we aanpassen in de beoordeling. Ook weer tegemoetkomend aan het advies van de Raad van State, die stelde dat die onvergunbaarheidsdrempel bij de landbouw niet kan of moeilijk ligt versus de industrie, hebben we gezegd: “Oké, we halen dat eruit.” Dat zijn twee dingen die ik hier wil benadrukken.

Ja, beste vrienden van Groen, ja, wij willen inderdaad nog vergunnen. Dat is inderdaad waar. Daarom hebben we een PAS-programma (Programmatische Aanpak Stikstof) gemaakt volgens het principe dat we de komende zes jaar stikstof gaan reduceren, maar dat we ook wel nog vooruitgang willen boeken. We willen ook nog wel een economisch leven hebben. Wij willen wel nog welvaart creëren en we willen ook nog jobs. We willen geen zes jaar stilstand. Dat is de optie die deze regering heeft gekozen. We gaan geen zes jaar wachten om economische vooruitgang te boeken. Dat is één.

En twee – dat moet ik ook benadrukken –: dit stikstofprogramma en het decreet dat hier zal worden besproken, is het allereerste dat er is. Op dit moment, in heel Europa, is er nog niets. Ik hoor in Nederland allerlei pogingen en verhalen en posities die ingenomen worden, maar op dit moment is er nog niets. In Wallonië begint de discussie. In Italië heb je een hele discussie, in bepaalde delen van Duitsland begint het ook. Maar op dit moment hebben wij als Vlaanderen onze arresten veel eerder. In 2021 was er het Kortessemarrest, en dan zijn we een PAS-programma gaan maken. Maar dit is het allereerste PAS-programma dat er binnen Europa is.

Aan de hand van dat PAS-programma gaan we met de Europese Commissie over de toekomst praten. Dat is ook heel belangrijk. Maar we moeten nu wel verder. Dat is een gegeven voor ons, als beleidsmakers. We willen verder, we willen geen stilstand, we willen dat er vooruitgang komt en dat er duidelijkheid komt naar de hele sector toe. Dit is een eerste noodzakelijke stap die we moeten zetten, of we dat nu leuk vinden of niet. Iedereen heeft daar zijn bedenkingen over. De ene vindt het zus, de andere vindt het zo, de ene vindt het soepeler, de andere wil het strenger, en alles wat je nog maar wilt.

Maar dit is het allereerste dat op de tafel ligt, en dit is een eerste stap die we moeten zetten. Ik hoop dat we met het hele parlement die eerste stap kunnen zetten om die duidelijkheid te kunnen geven.

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Dank u wel, collega’s. Ik heb tijdens de persconferentie verwezen naar een bezoek van jonge boeren, een afvaardiging van de GK, aan deze Vlaamse Regering. Ik heb daar gezegd, en ik herhaal het vandaag, dat wat zij ons verteld hebben, voor mij het kompas was. Zij hebben gezegd: “Beste Vlaamse Regering, wij willen als sector" – en zij staan voor mij daarbij symbool voor heel de landbouwsector, maar eigenlijk voor al wie onderneemt in Vlaanderen met impact op zijn omgeving – "die verantwoordelijkheid nemen om te reduceren, om stikstof terug te dringen in het belang van de biodiversiteit. Maar we willen ook, in ruil voor de inspanningen, kansen krijgen om hier in Vlaanderen te kunnen boeren voor de toekomst.” En dat zijn grote inspanningen. Ik wil nog eens wijzen op wat wij doen.

In meer dan drie vierde van het totale areaal speciale beschermingszones (SBZ) in Vlaanderen zal 100 procent van de overschrijding worden weggewerkt met het pakket dat hier voorligt. 100 procent van de overschrijding wordt weggewerkt. Dat is zeer veel. Er wordt hier een zeer grote inspanning geleverd. Nogal logisch dat daar iets tegenover staat. Het betreft een heel pakket aan steunmaatregelen om de landbouw te verduurzamen. Er wordt tot 80 procent steun gegeven voor investeringen in ammoniakemmissiearme stallen. Dat is absoluut nodig om die omslag te kunnen maken, collega’s.

En ja, er is inderdaad, in ruil voor die grote inspanningen, gezegd dat er moet kunnen worden hervergund. Collega Ampe, stop met te zeggen dat er een stop is op zevenduizend van de achtduizend bedrijven. Dat is niet waar. Die hervergunning is mogelijk, als men die grote inspanningen die in het G8-scenerio, het generieke reductiescenario, is voorzien, doet. (Opmerkingen van Els Ampe)

Ik zeg u nu dat dat is opgelost. Daar staat een investering tegenover.

Wij zijn in Vlaanderen op het vlak van innovatie koplopers. Mogen we daar alstublieft een beetje fier op zijn? Wij bouwen hier de eerste stikstofneutrale stalsystemen, waarbij we de ammoniak die in die stallen vrijkomt, zullen omzetten in kunstmest die opnieuw kan worden gebruikt. Daar mogen wij echt wel trots en fier op zijn.

Collega’s, als we inzoomen op de inhoud, dan denk ik dat niet alleen hervergunnen mogelijk is. Wanneer er een dalende trend is – en die dalende trend moet er zijn en mag niet onderbroken worden – dan is het nogal logisch dat de extra ruimte die daar gecreëerd wordt door de landbouwsector, teruggeven wordt aan die landbouwsector, om te kunnen investeren. Die investeringen zijn nodig om die reductie-inspanningen te kunnen financieren. Dat is nogal logisch. Daarvoor zal dat instrument van de passende beoordeling worden ingezet op een vereenvoudigde manier, via online toepassingen. Zo kan heel snel worden ingeschat of er ruimte is om te investeren en om uit te breiden, en niet aan de hand van duizenden bladzijden studies.

We weten dat wij in Vlaanderen eigenlijk pionieren op dat vlak. Wij lopen voor. Wij worden eerder geconfronteerd met veel van die uitdagingen op het vlak van stikstof. Dat maakt dat wij inderdaad naar Europa gaan om de specifieke situatie van Vlaanderen aan te kaarten. Het voorbeeld van het Turnhouts Vennengebied is genoemd. Daar liggen zeer kwetsbare vennen, maar dat neemt niet weg dat wij beslist hebben om de stolp die op het Turnhouts Vennengebied lag, weg te nemen voor die 150 bedrijven. Zo kunnen die bedrijven, mits de inspanning, een vergunning krijgen. Dat was ervoor niet zo, dat is nu wel zo. Wij gaan naar Europa om te zeggen dat wij hier grote inspanningen doen, maar die kritische depositiewaarden liggen hier zo laag dat dat onhaalbaar is. Dat hebben wij afgesproken. (Opmerkingen van Gwendolyn Rutten)

Collega, ik zal u zo dadelijk ook wat tijd geven om het verhaal te onderstrepen. Ik wil gewoon benadrukken dat de essentie is dat er inspanningen nodig zijn en dat die zullen gebeuren, maar dat je dat samen moet doen met de sector … Nu heb je me een beetje van de wijs gebracht, collega Rutten. De klok tikt? (Opmerkingen van Gwendolyn Rutten)

Nee, die minuut krijgt u er nog wel bij. De essentie is, ik kom terug naar de boodschap: we leveren inspanningen en door die inspanningen creëren we de ruimte die er moet zijn voor de toekomst van onze boeren. (Applaus bij de meerderheid)

De voorzitter

Minister Rutten heeft het woord.

Minister Gwendolyn Rutten

Collega Brouns, ik sluit mij helemaal aan bij uw woorden. Het is ter aanvulling dat ik even tussenkom.

Collega’s, we hebben hier al vaak over gediscussieerd. Het is een proces met vallen en opstaan, zoals de minister-president het heeft gezegd. Ik zie ook collega’s met wie we stevig van gedachten hebben gewisseld, maar dat komt natuurlijk omdat wat we hier doen, uniek is in Europa. Sta daar toch eens even bij stil. Als dit lukt – en het is misschien met vallen en opstaan – zullen wij als land en als regio een kader maken dat mensen kansen geeft om te ondernemen. Boeren en bedrijven aan de ene kant en aan de andere kant het milieu. Ondernemen met respect voor de natuur, dat wordt een beetje een ‘unique selling proposition’ in Vlaanderen, minister Demir, als dit lukt.

Deze aanpak zullen we zes jaar lang aannemen. Tegelijkertijd wordt de toekomst voorbereid. Ik heb heel vaak gehoord dat de politiek alleen met de korte termijn bezig is. Wel, in dit dossier kijken we ook naar de lange termijn. Dat doen we samen met boeren, met wetenschappers, met bedrijven, met de innovatieve sector en de innovatie waar Vlaanderen bekend om is.

Heel kort, want we gaan zo dadelijk echt debatteren: wat hier voor ons ligt … en wat is het verschil ten opzichte van de vorige keer? De ruwe kanten zijn eraf. De verplichte sluitingen zijn eruit. Het verbod en de onmogelijkheid om nog een vergunning te krijgen, is eruit. De stolp op het Turnhouts Vennengebied is eraf. Innovatie en nieuwe technieken staan opnieuw centraal. Kijk, dat noem ik – ik zal het in termen van boeren zeggen – gezond boerenverstand. Dank u. (Applaus bij de meerderheid)

De voorzitter

Het woord is aan de Groenfractie.

Collega’s, mag ik nogmaals herhalen dat het de bedoeling is, één, dat de regering zwijgt, en twee, dat u vragen stelt aan diegene die vooraan staat of aan de minister, maar niet onder elkaar. Dat is een vergeefse poging, denk ik, maar ik kan maar proberen.

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Collega’s, de Raad van State was heel duidelijk in zijn advies. We hebben vooral beleid nodig dat het stikstofbad meer laat leeglopen. Die inspanningen zijn de beste en ook de enige garantie om ervoor te zorgen dat er ondernemingszekerheid is in Vlaanderen. Ik denk dat we het daar allemaal over eens zijn, want dat is ook heel hard nodig. Vandaag verkeert immers amper 7 procent van onze natuur in een goede toestand. 80 procent van onze Europees beschermde natuur krijgt elke dag – élke dag – te veel stikstof te slikken.

Met ambitieuze doelen alleen zal dat stikstofbad niet leeglopen. Er zijn ook juiste en goede maatregelen nodig, die we ook goed moeten uitvoeren, want met doelen alleen zullen we er niet komen.

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Voorzitter, dat is eigenlijk wat collega Schauvliege daarnet ook al zei: er zit niets concreets in dit verhaal.

Ja, collega, als hier decretaal wordt vastgelegd dat er een vermindering met 30 procent van de varkensstapel is, dat er 1,7 miljoen varkens weg moeten, dan vind ik dat bijzonder concreet. Als u dan maar blíjft beweren dat dit een lege doos is, ja, dan begrijp ik er echt niets van. (Applaus van bij cd&v en van Koen Daniëls en Steven Coenegrachts)

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Mijnheer Vandaele, ik heb daarnet aan collega Coenegrachts gezegd dat hij selectief doof is. Ik denk dat ik dat bij u ook mag zeggen. Onze grote opmerking in dit verhaal is dat u maatregelen op tafel legt die de familiale grondgebonden landbouwer niet steunen, die ervoor zorgen dat er minder boeren zullen zijn en grotere, die ervoor zorgen dat men heel grote financiële inspanningen moet doen om aan die doelen te geraken en dat heel wat boeren vanzelf zullen moeten stoppen. Dat is onze grote commentaar.

Dus ja, er zit een reductie van de varkensstapel in, maar waarom niet van de runderen, van de kippen, van de volledige veestapel? Waarom blijft u daarvan af? Waarom zitten er geen maatregelen in die ervoor zorgen dat we echt gaan naar de circulaire landbouw die we nodig hebben, ook om onze natuur te beschermen? Die zitten er helemaal niet in.

Collega, minister Rutten zei daarnet dat ze vooral investeren in innovatie, dat dat hetgeen is wat ze met hun nieuwe voorstellen vooropstellen. Ja, dat was al in het eerste akkoord zo, dat is in het tweede akkoord zo en dat is vandaag inderdaad herbevestigd.

Zeggen wij dat er geen innovatie mag zijn? Absoluut niet. Maar zeggen wij dat de focus alleen op innovatie mag liggen, alleen op innovatie die landbouwers naar nieuwe investeringen duwt, die ervoor zal zorgen dat er minder landbouwers zijn, en vooral met veel meer en zwaardere schulden en een investeringslast? Daarvoor passen wij, want dat is niet de landbouw die we in Vlaanderen nodig hebben. (Applaus bij Groen)

De voorzitter

De heer Bothuyne heeft het woord.

Robrecht Bothuyne (cd&v)

Collega Schauvliege, u verbaast mij voor de tweede keer deze week. Gisteren was u visionair: u kon op afstand lezen wat er in het akkoord stond zonder het te hebben gelezen of gehoord. Om 6.58 uur al hebt u getweet dat het allemaal op niets trok. Het trok allemaal op niets, het stikstofakkoord zou geen oplossingen bieden, noch voor natuur, noch voor landbouw, noch voor industrie. Een mooier bewijs dat u totaal inhoudsloos predikt, kun je niet vinden.

Ik wil het ook hebben over de inhoud zelf en wat u zelf echt wilt. U gelooft niet in innovatie, onze land- en tuinbouw en de veerkracht van onze land- en tuinbouw en onze voedselproductie, en hecht er blijkbaar ook heel weinig belang aan. U hebt daarnet in uw tussenkomst gezegd dat we de stallen wel moeten aanpassen, maar tegelijk wilt u niet dat er geïnvesteerd word in innovatie of luchtwassers. Hoe zult u dat dan in hemelsnaam doen? Tegelijk komt u hier verkondigen dat u de familiale landbouw een warm hart toedraagt. U bent ronduit hypocriet en totaal ongeloofwaardig. (Applaus bij cd&v)

De voorzitter

De heer Coenegrachts heeft het woord.

Steven Coenegrachts (Open Vld)

Collega Bothuyne heeft min of meer dezelfde vraag gesteld. Hij noemt u visionair, iets wat ik nooit zou doen. Mevrouw Schauvliege, hij zegt dat u dat akkoord kon lezen nog voor het gepubliceerd was, maar ik heb de indruk dat u het nog altijd niet hebt gelezen, wat ik u wel wil aanbevelen. Mijn vraag is hoe u dit concreet zult doen. U zegt dat een daling van 30 procent van de varkensstapel niets betekent met 60 procent uitstoot en dat werken met een ammoniakwasser de boeren richting de grotere landbouw duwt, maar wat stelt u dan in de plaats daarvan voor? Toen ik u dat vorige keer vroeg, zei u: “Los het op.” Vandaag leg ik hier een oplossing voor u neer, dus vraag ik aan u om uw alternatief concreet te maken, want ik zie het niet.

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Collega Schauvliege, we kennen de tendens dat kleine bedrijven soms verdwijnen, en die zien we niet alleen in de landbouwsector. Dit decreet staat daar natuurlijk los van. Het is niet dat dit decreet meer of minder duwt dan al het geval is in de samenleving die wij kennen. Er zitten in dit decreet wel degelijk maatregelen om ook kleinere bedrijven, bioboeren en jongere boeren te ondersteunen. U zegt dat er alleen voor varkens sprake is van afbouw en dat er niets voor de andere sectoren wordt gedaan. Het klopt dat die andere sectoren van ons in deze fase niet per se minder dieren moeten houden, maar er is wel degelijk een beperking van de uitstoot opgelegd, ook voor die andere veesoorten. Er is een daling van 15 procent gevraagd voor het vleesvee en het melkvee en een daling van 20 procent voor kalveren. Die maatregelen zitten er dus wel degelijk in. Het gaat om 60 procent voor varkens, maar ook voor pluimvee. In dit geval gaat het niet om afbouw van het aantal dieren, maar zeker wel om vermindering van de uitstoot.

De voorzitter

De heer Steenwegen heeft het woord.

Chris Steenwegen (Groen)

Ik citeer het Algemeen Boerensyndicaat (ABS): “Het perverse aan zogenaamde versoepeling is dat het weinig kleine bedrijven zal lukken om de investeringen te doen. Het resultaat zal zijn dat nog meer boeren zullen stoppen en enkel de grote tot zeer grote bedrijven zullen overblijven.” Dat is de reactie van het ABS op dit akkoord.

Collega Vandaele, u zegt dat in het decreet 30 procent daling van de varkensstapel wordt ingeschreven, maar er is geen enkele dwingende maatregel opgenomen die daarvoor gaat zorgen. Hoe gaat dat gebeuren? Het is allemaal vrijblijvendheid, en we weten vandaag dat er heel weinig interesse is, die volledig afhankelijk is van de prijs. Er is geen enkele maatregel die dat gaat realiseren. Dus leg eens uit hoe u aan die 30 procent zult geraken. (Applaus bij Groen)

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Collega Steenwegen, we hebben er inderdaad de voorkeur aan gegeven dat er vrijwilligheid is. Als de varkensboeren vrijwillig instappen, dan vinden wij dat een pluspunt. Dit verhaal is vooral gebaseerd – u hebt gelijk, maar wij vinden dat net een sterk punt – op vrijwilligheid. U vraagt zich af wie er zal garanderen dat dat gebeurt, maar wij zien dat vandaag al in het aantal vragen dat binnenkomt en de reactie van de sector. U weet dat het een sector in moeilijkheden is, waar veel mensen blij zijn dat ze in deze regeling kunnen stappen. Het stelt ons gerust dat de doelstellingen op die vrijwillige manier gehaald zullen worden.

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Collega’s, ik denk dat het belangrijk is om nog even in herinnering te brengen hoe groot de inspanningen zijn. Wat zegt het MER? Dat de helft van de overschrijding van de kritische depositiewaarden in het areaal – de 86.000 hectare – weggewerkt moet worden.

Wat doen we? In drie vierde van dat grondgebied werken we met dit pakket aan maatregelen, daar 100 procent van weg, dus dat is een zeer grote inspanning. Daarbij is de inspanning voor varkens niet meegerekend, dus dat komt daarbovenop, collega Steenwegen. Dat komt daarbovenop, dus dat is nog eens een extra inspanning. Dus mag het even dat er, als er een dalende trend is die niet wordt doorbroken, extra ruimte teruggaat naar de landbouw? (Applaus bij de meerderheid)

De voorzitter

De heer Vaneeckhout heeft het woord.

Jeremie Vaneeckhout (Groen)

Ik dacht dat als de minister van Landbouw het woord zou nemen, die dan wel antwoord zou geven op de kritiek van een van de grootste landbouworganisaties van Vlaanderen: het Algemeen Boerensyndicaat. Minister, u hebt uw kans laten schieten.

Ik herhaal hier nog eens wat collega Steenwegen heeft aangehaald. Het Algemeen Boerensyndicaat zegt dat het perverse aan deze zogenaamde versoepeling is dat het weinig kleine bedrijven zal lukken om de investeringen te doen. Het resultaat zal zijn dat er nog meer boeren zullen stoppen, en dat enkel de grote tot zeer grote bedrijven zullen overblijven.

Collega Bothuyne, ik laat me hier vandaag niet de les lezen over zogenaamde liefde voor de landbouw en over het beschermen van de landbouwsector, als de voorzitter van het Algemeen Boerensyndicaat – niet de voorzitter van Groen, niet de fractieleider van Groen, maar de voorzitter van het Algemeen Boerensyndicaat – zegt dat dit een akkoord is dat niet alleen de natuurdoelstellingen niet zal halen, maar dat ook gesloten is op de kap van kleine, familiale, grondgebonden landbouw, en dat dat allemaal wordt geïnvesteerd in de lobby van INEOS, in de lobby van de agro-industrie. U bent een handpop in de handen van de grote industriële landbouw, en u laat kleine landbouwers keer op keer in de steek. Ik kan alleen maar zeggen dat dat hetzelfde liedje is van cd&v gedurende de afgelopen dertig jaar. (Applaus bij Groen)

De voorzitter

Mevrouw Ampe heeft het woord.

Els Ampe (Onafhankelijke)

Laten we elkaar geen Liesbeth noemen: er zijn nog altijd boeren die op de bedreigde boerenlijst staan. De vraag is gewoon: aan hoeveel van die achtduizend boeren kunt u vandaag met 100 procent zekerheid zeggen dat ze voort kunnen doen?

De voorzitter

De heer Coenegrachts heeft het woord.

Steven Coenegrachts (Open Vld)

Ik vraag aan mevrouw Schauvliege of ze aan haar voorzitter wil zeggen dat we hier ook geen lessen te krijgen hebben, mijnheer Vaneeckhout, van zij die komen citeren uit de reacties van belangenverenigingen, van zij die zeggen dat al onze maatregelen niet goed zijn, dat al onze maatregelen uitgaan van vrijwilligheid, dat al onze maatregelen niet ver genoeg gaan, dat al onze maatregelen fout zijn, en die zelf geen enkel, geen enkel alternatief op tafel leggen. Van die mensen, in dit parlement, heb ik ook geen lessen te krijgen. (Applaus bij de meerderheid)

Ik wil ook nog aan mevrouw Schauvliege vragen of ze aan mevrouw Ampe wil zeggen dat er geen bedreigdeboerenlijst bestaat, en dat er al helemaal geen achtduizend boeren op staan. Dat is een kwakkel van deze zomer, een kwakkel die zegt dat de hervergunning van bedrijven slecht was vertaald in het oorspronkelijke voorstel van decreet. Ik ga daar nog zeventien keer ‘mea culpa’ voor zeggen, in de plaats van mijn fractieleider, die dat heeft geschreven. Daar staat een kwakkel in. Dat is niet de bedoeling. De bedrijven die vandaag voor hervergunning vatbaar zijn, en die het G8-scenario invoeren, worden hervergund, ongeacht hun impactscore. Dat is onderzocht in het MER. Dat is passend beoordeeld. Er bestaat vandaag geen bedreigdeboerenlijst, mevrouw Ampe. (Applaus bij de meerderheid)

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Collega Coenegrachts, dat laatste kan ik alleen maar bijtreden. Mits toepassing van het G8-reductiescenario kun je, als je de inspanning doet die je moet doen, hervergunnen. Dat is duidelijk voor iedereen, nu zelfs ook voor de rode bedrijven, als ze onder de 50 procent geraken.

Als het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) iets verspreidt als belangenorganisatie, vind ik het wel belangrijk dat het in zijn communicatie ook opneemt welke steun deze Vlaamse Regering voorziet. Ik herhaal het: tot 80 procent investeringssteun voor ammoniakreducerende technieken. 80 procent! Ze moeten dat zeggen. Ik stel vast dat dat op het terrein vaak nog niet geweten is. Wij moeten die verantwoordelijkheid nemen. Wij moeten de mensen informeren. Dat is een zeer grote investeringssteun voor de technieken die nodig zijn om te reduceren. 65 procent voor de ammoniakreducerende stallen van de jonge boeren, 40 procent voor de rest. En ook in de korte keten is er via het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) tot 50 procent steun.

Collega’s, we moeten de Vlaamse landbouwer correct informeren over het steunpakket dat mogelijk is gemaakt om die grote omslag te maken.

De voorzitter

De heer Sintobin heeft het woord.

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

Collega Coenegrachts, bent u nu echt niet beschaamd? U veegt hier de vloer aan met een belangenorganisatie, met het ABS, dat zijn landbouwers verdedigt en dat inderdaad kritiek heeft op dit akkoord.

Minister Brouns, u spreekt over het ABS. Ik zal u straks een aantal citaten geven van uw vriendjes van BB, van uw vriendjes van de GK, en ook van individuele landbouwers. U had beter de landbouwers betrokken bij het opmaken van dit nieuwe akkoord. Dan was tenminste het draagvlak groter geweest en zou collega Coenegrachts de mensen van het ABS niet moeten beledigen. (Applaus bij het Vlaams Belang)

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Ik herhaal nog eens mijn voorstellen, want ik heb de indruk dat mijn collega’s in dit halfrond ze niet goed hebben begrepen. De voorstellen van Groen zetten de richting uit naar een oplossing met circulaire landbouw.

Wat jullie nu voorstellen, is een reductie van de varkensstapel met 30 procent. Wij vragen dat die reductie wordt uitgebreid voor mogelijkheden met andere diersoorten, ook met financiële ondersteuning. Dat voorzien jullie niet.

Wij vragen ten tweede dat er een transitiefonds wordt opgericht voor boeren die willen kiezen voor circulaire landbouw, als onderdeel van de circulaire hub in Vlaanderen. Dat betekent dat ze zelf het voeder kweken dat ze geven aan hun dieren. Zo blijft de cirkel rond, toch minstens in Vlaanderen. Boeren die dat willen doen, moeten middelen krijgen om de omschakeling te maken. Dat is niet voorzien in jullie plan. Wij vragen dat er echte ondersteuning komt om die boeren daarin te begeleiden.

Wij vragen ook dat er een grondenbank wordt aangelegd voor boeren die de keuze willen maken om vanuit het landbouwsysteem waarin ze nu zitten om te schakelen naar het circulairelandbouwmodel.

Dat zijn keuzes die ervoor kunnen zorgen dat we, ten eerste, de stikstofuitstoot verminderen en dat we, ten tweede, richting natuur stappen vooruit zetten. Dat zijn onze voorstellen. (Applaus bij Groen)

De voorzitter

De heer Coenegrachts heeft het woord.

Steven Coenegrachts (Open Vld)

Collega Sintobin heeft waarschijnlijk niet goed opgelet en daarom wil ik iets nog verduidelijken. Ik heb de vloer aangeveegd met collega Vaneeckhout, niet met het ABS. Het ABS voert zijn strijd, zoals dat hoort. Dat is een belangenvereniging die haar rol speelt en waarvan ik de adviezen en de inzichten ten zeerste apprecieer. Die zijn meegenomen in het beleid. (Opmerkingen bij Groen)

De belangrijkste opmerkingen zijn: maak dit werkbaar voor de boeren en maak een passende beoordeling die kan functioneren in een vergunningsproces. Daar zullen wij ook bij de vertaling naar de decreetteksten en de omzendbrief absoluut op letten.

Ik heb nog één vraag voor collega Schauvliege. U hebt het gezegd dat het geld niet ter beschikking is voor andere sectoren. Mag ik erop wijzen dat investeringen in AEA-stallen voor pluimvee, net zoals voor de varkenssector, gelijk zijn. Wij behandelen die sectoren dus wel degelijk gelijk. Maar, mevrouw Schauvliege, om een AEA-stal te maken voor een rundveebedrijf moet men werken met gesloten stallen, en ik denk dat u dat ook niet de allerbeste optie zou vinden.

De voorzitter

Minister Demir heeft het woord.

Minister Zuhal Demir

Er is hier veel gezegd over de kleinschalige landbouw en biolandbouw. Dat ligt ons ook wel nauw aan het hart. Ik weet, mevrouw Schauvliege, dat er honderden, duizenden pagina’s PAS zijn, maar ik wil wel benadrukken dat er een heel expliciete maatregel in staat. Voor dat type landbouw, de kleinschalige landbouw en de biolandbouw, die we absoluut in Vlaanderen willen houden, voorzien wij alternatieven. Geen alternatieve technieken, maar andere alternatieven. We hebben in de PAS ook letterlijk opgenomen dat we daarvoor een correctiemechanisme voorzien, op maat van grondgebonden circulaire veehouderijen  met een maximaal gesloten stikstofhuishouding. We hebben afgesproken dat we daar zullen kijken naar maatregelen, en dat we die uitbreiden met criteria inzake eigen ruwvoederproductie, het gebruik van lokale reststromen, en een maximale veebezetting per hectare beschikbare grond. Dat zijn allemaal correctiemechanismen, andere dan de technieken die we expliciet voorzien voor kleinschalige landbouw, en ook voor biolandbouw. Dat is één.

Ten tweede: het klopt niet als u zegt dat er geen transitiefonds is. Ook dat hebben we met z’n allen afgesproken, en het zit ook in het PAS-akkoord dat er wel degelijk een transitiefonds komt en dat we wel degelijk veel veehouders zullen ondersteunen om de transitie te maken. Heel expliciet is er een aanbod voor oranje bedrijven. Zij krijgen een aanbod om zich in te schrijven in een vrijwillige opkoop. Ik denk dat dat belangrijk is, in dit hele stikstofakkoord.

Als u zich daarover een beetje meer wilt informeren in die talrijke documenten, dan moet u dat wel goed doen. Het moet wel juist zijn, want ik denk dat heel wat boeren ook meekijken en meeluisteren naar het parlement. Ze zullen dan denken dat er voor de kleinschalige landbouw en voor de biolandbouw niets voorzien is, maar er is wel iets voorzien; of dat er voor oranje bedrijven niets is voorzien, maar jawel, er is wel iets voorzien; of dat er geen transitiefonds is, jawel, dat is er wel. Dat wil ik dus wel nog benadrukken. 

De voorzitter

Minister Rutten heeft het woord.

Minister Gwendolyn Rutten

Ik zou eigenlijk willen zeggen … ik ben een beetje in de war. ‘Als Groen de landbouwpassie preekt, boer pas op uw ganzen’. (Opmerkingen en gelach bij Groen)

Ik kan eigenlijk nog bijzonder moeilijk volgen. Het is bij mijn weten de eerste keer dat het parlement een decreet zal maken, een wet, luister goed, met daarin een afbouw van de veestapel. Minder varkens, minder koeien, minder pluimvee. En wat zegt u? U vindt het niet goed genoeg. Zeg dat dan! Wij doen het vrijwillig, u wilt het verplichten. Wij vinden dit genoeg, u wil nog meer. Wees dan eerlijk, en zeg het dan. Want ik herhaal het nog eens: als Groen de landbouwpassie preekt, boer pas op uw ganzen. (Applaus bij meerderheid)

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

We kunnen natuurlijk discussiëren over onderdelen van het verhaal, collega Schauvliege. Als je uitstoot moet verminderen, dan moet je de veestapel afbouwen. Je kunt daarover discussiëren. Maar waar je niet over kunt discussiëren, denk ik, en wat u maar blijft herhalen, is dat er hier geen concrete maatregelen inzitten ten gunste van het milieu en van de natuur. Dat zegt u eigenlijk. Maar het hele verhaal gaat over vermindering van de stikstof, bijna een halvering, een vermindering van 40 tot 45 procent. Het hele verhaal is dus gericht op een verbetering van milieu en natuur en gezondheid. Als u het nog concreter wilt: ik heb daarnet al gezegd dat we een nulbemesting in speciale beschermingszones invoeren in 2028. Nulbemesting is iets wat milieubewegingen al jaren vragen. Dat komt er nu, collega. Dat komt er nu.

Er is anderhalf miljard, neen, 1,2 miljard euro voor natuurherstel. Dat is heel concreet, voor natuurherstel, want we weten allemaal dat als je de uitstoot van stikstof vermindert, er minder stikstof in de natuur valt, maar wat er al inzit, dat moet hersteld worden. Dat moet eventueel afgeplagd of vernat worden. Dat is heel concreet.

De vijf maatwerkgebieden halen het natuurlijk niet met de G8. Daar zijn dus extra dingen nodig, en dat zijn in veel gevallen heel concrete natuurtechnische ingrepen zoals vernatting enzovoort. Dus: blijven zeggen dat in heel dat verhaal geen concrete dingen zitten voor milieu en natuur, dat is echt van de gekke. (Applaus bij de N-VA)

De voorzitter

De heer De Roo heeft het woord.

Stijn De Roo (cd&v)

Collega Schauvliege, ik stel in uw eerste tussenkomst, wanneer u het hebt over kleine versus grote bedrijven, toch wel een grote inconsequentie vast met uw zogezegde oplossing van circulaire landbouw, alsof circulaire landbouw zou afhangen van de grootte van een bedrijf. Ten tweede, waar u die grond zou gaan vinden om in Vlaanderen aan circulaire landbouw te gaan doen, is mij ook een raadsel. En ten derde, wanneer een dier ergens wordt geproduceerd, wanneer een dier ergens wordt grootgebracht, stoot dat ammoniak uit. Die ammoniak is natuurlijk afhankelijk van op welke locatie die wordt uitgestoten. Dat ontbreekt eigenlijk compleet in uw verhaal. Heel de aanpak die we nu voorzien hebben rond stikstof, zit eigenlijk niet in de zogezegde oplossing die u naar voren schuift.

Bovendien, mevrouw Schauvliege, zien we dat met dit akkoord eigenlijk elke landbouwer een zeer zware taakstelling krijgt. De manier waarop hij met die taakstelling omgaat, zou voor elk bedrijf kunnen verschillen. Sommigen zullen dat doen door de veestapel af te bouwen, sommigen zullen dat doen door een aantal PAS-technieken toe te passen. Een van die PAS-technieken die u altijd lijkt te vergeten, is de beweiding. Dat vraagt geen grote investeringen, maar dat is wel een zeer belangrijke PAS-maatregel. Maar ook de investering in innovatie zal voor veel bedrijven een oplossing kunnen bieden. De minister heeft het gezegd: daar gaan we hen ondersteunen, daar gaan we hen ondersteunen om die zware inspanningen die er zijn, effectief tot een goed einde te kunnen brengen en effectief perspectief te bieden naar de toekomst, perspectief zodat hier in Vlaanderen duurzaam en veilig voedsel geproduceerd kan worden. (Applaus bij de meerderheid)

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Goed, collega’s, ik hoor dat er een transitiefonds is. Dat is er inderdaad, een transitiefonds, maar richting ondersteuning, vergroting van de bedrijven, richting luchtwassers. Onze vraag is natuurlijk dat transitiefonds in te zetten naar technieken voor die circulaire landbouw. Dat ontbreekt. Er staat één zinnetje in versie 2 van het PAS-akkoord richting biolandbouw, dat klopt, een zinnetje dat onderzocht zal worden wat er eventueel mogelijk zou zijn, terwijl alle andere maatregelen richting schaalvergroting, richting luchtwassers, zeer concreet zijn uitgeschreven, met de centen die eraan gekoppeld zijn. Wat wij vragen, is dat die intentieverklaring die daar ergens flou in die tweede versie van dit akkoord staat, veel concreter wordt, dat het duidelijk is waar die sector aan toe is. Dat is op dit moment totaal niet het geval.

Wat we ook vragen: dat de warme sanering voor de varkensboeren die 30 procent kunnen verminderen en daar centen voor kunnen krijgen, ook wordt uitgebreid naar andere dieren. De andere diersoorten kunnen immers inderdaad verminderen. Als het G8-scenario wordt toegepast, zullen ze het moeten doen. Maar dit is een koude sanering, en dat is niet wat wij willen. Dus ja, er moeten een aantal aanscherpingen gebeuren richting circulaire landbouw. En neen, dat is niet noodzakelijk een kleine keuterboer, wat jullie in mijn mond proberen te leggen, absoluut niet. Wat wij willen, is circulaire landbouw waarbij de voeding waarmee de dieren gevoed worden, in Vlaanderen geproduceerd wordt in plaats van dat we daar het Amazonewoud voor moeten kappen. Want we importeren stikstof en we hebben hier problemen met onze stikstof, dat is de wereld op zijn kop. (Applaus bij Groen)

Nu goed?

U beweert dat er geen versoepelingen in dit akkoord zitten, terwijl ik daarnet eigenlijk een hele reeks … Ja, minister Demir beweert dat er geen versoepelingen in dit akkoord zitten, Wilfried Vandaele beweert dat er geen versoepelingen in dit akkoord zitten, maar minister Rutten beweert dat die er dus wel in zitten. Mevrouw Demir, ik wil u dan ook vragen: kunt u 100 procent garanderen dat we met de maatregelen die op dit moment in dit akkoord zitten, de doelstellingen tegen 2030 zullen halen, dat er 50 procent van de overmatige uitstoot van stikstof gereduceerd zal worden?

U kunt dat met 100 procent garanderen?

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Voorzitter, het gaat natuurlijk niet over de term ‘versoepelingen’. Het gaat over het feit dat er doelstellingen zijn, dat er een kader is. Dat is inderdaad ‘bemerd’, dat is vastgelegd in de afspraken voordien. Die zijn nu bevestigd. Die doelstellingen blijven en worden decretaal verankerd. Maar het gaat niet over de versoepelingen. Het gaat over het kader en de doelstellingen, en de manier waarop je ze behaalt. Daaraan hebben we inderdaad wel gesleuteld, aan de techniek om die doelstellingen te halen.

Maar binnen het kader zoals vastgelegd, en zoals het vastgelegd zal worden in het decreet, en zoals het ‘bemerd’ is, en binnen de doelstellingen die er zijn, hebben we gekeken of we de manier waarop hier en daar een beetje konden bijstellen, om het inderdaad wat robuuster te maken ook richting Raad van State, en waarschijnlijk ook om het voor sommige bedrijven iets aanvaardbaarder maken.

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Collega Schauvliege, ik ga het nog eens herhalen. Wat is de doelstelling van het MER? Dat we de helft van de overschrijding in de KDW’s wegwerken. Wat doen wij met dit pakket? In 75 procent van het areaal, van de 86.000 hectare, wordt 100 procent weggenomen.

We hebben het hier gehad over de varkensopkoopregeling. Je hebt de demografie. Dat is allemaal extra ruimte, dat zijn allemaal grote inspanningen die vanuit de sector genomen worden. Dat is een dalende trend die we hebben afgesproken. Alle extra’s geven we terug aan de landbouwsector.

De voorzitter

De heer Steenwegen heeft het woord.

Chris Steenwegen (Groen)

Minister Rutten of minister Demir, als het zo is dat er geen versoepelingen in zitten, waarom moet er dan nog een bijkomend MER gemaakt worden tegen volgende zomer? U neemt extern salderen nu op. In het vorige akkoord wou u dat niet opnemen, minister Demir. U was ervan overtuigd dat de doelstellingen daarmee niet meer gehaald konden worden. Nu neemt u het extern salderen wel op. Maar u zegt – of tenminste anderen zeggen – dat dat geen versoepeling is. Maar u zegt dat er wel nog een MER gemaakt moet worden, dat we pas zullen zien in de zomer van volgend jaar, dus na de verkiezingen. Kunt u dat even toelichten?

De voorzitter

Minister Demir heeft het woord.

Minister Zuhal Demir

Misschien antwoord ik eerst nog op de vraag van mevrouw Schauvliege over de doelstelling. De doelstelling is heel duidelijk, ik denk dat alle collega’s hier in de regering ernaar verwezen hebben. Die is ‘bemerd’. Ik denk dat dat een heel belangrijk gegeven is. Er zitten reductiemaatregelen in die we hier decretaal gaan verankeren. Er komt een monitoringsysteem, een borgingsysteem, dat cruciaal is, zodat die maatregelen opgevolgd worden, dat die ook effectief worden uitgevoerd op het terrein.

Daarbovenop komt die vrijwillige uitkoopregeling om die varkensstapel ook te verminderen. Dat komt daarbovenop. Dat zat niet in het MER. Dat is een extra inspanning die gedaan zal worden. Dat is weliswaar vrijwillig, maar in de oproepen die we doen, zien we dat dat goed gaat. Dat is goed, want de sector vraagt daar zelf naar. Dat is boven op die doelstelling.

Dus ja, mevrouw Schauvliege, ik geloof de MER-deskundige wel. Ik geloof wel wat er in het MER staat. Ik geloof wel wat de wetenschap ons zegt. Met alle respect, maar wij zijn geen wetenschappers. Als wetenschappers zeggen dat we met dit G8-scenario, met alle maatregelen die erin zitten, dat we in een milieueffectenrapport steken, waar ook nog eens een passende beoordeling bij komt, de doelstelling halen, dan geloof ik dat. Want ik zou niet weten hoe ik het anders moet doen. Maar wij moeten het vanuit het beleid opvolgen. Opvolgen zullen we doen via dat monitoringsysteem en dat borgingsysteem.

De voorzitter

Minister Rutten heeft het woord.

Minister Gwendolyn Rutten

Ik sluit me graag aan bij collega Demir. Er mag geen enkel misverstand over bestaan, tussen wat de doelstellingen zijn en de manier waarop. Maar ik wil graag even iets zeggen over die doelstellingen, mevrouw Schauvliege. De doelstelling die Europa van ons vraagt, ligt in 2050. Dat is de enige datum die Europa vooropstelt. En weet u dat Europa zelfs niet spreekt over stikstof? Europa vraagt dat tegen dan onze natuur in goede staat van instandhouding is. Dat is wat een doelstelling is, in gunstige staat van instandhouding.

Minister Demir heeft dus gelijk. We gaan het monitoren, we gaan kijken, we gaan een forse stikstofreductie doen. Maar met alle respect: de enige echte doelstelling die we zullen moeten halen, ligt in 2050.

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Ik zal misschien antwoorden op de vraag over het salderen, want daar is wel wat rond te doen geweest. Er zijn twee afspraken. Met betrekking tot de generieke toepassing over heel Vlaanderen zal de MER opgestart worden. Dit zal ingang vinden vanaf 1 januari 2025 onder de voorwaarden die door de MER zal worden bepaald. Daarnaast is er de afspraak om op projectniveau, binnen de dalende trend, een omzendbrief te kunnen starten.

De voorzitter

De heer Steenwegen heeft het woord.

Chris Steenwegen (Groen)

Dan bevestigt u wat ik hier zeg, dan bevestigt u dat in dit akkoord versoepelingen zijn die een bijkomende MER noodzaken, en dat die versoepelingen afhangen van het resultaat van die bijkomende MER. Indien die bijkomende MER zegt dat die externe saldering, die u nu opneemt en vooropstelt voor de boeren en niet kan voor de vooropgestelde doelen, dan vervalt het instrument van die externe saldering en dan bent u een aantal boeren nu blaasjes aan het wijs maken. U liegt dan bovendien tegen ons wanneer u zegt dat er geen versoepelingen in dit akkoord zitten. (Applaus bij Groen)

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Collega Steenwegen, ik heb daarnet gezegd dat geen enkele maatregel een dalende trend in de gebiedsspecifieke situatie mag doorbreken. Een dalende trend van stikstof mag niet doorbroken worden. Het kan dus enkel bij extra ruimte, en het gebied moet ook een passende beoordeling krijgen. Dat is inderdaad een voorwaardelijke eis, de dalende trend van stikstof mag niet doorbroken worden. U hebt de doelstellingen in de MER, ik heb ze al twee keer herhaald vandaag. We doen inspanningen met de G8 die meer zijn dan wat die MER vooropstelt. We doen ook een opkoopregeling, er is de demografische evolutie. We doen dus veel, veel meer. Als er binnen die dalende trend bijkomende ruimte komt, dan geven we die terug aan de landbouw.

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Ik denk dat er wat spraakverwarring is ontstaan over dat extern salderen. Collega Steenwegen en collega Schauvliege, wat in maart reeds afgesproken was, is dat voor een generieke regeling voor heel Vlaanderen, zoals de minister zei, een apart MER zou lopen, want dat was uitdrukkelijk uitgesloten uit het vorige MER. Dat extra MER is ondertussen in de stellingen gezet en gaat van start in januari, om te kijken of een generieke saldering voor heel Vlaanderen mogelijk is.

Iets anders, en dat kan ook al vandaag, is dat je binnen het reeds uitgevoerde MER op project- of individueel niveau een individueel dossier van een specifiek deelgebied extern zal salderen. Dat kan reeds vandaag en dat zal ook in de toekomst kunnen blijven gebeuren. Om de specifieke voorwaarden en de randvoorwaarden hiervan duidelijk te omschrijven, komt er een omzendbrief van de minister. Het is duidelijk, en dat zei minister Brouns ook al, dat er dan wel sprake moet zijn van een dalende trend. Deze mag niet gehypothekeerd worden. En er moet een passende beoordeling zijn voor dat specifieke project. Ik denk dat dat de verwarring is.

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Mevrouw Rutten, u verwijst naar de doelstelling 2050, tegen wanneer de natuur in een goede staat van instandhouding moet zijn. Dat klopt, daar geef ik u helemaal gelijk. Europa vraagt dat en vraagt dat er tegen 2030 een verbetering is. Dat is wat we moeten doen, maar we zijn nu al twintig jaar bezig en op dit moment is er 7 procent van onze natuur in Vlaanderen in goede gezondheid. 80 procent van onze Europese beschermde natuur krijgt elke dag te veel stikstof. Twintig jaar zijn we aan het prutsen, zijn we de doelstellingen voor ons uit aan het schuiven, en wat ik u nu hoor zeggen is dat we er nog twintig jaar zullen bijdoen. Dit is niet wat we moeten doen. (Applaus bij Groen)

De voorzitter

Minister Rutten heeft het woord.

Minister Gwendolyn Rutten

Ik weet dat het een complexe materie is, maar ik zal die toch nog eens proberen helder te stellen. Je hebt korte termijn en lange termijn. De komende zes jaar leggen wij onszelf in Vlaanderen, uniek in Europa, op om aan stikstofreductie te doen. Dat is heel zwaar voor de landbouwbedrijven. Dat is ‘gene simpele’ zoals we in Vlaanderen zeggen.

Tegelijk – en voor de eerste keer tegelijk – beginnen we, als het aan ons ligt zodra er voor dit voorstel van decreet gestemd is, onmiddellijk met – op een wetenschappelijke manier, mevrouw Schauvliege – een werkbare manier uit te werken om echt die instandhoudingsdoelstellingen te halen en de natuur in gunstige staat van instandhouding te brengen.

De eerste stap nemen we nu. Ik weet niet waar u gehoord hebt dat dat nog eens twintig jaar zal duren? Ik zeg u dat dat zes jaar duurt. Dat zal zes jaar moeilijk zijn voor alle mensen op het terrein. Maar het geeft ook duidelijkheid als we dit kader kunnen goedkeuren.

Tegen 2050, voor we daar zijn, komen er nog wel wat maatregelen op ons af. Op dit moment wordt er Europees gediscussieerd over een Europese Natuurherstelwet. Die zal ons waarschijnlijk een tussentijdse doelstelling opleggen. Ik kan niet vooruitlopen op de regelgeving die er komt, we hebben gehoord dat er een akkoord zou zijn, maar we hebben dat wel bekeken. Minister Demir heeft vooruit gekeken en gezegd: “Wat zou dat willen zeggen, een gunstige staat van instandhouding van onze natuur tegen 2030 als we deze inspanning doen?” U zult in de teksten van het akkoord dat we gemaakt hebben, lezen dat we op het vlak van stikstof, als we dit de komende zes jaar doen, in orde zijn met de Natuurherstelwet die in Europa op ons afkomt. Ik zou zeggen: ‘make up your mind’, vind je dit nu goed of slecht of is het nog steeds niet goed genoeg, maar wees wel duidelijk.

De voorzitter

De heer Bex heeft het woord.

Stijn Bex (Groen)

Voorzitter, er moet mij iets van het hart. Ik volg dit debat met veel interesse, net zoals veel landbouwers thuis, denk ik. En ik moet toegeven dat ik hier niet superbeslagen in ben. Maar ik weet wel dat wanneer een meerderheid voor de derde keer in één legislatuur moet terugkomen met teksten omdat de vorige op niks trokken, omdat ze onderling ruzie zaten te maken, dat de dedain en de arrogantie waarmee sommige leden vanuit de meerderheid denken dat ze hier een dag later leden uit de oppositie moeten terechtwijzen, lesjes leren, belerend toespreken, me werkelijk tegen de borst stuit. Ik vind dat echt geen gepaste manier van debat voeren. Er zou bij de meerderheid iets meer terughoudendheid mogen zijn na de manier waarop dit dossier al jaren mismeesterd wordt. (Applaus bij Groen)

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Collega’s, we zijn hier nu de hele tijd aan het discussiëren over een decreet dat in opmaak is en waarover welllicht binnenkort hier een nieuwe discussie zal starten. Maar intussen heeft deze Vlaamse Regering bij een eerste akkoord 3,6 miljard euro vrijgemaakt om maatregelen te nemen die al in gang gezet kunnen worden om de stikstofuitstoot te verminderen. Als we kijken naar wat er van die maatregelen al besteed is, dan zien we dat dat eigenlijk nog nauwelijks iets is. Als ik bijvoorbeeld eens kijk naar de middelen waar minister Demir voor verantwoordelijk is: ze zou in 2023 al 100 miljoen euro hebben moeten uitgegeven aan maatregelen die goed zijn om de stikstof te verminderen. Nog maar de helft ervan blijkt uitgegeven te zijn.

Nochtans is het advies van de Raad van State zeer duidelijk. We hebben duidelijke afspraken nodig, maar we moeten ook aantonen dat we acties uitvoeren die de stikstofuitstoot vermindert. Want als we dat niet doen … Jullie kunnen niet vergunnen op de poef – het blijft in jullie decreet zitten. Jullie hebben er dus alle voordeel bij om zo snel als mogelijk een aantal maatregelen te nemen. En ik zie dat jullie helemaal niet op kruissnelheid zitten. Jullie hebben nog maar de helft van hetgeen jullie in 2023 gingen doen, aangepakt. En in 2024 is er ook minder voorzien dan hetgeen jullie eigenlijk oorspronkelijk gingen doen. Dat betekent dat jullie jullie eigen akkoord, jullie eigen decreet, heel moeilijk uitvoerbaar maken en eigenlijk argumenten aanreiken aan de Raad van State om opnieuw een negatief advies te geven.

Ik wil jullie dus zeggen dat jullie heel snel moeten zijn, dat jullie ervoor moeten zorgen dat de maatregelen uitgevoerd worden en dat jullie ook voldoende mensen moeten voorzien om die maatregelen uit te voeren. Ik zie opnieuw dat er op personeel bespaard wordt, personeel dat we broodnodig hebben om ervoor te zorgen dat dat natuurherstel gerealiseerd wordt, dat die omslag gebeurt. Ik zie daar eigenlijk geen vooruitgang. Dus: wanneer zullen jullie de turbo zetten op die maatregelen?

De voorzitter

De heer De Roo heeft het woord.

Stijn De Roo (cd&v)

Collega Schauvliege, ik wilde eigenlijk bij het eerste deel van uw zin tussenkomen. U verwijst naar 3,6 miljard euro. Ik denk dat het goed is dat u verwijst naar de budgetten die worden voorzien om die transitie te kunnen maken, en om stikstof te gaan verminderen. Maar u vergat er oorspronkelijk bij te zeggen dat een deel van die middelen effectief is voorzien voor het natuurherstel.

U lijkt in uw tussenkomsten soms te vergeten dat stikstof maar een van de knoppen is waar we aan kunnen draaien om die natuur uiteindelijk in een goede staat van instandhouding te krijgen. Stikstof is een onderdeel waar nu een akkoord over is gemaakt, en waar nu stappen in zullen worden gezet. Daarna zullen de stappen ook vanuit de natuurorganisaties moeten worden genomen. Zij zullen inspanningen moeten leveren om die natuur in een goede staat van instandhouding te brengen. Wij zullen hen daar ook in ondersteunen. Er is 1,2 miljard euro voorzien om die natuur in een goede staat van instandhouding te brengen. (Applaus bij de meerderheid)

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Nogmaals, collega Schauvliege: als je de varkensstapel met 30 procent vermindert, dan maak je ruimte in het stikstofbad en dan vergun je niet op de poef. Dat proces is vandaag al bezig.

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Collega’s, er is 3,6 miljard euro voorzien. In 2022 is dat budget per jaar vastgelegd. Wat we nu zien, is dat daar al twee jaar vertraging op zit. Dat is mijn punt. En de Raad van State zegt vandaag dat je moet aantonen dat je bezig bent, maar jullie kunnen dat niet doen, en dat is spelen met de rechtszekerheid.

Als je dat niet gaat kunnen aantonen, dan gaat de Raad van State en daarna het Grondwettelijk Hof zeggen dat jullie op de poef aan het vergunnen zijn. Hoe komt dat dan? Omdat jullie geen voortgang hebben gemaakt met jullie acties. Jullie hebben budget voor natuur voorzien, maar slagen er niet in om dat om te zetten in acties, omdat jullie te weinig personeel hebben om dat te doen. Alstublieft, begin eraan. Zorg ervoor dat er wel degelijk acties op het terrein zichtbaar zijn. Zorg ervoor dat die stikstofreductie effectief gerealiseerd wordt, want als je dat niet gaat doen, zul je net hetzelfde advies van de Raad van State krijgen als een jaar geleden. En dan zal het Grondwettelijk Hof dat decreet vernietigen. (Applaus bij Groen)

De voorzitter

De heer Bothuyne heeft het woord.

Robrecht Bothuyne (cd&v)

Collega Schauvliege, u kunt oppositie voeren zonder teksten en akkoorden te lezen, en u kunt blijkbaar ook … (Opmerkingen bij Groen)

Ja, de tweets om 6.58 uur, voor de teksten ter beschikking waren gesteld, spreken boekdelen, collega’s. Blijkbaar doet het bijzonder veel pijn om dat te aanvaarden. (Opmerkingen bij Groen)

Niet alleen heeft men de teksten niet gelezen, men kent de realiteit ook niet. Men weet niet dat de varkensstapel de voorbije twee jaar ondertussen met 8 procent is gedaald. Men weet niet dat het beleid op dit moment er al voor zorgt dat de stikstofuitstoot gereduceerd wordt. En nog belangrijker: men weet niet dat heel veel boeren en heel veel bedrijven klaarstaan om investeringen te doen, mits de steun van deze Vlaamse Regering en deze minister van Landbouw, in innovatieve technieken en moderne stalsystemen die de stikstofuitstoot verder zullen terugdringen. Maar ze kunnen die investeringen niet doen, omdat ze geen vergunning krijgen bij gebrek aan een juridisch kader.

Deze regering zorgt voor dat kader, met het akkoord dat hier vandaag op de tafel ligt om de investeringen te doen die nodig zijn. Bovendien is er boter bij de vis: er zijn middelen om onze land- en tuinbouw te ondersteunen. U hebt blijkbaar bijzonder veel moeite om die realiteit onder ogen te zien. (Applaus bij cd&v)

De voorzitter

De heer Coenegrachts heeft het woord.

Steven Coenegrachts (Open Vld)

Collega Schauvliege, het alternatief voor wat u vergunnen op de poef noemt, en wat de Raad van State ook beschreven heeft, dat is wachten. Het alternatief is wachten, en dus niet meer vergunnen. Want als je niet één globaal plan kunt maken om wetenschappelijk te berekenen wat de effecten van je maatregelen gaan zijn op de stikstofdepositie, een plan dat aantoont dat die depositie daalt en voor jaren, tot in 2030, zorgt voor de halvering van de overschrijding van de kritische depositiewaarden – minister Brouns heeft de cijfers nog specifieker benoemd –, dan kan geen enkel bedrijf aantonen dat zijn individuele impact op het individuele natuurgebied niet betekenisvol is.

Als ik vandaag als bedrijf, zonder de PAS, zonder het MER, zonder de vertaling in het decreet een vergunning aanvraag, en ik heb effect op een natuurgebied en ik ga dat meten, dan is de logische consequentie – u zegt dat onze natuur in een slechte staat is – dat mijn bijdrage die natuur niet in een betere staat brengt. Dat wil dus zeggen dat ik onvergunbaar ben. Tenzij de overheid maatregelen neemt, een geloofwaardig wetenschappelijk traject uitzet richting de reductie van de stikstofuitstoot, en ik daarom kan zeggen dat mijn bijdrage er niet voor zorgt dat die dalende trend in het gevaar komt. Dan ben ik als bedrijf wel vergunbaar.

Dat is wat we vandaag doen. Dit is het plan dat vandaag voorligt. Dit is het politieke akkoord, het decreet dat u binnen een aantal dagen of weken zult te zien krijgen. Dit is wat we vandaag proberen te doen.

Als we zouden doen wat u doet, wat u voorstelt, wat u vraagt, dan doen we alles op slot tot de bosanemonen vanzelf terug verschijnen. Pas dan zullen we kijken of er opnieuw iemand vergunbaar kan zijn. Maar ik geef u op een briefje: er zal geen ondernemer in Vlaanderen over zijn die nog goesting heeft om een vergunning aan te vragen. (Applaus)

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Er zal geen ondernemer in Vlaanderen meer zijn die nog goesting heeft om te ondernemen als dit decreet opnieuw in het Grondwettelijk Hof sneuvelt, mijnheer Coenegrachts. (Applaus bij Groen)

Ons voorstel is niet om te stoppen. Ons voorstel is om door te doen, om te zorgen dat je effectief op het terrein iets aan het realiseren bent.

Ik stel vast, aan de hand van de budgetten die ik vorige week heb gelezen, dat we al minstens een jaar achterstand hebben met de voornemens die in jullie eerste en tweede PAS-akkoord zijn gemaakt. De Raad van State zegt: “Niet beloven, geen intenties verklaren, niet met de hand op het hart, maar doen.” En dat laten jullie na. (Applaus)

Nu goed.

De voorzitter

Uw tijd is bijna om, maar collega De Roo heeft nog een vraag voor u.

De heer De Roo heeft het woord.

Stijn De Roo (cd&v)

Collega Schauvliege, ik stel vast dat u niet hebt geluisterd naar collega Bothuyne. Hij heeft terecht aangehaald dat in de afgelopen twee jaar de varkensstapel met 8 procent is gedaald. Er zijn ook heel wat aanmeldingen voor de vrijwillige opkoopregeling. U spreekt over een achterstand, maar dat is feitelijk niet juist. Er worden inspanningen geleverd. 

U kijkt naar de budgetten. Dat is een van de manieren om ernaar te kijken. Maar die budgetten kunnen niet worden vrijgemaakt op het moment dat er geen decreet of eenduidig akkoord is. Dat is er nu. Die budgetten worden vrijgemaakt en zullen worden ingezet. Op die manier kunnen we het stikstofprobleem verder aanpakken.

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Collega’s, ik wil het met jullie toch ook nog even over de gezondheid hebben. We hebben hier gediscussieerd over de landbouw en over de natuur. Maar we moeten heel goed nadenken over wat we hier aan het doen zijn. Het derde stikstofakkoord heeft eigenlijk niet langer het doel om onze kwetsbare natuur en de gezondheid van alle Vlamingen te beschermen, maar om zo snel mogelijk vergunningen te verlenen.

Collega’s, de verliezer in dit verhaal is de gezondheid van alle Vlamingen, want ongezonde lucht is nog steeds een onzichtbare ziekmaker. Over onze gezondheid heb ik, zoals over de natuur, heel weinig gehoord in jullie akkoord.

Ik sluit af. Terwijl de Raad van State het voorstel van decreet buisde omdat er onvoldoende garanties waren voor het herstel van onze natuur, hoor ik hier vandaag dat jullie opnieuw een aantal versoepelingen voorstellen om het te realiseren. Het risico dat jullie hiermee nemen, is dat dit decreet, als het wordt aangevochten bij het Grondwettelijk Hof, zal sneuvelen.

Collega’s, dit is heel erg. Als dat gebeurt, staan we terug bij af. En dan draait u de ondernemers een rad voor de ogen. Maar wie kan het iets schelen? Zeker jullie niet. Over zeven maanden zijn er verkiezingen, en dan is het aan de volgende regering om het op te lossen. ‘Après nous le déluge.’ (Applaus bij Groen)

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Het is eigenlijk een retorische vraag, mevrouw Schauvliege. U staat dus op het standpunt dat, als u een decreet zou schrijven, u dan 200 procent zekerheid hebt dat dat nergens aanvechtbaar is of aangevochten zal worden of zal worden onderuitgehaald op een of ander juridisch niveau. Neem dan het Grondwettelijk Hof (GwH) of de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb) of wat dan ook. Dus u gaat ervan uit dat u die absolute zekerheid hebt. Ja, wij hebben die niet. Helaas, maar wij hebben die inderdaad niet. Maar we proberen wel iets.

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Collega Vandaele, wij zullen alleszins elk voorstel dat wij doen, naar de Raad van State sturen. Dat zal meteen ook onze eis zijn als jullie amendement – dat monsteramendement met tal van versoepelingen – hier op tafel komt. Dan willen wij dat dat afgetoetst wordt bij de Raad van State, om te kijken of jullie knutselwerk voldoende is om het risico op een vernietiging van het Grondwettelijk Hof zo minimaal mogelijk te maken. (Applaus bij Groen)

De voorzitter

De heer Sintobin heeft het woord.

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

Collega Tobback, het is een variatie op mijn sjaal daarjuist. (Stefaan Sintobin knoopt het sjaaltje rond de microfoon.)

Leden van de regering, bedankt voor jullie tussenkomsten, maar ik had een aantal vragen gesteld op het einde van mijn eerste tussenkomst en ik heb op geen enkele vraag een antwoord gekregen.

Mevrouw Demir, ik had een vraag voor u. Wanneer wordt er hier een decreet of een amendement ingediend? U hebt gisteren op tv in ‘De afspraak’ – naast het bashen van cd&v – gezegd dat het binnen drie weken zou worden ingediend. Gaan jullie, collega Vandaele, zelf het advies van de Raad van State vragen? Hebben jullie de moed en het lef om zelf het advies te vragen, zodanig dat wij niet samen met links het advies moeten vragen? Ik doe dat liever niet, dus ik reken erop dat jullie dat zelf doen.

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Ik denk dat het al door verschillende mensen is gezegd de voorbij twee dagen wanneer we dit decreet hier zouden willen indienen. Dat is zo snel mogelijk, collega Sintobin, maar het moet inderdaad netjes uitgeschreven worden. Als we het deze maand nog zouden kunnen, gaan we het zeker doen. Het is altijd gevaarlijk om deadlines te stellen, maar het is zeker onze bedoeling – en dat weet u – om dat voor het einde van dit jaar goed te keuren, als dat enigszins kan.

Dan hebt u het nog eens over de Raad van State. U kunt natuurlijk adviezen aan de Raad van State blijven vragen. We hebben dat gedaan op het decreet van deze zomer. We hebben daar een zeer omstandige reactie op gekregen van de Raad van State. We hebben het er hier over gehad op 4 oktober. Het was een zeer omstandig advies van de Raad van State. Nu hebben we er heel veel tijd in gestoken om dat advies uit te werken in deze nieuwe teksten en in het amendement dat we inderdaad als een omvattend amendement gaan voorleggen. De regering heeft daar ook nog eens drie juristen voor ingehuurd, om dat allemaal netjes na te kijken. Er is in de afspraken die we dit weekend – of de voorbije dagen – gemaakt hebben, ook nog afgesproken dat we de eindversie van wat we nu maken, of wat de administratie maakt, ook nog eens gaan voorleggen aan die drie juristen.

Ik denk, collega, dat wij toch ook wel op een bepaald moment snelheid moeten maken. U moet ook weten wat u wilt. Ofwel wilt u rechtszekerheid, ook voor de boeren waar u zo voor staat, ofwel wilt u inderdaad ook dat die vergunningen worden verlengd, waar u ook altijd op aandringt. Als u dat wilt, moet u natuurlijk geen vertragingsmanoeuvres uit uw mouw of uit uw rode zakdoek gaan schudden die de zaken nog allemaal bemoeilijken en het allemaal nog wat langer laten aanslepen. Dus het is het een of het ander, en wat ons betreft, mag het nu wel vooruitgaan.

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Mijnheer Vandaele, als u zo zeker van uw stuk bent en zo goed juridisch bent ingedekt, dan zou ik toch helemaal geen schrik hebben van dat advies van de Raad van State. Het zal u alleen maar helpen als er mogelijk een aanval via het Grondwettelijk Hof gebeurt. Ik begrijp dus eigenlijk niet wat uw probleem is.

En vertraging ... Je kunt ook een spoedadvies bij de Raad van State vragen. Dat hoeft geen zestig dagen te duren, zoals de vorige keer, om het over de Septemberverklaring te tillen. Die is er nu niet. Je kunt dat dus vlotjes laten gebeuren, je bent veel zekerder van je stuk en je draait ondernemers geen rad voor de ogen. (Applaus bij Groen)

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Voorzitter, we hebben hier allemaal toch een beetje ervaring op te teller. Iedereen die correct is met zichzelf, weet dat je nooit absolute zekerheid hebt, over geen enkel initiatief dat je neemt. Of het nu over stikstof of over iets anders gaat, of over Welzijn of wat dan ook, het is nooit 100 procent zeker, collega, dat weet u ook. Wie lokale verantwoordelijkheden heeft, weet ook dat er geen enkele vergunning wordt uitgereikt waarvan je voor 200 procent zeker weet dat die zal standhouden op een of ander niveau. We moeten elkaar toch niet op die manier ... Daarnet heeft collega Bex gezegd dat de meerderheid laatdunkend doet richting de oppositie. Wat we hier horen vanuit jullie kant, is er toch een beetje over. Wij zouden nu absolute zekerheid moeten bieden over elk wetgevend, decretaal initiatief dat hier wordt genomen. Ja, dat is helaas, helaas, niet zo.

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Mijnheer Vandaele, de Raad van State dient om ervoor te zorgen dat er deftig juridisch werk wordt neergezet, dat het gecontroleerd wordt en dat we ons indekken tegen zoveel mogelijk risico’s. Ik begrijp uw schrik daarvoor niet. Het is eigenlijk heel duidelijk. Nadat u drie jaar hebt geprutst, drie jaar hebt gediscussieerd en ruzie gemaakt, wilt u nu geen tijd meer verliezen, moet het er allemaal snel snel door. En waarom? Omdat INEOS zijn vergunning nodig heeft. Dát is de reden. Het is straf, het hondenfluitje werkt. (Applaus bij Groen)

De voorzitter

De heer Coenegrachts heeft het woord.

Steven Coenegrachts (Open Vld)

Ik wil het even hebben over de rol van de Raad van State, want dat is niet de juffrouw die ons de toestemming geeft om decreten goed te keuren, noch is dat de woordvoerder van het Grondwettelijk Hof. Het gaat om prima, zeer beslagen juristen, maar niemand garandeert dat hun mening gevolgd wordt door het Grondwettelijk Hof. Wilt u graag 100 procent garantie dat ons decreet standhoudt, ja? Dien er dan nooit meer een in. Je weet dat niet. Maar ik denk dat we er alles aan hebben gedaan. Hier is een voorstel van decreet komen te liggen, het is naar de Raad van State gegaan, we hebben dat advies laten screenen door juristen. Met al die documenten zijn we nu door de teksten aan het gaan. Ik weet niet hoeveel teksten hier vertrekken die nog beter juridisch onderbouwd zijn. Is er een garantie, 100 procent zeker, dat het Grondwettelijk Hof elk artikel overeind zal laten? Ja, bon, ‘the proof of the pudding is in the eating’. Maar de Raad van State zal u die garantie ook niet geven, dat wil ik er toch nog even bij opmerken.

De voorzitter

De heer Van Rompuy heeft het woord.

Peter Van Rompuy (cd&v)

Collega’s, na het advies van de Raad van State hebben we net drie topexperten in hun materie aan het werk gezet om gezamenlijk te komen tot een nota waarover zij het eens zijn. En op basis van die nota hebben wij een politiek akkoord gemaakt, net om het juridische fundament zo stevig mogelijk te maken. Garanties zijn er natuurlijk niet, niemand kan die garanties geven.

We hebben nu een politiek akkoord gemaakt, er moet nog een decreet worden gemaakt. Ook daarover hebben we afgesproken dat opnieuw die drie experten gezamenlijk door de tekst zullen gaan om hier te komen met een tekst waarvan de juridische correctheid zo goed en gedetailleerd mogelijk bij elkaar is gebracht.

Ook de verantwoordingsstukken die door de Raad van State worden gevraagd, zullen in extenso in het decreet en in de memorie van toelichting worden opgenomen op basis van input van administratie, onderzoekscentra en dergelijke meer. Op die manier zullen we proberen te komen met iets waarvoor we het maximale hebben gedaan opdat het voor een rechtbank zou kunnen standhouden. Maar opnieuw: garanties zijn er jammer genoeg niet, voor niemand.

De voorzitter

De heer Tobback heeft het woord.

Bruno Tobback (Vooruit)

Ik hoor alle collega’s van de meerderheid hier met grote stelligheid beweren dat ze de grootste eminente experten aan het lezen hebben gezet op dat advies van de Raad van State om zich daar 100 procent aan te conformeren en zeker te zijn dat het allemaal zal lukken. Als ik dat hoor, dan vraag ik me af of ze een fout advies hebben voorgelegd aan die experten, want in dat laatste advies van de Raad van State lees ik meerdere keren bijzonder zware kritiek, met name op de geloofwaardigheid van al die emissiearme stalmaatregelen. Ik heb het letterlijke citaat niet bij de hand, maar de Raad van State heeft al meermaals gezegd dat die eigenlijk onbetrouwbaar en niet wetenschappelijk onderbouwd zijn en dus geen solide basis voor wetgeving zijn.

Desondanks hangt men, in niet onbelangrijke mate als ik sommige regeringspartijen in dit debat mag geloven, dit politieke akkoord op aan de onzin van die emissiearme stallen. Collega Brouns, u mag mij eens zeggen hoe grondig de controle op de toepassingen van die maatregelen vandaag loopt. We zullen die discussie ongetwijfeld nog voeren. In ieder geval heeft de Raad van State heel duidelijk gezegd dat dit geen basis is om ruimschoots en gul te vergunnen. Desondanks hangt u er een politiek akkoord aan op en komt u tegelijkertijd zeggen dat u heel grondig hebt gekeken naar de Raad van State en 100 procent zeker bent dat u het gevolgd hebt. Ministens op dat punt gaat u er gewoon lijnrecht tegen in.

Zegt u eens hoe dat een solide garantie moet zijn voor de investeerders, met name die boeren die door u verzocht zullen worden hun geld, krediet, toekomstige afbetalingsmogelijkheden en economische toekomst op te hangen aan die bijzonder dure technologie. Het zijn zij die de investeringen gaan betalen.

De voorzitter

De heer Coenegrachts heeft het woord.

Steven Coenegrachts (Open Vld)

Voor alle duidelijkheid: ons akkoord is niet gebouwd op bepaalde technieken, maar wel op een wetenschappelijke methode, namelijk het traject via het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veeteelt (WeComV), een team van wetenschappers die technieken evalueren en die zo laten valideren als emissiereducerende techniek en die op een lijst zet waardoor die gebruikt kunnen worden. Wij hebben geen decreet gebouwd op emissiearme stallen, maar wel op een wetenschappelijke methode. Dat is eigenlijk wat de Raad van State vraagt, namelijk ervoor zorgen dat alles wetenschappelijk gevalideerd en onderbouwd is. We hebben dus de techniek, het project en het traject richting WeComV gebruikt als basis en niet de techniek van emissiearme stallen.

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Ik sluit me aan bij collega Coenegrachts. Ik wou ongeveer hetzelfde zeggen.

De voorzitter

De heer Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Als je van landbouwers of industrie vraagt om te investeren in reductiemaatregelen, dan is het evident dat die technieken decretaal beveiligd moeten zijn als ze erkend zijn. Het gaat om erkende technieken, en er is inderdaad ook discussie, wat geen probleem is, maar de wetenschap en innovatie zijn nergens zo goed als in deze regio.

Collega Tobback, ik geloof dus in innovatie. Als die technieken getoetst en erkend zijn, dan moeten die decretaal beveiligd zijn, want ik wil het inderdaad niet op mijn geweten hebben dat als iemand investeert, die techniek niets waard is. Voor die nieuwe technieken hebben we ook een wetenschappelijk comité geïnstalleerd dat dat valideert. Samen met Nederland en Universiteit Wageningen zijn we daar absoluut voorlopers. Die moeten gevalideerd en erkend zijn, en als dat het geval is, dan moet je die kunnen inzetten. Dezelfde logica als die in de industrie wordt hier toegepast in de landbouw.

De voorzitter

Minister Rutten heeft het woord.

Minister Gwendolyn Rutten

Ik wil ook reageren op wat de heer Tobback zei. Ik zal me niet mengen in de discussie over de Raad van State. Het is een initiatief van het parlement, dat laat ik aan de parlementsleden. Ze waren denk ik duidelijk.

Maar ten gronde, en daarmee antwoord ik ook op wat mijnheer Sintobin daarstraks al had gezegd … Hij zei dat je de meeste juridische zekerheid hebt als we niets doen, als we geen decreet maken en als we elke boer, elke burger, elk bedrijf, aan zijn of haar lot over laten. Ik heb u dat ook horen zeggen op de tribune denk ik, als ik goed heb geluisterd: individuele, passende beoordeling, in elke individueel dossier.

Luister, dat is eigenlijk zorgen voor onzekerheid. Niet alleen door de papierlast die daarbij komt kijken, maar ook door de beoordeling, dan krijg je duim omhoog of duim omlaag, en totale onzekerheid. Een economie vraagt, investeerders vragen – ik hoor u dat zeggen – een kader.

Dus we proberen dat in een proces. Ik heb dat gezegd. De minister-president heeft dat gisteren geschetst. Dat is een proces – misschien met vallen en opstaan – waarbij er elke keer verbeteringen worden aangebracht, onderbouwingen worden aangebracht, maar we proberen dat kader te geven.

Wat het meest zeker is voor de overheid, is het minst zeker voor burgers en bedrijven. We kiezen ervoor om zoveel mogelijk zekerheid te geven aan burgers en bedrijven. Zelfs als dat wil zeggen dat we die absolute zekerheid vandaag niet kunnen geven.

De voorzitter

De heer Tobback heeft het woord.

Bruno Tobback (Vooruit)

Ik wil tussenkomen ten attentie van beide ministers. Ten eerste, mevrouw Rutten, ik heb niet gezegd dat ze allemaal een individuele beoordeling moeten krijgen. Ik heb begrepen uit uw akkoord dat u aan al die rode bedrijven hebt beloofd dat ze kunnen blijven bestaan, maar dat ze een individuele beoordeling zullen moeten krijgen, en dat er voor een hele hoop bedrijven wel degelijk PAS-beoordelingen zullen komen.

Maar goed, we zullen wachten op het decreet om die discussie te voeren. Er is al vaker een politiek akkoord geweest dat er anders uitzag dan de tekst die men uiteindelijk kwam voorleggen.

Minister Brouns, ik ben blij dat u naar de universiteit van Wageningen verwees. U weet net zo goed als ik dat de universiteit van Wageningen niet alleen in 2010, maar ook in juli van dit jaar, rapporten heeft gemaakt waaruit blijkt dat het stikstofverlies bij die fameuze emissiearme stallen, die miljoenen hebben gekost, net even hoog was als die bij de niet-emissiearme stallen. Al de ingeschatte winsten in emissie zijn er eigenlijk niet. De vergelijking met een conventionele referentiestal levert eigenlijk een winst op van drie keer niets, maar ze hebben wel veel geld gekost.

Dus wat u aan het doen bent – laat me kras doen – is niet de boeren stimuleren. U bent een cadeau aan het geven aan degenen die emissiearme stallen installeren, op kosten van de boeren en waarschijnlijk op kosten van de burger, want we gaan dat ongetwijfeld subsidiëren en ondersteunen met een massa aan investeringssteun, terwijl u goed weet – op basis van alle wetenschappelijke kennis die ons vandaag ter beschikking is – dat die dingen – daar waar ze al meer werden toegepast dan bij ons – niet werken.

U verwijst naar de Universiteit van Wageningen. Ik zal u het rapport bezorgen als u het niet kunt vinden. Daar staat dat de opbrengst daarvan 0,0000 is, en dan nog iets achter de komma. Het zal wel een beetje verschil maken, maar in elk geval geen verschil dat in staat zal zijn om een echte druppel verschil te maken in dat fameuze stikstofbad.

Wat het wel zal doen, is miljoenen kosten: miljoenen aan investeringen voor landbouwers, en miljoenen steun van de belastingbetaler, voor nul resultaat, want als u vervolgens gaat meten – en of u nu in 2020, 2027, 2030 of 2050 bedoelt zoals mevrouw Rutten – zal altijd hetzelfde blijken: dit zal niet werken, en dat weten we nu al.

Dus in godsnaam, als u geloofwaardig wil zijn, zoek dan tenminste naar ernstige oplossingen waar iemand in kan geloven, in plaats van dingen voor te stellen waarvan u al jaren vaststelt dat ze niet werken. (Applaus bij Vooruit)

De voorzitter

De heer Sintobin heeft het woord.

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

Ik wil nog even terugkeren op het vragen van het advies van de Raad van State. De meerderheidspartijen maken een hele omweg om te zeggen dat zij schrik hebben van dat advies. Troost jullie, collega’s, dit advies zal sowieso worden aangevraagd.

Ik heb bij mijn eerste tussenkomst gezegd dat ik vandaag ook een stem zou geven aan de landbouwers, aan de landbouworganisaties waarvoor sommigen blijkbaar weinig respect hebben. Ik zal dat doen aan de hand van enkele citaten. Minister Brouns, ik wil er trouwens op wijzen dat bij uw eerste tussenkomst zelfs de collega’s Rombouts en Dochy niet applaudisseerden. Het is dus duidelijk dat ook zij … (Opmerkingen)

Ik heb uw lichaamstaal goed in het oog gehouden, collega. Het is duidelijk dat u niet gelukkig bent met dit akkoord. Anders zou u zeker al tussengekomen zijn. Maar dat is natuurlijk jullie probleem.

Ten aanzien van de mensen die zogezegd de landbouw genegen zijn, mevrouw Rombouts, mijnheer Dochy, mijnheer Van Hullebus, en er zijn er nog. (Opmerkingen van de voorzitter)

Mijnheer Van Hulle, sorry. (Gelach. Opmerkingen)

Ik heb gisteren bij ons een nieuw lid moeten verwelkomen, en hij heette Van Hullebus. Vandaar.

Het is belangrijk dat jullie luisteren naar wat de landbouwers zeggen, en niet alleen, collega Coenegrachts, naar het ABS. Ik ging ook hetzelfde citaat aanhalen dat collega Steenwegen al gaf.

Ook GK zegt: “Vaagheid troef. Wij juichen niet. Het blijft een heel zware opgave.” De BB, de vriendjes van minister Brouns, heeft nog heel wat vragen over het nieuwe stikstofakkoord dat de Vlaamse Regering heeft afgesloten: “Het wordt een zware dobber, maar veel hangt af van wat in de finale decreetteksten staat.” Dat zeggen wij al de hele namiddag. Hier debatteren wij eigenlijk over een akkoord dat er geen is. (Opmerkingen)

Het derde akkoord in de rij. Jullie hebben wel toelichting gegeven. Het lijkt me dus normaal dat wij daarop reageren.

Collega Steenwegen heeft dus al het ABS gebracht.

Dan heb ik nog een individuele landbouwer, die ongetwijfeld spreekt in naam van veel van zijn collega’s: “Nu mag er mij toch iemand komen uitleggen waar perspectief wordt geboden voor jonge landbouwers. Opnieuw worden wij opgezadeld met duizenden en duizenden euro’s om te investeren als we ons aantal dieren willen behouden.”

Een klein rood familiebedrijf met negentig koeien … Collega Tobback, weet u wat een familiaal landbouwbedrijf is? Negentig koeien, is dat voor u een groot bedrijf of niet? Daarover gaat het. Over die mensen gaat het. Dat zijn de familiale bedrijven die ook bedreigd worden door dit akkoord. Ik citeer: “Er moet wel snel duidelijkheid zijn over wat we concreet moeten doen. We leven ondertussen al jarenlang met die onzekerheid, en dat mag stoppen, want het is een ware lijdensweg.”

En dan nog een: “Met dit akkoord hebben de landbouwers geen toekomst meer, en dit zal zonder twijfel leiden tot gezinsdrama’s,” weet een andere melkveehouder, die teleurgesteld reageert op het nieuwe akkoord. “Er is geen nieuw akkoord. Ze hebben gewoon het vorige akkoord een beetje menselijker gemaakt, maar in feite verandert dit niets voor ons en is alles hetzelfde gebleven. Ik ben dan ook bijzonder teleurgesteld in minister Brouns en minister Rutten. Van minister Demir wisten we al lang dat ze dit voor ogen had, maar de anderen hebben gewoon toegegeven. Bovendien zijn ze trots op een akkoord dat gebaseerd is op foute cijfers. Ik was gisteren op het Martelarenplein in Brussel voor het akkoord bekend geraakte, en de rillingen liepen mij echt over de rug. Dit is gewoon een schande. De landbouw wordt opgeofferd voor de industrie.”

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Ik ben benieuwd, voorzitter. Misschien kan collega Sintobin concreet zeggen over welke foute cijfers het gaat?

De voorzitter

De heer Sintobin heeft het woord.

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

Ik heb het u al een paar keren … ik heb trouwens een schriftelijke vraag gesteld aan minister Demir. Ik zal u het antwoord, of het zogezegde antwoord, bezorgen.

Ik verwijs naar de Vlaamse veehouders. U weet net als ik dat het heel ingewikkeld is, maar alles wat in dit akkoord staat en wat in de vorige akkoorden stond is gebaseerd op computermodellen. Het is gebaseerd op computermodellen en niet op depositie of emissie. Jullie zeggen zelf dat er eigenlijk verkeerd gemeten wordt – toch wel, mijnheer Coenegrachts –, en jullie willen in de toekomst gaan onderhandelen met Europa om een en ander op basis van emissie en niet langer op basis van depositie decretaal te bepalen. 

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Collega Sintobin, minister Demir heeft het ook al gezegd: wij zijn geen wetenschappers, wij zijn politici. We kunnen natuurlijk wel proberen te luisteren naar de wetenschappers. We hebben instituten en wetenschappelijke instellingen in Vlaanderen, zoals VITO, en we hebben onze universiteiten, die in een aantal gevallen echt wereldtop zijn op dat gebied. Zij werken inderdaad met computermodellen, ze werken ook met vaststellingen ter plekke. Als wij daar al niet meer op kunnen rekenen, dan kunnen we ook geen beleid voeren dat een bepaalde grond heeft, collega Sintobin. Ik weet niet wat u dan wel wilt? Als je dat allemaal afwijst, als je onze eigen instellingen niet meer vertrouwt, dan kunnen we inderdaad geen kant meer uit.   

De voorzitter

De heer Steenwegen heeft het woord.

Chris Steenwegen (Groen)

Collega Vandaele, VITO en de andere instellingen hebben inderdaad jarenlang gewerkt om de methodiek van de depositie uit te dokteren. Ze zijn overtuigd dat dat wetenschappelijk kan standhouden. Dat is ons trouwens in de commissie verschillende keren bevestigd. Men is dat komen uitleggen.

Kunt u zeggen of VITO, of de andere instellingen die de methodiek van de depositie hebben ontwikkeld, hebben aangebracht dat die methodiek eigenlijk niet goed is, en dat we beter naar een methodiek zouden gaan waarbij er niet met deposities maar met emissies zou gerekend worden? Wie heeft dat eigenlijk voorgesteld? Zijn dat de wetenschappers, of is dat een vraag vanuit de politiek?

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Ik wil daar op antwoorden, collega Steenwegen. Waar haalt u dat onderdeel om van depositie naar emissie te gaan? Wel, dat staat in de doorkijk. Dat is de doorkijk naar na 2030. Dat is inderdaad iets dat bekeken moet worden. Als we in de nieuwe realiteit zitten, collega Steenwegen, want als alles wat we vandaag in het decreet zetten uitgevoerd is, dan hopen we dat we dan in een nieuwe realiteit zitten die beter is dan vandaag, op milieugebied, dan zou het wel eens kunnen dat ook de instellingen die we kennen dat als een mogelijkheid zien. Dat is dus een doorkijk voor de toekomst. Wat we vandaag doen is vooral werken met de depositie, en voor een deel ook met emissie. U kent dat eigenlijk beter dan ik. Maar daarvoor vertrouwen wij op onze instellingen, op VITO, op de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), op de administraties en de universiteiten die we hebben, en die echt van topkwaliteit zijn. Ik denk dat we er allemaal blij mee zijn dat we die hebben, en dat we er trots op zijn.   

De voorzitter

De heer Steenwegen heeft het woord.

Chris Steenwegen (Groen)

Collega Vandaele, u bevestigt dus eigenlijk dat dit geen vraag is van de instellingen, dat zij niet zeggen dat deze methodiek verkeerd is, maar dat alleen jullie het zijn, de meerderheidspartijen, die willen dat we afstappen van de depositieregeling en naar een emissieregeling gaan. Jullie luisteren dus niet naar de wetenschap, jullie weten het beter dan de wetenschap, om tot een politiek akkoord te kunnen komen. Verschuil u dan niet achter die wetenschappelijke instellingen. Ik stel hun expertise absoluut niet in vraag, integendeel, ik vertrouw op hun expertise. Maar jullie doen dat blijkbaar, in de feiten, niet.

De voorzitter

De heer Coenegrachts heeft het woord.

Steven Coenegrachts (Open Vld)

Collega Steenwegen, wij doen dat in de feiten absoluut, want anders hadden wij dit akkoord niet gemaakt en kwam dit decreet er niet aan. Dit decreet is immers een stikstofemissiereductiedecreet. Wij luisteren dus perfect naar de wetenschap en we zeggen dat we voor de volgende zes jaar die stikstofemissie en -depositie omlaag gaan brengen en de overschrijding van de KDW gaan halveren. Minister Brouns heeft het gezegd: in 74 procent van het areaal aan SBZ’s betekent dat een depositie onder de KDW. De vraag is – en dat is toch een eerlijke en relevante vraag, denk ik –: als we in 2030 komen en het merendeel van alle natuurgebieden is vrij van een overschrijding van hun KDW, waarom zouden we dan nog blijven werken met een depositiemodel? Waarom zouden wij blijven meten? Waarom zouden wij in ons vergunningensysteem nog een KDW integreren? Als die vrij zijn van depositie, moet je toch gaan – ik denk dat u dat eigenlijk zou moeten toejuichen – naar een beleid dat uitgaat van de goede staat van instandhouding in 2050, want dat is uiteindelijk het doel. Wij zeggen dus dat u gelijk hebt: vandaag is er te veel depositie, je moet dat kunnen oplossen, je moet dat kunnen verlagen. We gaan dat zes jaar aan een stuk doen, en die zes jaar gaan we gebruiken om vooruit te kijken, om te zeggen wat je vanaf 2030 doet, welk beleid je vanaf dan voert, hoe je dan omgaat met je vergunningen, om in 2050 te landen bij de goede staat van instandhouding. Wij luisteren vandaag naar de wetenschap, wij gebruiken vandaag de modellen van de wetenschap en wij dagen de wetenschap uit om vanaf 2030 aan een andere methodiek te werken om tegen 2050 aan de effectieve doelstelling te geraken: de goede staat van instandhouding.

De voorzitter

De heer Sintobin heeft het woord.

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

Collega Vandaele, ik wil toch nog even tussenkomen in verband met die wetenschappers en experten. Ik ken er ook wel een aantal die wel zeggen dat er foute cijfers, foute aannames, verkeerde berekeningsmodellen gebruikt worden. Cd&v had vroeger zo’n kabinetschef in dienst – om de naam niet te noemen, maar iedereen die het dossier volgt, kent hem wel.

Maar om te besluiten: dit is een ordinair verkiezingsakkoord. De meerderheid wil dit dossier over de verkiezingen tillen en uit de campagne houden. Dit akkoord biedt geen enkele rechtszekerheid of echt perspectief naar de toekomst toe. De landbouwers worden met dit akkoord voor de zoveelste keer bedrogen. Dat is triest, intriest. Dit akkoord legt de lat nog altijd even hoog, ondanks de zogenaamde versoepelingen.

Voorzitter, ik mag van mijn fractieleider niet zingen, maar ik wil toch verwijzen naar het liedje van Laura Lynn – ik maak er een parodie op –: “Je hebt ons duizend jaar belogen, je hebt ons duizend jaar bedrogen.” Als iemand dat wil zingen, is dat voor mij goed.

De voorzitter

Collega Tobback kent dat wel, denk ik.

De heer Tobback heeft het woord.

Bruno Tobback (Vooruit)

Ik wilde de collega erop wijzen dat hij zijn klassiekers niet kent. Het is ‘duizend maal’.

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

Ah, ik heb ‘duizend jaar’ gezegd. Ik overdrijf graag een beetje. (Gelach. Opmerkingen)

Maar ik ben ook niet zo thuis in die schlagerindustrie.

Tot slot wil ik me toch nog wel even specifiek richten tot Open Vld en tot cd&v. Weten jullie het nog, collega’s, collega Coenegrachts, minister Rutten, mijnheer Dochy, collega Rombouts? Weten jullie het nog: Agriflanders in Gent? Weet u het nog? Waar de bevoegde minister zelfs het lef niet had om ernaartoe te gaan, naar Agriflanders. De belangrijkste beurs voor landbouw. Ja, het gaat over meer dan over landbouw, u bent er waarschijnlijk nog nooit geweest, op Agriflanders. Want dan zou u weten dat daar ook een aantal zaken die uw beleidsdomein aanbelangen, aanwezig zijn. Maar weet u nog, collega’s van cd&v, collega’s van Open Vld, weet u nog, mevrouw Rutten, welke pamfletten u daar uitgedeeld hebt? Weet u het nog? ‘Samen onze botten aan voor meer rechtszekerheid.’ En cd&v: ‘Landbouw maakt ons land. Landbouwers verdienen daarom alle respect.’ Wel, nu, na het debat van vandaag, en na alle debatten van de afgelopen maanden, kan ik eindelijk deze twee pamfletten verticaal klasseren. Ik dank u. (Stefaan Sintobin verscheurt de pamfletten van cd&v en Open Vld. Applaus bij het Vlaams Belang)

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Voorzitter, collega Sintobin is duidelijk beter thuis in de wereld van de slagers dan in die van de schlagers. (Opmerkingen van Stefaan Sintobin)

Het volgende wil ik nog aanvullen. In uw tussenkomst daarnet had u het ook over het woonrecht. U zegt dat er in het akkoord niets staat over het woonrecht. Ik wou u alleen nog zeggen dat dat er wel degelijk in staat. Wat ons betreft gaat het veel verder dan woonrecht voor mensen die stoppen met een landbouwbedrijf en daar willen blijven wonen. Het gaat er ook om dat we willen dat het ook nog vervreemdbaar is in de toekomst enzovoort. Dat staat er wel degelijk in. We gaan dat ook verder uitwerken.

De voorzitter

De heer Dochy heeft het woord.

Bart Dochy (cd&v)

Collega Sintobin, ik ben blij dat u mij tot tweemaal hebt aangesproken in uw tussenkomst. Maar ik wil toch het volgende zeggen.

We hebben inderdaad op Agriflanders gestaan. We gaan daar de volgende editie opnieuw staan, om ons te verantwoorden ten aanzien van de landbouwers, en ook om uit te leggen wat wij doen en gedaan hebben, en wat wij voor die mensen willen betekenen. Het gaat inderdaad over rechtszekerheid. Dat was ook de boodschap van de collega’s van Open Vld. En die willen we ook geven. Als het hier vandaag gaat over een ontwerp van decreet, ingediend met een bijkomend amendement, dan zeg ik u dat dit vandaag nog niet af is. We hebben de decreetteksten nog niet volledig gezien. Maar de intenties die in dit politiek akkoord staan, gaan wat mij betreft heel duidelijk in de richting die wij altijd verkondigd hebben, die de minister, van Kinrooi tot Koksijde, ook verteld heeft aan de mensen op de vele bijeenkomsten die hij heeft georganiseerd. Die mensen hebben ook naar hem geluisterd.

We hebben nooit gezegd dat er geen stikstofprobleem is. We hebben ook nooit gezegd dat we ervoor gaan zorgen dat er niets op tafel komt voor de verkiezingen, waardoor men de rechtszekerheid inderdaad ook niet vindt. Want als je goed geluisterd hebt, zowel gisteren naar de landbouwer uit het Turnhouts Vennengebied, als naar de voorzitter van GK, dan heb je gehoord dat ze allebei hebben gezegd dat ze eigenlijk wel content zouden zijn met een decreet, met een oplossing, met een politieke afspraak die gehonoreerd wordt. De onzekerheid van de onduidelijkheid is even tergend als de onzekerheid van iets wat niet 100 procent naar wens is.

Een aantal maanden geleden stond de regering bij wijze van spreken op springen. Minister Brouns heeft zijn nek ook uitgestoken. Twee elementen waren belangrijk. Ik heb het zelf ook voor de camera verteld: we gaan het ontwerp van decreet niet goedkeuren wanneer die twee elementen niet opgenomen zijn in het ontwerp van decreet, los van andere belangrijke elementen in de uitvoering die nog bekeken moeten worden.

Het ging ten eerste over de gelijkstelling tussen landbouw en industrie. De intentie is vandaag om in het ontwerp van decreet in te schrijven dat er inderdaad een opgang is naar gelijkstelling. Die komt er op termijn. Maar de intentie is ook dat vanaf dag 1, met middelen van de passende beoordeling, landbouwers individueel de mogelijkheid hebben om boven de drempel van 0,025 procent te komen. Anders was het in het voorstel van decreet dat werd ingediend door de collega’s van Open Vld en de N-VA, volmondig gesteund door de collega’s van Vooruit. Daar was een onvergunbaarheidsdrempel van 0,028 procent ingevoerd. Er was dus geen enkele mogelijkheid om zelfs een hervergunning te krijgen voor mensen die hun impactscore berekend zagen boven dat percentage. In wat vandaag op tafel ligt, is dat niet het geval. Die individueel passende beoordeling geeft daartoe dus de mogelijkheid.

Ten tweede is er de externe saldering, zoals reeds een paar keer aangegeven. Men moet die inderdaad bemerren als men er een algemene regeling van maakt. Maar op individueel niveau kan men, via een individueel passende beoordeling, ook reeds de externe saldering gebruiken. Collega Vandaele heeft dat dus ook bevestigd.

Cruciaal element in wat nu voorligt, is wat we vandaag nog niet helemaal uitgewerkt zien. Dat gaat over de manier waarop die passende beoordeling robuust gemaakt kan worden, en ook in een zekere objectiviteit gegoten kan worden. Wat ons betreft kan het ook niet dat iedere individuele aanvraag zomaar onderhevig is aan een individuele ambtenaar, die op die bepaalde dag al dan niet goedgezind is. Daar moet objectiviteit in zitten.

Dat is een belangrijk criterium, dat we verder zullen bekijken vooraleer dit ter goedkeuring kan worden voorgelegd – laat me daar heel duidelijk in zijn. Wat ik nu verteld heb, is de vooruitgang die we geboekt hebben ten opzichte van wat we hadden. Dat is voordelig voor de rechtszekerheid van de landbouwers. Het is ook daarvoor dat we onze nek uitsteken, om hun die rechtszekerheid te geven. Ik wilde dat gewoon nog even meegeven.

Als u de vraag stelt of het totale decreet juridisch robuust zal zijn, moeten we vertrouwen hebben – ik ben zelf geen jurist – in de drie juristen die aangesteld zijn door de meerderheid en daar nog een oordeel over zullen vellen. Ik heb ook begrepen dat jullie nog een advies zullen vragen bij de Raad van State. Ik vind dat op zich geen slechte zaak, een advies kan altijd een versterking zijn. Ik deel tegelijk ook de mening van collega Vandaele dat we geen tijd te verliezen hebben als we er nog iets van willen maken. (Applaus bij cd&v)

De voorzitter

Minister Rutten heeft het woord.

Minister Gwendolyn Rutten

Collega's, indien u zich daar zorgen over zou maken: ik ben met plezier naar de Agribeurs geweest, en ik ga dat de volgende keer zeker ook doen. Ik kan dat iedereen aanraden. Het is belangrijk om in dialoog te gaan, te luisteren en te ontdekken wat er daar gebeurt. Dus, slaap zacht op beide oren, ze gaan mij daar zeker opnieuw zien.

De voorzitter

De heer Sintobin heeft het woord.

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

We kunnen ieder jaar misschien carpoolen …

Bart Dochy (cd&v)

Het is maar om de twee jaar, collega Sintobin. (Applaus)

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

Er zijn nog verschillende andere landbouwbeurzen waar ik u regelmatig tegenkom.

Ik heb gisteren ook Terzake gezien, collega Dochy. Ik heb ook De afspraak gezien. Mevrouw Demir is weg, ik zeg het nog even aan minister Brouns en aan cd&v nu ze weg is: ze heeft vijf keer cd&v gebasht en verwezen naar de afgelopen twintig jaar. Ze vergat er wel bij te zeggen dat de N-VA al bijna twintig jaar onafgebroken in de Vlaamse Regering zit.

Ik heb dus ook Terzake gezien. U stelt het voor alsof Gunter Klaasen, want zo heet de melkveehouder, het allemaal zo positief vond, maar ik dacht dat hij in het debat met u toch heel kritisch was.

Ik heb, collega Dochy, een aantal citaten gegeven, ik heb er nog een aantal in petto.

Ofwel hebben de landbouworganisaties en de landbouwers alles verkeerd begrepen, ofwel hebben jullie het op de persconferentie niet goed uitgelegd, dat zou natuurlijk ook kunnen.

Ik heb nog een vraag, collega Dochy, voor de meerderheid. U zegt als enige van de meerderheid dat een advies wel nuttig zou zijn. Trouwens, collega Vandaele, een spoedadvies bij de Raad van State, hoe lang duurt dat? Vijf dagen, dan gaan we daar niet veel tijd mee verliezen.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Daar kunnen we niet zelf over beslissen, collega. De Raad van State oordeelt zelf of hij spoedadvies geeft of een gewoon advies.

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

Ik heb daarover al overlegd met de voorzitter. Als de voorzitter van dit parlement het aanvraagt, zal het wel lukken. We zullen het wel motiveren. Ik bedoel maar: een advies van de Raad van State vragen, collega Vandaele, is absoluut geen tijdverspilling.

Ik wil ook vragen – ik weet niet wie het zal indienen – wanneer het voorstel voor de verlenging van de vervallen vergunningen wordt ingediend. Het is toch de bedoeling, dacht ik, om zo snel mogelijk een voorstel van decreet in te dienen, zoals we in het verleden al gedaan hebben, om de vervallen vergunningen te verlengen tot eind 2024? Kan iemand mij zeggen wanneer dit voorstel van decreet hier wordt ingediend?

Niemand, echt niemand? Collega Vandaele?

Onverwijld? Onverwijld hebben we hier al eens gehad. Dus niemand weet wanneer het voorstel van decreet zal worden ingediend?

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Collega Sintobin, het is de bedoeling beide decreten zo snel mogelijk af te werken en in te dienen.

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

Het is toch een legitieme vraag om te weten wanneer een decreet zal worden ingediend? Het is niet ik die het vraag, het zijn de landbouwers die het vragen, mensen die zonder vergunning zitten en begin 2024 de boeken moeten toedoen en geen vergunning meer hebben.

Wat betreft die vergunningen: er wordt steeds gedreigd met een vergunningenstop, maar er is momenteel een vergunningenstop, er is een vergunningenstop. Dat is het gevolg van het Vlaamse beleid dat milieuverenigingen subsidieert en dat continu tegen iedere vergunning beroep aantekent. Kunt u mij zeggen, minister Brouns, hoeveel vergunningen aan landbouwbedrijven de afgelopen tijd zijn uitgereikt? Waarschijnlijk geen enkel, waarschijnlijk geen enkel.

Waarschijnlijk geen enkel omdat die milieuverenigingen continu bezwaar indienen, en die worden dan nog gesubsidieerd door de Vlaamse Regering.

De voorzitter

De heer Tobback heeft het woord. (Opmerkingen van Stefaan Sintobin en de voorzitter)

Bruno Tobback (Vooruit)

Hij doet niet aan afval selecteren, hij doet niet aan halsdoeken strijken en hij kent Laura Lynn niet. Collega Sintobin, u daalt verder en verder in mijn achting.

Het blijft me altijd maar verwonderen dat collega Sintobin zo kwaad wordt en zo gebeten is op het feit dat milieuverenigingen gesubsidieerd worden door de Vlaamse overheid. Collega Sintobin, u moet een keer gaan vragen hoeveel van die niet alleen landbouworganisaties, maar evengoed ook landbouwers, landbouwinvesteringen enzovoort nog voor véél meer geld gesubsidieerd worden door de Vlaamse, Belgische en Europese overheid. Met de peanuts die naar milieuverenigingen gaan, is dat eerlijk gezegd een vrij belachelijke vergelijking.

In de eerste plaats wou ik eerlijk gezegd reageren op wat collega Vandaele al een paar keren gezegd heeft als reactie op mijn kritiek. Hij zei: “We proberen tenminste iets.” Ja, collega Vandaele, het probleem is dat u gewoon altijd hetzelfde blijft proberen. U hebt hetzelfde akkoord al drie keer gemaakt in verschillende variaties en u hebt er iedere keer allerlei nuances aan moeten toebrengen die altijd op hetzelfde neerkomen en die altijd van hetzelfde probleem vertrekken. Dat is eigenlijk de verkeerde premisse, collega Vandaele en collega’s van de meerderheid.

U wilt eigenlijk zo lang mogelijk datgene blijven doen waardoor we eigenlijk het probleem veroorzaakt hebben. U wilt zo lang mogelijk blijven pappen en nathouden in dit systeem. U wilt zo lang mogelijk blijven proberen om van alles een beetje te doen.

Collega Coenegrachts is nu niet hier om met mij de vloer aan te vegen, maar ik ga het toch riskeren. Hij is daar de beste illustratie van wanneer hij zegt dat we naar Europa gaan om specifieke regels voor Vlaanderen vast te krijgen. Hij bedoelt daarmee dat we in Vlaanderen eigenlijk veel soepeler zouden moeten oordelen met al onze milieuvoorwaarden en al onze regels. Maar collega’s, heeft er nu al eens iemand vanuit de meerderheid naar Vlaanderen gekeken, waar 6,7 miljoen mensen, burgers, binnenkort waarschijnlijk 7 miljoen mensen, op een beperkte oppervlakte met elkaar willen samenleven en daar goed, aangenaam en gezond willen leven? Dan moet je daar niet lakser, slordiger omgaan en meer ‘smossen’ met de kwaliteit van je omgeving. Dan moet je daar zorgvuldiger mee omgaan dan daar waar men een uitgestrekte vlakte heeft waar alles lekker in kan worden verdund.

Het zal in Vlaanderen nooit zo zijn dat heel Vlaanderen een bos wordt. Het zal in Vlaanderen ook nooit zo zijn dat heel Vlaanderen een industrieterrein wordt. Het zal ook nooit zo zijn dat heel Vlaanderen een intensieve veehouderij wordt. Wat wel zou moeten zijn, is dat we in plaats van er een beetje een vuilbak van te maken, met van alles een beetje overal waar het kan en waar iemand een vergunningsaanvraag indient, dat we er eens zorgvuldig naar kijken hoe we op de best mogelijke manier al die kwaliteiten met elkaar blijven verzoenen.

Want ik heb het al een paar keer gezegd op deze tribune en in dit soort van debatten: het gaat hier altijd over boeren en over industrie. Dat zijn twee terechte bezorgdheden. Maar er zijn onder die 6,7 miljoen Vlamingen nog wel wat andere aandachtspunten en zorgen en wensen van mensen, burgers, woningeigenaars, kinderen en kleinkinderen, dan landbouw aan de ene kant en industrie aan de andere kant. Er is veel bereidheid bij Vlaamse burgers om te zoeken naar een evenwicht en om te beseffen dat we volgens onze welvaart inspanningen moeten doen en dat we daar de nodige last bij moeten nemen, maar er is geen bereidheid – maar blijkbaar wel bij een aantal meerderheidspartijen, met name bij Open Vld of wat er nog van overblijft – om te vinden dat die 6,7 miljoen burgers maar moeten stoppen met zagen. Al wie een vergunning vraagt, moet er een kunnen krijgen en de gevolgen: ‘We don’t care.’ Ze moeten in Europa niet zagen, als alle bomen dood zijn, dan zullen ze dood zijn. Collega’s, dat is nog altijd een onzinnig uitgangspunt.

De voorzitter

De heer Sintobin heeft het woord.

Bruno Tobback (Vooruit)

Collega’s, dat is nog altijd een onzinnig uitgangspunt.

De voorzitter

De heer Sintobin heeft het woord.

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

Dat u thuis bent in de slagersindustrie kan ik mij best voorstellen, collega Tobback. Maar wat die subsidies aan de milieuverenigingen betreft, moet u eigenlijk leren luisteren naar wat ik zeg. Ik heb niet gezegd dat die verenigingen geen subsidies mogen krijgen, maar ze doen niet anders dan stokken in de wielen steken en de facto iedere vergunningsaanvraag blokkeren. Dat doen ze keer op keer, terwijl landbouworganisaties, die wellicht ook worden gesubsidieerd, toch wel werk leveren voor onze landbouw, en er ook voor zorgen dat landbouw verder blijft bestaan in Vlaanderen. Jullie willen dat allemaal op de schop.

Zoals ik daarjuist zei bij mijn eerste tussenkomst: binnen vijftien jaar gaan we klagen en zagen dat we niet genoeg voedsel hebben in ons eigen land. Binnen een aantal jaar zijn er 4 miljard mensen in Afrika die voedsel nodig hebben. Wie gaat dat leveren, denkt u? Denkt u nu echt dat, door het feit dat wij onze landbouw inkrimpen, geen enkel ander Europees land in dat gat gaat springen? Denkt u dat nu werkelijk?

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Collega Tobback, zoals collega Schauvliege daarnet hebt u blijkbaar ook grote problemen met het werkwoord ‘proberen’. Ik heb daar eigenlijk geen problemen mee, collega’s, zeker niet nu ik hoorde dat minister Rutten het ook twee keer heeft gebruikt. Als ik daarnet in een reactie op collega Schauvliege ‘proberen’ zei, dan bedoelde ik daar eigenlijk mee, collega Tobback, dat wij echt wel iets doen. Wij proberen iets te doen aan het probleem. Wij proberen een regeling te vinden die hopelijk juridisch robuust is, met een democratisch draagvlak en een democratische meerderheid in dit parlement. Dat proberen wij te doen. Wij doen dus iets, in tegenstelling tot veel dingen die ik hier vandaag hoor. Het zijn altijd dezelfde verhalen ook natuurlijk, want we hebben dit debat hier al heel vaak gevoerd. De krachtlijnen zijn heel vaak dezelfde.

Wat wij proberen, is concrete maatregelen naar voren te schuiven waar een democratisch draagvlak voor is in dit parlement en die juridisch standhouden en uiteraard ook resultaten opleveren voor het milieu. Daar doen we het in dit geval allemaal voor. Dat is proberen. Het alternatief is altijd maar zeggen wat er zou moeten gebeuren, maar hier vandaag eigenlijk met weinig echt concrete voorstellen voor de dag te komen. (Applaus van Marino Keulen en van Marius Meremans)

De voorzitter

Minister Rutten heeft het woord.

Minister Gwendolyn Rutten

Mijnheer Tobback, u bent heel goed in karikaturen maken, dat compliment wil ik u geven. Maar over de grond van de zaak ben ik eigenlijk fier om te zeggen dat wij vergunningen willen geven aan ondernemers die in de landbouwsector initiatief willen nemen, dat wij een vergunning willen geven voor een nationale luchthaven, die van ons land de poort tot Europa maakt, en dat wij vergunningen willen geven voor de haven van Antwerpen, die onze economie en onze welvaart garandeert. Ik heb daar geen enkel probleem mee.

Maar wat u betreft, moet ik zeggen dat ik helemaal niet meer kan volgen. Tot voor een paar weken dacht ik dat u dat ook wilde. Want u ging blindelings uw handtekening zetten onder het vorige akkoord. (Applaus bij de meerderheid)

En toen heeft de Raad van State een aantal opmerkingen gemaakt, en moesten we gaan kijken op welke punten er moest worden bijgestuurd. Het is nu dus beter dan voor het advies van de Raad van State. Mijn vraag aan u is dus of we opnieuw op uw steun mogen rekenen, mijnheer Tobback. (Applaus bij de meerderheid)

De voorzitter

De heer Bothuyne heeft het woord.

Robrecht Bothuyne (cd&v)

Ik had dezelfde vraag, mijnheer Tobback.

U hebt deze zomer, op 22 augustus, bijzonder vriendelijk en voluntaristisch een wisselmeerderheid aangeboden. U ging een decreet goedkeuren dat achteraf door de Raad van State behoorlijk hard is gefileerd, zoals we met onze partij hadden aangekondigd. We hebben helaas ook gelijk gekregen. Het is de basis voor de bijsturingen die we nu aan dit decreet zullen doen.

U ging toen dat decreet goedkeuren, na grondig studiewerk in uw vakantie. Ik vond het al bewonderenswaardig dat u in uw vakantie grondig studiewerk had geleverd. U ging een decreet goedkeuren dat ervoor ging zorgen dat zevenduizend van de achtduizend veeteeltbedrijven onvergunbaar zouden worden. U ging een decreet goedkeuren dat van de Raad van State achteraf fundamentele kritiek heeft gekregen. En nu komt u te zeggen dat hetgeen wij hier op de tafel leggen, namelijk een decreet dat een perspectief geeft aan bedrijven uit de land- en tuinbouwsector, de industrie, en aan de natuur – en dat ook door iedereen op die manier wordt erkend, denk ik – niet goed genoeg meer is. Ik begrijp de beweegredenen van Vooruit al lang niet meer, maar in dit geval kan ik helemaal niet meer volgen. Tenzij u het mij kunt uitleggen.

De voorzitter

Collega Tobback, wat doet u zoal op vakantie? Van werk, bedoel ik.

Bruno Tobback (Vooruit)

Wie heeft ooit beweerd dat ik met vakantie zou gaan, voorzitter?

Mevrouw Rutten, als u het debat had gevolgd, dan wist u het antwoord op uw vraag. Het antwoord is neen. Uiteraard zullen we dit niet steunen, omdat het, in tegenstelling tot het weliswaar allesbehalve perfecte voorstel dat ik overigens niet heb getekend, ondanks het feit dat het mij ooit is gevraagd, voor alle duidelijkheid, maar dat is nog van voor uw tijd … U moet het maar zeggen. Ik heb daar noot mijn handtekening onder gezet, ondanks het feit dat het kon.

We zullen het niet steunen, omdat het, zoals collega Bothuyne zegt, nog altijd in plaats van een duidelijke keuze te maken – weze het op een manke manier, zoals dat decreet en voorstel deed –, vandaag nog altijd blijft pappen en nathouden. U blijft op dit moment nog altijd proberen en zeggen dat u alle belangetjes met mekaar kunt verenigen en dat u iedereen kunt troosten en aan iedereen van alles kunt beloven.

Collega’s, ik zeg u, als u dat niet hard kunt maken, dan bent u van alles aan het beloven voor nu, voor 2030 of voor 2025, 2040 of 2050, waarvan u eigenlijk nu al weet dat u niet de maatregelen op tafel hebt liggen die dat waar kunnen maken. En dat u dus die mensen zult teleurstellen.

En ja, collega’s, de twijfel rekken bij ondernemers, bij bedrijven die misschien moeten worden hervergund, bij bedrijven die vandaag vergunningen krijgen, aan wie u van alles belooft, of het nu rode bedrijven zijn of in het veengebied is of waar dan ook … de twijfel rekken is geen mildheid of hulp, dat is wreedheid. Dat is ellende veroorzaken. Ik zeg u: maak nu eens duidelijke keuzes. Dat is ook het centrale verhaal in mijn boodschap en overigens ook een antwoord op collega Sintobin.

Collega Sintobin, u wordt verondersteld om de landbouw beter te kennen, want u gaat blijkbaar naar al die beurzen, waar ik, toegegeven, niet vaak naartoe ga. Stop nu toch eens met wat u weet dat een onzinverhaal is. Dit gaat niet over onze voedselzekerheid. We hebben op dit moment in Vlaanderen – u mag me tegenspreken als het niet waar is, collega Sintobin – zoveel beesten dat we zelfs hun eten moeten importeren. Kom nu in godsnaam niet af met voedselzekerheid. We hebben nog geen voedselzekerheid voor het vee dat we hier vetmesten, we moeten het van over de hele wereld aanslepen om de beesten eten te kunnen geven. Dit heeft niets te maken, niks, nul komma nul, met onze eigen voedselzekerheid. Er is bijzonder weinig dat hierin naar ons voedsel gaat, en dan nog op een bijzonder inefficiënte manier.

Dit gaat gewoon over industriële winst, ten koste vaak van landbouwers die de investeringen zelf moeten financieren. U bent daaraan medeplichtig, collega Sintobin, met uw verhaal dat kritiekloos is voor heel de landbouwsector, maar dat beweert de kleine boeren, die er het eerste slachtoffer van zijn, te willen steunen. Stop toch met die onzin. U liegt de mensen wat voor. U zou beter wat vaker naar concerten van Laura Lynn gaan dan op die manier aan landbouwbeleid te doen. (Applaus van Vooruit)

– Joke Schauvliege, ondervoorzitter, treedt als voorzitter op.

De voorzitter

De heer Bothuyne heeft het woord.

Robrecht Bothuyne (cd&v)

Collega Tobback, hebt u eigenlijk enig idee waarover u bezig bent? Het produceren van oneliners, perfect! Maar hebt u enig idee waarover u bezig bent? Dit decreet, dit voorstel, zorgt ervoor dat we de stikstofuitstoot met de helft gaan reduceren. We gaan van 37.000 ton naar 18.000 ton – becijferde, berekende maatregelen. Op dit moment, de laatste twee jaar, is de varkensstapel gedaald met 8 procent, met een verdere reductie voorzien. Investeringen staan op stapel. Steun is voorzien, miljarden euro’s aan investeringen, met een duidelijke decretaal kader. Vergunningen zullen opnieuw mogelijk worden gemaakt voor bijzonder veel mensen. Tegelijk gaan we onze natuurdoelstellingen hiermee realiseren, zoals ook becijferd en berekend is. U komt hier niet verder dan wat oneliners te produceren, nadat u deze zomer gewoon kritiekloos een voorstel van decreet ging steunen dat helemaal niet deze doelstelling ging bereiken. Wat zou u dan eigenlijk wél willen als doelstelling, als een halvering van de uitstoot niet voldoende is?

De voorzitter

De heer Coenegrachts heeft het woord.

Steven Coenegrachts (Open Vld)

Collega Tobback, de eerste opmerking van collega Bothuyne en van minister Rutten blijft wel relevant, natuurlijk. U zegt dat dit akkoord geen houvast, geen tools biedt om te geraken waar we moeten geraken. Maar kunt u dan uitleggen welke extra handvatten u in het voorstel van decreet van deze zomer ziet in vergelijking met het akkoord dat hier vandaag besproken wordt? De doelstellingen van dit akkoord zijn niet veranderd, ze zijn dezelfde als deze zomer. De wetenschappelijke onderbouwing blijft bestaan. De doelstellingen zijn haalbaar, en dat is wetenschappelijk onderzocht. Het voorstel van decreet van deze zomer, dat u zou hebben goedgekeurd, is nog eens aangepast aan een serieus streng advies van de Raad van State. En nu zegt u dat u dit niet gaat goedkeuren. Kunt u mij het verschil uitleggen tussen het voorstel van decreet van deze zomer en het politiek akkoord van vandaag? Waarom keurt u het ene slechte voorstel van decreet – durven wij nu te zeggen –wel goed en weigert u om de aanpassingen die gebeuren om aan kritieken tegemoet te komen, goed te keuren? Ik wil graag een reden die verder staat dan: “Mijn kiezer gaat dat niet fijn vinden.”

De voorzitter

De heer Sintobin heeft het woord.

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)

Collega Tobback, het gaat mij niet alleen over voedselzekerheid en voedselsoevereiniteit, het gaat mij ook om de export. Jullie willen ook de export verminderen, zwaar inkrimpen. Ik zeg u nogmaals dat u toch niet denkt dat andere landen daar niet zullen op springen en zelf meer produceren. Waar bent u dan met uw stikstofverhaal? Want nog niemand heeft dat gezegd, maar dat wordt nu erkend door iedereen: stikstof stopt niet aan de grens. Meer dan de helft van het stikstof in bepaalde gebieden komt van een ander land. Toen collega Rombouts dat bij het begin van de debatten hier zei, een tweetal jaren terug, werd ze door iedereen uitgelachen. Nu erkent iedereen dat. Zal ik u even een vraag stellen, collega Tobback? Hoeveel jobs zijn volgens u verbonden aan de land- en tuinbouwsector in Vlaanderen? Hebt u daar een idee van? Ik wil maar zeggen: het gaat niet alleen over die tienduizend landbouwers of zo. Het gaat om alle jobs die verbonden zijn met en afhangen – via de agrovoeding, via van alles en nog wat – van de productie van land- en tuinbouwproducten. Ik denk dat we snel aan 150.000 jobs komen. Tel ze maar eens samen. Jullie doen aan welvaartdestructie, dat doen jullie.

De voorzitter

De heer Dochy heeft het woord.

Bart Dochy (cd&v)

Ik weet dat het niet gebruikelijk is, maar ik zou het antwoord kunnen geven, denk ik, op de vraag die gesteld is door collega Coenegrachts en collega Bothuyne. Ik zal de bevestiging vragen aan collega Tobback of het wel klopt, maar ik zie geen andere mogelijkheid. De reden waarom u het voorstel van decreet dat ingediend is door de collega’s van Open Vld en de N-VA, wilde steunen, is ongetwijfeld artikel 43. U hebt het goed gelezen, u weet wat ik bedoel met artikel 43. Het is een cruciaal artikel dat er net voor zorgde dat slechts 10 procent van de huidige veehouderijen nog hervergund kon worden, slechts 10 procent. 90 procent van de veehouderijen in Vlaanderen was gedoemd om geen vergunning meer te krijgen, ook al was het een voortzetting van de bestaande exploitatie. Dat stond in het voorstel van decreet dat u wilde onderschrijven, dat u wilde goedkeuren en dat u in uw zomervakantie zeer goed had gelezen. Ik neem dus aan dat dat een bewuste keuze was. Dat is nu een van de verschillen ten opzichte van hetgeen wat nu vandaag bijna voorligt, en dat zal waarschijnlijk de reden zijn waarom u dat nieuwe niet wilt steunen, maar het oude wel.

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Ik wil collega Sintobin toch even corrigeren. Collega, het klopt natuurlijk dat wij stikstof uit het buitenland importeren, maar u weet – of zou moeten weten – dat er meer stikstof van bij ons naar het buitenland gaat dan er stikstof van het buitenland bij ons binnenkomt.

De voorzitter

De heer Tobback heeft het woord.

Bruno Tobback (Vooruit)

Voorzitter, ik zal proberen op de hele reeks van vragen te antwoorden, maar dat zal niet simpel zijn.

In de eerste plaats, collega Dochy, als het enige verschil artikel 43 zou zijn, dan zou het wat mij betreft geen probleem zijn. Voilà.

Voor de rest zijn er blijkbaar heel veel collega’s in de meerderheid die bijzonder veel zin hebben om te discussiëren over een decreet dat ze zelf hebben ingetrokken veel meer dan over het huidige politieke akkoord. Ik zal u dat plezier niet doen. Onze discussie vandaag gaat over het politieke akkoord dat hier vandaag ligt en waarover ik alleen maar kan vaststellen dat de echte keuzes nog altijd niet worden gemaakt, zoals, in ieder geval voor Vooruit, wel zou moeten gebeuren. 

Ik heb het daarnet ook al gezegd aan minister Brouns, die op dat moment is gestopt met antwoorden: u hebt uw politieke akkoord nog altijd opgehangen aan het principe om landbouwers zover te krijgen dat ze investeren in die fameuze emissiearme stallen, waarvan zowel ik als eigenlijk ook u weten dat ze niet werken.

Er staat nog altijd in het hele Vlaamse beleid – en geen enkel engagement in dat politieke akkoord – een veelvoud aan middelen, belastinggeld en steun ter beschikking om te investeren in dat soort van zaken, in de uitbreiding van zaken waarvan we weten ze problematisch zijn omdat we er te veel van hebben. Er zijn veel meer middelen beschikbaar om te investeren en steun en subsidie te krijgen voor intensieve veehouderij en allerlei andere zaken die het probleem vergroten dan dat er middelen zijn om het probleem aan te pakken, om op een warme, sociaal begeleide manier bedrijven uit te kopen in plaats van ze in de onzekerheid te laten spartelen, om te investeren in het op een goede manier realiseren van de milieukwaliteit en de natuurkwaliteit. De Vlaming vraagt daarnaar, maar moet er jammer genoeg geen vergunning voor aanvragen en kan dus ook niet bij u komen zeuren, en kan alleen maar thuiszitten en hopen dat de Vlaamse Regering ook dat ter harte neemt, terwijl ze andermans vergunningen aan het beoordelen is.

Dit is nog altijd geen beleid, geen akkoord dat zich echt grondig bewust is van het probleem waarvoor we staan en dat probeert een ommekeer te realiseren. Zolang die ommekeer er niet is, zullen we blijven voortsukkelen. We zullen juridisch blijven voortsukkelen, want u zult effectief gewoon vaststellen dat de Raad van State of het Grondwettelijk Hof of eender wie opnieuw zal vaststellen dat u vastloopt. Het zal misschien de Europese Commissie zijn, maar het zal in ieder geval altijd opnieuw zorgen voor onzekerheid, bij ondernemers, bij boeren, bij belastingbetalers die zullen opdraaien voor de kosten. Zolang u die omslag in het denken en in het beleid niet wilt maken, zullen we er niet komen.

En ik word nog meer ongerust wanneer ik minister Rutten in een van haar tussenkomsten hoor verklaren dat we de doelstelling eigenlijk pas tegen 2050 moeten halen, dat we ons nog wat tussenstappen kunnen permitteren, dat we er maar in 2050 moeten zijn en de bal dus nog wat voor ons uit kunnen duwen, nog een klein beetje kunnen blijven proberen en misschien zelfs beloven dat we in 2030 alweer wat meer ruimte kunnen geven.

Collega’s, minister Rutten, u kent het ongetwijfeld, gezien uw grondige contacten in die wereld, tegenwoordig nog beter dan ik. Maar als afsluiter wil ik toch verwijzen naar en citeren uit het u ongetwijfeld zeer bekende vers 11 uit hoofdstuk 12 van de brief van Paulus aan de Romeinen: “Zijt niet traag in het benaarstigen.” Collega’s van de Vlaamse Regering, doe het een beetje sneller dan het pappen en het nathouden dat u nu aan het doen bent. Luister naar de brief van Paulus. (Applaus bij Vooruit)

De voorzitter

Minister Rutten heeft het woord.

Minister Gwendolyn Rutten

Ik moet zeggen dat uw kennis van de Bijbel – of toch de apocriefen – me verbaast. Mijnheer Tobback, om geen enkel misverstand te laten bestaan: ik sta achter de doelstelling om de komende zes jaar een stikstofreductie te verwezenlijken. Ik heb er alleen op gewezen, en dat zal ik tot in den treure blijven doen, dat onze Europese verplichting een verplichting is naar 2050, en dat die alleen onrechtstreeks te maken heeft met stikstof, want het echte engagement dat we zijn aangegaan, is de gunstige staat van instandhouding van onze natuur. U mag alles op een hoopje gooien, maar ik heb daarnet uw collega van cd&v heel deskundig horen zeggen dat, om die gunstige staat van instandhouding te bereiken, stikstof één aspect is, maar er ook nog veel andere aspecten zijn die meetellen. Als we daar in de toekomst niet op een andere manier naar gaan kijken, dan maken we het onszelf onnodig moeilijk. Dus ik doel op korte termijn op stikstofreductie en op langere termijn een natuurlijk beleid dat kijkt naar gunstige staat van instandhouding.

De voorzitter

De heer Coenegrachts heeft het woord.

Steven Coenegrachts (Open Vld)

Collega Tobback heeft geprobeerd om niet te antwoorden op de vraag waarom hij dat eerste decreet wel goedkeurde en het tweede niet. Collega Dochy heeft geprobeerd het antwoord te raden, en hij was fout, dus ik ga ook proberen te raden. Collega Tobback zegt dat hij hier vandaag het decreet niet kan goedkeuren omdat er te veel nieuwe innovatieve technieken in staan en hij dat maar niks vindt.

Collega Tobback, ik moet u ontgoochelen. In dat eerste decreet stonden die ook en u ging dat goedkeuren. U zegt dat de gebruikte methodologie geen fundamentele keuzes maakt, maar wij maken exact dezelfde keuzes als in de zomer. De doelstellingen, methodologieën en gehanteerde methodieken zijn hetzelfde, en zelfs het vergunningenkader is grotendeels hetzelfde. Vandaag keurt u dat niet goed, maar in de zomer wel, en daar is maar één verklaring voor, namelijk omdat het in de zomer tof was om een beetje extra te stoken tussen de regeringspartijen. En omdat u vandaag ziet dat we op één lijn staan, hoeft het voor u niet meer. (Applaus bij de meerderheid)

De voorzitter

De heer Tobback heeft het woord.

Bruno Tobback (Vooruit)

Er zijn hier al veel vragen gesteld, dus ik zou graag aan de collega’s van de meerderheid een vraag terugstellen, aangezien ze al heel de tijd hun best aan het doen zijn om mij ervan te overtuigen dat het akkoord dat er nu is en het decreet dat er misschien binnen enkele weken zal komen, hetzelfde is als deze zomer. Mijn vraag is dan waarom u binnen de regering daar drie maanden ruzie voor nodig had om tot die vaststelling te komen. (Applaus bij Vooruit)

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Ik denk eigenlijk dat alle argumenten die we vandaag met elkaar wilden uitwisselen, zijn uitgewisseld. Ik zou alleen willen besluiten dat we de voorbije tijd met de drie meerderheidspartijen hard hebben gewerkt, met als bedoeling een juridisch onderbouwde en democratisch gedragen regeling te vinden die voor rechtszekerheid zorgt en die ons milieu ten goede komt. We denken dat we die nu gevonden hebben en we gaan zo snel mogelijk met een aangepast voorstel van decreet naar het parlement.

De voorzitter

De heer Van Rompuy heeft het woord.

Peter Van Rompuy (cd&v)

Ik denk dat ondertussen de meeste argumenten wel zijn uitgeput. Ter linkerzijde vindt men het allemaal te laks en aan de rechterzijde allemaal te streng. De waarheid zal wel in het midden liggen. Ik heb deze namiddag aan beide zijden amper of geen oplossingen gehoord, integendeel. In tegenstelling met hen hebben wij de afgelopen dagen en weken een politiek akkoord kunnen bereiken dat tastbare stappen vooruit bevat voor de landbouw, net zoals – het is hier ook aan bod gekomen, dus ik hoef het niet meer af te punten – vanaf dag één het extern salderen en de onvergunbaarheid, twee eisen die voor ons belangrijk waren en die in het pakket zitten.

De voorzitter

De heer Coenegrachts heeft het woord.

Steven Coenegrachts (Open Vld)

Alle argumenten die aan bod moesten komen – en jammer genoeg ook alle andere – zijn al besproken. Dus ik zal me excuseren voor deze tussenkomst.

De voorzitter

De heer D’Haese heeft het woord.

Jos D'Haese (PVDA)

Ik denk dat het debat voor vandaag is gevoerd. Ik stel voor dat we het debat hervatten na het volgende vernietigende advies van de Raad van State. We zullen zien wanneer dat er zal zijn. (Applaus van Onno Vandewalle)

De voorzitter

De heer Steenwegen heeft het woord.

Chris Steenwegen (Groen)

Ik wilde nog eventjes een vraag stellen aan collega Coenegrachts, want we hebben het eigenlijk nog niet over de doorkijk naar 2030 gehad. Die doorkijk naar 2030 lijkt er vooral op gebaseerd te zijn om de natuurdoelen die vandaag vastliggen, en de gebieden waarop die doelen werden gelegd, in vraag te stellen.

Minister Rutten, was daar het beste voorbeeld van. In de dossiers die de laatste tijd gepasseerd zijn, vond ze het nodig om een beetje badinerend te praten over de bosanemoontjes en de kleine versnipperde gebiedjes. We vinden dat nu terug in die doorkijk naar 2030, want daarin zegt u dat die gebieden veel te versnipperd zijn en dat we dat eigenlijk moeten herbekijken.

Mijnheer Coenegrachts, die gebieden zijn niet door Europa opgelegd. Die gebieden zijn door onszelf aangemeld bij Europa, door een regering waar uw partij in zat. Uw partij heeft dat mee goedgekeurd. (Opmerkingen van Steven Coenegrachts)

Onze partij ook, absoluut, natuurlijk, en we blijven daar achter staan.

Ten tweede, zegt u in het akkoord dat het klimaat zal veranderen. U zult nu dus misbruik maken van het feit dat klimaatverandering ons parten speelt, om te zeggen dat we die habitats toch niet zullen kunnen behouden, omdat het klimaat verandert.

Dus dat is mijn vraag aan u: wat wilt u nu eigenlijk doen met de Europese doelen? U zegt dat jullie die nieuwe gebieden naar een goede staat van instandhouding zullen brengen, maar dan zegt u erbij dat jullie die ook in vraag gaan stellen, want jullie willen dat ze worden aangepast en minder versnipperd zijn.

Dat is een versnippering waar uw regering en uw partij al heel lang verantwoordelijk voor zijn, door die versnippering niet tegen te gaan. Het is het resultaat van jarenlang, decennialang, beleid, dat ervoor heeft gezorgd dat de natuur zo versnipperd is. We zouden niet liever hebben dan dat die minder versnipperd zou zijn, maar dat is het resultaat van uw beleid. Nu zult u die versnippering aangrijpen om eigenlijk te zeggen dat dat daardoor te veel impact heeft op de economie, enzoverder.

Mijnheer Coenegrachts, mijn vraag is waar u eigenlijk naartoe wilt in 2030. Zult u de doelstellingen en de gebieden waarop die doelstellingen rusten, behouden, of zult u die in vraag stellen in gesprek met Europa, om uiteindelijk de inspanningen die u niet zult nemen, te verschonen, door eigenlijk te werken aan de doelstellingen en de gebieden, in plaats van resultaat te boeken in die gebieden?

De voorzitter

De heer Coenegrachts heeft het woord.

Steven Coenegrachts (Open Vld)

Collega Steenwegen, als we elkaar de erfzonde van elkaars partij gaan verwijten, zal ik daar niet aan beginnen, want dan moet ik over wapenleveringen aan Nepal beginnen. We gaan het vriendelijk houden vandaag.

Maar de natuur in Vlaanderen is versnipperd. Ik neem aan dat we daarover niet discussiëren. Ik neem aan we over het feit dat die versnipperde natuur ons parten speelt, ook niet discussiëren.

Het enige dat in die doorkijk staat, is dat we met Europa een gesprek moeten hebben over of – bij een natuur die zo versnipperd is, in zo’n dichtbevolkte regio als Vlaanderen – al diezelfde snippers eenzelfde statuut aan bescherming verdienen of nodig hebben. Ja, we moeten dat doen.

Ik had in u vanalles gezien, maar ik heb in u nog nooit een klimaatontkenner gezien. We zullen toch niet ontkennen dat het klimaat verandert? Het klimaat verandert, dat is een gegeven. Er is een onontkoombaarheid aan een bepaalde verhoging van de temperatuur, en dat heeft effect op het klimaat. Dat zorgt voor een andere vegetatie.

Dat zorgt er dus voor dat sommige instandhoudingsdoelstellingen achterhaald zijn. Dat moet je toch durven erkennen? Je moet dat durven zeggen. Je moet daar ook de socio-economische impact van durven zien, als je de natuur die je toen hebt vastgelegd effectief wilt herstellen.

Ik kan ook rozen kweken in de woestijn, het kost alleen superveel geld. Je moet je ook afvragen of je dat wel wilt. Sorry, neen, je moet daarover durven nadenken. Je moet de realiteit van vandaag durven vastpakken, de doelstellingen daaraan aanpassen en ervoor zorgen dat we kwalitatieve goede natuur hebben, die we effectief kunnen behalen en waar je geen economisch kerkhof voor moet bouwen, om ervoor te zorgen dat je die natuur kunt restaureren.

De voorzitter

Vraagt nog iemand het woord? (Neen)

Wenst iemand tot besluit van dit actualiteitsdebat een motie of een motie van wantrouwen in te dienen? (Neen)

Het debat is gesloten.

 

 


  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer