Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 16 jan 2024 11:52 

Wat mag u (niet) doen op braakliggend land en akkerranden?


Binnen de conditionaliteit (de vroegere randvoorwaarden) zijn landbouwers verplicht om 3 of 4% van hun areaal als niet-productieve elementen of arealen (NPE) aan te houden. Bij niet-productieve elementen kan het gaan om bomenrijen, houtkanten, akkerranden, poelen, maar ook braakliggend land wordt aanvaard als NPE. Wat verstaan wordt onder braakliggend land en akkerranden, en wat u daar al dan niet mag doen, zetten we hieronder uiteen.

Wat is braakliggend land?

Braakliggend land is bouwland waarop geen landbouwproductie plaatsvindt. Landbouwers kunnen kiezen om een spontane vegetatie tot ontwikkeling te laten komen of een gewas in te zaaien dat gunstig is voor de biodiversiteit. Voorbeelden van biodiversiteitsgunstige gewassen zijn bladrammenas, gele mosterd, faunamengsel, bloemenmengsel, facelia, Japanse haver, graskruidenmengsel, gras… . Zwarte of naakte braak is niet toegelaten, wel kan een bedekking met spontane natuurlijke vegetatie. De inzaai van zomergranen die niet geoogst worden om als wintervoedsel voor akkervogels te dienen, is toegelaten op voorwaarde dat de landbouwer een schriftelijke overeenkomst met een overheid of vereniging kan voorleggen waarin het behoud van het zomergranen als wintervoedsel op het betrokken perceel wordt gewaarborgd.

Let op: Percelen die in de voorgaande campagne de status blijvend grasland hadden of hebben verkregen (code BG of BG5 in voorgaande campagne), komen niet in aanmerking als braakliggend land! Percelen tijdelijk grasland kunnen wel.

Hoe braakliggend land voor NPE aangeven in de verzamelaanvraag 2024?

Een perceel braakliggend land wordt geregistreerd als niet-productief areaal door de gespecialiseerde productiemethode ‘BRA’ te vermelden in de verzamelaanvraag. Als teelt geeft u de teeltcode op van het biodiversiteitsgunstig gewas of deze van braakliggend land met onderhoud in geval van spontane vegetatie. De overeenkomst wordt eveneens opgeladen als bijlage in de verzamelaanvraag bij inzaai van zomergranen als wintervoedselgewas.

Welke activiteiten mag u uitvoeren op braakliggend land?

De aanhoudperiode van de braak loopt van 1 maart tot en met 31 augustus. De inzaai van het gewas met het oog op biodiversiteit en de voorbereidende werkzaamheden hiervoor kunnen na 1 maart gebeuren. Tijdens de aanhoudperiode mag niet gemaaid of geklepeld worden. Maaien waarbij het maaisel ter plaatse blijft liggen tijdens de aanhoudperiode, is toegelaten ter voorkoming van zaadvorming bij ingezaaide gewassen die gunstig zijn voor de biodiversiteit voorzover die geen grassen bevatten. Maaien mag niet bij spontane vegetatie tijdens de aanhoudperiode.

Vóór 1 maart kunnen eventuele wintergewassen nog geoogst worden.

Na 31 augustus:

·        mogen de veldwerkzaamheden starten met het oog op de inzaai van een nateelt die pas een oogst oplevert in het volgende jaar (bv. de inzaai van wintergraan in het najaar). Ook de inzaai van een vanggewas kan.

·        mag het perceel met het oog op onderhoud gemaaid met afvoer van het maaisel of begraasd worden.

·        Indien niet begraasd, moet het perceel sowieso voor het einde van het jaar minstens éénmaal gemaaid worden. Uitzondering: een faunamengel of een faunavoedselgewas moet minstens éénmaal om de twee jaar gemaaid worden. Ook in het geval van de inzaai van een winterteelt in het najaar moet niet gemaaid worden.

Gewasbeschermingsmiddelen en bemesting zijn niet toegelaten op braakliggend land. Pleksgewijze bestrijding van akkerdistel is toegelaten. Als er een wintergewas ingezaaid wordt, mogen gewasbeschermingsmiddelen en bemesting na 31 augustus in functie van de teelt. Indien geen wintergewas ingezaaid wordt, is enkel bemesting door rechtstreekse uitscheiding bij begrazing na 31 augustus toegestaan.

Wat is een akkerrand?

Akkerranden zijn ofwel bedekt met een spontaan ontwikkelde vegetatie ofwel ingezaaid met een gewas. Een al bestaande akkerrand kan ook als NPE gebruikt worden. Voorbeelden van een gewas op een akkerrand zijn graskruiden, gras, bloemenmengsel,… . Zoals alle NPE mag er ook hier geen landbouwproductie plaatsvinden. De akkerrand grenst aan een perceel bouwland in gebruik voor de hoofdteelt door dezelfde landbouwer en is minstens één meter breed en maximaal 20 meter breed. De oppervlakte van de akkerrand is kleiner dan de helft van de oppervlakte van het oorspronkelijk perceel waarvan de akkerrand afgesplitst is.

Let op: Een akkerrand  waarop een ecoregeling bufferstroken is afgesloten, kan niet meetellen als niet-productief areaal. Vanaf 2024 kunnen sommige beheerovereenkomsten wel meegeteld worden als niet-productief areaal om te voldoen aan GLMC 8 maar tegen een verlaagde vergoeding.

Hoe een akkerrand voor NPE aangeven in de verzamelaanvraag 2024?

Een akkerrand wordt geregistreerd als niet-productief areaal door de gespecialiseerde productiemethode ‘AKR’ te vermelden in de verzamelaanvraag. Als teelt geeft u de teeltcode op van het ingezaaide gewas of deze van braakliggend land met onderhoud in geval van spontane vegetatie.


Welke activiteiten mag u uitvoeren op een akkerrand?

Akkerranden moeten het jaarrond blijven liggen. Wel mogen wintergewassen voor het volgende jaar in het najaar ingezaaid worden en de nog aanwezige wintergewassen van het voorgaande campagnejaar moeten vóór 1 maart geoogst zijn. Indien gekozen wordt voor de inzaai van een gewas op de akkerrand, moet dit in het voorjaar gebeuren. In afwachting van inzaai van de akkerrand, mogen geen gewasbeschermingsmiddelen en bemesting toegepast worden.

Als de akkerrand kan worden onderscheiden van de aangrenzende teelt, mag die worden begraasd of gemaaid met afvoer van het maaisel, in het kader van onderhoud. Als er geen onderscheid kan gemaakt worden tussen de akkerrand en de aangrenzende teelt, mag enkel klepelen of maaien waarbij het maaisel blijft liggen. Akkerranden moeten minstens voor het einde van het jaar gemaaid worden.

Gewasbeschermingsmiddelen en bemesting  zijn het ganse jaar niet toegelaten, met uitzondering van een pleksgewijze bestrijding van akkerdistel en een bemesting door rechtstreekse uitscheiding wanneer begrazing toegelaten is. Als er een wintergewas ingezaaid wordt, mogen gewasbeschermingsmiddelen en bemesting in functie van die teelt.

 


  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer