Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 29 nov 2023 16:42 

De toekomst van de biologische sector in Europa


Vraag om uitleg over een strategisch debat over de toekomst van de biologische sector in Europa
van Ludwig Vandenhove aan minister Jo Brouns

De voorzitter

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

Minister, de datum van 1 januari komt dichterbij, en hopelijk gaat u dan iets meer te zeggen hebben, naar Europa toe. Dat verwacht iedereen toch, en alleszins degenen die in de uitvoerende macht zitten.

Ik lees nogal wat bemerkingen van de lidstaten in verband met de doelstellingen rond biologische landbouw. Mijn vraag is gebaseerd op Litouwen, dat pleit voor een strategisch debat over de toekomst van de biologische sector in Europa. Dat is dus net voordat België het voorzitterschap overneemt. Ik las vandaag, of gisteren, een artikel dat Litouwen naar beneden wil. Ik las ook dat Duitsland naar méér wil, naar 30 procent. Er is daar dus wel iets aan het bewegen.

De aanleiding voor de vraag van Litouwen is de daling van de Europese detailverkoop in 2022 met 5,1 procent en het feit dat heel wat biologische telers in problemen dreigen te komen. Tot 2021 is de sector in de EU gegroeid qua oppervlakte, aantal bedrijven, invoer en omzet. Het zou bovendien serieus moeten stijgen als we de deadline willen halen om het bioareaal tegen 2030 met 25 procent op te trekken.

De doelstelling is tot nu toe nog altijd om het bio-reaal tegen 2030 met 25 procent op te trekken. Daarom heb ik een aantal vragen, minister.

Steunt België/Vlaanderen de vraag voor zo’n strategisch debat? Ik hoop dan dat het de bedoeling is om de cijfers naar boven te trekken en niet naar beneden, zoals Litouwen vraagt. Ik denk dat het dan beter zou zijn om ons op de lijn te plaatsen van landen zoals Duitsland, die meer willen.

Wat is de huidige stand van zaken van het dossier op EU-vlak? Zijn er al stappen genomen voor dat strategisch debat, wanneer wij op 1 januari overnemen? Of is dat niet zo?

Zal België of Vlaanderen een initiatief nemen tijdens het Europese voorzitterschap? Ik denk daarbij aan het meer ondersteunen van de biologische landbouw. Er zijn in het verleden, en nog steeds, altijd veel subsidies naar landbouw gegaan. Het is een kwestie van keuzes waar die op ingezet worden.

Blijft Vlaanderen vasthouden aan het 5-5-5-principe? Indien u dat doet, dan zal het moeilijk zijn om op Europees niveau eventueel een ander voorstel te doen.

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Dank u wel, collega. In het licht van de vooropgestelde ambities is het inderdaad belangrijk om ervoor te zorgen dat er een stabiele groei kan zijn in de biologische sector. De voorbije jaren hebben immers aangetoond dat veranderingen in de marktsituatie zich snel laten voelen in de biologische sector en dat het daardoor moeilijk is om de evolutie van de biosector te kunnen voorspellen. Die specifieke situatie verdient inderdaad een debat over de ambitie, en hoe die kunnen waarmaken. De vraag kan worden gesteld in hoeverre dit niet beter gehouden wordt in de context van de nieuwe Europese legislatuur. Ik denk dat dat daar wel zijn plaats heeft.

De Europese Commissie gaf aan dat ze dat verder ging bestuderen, maar dat is nog iets anders dan met alle beweringen akkoord gaan. Zo zei ze dat de consumptie van biologische producten varieert van land tot land en dus niet algemeen een teruglopende trend vertoont.

Een specifieke agendering is nog niet gepland, maar dat kan aan bod komen tijdens meer algemene discussies over de toekomst van de landbouw en het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) in de EU, die wel gepland zijn tijdens het Belgische voorzitterschap.

Wat ons 5-5-5-principe betreft: Vlaanderen heeft in zijn ‘Strategisch plan bio’ de 5 x 5%-groeiambities vooropgesteld. We blijven daar ook aan vasthouden, en ook aan het streven naar de verwezenlijking ervan tegen 2027. Ook de ambitie voor de areaaluitbreiding – dat is een van die 5%-ambities – is als zodanig opgenomen in het strategisch plan GLB.

De voorzitter

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

Dus als ik het goed begrijp, dan is uw antwoord, samengevat, dat er in die zes maanden dat wij voorzitter zijn, eigenlijk niet zo erg veel zal gebeuren voor wat betreft de 25 procent die nu vooropgesteld wordt?

De voorzitter

De heer Coel heeft het woord.

Arnout Coel (N-VA)

Bedankt voor uw vraag, collega. Ik begrijp uw vragen om dat debat op het Europese niveau te voeren. Er zijn inderdaad verschillend strekkingen. We hebben nu gezien dat Duitsland een heel ambitieus plan heeft voorgelegd. Er zijn ook landen die eerder in de andere richting denken. Maar wat ook de uitkomst van het debat is, ik denk dat we altijd voor ogen moeten houden dat als de Europese Unie die doelstellingen op EU-niveau stelt, dit daarom niet wil zeggen dat in elke lidstaat exact hetzelfde percentage gerealiseerd moet worden. Niet elke lidstaat leent zich even goed tot hetzelfde volume van oppervlakte voor biolandbouw.

Ik denk dat we met deze regering wel een duidelijk pad hebben. Dat is een groeipad, met het 5-5-5-plan, en we streven ook naar groei.

Ik heb een vraag voor u, minister. De voorgaande jaren kregen we altijd een biorapport. Ik denk dat het vorig jaar ongeveer in juni werd opgeleverd, voor het jaar 2021. Maar voor het jaar 2022 hebben we dat, als ik me niet vergis, nog altijd niet gekregen. Het jaar 2023 is al bijna ten einde. Ik vroeg me dus af of men afgestapt is van de traditie om een specifiek biorapport op te maken. Wat is daar dan de reden voor? Ik denk dat het wel goed is dat we de vinger aan de pols houden van een al bij al nog kwetsbare sector. Het biorapport gaf altijd aanleiding om de cijfers van de sector even ten gronde te bespreken. Meestal werd er hier in de commissie ook wel de nodige aandacht aan geschonken. Kunt u dus verhelderen waarom we dit jaar nog geen rapport hebben gekregen? 

De voorzitter

De heer Steenwegen heeft het woord.

Chris Steenwegen (Groen)

Dank u wel voor de vraag, collega Vandenhove. We hebben het er in het verleden ook al over gehad. De sector zelf is redelijk gematigd of zeer gematigd in zijn doelstellingen. Er is die 5 procent die men vooropstelt. ‘5-5-5-5-5’: het zijn er vijf om tot 25 te komen.

Minister, zelfs om die 5 procent te halen, zullen er inspanningen moeten gebeuren. We zien vandaag niet dat er veel vooruitgang geboekt wordt, ook bij ons niet. Nochtans zijn er voorbeelden waar het wel kan. In Denemarken, dat toch niet zo onvergelijkbaar is met Vlaanderen wat landbouw betreft, is men nu al een hele tijd bezig om bio te stimuleren. Er is meer dan 300.000 hectare bio in Denemarken, 40 procent van de melk is bio in Denemarken, enzovoort. Dat komt omdat men daar een globaal plan heeft opgemaakt en men daar ook aan vasthoudt, waarbij de overheid gestimuleerd wordt en zelf ook een rol speelt om bio af te nemen. Waar men bijvoorbeeld ook heel sterk met de retail gewerkt heeft om ervoor te zorgen dat ze ook bioproducten op een aantrekkelijke plaats in de schappen legt, en waarbij men ook samen met de retail gekeken heeft naar de prijsvorming van de bioproducten omdat men vaststelt dat de retail, ook bij ons, een beetje misbruik maakt van bio om een hogere prijs te vragen. Verder is er ook ondersteuning van de boeren in conversie en ook ondersteuning van de consumenten om hen te stimuleren.

Ik ondersteun in die zin ook de vraag van collega Coel. Er is een nieuw strategisch plan, maar de vraag is wat dat oplevert. Kunnen we inderdaad wat opvolging van dat strategisch plan krijgen aan de hand van een rapport zoals dat er vroeger ook was?

Bart Dochy (cd&v)

Minister, ik zal altijd mijn pleidooi blijven herhalen om biologische productie te stimuleren vanuit de vraagzijde. Het is enkel wanneer de vraagzijde de trekker is om biologische productie op te drijven, dit op een duurzame manier zal gebeuren. Anders zijn er extra kosten die gemaakt worden om de biologische productieprocessen te faciliteren ten laste van de landbouwer, wat ook niet de bedoeling is van het verhaal. Men zegt altijd dat het een verdienmodel is, en een verdienmodel betekent dat er toch een duurzame prijsverhoging moet zijn, en dat kan enkel wanneer de consument trekker is in het verhaal.

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Eerst en vooral denk ik dat de komende maanden wel het moment gaat zijn en er een forum gaat worden geboden om het grotere debat over het Europees landbouwbeleid in het kader van strategische autonomie te voeren, net als de kijk op het GLB als instrument daarvoor en de evaluatie daarvan. In die context gaat zeker ook over bio worden gesproken.

Er is verwezen naar Duitsland. Daar is er nu inderdaad ook het debat, het initiatief, van de minister om naar 30 procent te gaan, maar het is nog niet zo dat dat een heel breed politiek draagvlak heeft in Duitsland. Ik denk wel dat het debat een basis, een blauwdruk, kan zijn om mee te nemen naar de nieuwe Europese Commissie, naar een nieuw Europees beleid in de volgende legislatuur. De rapportering is uiteraard belangrijk voor de opvolging. Ik denk dat dat absoluut nodig is. Als je doelen stelt, moet je ze kunnen volgen, en wij verwachten dus die biorapportering eerdaags. Ik denk dat dat ook wel nodig is.

Wat de vergelijking met Denemarken betreft, was ik gewoon nieuwsgierig naar die 300.000 hectare. Dat lijkt natuurlijk veel, maar dat is wel op meer dan 2,5 miljoen hectare in landbouwgebruik in Denemarken. Dus we moeten alles in de juiste verhouding zien en het terugbrengen naar die 600.000 à 700.000 hectare hier. Maar goede voorbeelden uit andere lidstaten gaan natuurlijk ook deel zijn van het debat over de toekomst van bio, en daar mogen we zeker uit leren.

De voorzitter

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

Dank u wel, collega’s, voor de aanvulling. Nu, mijn conclusie is ten eerste dat het hoe dan ook iets meer mag zijn, zowel in Europa als bij ons. Ten tweede denk ik dat we op alle niveaus een meer positieve houding zouden moeten aannemen ten opzichte van heel het biogebeuren. Ik heb daarstraks ook gevraagd naar eventuele subsidies. Als men dezelfde positieve houding zou aannemen ten opzichte van bio dan bijvoorbeeld ten opzichte van de alternatieve energie, wat ik een goede zaak vind, zou het al een stuk beter gaan met die bio. Ik denk dat we daar allemaal samen aan moeten werken, ook een stuk langs de vraagzijde. Ik ben daarmee akkoord, maar daarvoor is precies een positieve houding op alle vlakken en zeker en vast vanuit de Vlaamse overheid belangrijk.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.

 


  Nieuwsflash
 
Premiesubsidie en schadevergoeding VRFLees meer
 
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer