De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Minister, collega’s, de IJzervallei en de Westhoek werden hard getroffen. Dieren met opgezwollen poten, de oogst die zit te rotten in de velden, mensen die geëvacueerd werden: de schade is immens. En vrijdag, minister, kondigde u een expertenteam aan dat een overstromingsplan voor de IJzer zou opmaken, met concrete acties op het terrein. Ik zou zeggen: ‘eindelijk’. Was het nu echt nodig dat de Westhoek eerst onder water komt te staan alvorens er actie kwam?
We waren nochtans gewaarschuwd, collega’s. In 2021 liet u een plan maken naar aanleiding van de waterbom boven de Vesder. Wat zou de impact van de schade van zo’n waterbom op Vlaanderen zijn? 8 miljard euro was de raming van de schade, waarvan 6 miljard euro schade in de regio van Gent. Als de waterbom boven de Schelde, boven de Leie, boven de Gentse kanalen valt, dan is er 6 miljard euro schade op te tekenen. We weten allemaal dat, vanwege de klimaatverandering, de kans op zo’n waterbom groter wordt. Dat u nu een expertenteam aanstelt om de Westhoek te beveiligen, is een eerste stap, minister, maar daarmee is niet heel Vlaanderen beveiligd tegen overstromingen. De schade van een waterbom boven Gent, boven de Dender, zorgt voor nog heel wat meer huizen en mensen die getroffen worden.
Vandaar mijn vraag, minister: komt er deze legislatuur nog een overstromingsplan voor alle rivieren in Vlaanderen, ook de rivieren in het Gentse, ook de Dender? En zult u daar een actieplan aan koppelen? Of moeten Gent, Dendermonde en andere regio’s eerst onder water staan en verzuipen alvorens deze Vlaamse Regering tot actie overgaat? (Applaus bij Groen)
De voorzitter
De heer Maertens heeft het woord.
Bert Maertens (N-VA)
Minister, ik ben recent ook in de Westhoek geweest, dicht bij de IJzer. Ik moet u zeggen dat het één groot meer is. U bent er ook geweest. Het is één groot meer. We zien heel wat mensen die hun huizen hebben moeten verlaten. We zien ook mensen zelfs met een bootje hun huis bereiken. We zien veel mensen – iedereen bijna – met laarzen, dompelpompen, enzovoort, die aan het werk zijn om hun omgeving toch zo droog mogelijk te houden. Dat is bijzonder moeilijk gebleken. Dat weten we: een natuurramp als deze is soms niet te overzien. Ik wil in eerste instantie alleszins alle mensen die geholpen hebben, die de handen uit de mouwen gestoken hebben om die bewoners en die landbouwers van dienst te zijn, bedanken.
Maar die noodhulp op korte termijn is niet voldoende. Dat weten we allemaal, en dat zegt ook uzelf. De regering heeft verstandig beslist, denk ik, om een taskforce, een expertengroep, samen te stellen om op heel korte termijn – nog voor de kerstvakantie – met een plan van aanpak te komen, op de korte, middellange en langere termijn. Maar een plan van aanpak alleen is natuurlijk niet voldoende. Er moeten middelen tegenover staan. Er moeten centen tegenover staan om te investeren. U hebt hier in het parlement een aantal weken geleden uw investeringsprogramma voor 2024, voor volgend jaar, neergelegd. Dat houdt natuurlijk nog amper rekening met investeringen in de Westhoek, rond de IJzer en elders in West-Vlaanderen – en Vlaanderen ruimer dan, als het gaat over de waterbeheersing.
Ik wil u vragen welke budgetten u via dat investeringsprogramma zult aanpassen om al in 2024 de eerste conclusies en aanbevelingen van die werkgroep te kunnen uitvoeren op het terrein, zodat we op korte termijn maatregelen kunnen nemen en investeringen kunnen doen om de wateroverlast in de buurt van de IJzer in de Westhoek in te dijken.
De voorzitter
De heer Dochy heeft het woord.
Bart Dochy (cd&v)
De wateroverlast in de Westhoek en bij uitbreiding in de Heulebeekvallei beroert de gemoederen in West-Vlaanderen. Minister, u bent daar geweest en hebt daar kennis kunnen nemen van de specificiteit van de vlakke Westhoek en de IJzervallei, die inderdaad heel wat anders is dan de Maasvallei bijvoorbeeld. Het is belangrijk om dat onderscheid te benadrukken.
Ondertussen had u ook de geste gedaan om onteigeningen te gebruiken als instrument om in de toekomst dergelijke overstromingen, of in elk geval de effecten ervan op de mensen, te beperken. Ondertussen zijn vanuit de verschillende actoren al een aantal suggesties gekomen: het versterken van pompcapaciteit, baggeren van de IJzer en andere kanalen, versterkte afvoer van water, verhoging van dijken, maar ook gecontroleerde gebieden afbakenen die men kan laten overstromen in noodsituaties. Onder andere in Zwevegem is er een zone waar zoiets al is gerealiseerd, in afspraak met de provincie en in samenspraak met de landbouwsector.
Het is belangrijk dat die taskforce alle actoren samenbrengt om tot oplossingen te komen en suggesties naar de Vlaamse Regering te brengen om ervoor te zorgen dat er maatregelen geïmplementeerd kunnen worden.
Minister, hoe zou u de landbouwsector betrekken bij het uitvoeren van deze maatregelen? Zullen er binnen het bestaande investeringsprogramma extra budgetten komen ten opzichte van wat net door collega Maertens werd vermeld? (Applaus bij cd&v)
De voorzitter
De heer Veys heeft het woord.
Maxim Veys (Vooruit)
Een boerderij die plots op een eiland ligt, scholen die moeten sluiten, mensen die verplicht geëvacueerd moeten worden … Het waren de voorbije weken beklijvende beelden uit West-Vlaanderen. Het erge is dat het niet de laatste keer zal zijn en dat het ook elders in Vlaanderen kan gebeuren, want er is te veel verharding en het klimaat warmt op. Ik denk dat velen beseffen dat als we die klimaatopwarming kunnen tegenhouden, dat ook een gunstig effect zal hebben op de waterhuishouding.
De vraag is of de Vlaamse Regering voorbereid is op wat nog volgt en of de slachtoffers nu kunnen rekenen op de Vlaamse Regering. Wij van de oppositie zijn daar zeer bezorgd over. We weten dat de regering vooral bezig is met de beeldvorming. We hebben begane ministers met hun laarzen keurig aan in de modder en in het water zien staan. Maar wij als oppositie kijken, net zoals de West-Vlamingen, naar de daden, naar wat iedereen doet. Als we dan kijken naar wat er gebeurt met het Rampenfonds, het fonds waar slachtoffers een beroep op kunnen doen, dan baart ons dat grote zorgen. Uit het rapport van het Rekenfonds blijkt dat er voor volgend jaar al 3 miljoen euro te weinig in dat fonds zit. Dat is 3 miljoen euro te weinig, zonder deze ramp erbij gerekend. Als we kijken naar de uitbetaling, dan zien we dat de slachtoffers van de wateroverlast van 2021 tot op vandaag niet uitbetaald zijn. Dat is wel iets waarvoor de Vlamingen en West-Vlamingen op u rekenen, minister. Ik wil u graag vragen, aangezien er geen beleid is gevoerd om dit te voorkomen, of er een beleid zal gevoerd worden om de gevolgen te dragen. Waar kunnen de slachtoffers terecht en hoe kunnen zij geholpen worden door uw regering? (Applaus bij Vooruit)
De voorzitter
Minister Peeters heeft het woord.
Minister Lydia Peeters
Collega’s, bedankt voor jullie vragen. Ik wil me aansluiten bij een aantal collega’s door alle hulpdiensten die dag en nacht in de weer zijn geweest, een hart onder de riem te steken, net zoals de slachtoffers en geëvacueerden die geconfronteerd worden met heel harde beelden en straks de schade in hun woning moeten gaan opmeten.
Een aantal van jullie, vooral leden van de oppositie, zeggen dat er niets gebeurd is. Dat wil ik met klem tegenspreken.
Er zijn in Vlaanderen in het verleden al heel wat maatregelen genomen. En ten tweede, in navolging van de waterbom in de zomer 2021 hebben we wel degelijk een expertenpanel aangesteld. We hebben Henk Ovink hier aangebracht, samen met heel wat andere experts in heel wat disciplines. Ze hebben samen een actieplan opgemaakt: hoe kunnen we komen tot een weerbaar waterland? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de mensen in Vlaanderen de voeten drooghouden, gelet op alle klimaatuitdagingen, alle extremere weerevents die continu op ons afkomen?
Wat dat betreft moeten we inderdaad nu handelen. En dat doen we ook, collega’s. Dat wil ik toch eerst heel duidelijk stellen. Als ik alleen al kijk wat we doen qua maatregelen samen met collega Demir, onder andere in de Blue Deal, in het kader van ons Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP), in het kader van waterbeheersing … Kortom, samen met de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) en De Vlaamse Waterweg, maar ook heel wat andere Vlaamse actoren nemen we al heel wat maatregelen. Dat hebben we in het verleden gedaan en dat zullen we ook in de toekomst doen.
Wat heb ik nu vrijdag geagendeerd bij de Vlaamse Regering? Ik heb geagendeerd om alle maatregelen, alle aanbevelingen die het expertenpanel van 2021 in het verhaal van Weerbaar Waterland uitgeschreven heeft, te concretiseren op de Westhoek, de IJzervlakte: welke acties zijn er nodig op korte termijn, op middellange termijn en op lange termijn om dergelijke situaties daar te voorkomen? Dat zullen maatregelen zijn die we met alle waterbeheerders, maar ook met omliggende landen moeten gaan uitrollen. Wat betreft alle waterbeheerders: u weet dat we in de Westhoek met De Vlaamse Waterweg niet alleen zijn. Ook de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), de VLM, onder andere ook de polders, de provincies en de lokale besturen zijn daar overal mee actief. We moeten daar samen met hen kijken welke maatregelen op korte termijn, op middellange termijn en op lange termijn nodig zijn.
Men vraagt wat er tot nu toe aan budgetten voorzien is. Tot en met 2020 was er specifiek voor De Vlaamse Waterweg – ik kan alleen maar voor mijn beleidsdomein spreken – telkens een budget van 65 miljoen euro uitgetrokken voor waterbeheersing. Dat bleek niet afdoende zijn als we overal in heel Vlaanderen van de Westhoek tot in de Maasvallei de nodige maatregelen willen nemen. We hebben die budgetten dus opgetrokken. We hebben voor 2021 en 2022 respectievelijk een bedrag in het investeringsplan, los van onderhoudskosten, van 113 miljoen euro en 123 miljoen euro voorzien. Daarnaast heeft collega Demir ook heel wat middelen uitgetrokken voor de Blue Deal.
In 2023 hebben we daarboven nog eens een extra bedrag van 60 miljoen euro opgelegd. Ook voor 2024 hebben we met de laatste begrotingsopmaak opnieuw een extra bedrag opgelegd, zodat we tot om en bij de 130 miljoen euro komen. Dat is specifiek voor De Vlaamse Waterweg, maar opnieuw: de andere collega’s trekken ook de nodige middelen uit.
U zei dat er aan de Dender niks gebeurt. Afgelopen vrijdag hebben we ook daaromtrent de ruimtelijke plannen goedgekeurd met de Vlaamse Regering.
Er zijn ook een aantal collega’s die naar de taskforce als dusdanig vragen, naar de actoren, zeker ook de landbouwsector, die heel zwaar getroffen zijn door deze watersnoodproblematiek. Wel, we hebben bewust gekozen om in onze taskforce Weerbare Westhoek enerzijds de betrokken actoren erbij te nemen, maar ook de experten, die ons nu op heel korte termijn adviezen en acties kunnen geven, alsook een raming van de noodzakelijke extra kosten die we daar zullen moeten uittrekken.
U vraagt specifiek naar de landbouw. We hebben ervoor gekozen om niet elke sectorale vertegenwoordiger op te nemen, want dan zou dat een veel te groot team worden. We hebben er wel voor geopteerd dat iedereen duidelijk vertegenwoordigd is, zowel de lokale besturen, maar ook uiteraard de landbouwsector: onder andere de kabinetschef van minister Crevits is mee vertegenwoordigd. Ik denk dat hij ook de landbouwsector als geen ander kent. We zullen ook voor alle verschillende actoren, voor alle verschillende sectoren de raming van de schade opmaken.
Dan komen we finaal aan het Rampenfonds. U weet – en ook dat is vrijdag al gecommuniceerd – dat de minister-president aan het Rampenfonds, aan de Vlaamse adviesinstanties gevraagd heeft om al vooraf te kijken, want de schade en ook de impact van deze watersnood zijn zo immens dat we er quasi zeker van zijn dat ook dit als ramp erkend zal worden.
We hebben dan ook gevraagd om, zodra alle vragen en meldingen binnen zijn, dit zo snel mogelijk als ramp te erkennen en daar de nodige middelen tegenover te stellen. Dat is de afspraak die we maken, collega’s.
De mensen die schade geleden hebben, moeten uiteraard vergoed worden, dat is logisch. Er is de verzekerbare schade, die door de verzekeringsmaatschappijen ten laste genomen zal worden. Maar daarnaast is er ook niet-verzekerbare schade. Daar kijken we vooral naar het Rampenfonds. Hetzelfde geldt ook voor de landbouwschade.
U kent de procedure van het Rampenfonds, u vindt dat ook allemaal op de website van het Vlaams Rampenfonds. We gaan dat zo snel mogelijk activeren, zodat straks, als het water teruggetrokken is, meteen de ramingen opgemaakt kunnen worden, en we alle slachtoffers zo snel mogelijk kunnen vergoeden. We blijven uiteraard verder werken. Ik kijk nu, voor de Westhoek, in eerste instantie naar datgene wat de taskforce weerbare Westhoek op tafel gaat leggen. We verwachten de adviezen tegen midden december, en dan gaan we daar verder mee aan de slag. We gaan bekijken welke bijkomende budgetten nodig zijn om de toestand daar weerbaarder te maken, maar ook welke budgetten nodig zijn om de schade in de getroffen gebieden te kunnen vergoeden.
De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Minister, het zou er nogal aan ontbreken, dat Vlaanderen niets gedaan heeft. Natuurlijk zijn er maatregelen genomen, maar een van de belangrijkste opmerkingen die het Rekenhof vorig jaar maakte in zijn rapport bij de evaluatie van het waterbeleid in Vlaanderen, was dat het te weinig is, te laat, te versnipperd. Wat u nu allemaal vertelt, is daar weer een mooi voorbeeld van: een beetje geld in de Blue Deal, een beetje geld voor het waterbeleid, maar onvoldoende op elkaar afgestemd om te zorgen dat er effectief een bescherming tegen overstromingen komt in Vlaanderen. U hebt een waterbomrapport gemaakt, maar daar is het mee gestopt. Het is nu nodig om voor elk waterbekken een plan op tafel te leggen, met de nodige budgetten, om er wel degelijk voor te zorgen dat heel Vlaanderen beschermd is tegen overstromingen.
Ik herhaal mijn vraag: zult u ook initiatieven nemen in die andere waterbekkens, om ervoor te zorgen dat elke Vlaming in Vlaanderen beschermd is tegen overstromingen? (Applaus bij Groen)
De voorzitter
De heer Maertens heeft het woord.
Bert Maertens (N-VA)
Dank u voor u antwoord, minister. Collega’s, het dichtbevolkte Vlaanderen is zeer fragiel als het gaat over wateroverlast en potentiële overstromingen, dat weten we allemaal. U zegt heel terecht, minister, dat de Vlaamse Regering tientallen miljoenen euro’s investeert in het beheersen van dat water, maar u weet ook dat vandaag slechts een minimale fractie van dat bedrag richting de Westhoek en het IJzerbekken gaat. Daar moet verandering in komen, want we weten ook dat net die Westhoek, dat net West-Vlaanderen, extra kwetsbaar is, door de westenwind en door de nabijheid van de zee, waar mensen wonen en landbouwers actief zijn vlak bij de zee. Daarom vraag ik u nogmaals met aandrang om extra middelen vrij te maken om West-Vlaanderen en de Westhoek te beschermen tegen de wateroverlast die we potentieel ook in de toekomst nog kunnen verwachten.
U weet ook dat we dat in Vlaanderen niet alleen kunnen. U hebt even verwezen naar andere landen, en Frankrijk is daarbij een belangrijke partner. Mijn vraag is: hebt u al stappen gezet? Welke initiatieven hebt u al genomen richting Frankrijk, om de waterproblematiek daar aan te pakken, waar het hoger gelegen is, bij de bron van de rivieren? (Applaus bij de N-VA)
De voorzitter
De heer Dochy heeft het woord.
Bart Dochy (cd&v)
Minister, bedankt voor uw antwoord. Het zou natuurlijk erg zijn om geen vertrouwen te hebben in de kabinetschef van vice-minister-president Hilde Crevits, die ook al ter plaatse geweest is en die als West-Vlaams minister zeer bekommerd is over dit dossier.
Maar mijn vraag gaat verder. Het is natuurlijk een zeer goed initiatief om naast de betrokken Vlaamse administraties ook de polders te betrekken. Iedereen wat dat die polders echte terreinkennis hebben, en ze hebben in deze crisis ook bewezen hoe sterk ze zijn, en hoe goed ze kunnen bijstaan om oplossingen aan te reiken. Vrijdagnamiddag komen ook de gemeentebesturen uit het IJzerbekken samen. Dat is ook een goed initiatief, dank daarvoor. Het is inderdaad belangrijk om te luisteren naar de suggesties, en ik weet ook dat niet alle vragen zullen kunnen worden ingelost, en dan zal dat deskundigenteam waarschijnlijk ook wel de prioriteiten voorstellen.
Maar heel concreet, minister, ik heb gezien dat de provincie West-Vlaanderen vandaag een aanpassing doet van de begroting. Ze zouden 5 miljoen euro extra voorzien om De Vlaamse Waterweg te ondersteunen om maatregelen te nemen.
Mijn concrete vraag, minister, is of Vlaanderen – indien noodzakelijk – ook extra middelen voorziet om effectief een Westhoekplan uit te voeren – boven op wat regulier reeds werd voorzien en wat natuurlijk ook verder kan worden uitgerold. (Applaus van Joke Schauvliege)
De voorzitter
De heer Veys heeft het woord.
Maxim Veys (Vooruit)
Dank u, minister, u hebt geantwoord op mijn vraag: waar kunnen slachtoffers terecht? En hoe zal de Vlaamse Regering die slachtoffers helpen? Maar u doet natuurlijk wat de regering continu doet: u bent bezorgd over de beeldvorming.
U zegt dat u ervoor zult zorgen dat de ramp wordt erkend. Het zou er nogal aan mankeren, als overal alle rampenplannen in gang zijn geschoten. Ik weet dat het eventjes duurt voordat dat gebeurt, maar dan gebeurt het echte werk, dan gebeurt het pas.
Volgende week als de begroting hier voorligt, zien we dat er vandaag in het rampenfonds 2,9 miljoen euro te weinig zit om aan de noden van alle slachtoffers van voorgaande rampen te voldoen. Opnieuw, dat is zonder dat de problemen in de Westhoek erbij worden gerekend.
Dus komt er een initiatief om dat fonds wel van voldoende middelen te voorzien? Komen er ook hervormingen? Zal men ervoor zorgen dat mensen sneller worden uitbetaald? Vandaag staat de Vlaamse Regering al twee rampen achter in de uitbetaling. Komen daar veranderingen in? Wat mogen we daar verwachten? Gaat u uw job doen? (Applaus bij Vooruit)
De voorzitter
De heer D’Haese heeft het woord.
Jos D'Haese (PVDA)
Minister, ik denk niet dat er iemand zegt dat er niets gebeurt, maar wat ik niet begrijp, is dat u hier met een heel lang lijstje komt van alle maatregelen – miljoenen euro’s aan taskforces en expertencomités – en dat de Westhoek toch onder water staat.
Dus mijn vraag is: hoe kijkt u daar nu op terug en wat ontbrak er? Wat moet er nu gebeuren om dit in de toekomst te voorkomen? Want ik vind het wel redelijk gemakkelijk om te zeggen dat jullie van alles hebben gedaan, terwijl de mensen ondertussen wel met hun voeten in het water staan.
Ik weet dat de bevoegdheid hier niet ligt, maar we hebben toch een enorm probleem met de besparing op de civiele bescherming van de vorige legislatuur: het feit dat er geen kazerne meer is in Jabbeke, dat de pompen vanuit Brasschaat moeten worden aangedragen.
Dus, als het gaat over de IJzer die niet wordt onderhouden – te weinig uitgebaggerd, de oevers die in slechte staat zijn, enzoverder –, hoe gaat u daar verder op inzetten, om ervoor te zorgen dat dit niet meer opnieuw gebeurt? Die mensen hebben voor de rest heel weinig aan expertencomités natuurlijk.
De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Minister, ik ondersteun uiteraard de diverse vragen en noodkreten van de collega’s wat de Westhoek betreft. Ik ondersteun ook de vraag om het structureel aan te pakken en hier de nodige middelen voor te voorzien. Ik denk dat die vraag volledig terecht is.
Zoals ik vorige week ook al zei, is de samenwerking en solidariteit tussen verschillende actoren – waterbeheer, de provincie, lokale besturen en zo verder – bijzonder groot. Dus ik hoop ook dat we, wat de taskforce betreft, op dezelfde manier kunnen verder werken. We moeten hen natuurlijk de nodige tools en de nodige jus geven om dat te realiseren.
Die structurele aanpak zal niet een-twee-drie gebeuren. We moeten daar ook realistisch in zijn, maar we moeten dat wel ten volle faciliteren. We moeten ook over de landsgrenzen heen praten, en wellicht ook op tafel kloppen.
Mijn vraag aan u, minister, is of er eigenlijk al stappen zijn ondernomen om met Frankrijk te kijken hoe we dit kunnen aanpakken, want we zullen het echt wel samen moeten doen.
De voorzitter
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Carmen Ryheul (Vlaams Belang)
Minister, geen enkel redelijk mens kan hier betwisten dat u en de Vlaamse Regering in dit dossier zwaar tekort zijn geschoten. Met regelmatige baggerwerken en met voldoende bufferings- en bergingswerken, had deze waterellende in de Westhoek voorkomen kunnen worden, of tenminste beperkt kunnen worden.
Maar, minister, West-Vlamingen zijn een taai volk en willen dus vooruit. De vraag om compensaties en extra middelen om onze mensen en bedrijven in te zetten, zodat ze ook zo snel mogelijk hun normaal leven en bedrijvigheid kunnen hernemen, is hier terecht en ook dringend.
Ik sluit me dan ook volmondig aan bij de vraag van mijn collega’s, en roep u op om voor dit steeds weerkerende probleem van overlast, ook op korte termijn met een structureel plan van aanpak af te komen. Maar voor die mensen die vandaag met de voeten in het water staan, is het vijf na twaalf.
De voorzitter
Minister Peeters heeft het woord.
Minister Lydia Peeters
Dank u, collega’s, voor de bijkomende vragen. Ik wil hier toch met klem ontkennen dat we in het verleden niets zouden hebben gedaan, of dat we zwaar tekortschoten. Het gaat hier wel degelijk over watersnood, over een ramp die men niet op voorhand had kunnen voorspellen.
Ik herhaal het: ten eerste was er extreme neerslag in Frankrijk, ongezien de jongste honderd jaar. Ten tweede waren er extreem hoge debieten. De Vlaamse Waterweg, het Waterbouwkundig Laboratorium meet sinds een veertigtal jaar de debieten op al onze rivieren en kanalen. Dergelijke debieten die nu van Frankrijk richting de Westhoek kwamen, waren nooit gezien. Ten derde is de bodem al oververzadigd. Collega’s, als jullie dan zeggen dat we dat perfect hadden kunnen voorkomen met baggerwerken, dat we het hadden kunnen zien, sorry, dan weten jullie echt niet waarover jullie spreken. Kijk naar wat alle mogelijke experts hier zeggen: zelfs al hadden we nog wat gebaggerd, al hadden we die drempels in de IJzer weggebaggerd, dan zou dat nog geen soelaas hebben gebracht, dan zou je nog de beelden zien die je vandaag ziet. Dat is inderdaad wat wij in de Maasvallei al decennia geleden ook allemaal hebben meegemaakt. Dus een klein beetje sérieux alstublieft.
Wat ons plan van aanpak betreft, dat hebben we juist verankerd in ‘Weerbaar Waterland’. We hebben dat plan, dat tot stand is gebracht door heel wat experten in heel wat verschillende disciplines. Zij hebben ons aanbevelingen gegeven over hoe om te gaan met de gewijzigde klimatologische omstandigheden. We moeten inderdaad eerlijk zijn: de plannen die we in het verleden hebben gemaakt, werden telkens gemaakt vanuit de inzichten van toen. Maar de weerevents worden telkens extremer, en daar moeten we nu op gaan anticiperen, want dat is nu, op dit ogenblik bezig. Vandaar de aanbevelingen van ‘Weerbaar Waterland’, die we in 2022, amper een jaar geleden, gekregen hebben. Daarvoor heeft De Vlaamse Waterweg wat mij, wat de bevaarbare waterlopen betreft, al ongeveer 65 miljoen euro extra op tafel gelegd. Bij collega Demir is dat iets soortgelijks, in het kader van de Blue Deal, in het kader van de Vlaamse energie- en klimaatplannen, juist om te anticiperen op dergelijke toestanden. Ik kan ook verwijzen naar Kustvisie. Ook daar zijn we volop bezig met plannen om het hinterland te beschermen. Maar we moeten daarop blijven inzetten, en het is uiteraard absoluut niet juist dat we niets doen.
We moeten dit ook grensoverschrijdend bekijken. Ik verwijs naar het voorbeeld van de Maasvallei, waar we de Grensmaas met Nederland telkens volledig hebben omgeturnd en veel meer ruimte hebben gegeven aan het water, aan de rivier. Wel, dat zullen we hier ook met Frankrijk moeten doen. Uiteraard was er in het verleden, onder andere door de gouverneur, maar ook door onze mensen van De Vlaamse Waterweg, regelmatig contact met de mensen in Frankrijk, maar we zullen dat nog moeten intensifiëren, want, opnieuw, de extreem hoge debieten zijn een veeg teken. Men kan in Frankrijk het water niet lang genoeg vasthouden. Het infiltreert daar veel te weinig. Er zijn daar veel te weinig sponslandschappen, zoals we dat noemen. Ook met Frankrijk zullen we dus opnieuw rond de tafel moeten zitten, om er samen voor te zorgen dat we een weerbare IJzerbedding krijgen.
Uiteraard moeten we iedereen erbij betrekken. Lokale besturen, polders en dergelijke: iedere waterbeheerder heeft zijn of haar verantwoordelijkheid. Ook daar moet de samenwerking nog geïntensifieerd worden. Ook dat is een plan dat mee opgenomen is in ‘Weerbaar Waterland’, alsook het focussen op paraatheid, op preventie, op protectie. Dat is waarop we continu moeten inzetten, zowel bij droogte als bij watersnood.
Ten slotte zijn er de extra middelen, collega’s. Uiteraard zullen we hiervoor extra middelen op tafel moeten leggen. Ik denk dat we ook daar weer allemaal naar elkaar moeten kijken. Ik heb inderdaad de gouverneur en de gedeputeerde van de provincie West-Vlaanderen gehoord. Zij vroegen mij ook wat ze extra kunnen doen. Al voorzien in extra pompcapaciteit zal sowieso zeker een cruciaal gegeven zijn. Ik ben blij dat zij zich ook engageren in dat preventieve luik. Maar we moeten uiteraard ook de schade van al die slachtoffers vergoeden. We zullen ook extra maatregelen op tafel moeten leggen zodra we weten welke concrete actie er specifiek moet komen. Ik blijf het herhalen: dat zijn acties op korte termijn, op middellange termijn en op lange termijn. Alles moet in één beweging, in één coherent plan van aanpak, in een actieplan, want je kunt niet ergens werken en het tegelijkertijd elders laten overlopen. Daarvoor kijk ik nu in eerste instantie naar de taskforce. Ik hoop daarvan half december heel concrete maatregelen, heel concrete actieplannen te zullen krijgen, met ook een raming van de kosten, zodat we dan weten welke middelen we waarvoor moeten uittrekken.
De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Minister, weet u wat die experten zeggen? Die experten zeggen dat die uitzonderlijke weersomstandigheden, die uitzonderlijke neerslag, die uitzonderlijke debieten die nu uitzonderlijk voorkomen, meer zullen voorkomen, en niet alleen in de Westhoek, maar in heel Vlaanderen. Mijn oproep is dus, minister: maak Vlaanderen weerbaar voor overstromingen. Zorg ervoor dat u plannen maakt voor alle rivieren in Vlaanderen en dat u daar budgetten voor voorziet. Zorg ervoor dat elke Vlaming in Vlaanderen beschermd is tegen overstromingen, niet alleen in de Westhoek. Want als u dat niet doet, dan zal Vlaanderen wegspoelen. Dan wordt Vlaanderen één grote rivier. En dat is niet waar we naartoe willen. (Applaus bij Groen)
De voorzitter
De heer Maertens heeft het woord.
Bert Maertens (N-VA)
Minister, bedankt voor uw antwoord en voor de toezegging dat er extra middelen zullen komen om het actieplan en de aanbevelingen van die expertengroep in de praktijk te brengen en uit te voeren op het terrein. Want dat is wat broodnodig is. Er zullen al maatregelen kunnen komen op heel korte termijn. Ik wil u dus vragen om uw budgetten bij te sturen, zodanig dat we al in 2024 investeren in de waterbeheersing in de Westhoek en in West-Vlaanderen.
Het rapport komt er nog voor Kerstmis. Ik hoop dat u heel snel handelt. Wacht niet lang, zodat de bewoners en de landbouwers in de streek met een gerust hart de kerstdagen in kunnen. Dank u wel. (Applaus bij de N-VA)
De voorzitter
De heer Dochy heeft het woord.
Bart Dochy (cd&v)
Dank u wel, minister. We zijn een klein beetje gelukkig dat u toch heel uitdrukkelijk zegt dat indien nodig extra middelen zullen worden voorzien. We zullen dat ook nauwlettend opvolgen met de West-Vlaamse collega's, al dan niet uit de Westhoek: collega Vandromme, collega Talpe, collega Maertens enzovoort. We zullen u in elk geval houden aan uw woord en uw engagement.
Het is in elk geval aangenaam dit hier op deze manier van u te mogen vernemen, maar het zal niet alleen belangrijk zijn om middelen te voorzien en plannen te hebben. Het is natuurlijk ook van belang om die plannen te kunnen uitvoeren. Want we stellen soms vast dat kleine dingen grote plannen tegenhouden. Het zal heel belangrijk zijn om ook daar de veiligheid van mens en dier voorop te stellen, boven andere redenen om eventueel plannen te gaan vertragen. Dank u wel. (Applaus bij cd&v)
De voorzitter
De heer Veys heeft het woord.
Maxim Veys (Vooruit)
Collega’s, weet u wat echt bagger is? Dat is het beleid van deze Vlaamse Regering, want als er één specialisatie is van deze regering, dan is het wegkijken van problemen, wegkijken totdat je niet anders kunt dan iets te doen, omdat het in de gazet staat. (Opmerkingen)
We hebben dat gezien met PFOS. We hebben dat gezien in de kinderopvang. We hebben dat gezien als het over wonen gaat, en nu opnieuw. Ik heb geen antwoord gehoord over het Rampenfonds. Dat wil zeggen: volgend jaar 3 miljoen euro te weinig. Dat is een opgestoken middenvinger naar die mensen in de Westhoek. U betaalt slechter uit dan de verzekeringsmaatschappijen, maar blijkbaar bent u daar fier op. Daar is men niet veel mee. En de West-Vlamingen ook niet.
Ik herhaal het: dat Rampenfonds zat in de staatshervorming. Dus wat hebben de mensen aan een Vlaanderen dat bevoegdheden vastpakt en er eigenlijk slechter werk mee levert? Dat moet hier echt eens gedaan zijn. Mensen die het slachtoffer zijn van een ramp, hebben recht op een goede uitbetaling en op voldoende centen die daarvoor op tafel liggen. En daar zullen wij vanuit de oppositie wel voor zorgen bij de begrotingsronde, collega’s. (Applaus bij Vooruit)
De voorzitter
De actuele vragen zijn afgehandeld.