De voorzitter
De heer Steenwegen heeft het woord.
Chris Steenwegen (Groen)
Minister, de vraag is al een tijdje geleden gesteld, en ik begrijp dat ze al een beetje achterhaald is, maar ik zal ze toch stellen.
Voor het zomerreces kwam er in deze commissie een vraag van mij aan bod rond de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). Die vraag ging over het feit dat er geen subsidies meer gingen naar lokale voedselstrategieën en de ondersteuning daarvan. Er was iemand die al een jaar lang gesubsidieerd werd om die lokale voedselstrategieën bij de steden en gemeenten te ondersteunen.
Iedereen is het erover eens dat de lokale besturen een belangrijke partner zijn in die Vlaamse voedselstrategie. Ze hebben zowel bottom-up als top-down voeling met de uitvoering van het voedselbeleid. Die neutrale positie maakt van hen een belangrijke strategische speler in het verbinden van verschillende voedselactoren. Ze zijn ook een motor voor de ontwikkeling van voedselsystemen, vooral met betrekking tot de lokale productie, een sterke stad-plattelandsrelatie, voedselomgeving, toeleveringsketens, duurzame inkopen, toegang tot grond, enzovoort.
Door het wegvallen van de ondersteuning vanuit de VVSG is het voor onze lokale besturen moeilijker geworden om die rol verder op te nemen. Naar aanleiding van mijn vorige vraag vertelde u dat de vrijgekomen middelen verder zouden worden ingezet voor voedselstrategie, en meer rechtstreeks gebruikt gingen worden voor korte keten, landbouw en hoevewinkels. Uw diensten waren dat verder concreet aan het uitwerken. Er zou gezocht worden naar iemand die allianties of partnerschappen kan opzetten tussen lokale besturen, korte keten, landbouwers en hoevewinkels. Dat gaat dus over iemand die op een intensieve manier de burger en de landbouwer meeneemt voor zo’n samenwerking, en logistieke en andere juridische uitdagingen aanpakt. U plakte er de naam' voedselregisseur' op. Dat is een naam die ook voorkwam in een voorstel van resolutie dat wij hier hebben besproken.
Ik heb daar enkele vragen over: Wat is er met het vrijgekomen budget gebeurd?
Is er ondertussen een voedselregisseur aangesteld? Wat is de taakomschrijving van die voedselregisseur?
U nam de taak weg bij de VVSG omdat u niet tevreden was over de resultaten. Indien er ondertussen een nieuwe invulling is gegeven, welke concrete te halen doelen hebt u daar dan aan gekoppeld?
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Het vrijgekomen budget is goed ingezet. In oktober heb ik een oproep gelanceerd voor het aanstellen van lokale voedselregisseurs. Met deze oproep wil ik lokale voedselregisseurs ondersteunen die de samenwerking vergroten binnen lokale korte keten voedselproductie, en nieuwe samenwerkingsvormen opzetten tussen landbouwers onderling en tussen landbouwers en burgers. Ze moeten ook het draagvlak en de bekendheid verhogen van lokale voedselproductie, en de lokale voedselproductie verbinden met landschappelijke beleving.
Lokale voedselregisseurs, of de organisatie waar de lokale voedselregisseur aan verbonden is, kunnen een project indienen bij de Vlaamse Landmaatschappij. Dat moet gebeuren voor 1 februari 2024, waarna een jury zal bepalen welke projecten steun kunnen ontvangen.
Een lokale voedselregisseur is een persoon of een team die of dat tijd en middelen krijgt om aan het voedselverhaal in een bepaald gebied te sleutelen, om allianties op te zetten en om partnerschappen te smeden. De lokale voedselregisseur heeft volgende taken. Hij bouwt samen met de relevante partners een visie op rond korte keten voedselproductie in relatie tot landschap en de streek. Hij zorgt voor de organisatie en begeleiding van samenwerkingen tussen landbouwers in de korte keten. Hij zorgt voor de organisatie en begeleiding van samenwerking tussen landbouwers en andere actoren. De voedselregisseur begeleidt de deelnemende landbouwbedrijven op het vlak van landschap en biodiversiteit, en maakt een planning op van bedrijfs- en gebiedsgerichte acties en voert ze mee uit. Hij helpt mee met het realiseren van deze acties, en zorgt aan het einde van het project voor een goede overdracht van de opgedane kennis en vaardigheden aan de lokale actoren zoals de burgers, de partners van het project, de natuurorganisaties en landbouwers.
De voorzitter
De heer Steenwegen heeft het woord.
Chris Steenwegen (Groen)
Dank u wel, minister. U citeert uit de projectoproep. Daarom zei ik dat mijn vraag al een tijdje geleden is gesteld. Ik heb die projectoproep ook gezien, maar heb daar toch wel wat vragen bij.
Het niveau lijkt mij niet zo heel duidelijk. Is het lokaal of is het bovenlokaal? Gaat het over de begeleiding van individuele landbouwers en hun producten? Het lijkt er in elk geval op dat het meer gericht is op korte keten, en minder op tussenstructuren. In de conceptnota waar wij in de commissie over discussieerden, werd ook gesproken over voedselregisseurs, maar dan gaat het echt over een regio en niet over het lokale niveau.
Het budget is, begrijp ik, wat opgetrokken, want ik heb gezien dat er een budget is van ongeveer 250.000 euro. Maar het gaat over tijdelijke projecten, dus eigenlijk is er geen structurele aanpak. U zegt wel dat de kennis aan het einde van het project moet worden overgedragen, maar in zo’n structuur is het zeer twijfelachtig dat er iets van voortzetting gaat komen.
Ik vroeg mij ook af of er eigenlijk een afstemming is gebeurd met de Korte Keten Alliantie, waar heel wat organisaties in zitten die vandaag met korte keten bezig zijn. Hebt u dat afgestemd met het Steunpunt Korte Keten? U somt de taken daarnet op, en die taken worden vandaag waargenomen door het Steunpunt Korte Keten, dat bedrijven helpt met vergunningen en marketing.
Wij hebben in de commissie een een voorstel van resolutie goedgekeurd over het versterken van de positie van de Vlaamse landbouwers, door de ondersteuning van leefbare businessmodellen op maat, en in het bijzonder de korte keten. In dat voorstel van resolutie zijn een aantal concrete aanbevelingen aan de Vlaamse Regering opgenomen. In hoeverre speelt deze projectoproep in op die aanbevelingen van de resolutie aan de Vlaamse Regering?
In juni zei u in de commissie dat jullie dat niet meer via de VVSG gingen doen, omdat u van oordeel bent dat dat te weinig heeft opgeleverd. U verhoogt nu het budget, maar welke doelen wilt u nu realiseren? Hoe gaat u die doelen monitoren en eventueel evalueren?
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Ik wil eigenlijk verder bouwen op wat door Liaison Entre Actions de Développement de l’Economie Rurale (LEADER) reeds is ingezet: een voedselbeleid in de korte keten. De bedoeling van die voedselregisseurs is om nu de witte vlekken op te vullen, want er zijn daar nog wat hiaten in.
Het is heel duidelijk wat ze moeten doen: ze moeten lokaal actief zijn en individuele landbouwers maar ook burgers met plattelandsmogelijkheden begeleiden. Dat gebeurt uiteraard in afstemming met de lokale besturen, het Steunpunt Korte Keten, de provinciebesturen en het departement Landbouw. Via een jury wordt de effectiviteit bekeken, en of dat ook autonoom verder kan na de passage van de voedselregisseur. Ik denk dat het op een bepaald moment logisch is dat we zeggen dat, zodra het begonnen is, het kan worden voortgezet. Het is niet de bedoeling dat de voedselregisseur daar jarenlang actief is, en ik denk dat u dat ook wel begrijpt.
Bij mijn weten is het voorstel van resolutie nog niet goedgekeurd, maar dat laat ik aan het parlement over.
De voorzitter
De heer Steenwegen heeft het woord.
Chris Steenwegen (Groen)
Dank u wel, minister. Laat mij zeggen dat ik het aan de ene kant wel goed vind dat er meer middelen zijn, en dat die ter beschikking worden gesteld. Ik denk dat het budget voor de VVSG namelijk lager lag. Maar dit is echt iets dat losstaat van wat er vandaag reeds bestaat. Dit is gewoon een beslissing van u om zelf nog eens een initiatief te nemen. Het staat volledig los van wat er vandaag al gebeurt op het terrein. (Opmerkingen van minister Zuhal Demir)
Neen, dat is niet goed. Want er gebeurt al veel, en een van de problemen is dat het zo versnipperd gebeurt, minister. Dat is de realiteit op het terrein. In die zin legt u er nog iets naast, en ik vind dat spijtig.
U zegt dat het niet de bedoeling is om dat aan te houden, maar ik denk dat het wel de bedoeling moet zijn – als je een voedselstrategie wilt opbouwen die op termijn duurzaam is – dat er een ondersteuning is die een tijdlang kan blijven duren. Deze projecten duren maximaal twee jaar. Ik twijfel er dan ook sterk aan of die iets kunnen veranderen. U komt volledig op het terrein van reeds bestaande organisatie. Ik betreur het dat daar weinig overleg aan is voorafgegaan. Ik denk niet dat het echt veel zal bijbrengen. In die zin vind ik dit geen goed bestede middelen. Dat is spijtig, want de korte keten kan wel bijkomende steun gebruiken.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.