Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 17 jan 2024 15:42 

Vraag om uitleg over biolandbouw


Vraag om uitleg over biolandbouw
van Ludwig Vandenhove aan minister Jo Brouns

De voorzitter

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

Minister, deze vraag over biolandbouw gaat niet over meer of minder, zoals we de vragen daarover gewoonlijk stellen in deze commissie, maar wel over het debat dat op dit moment vooral wetenschappelijk wordt gevoerd, maar waarvan ik denk dat het goed zou zijn dat het ook politiek wordt gevoerd.

Bepaalde bioboeren stellen zich inderdaad vragen over het gebruik van nieuwe gentechnieken (NGT’s) en reageren daar zelfs tegen. Deze categorie van bioboeren vreest dat die technieken onverwachte neveneffecten in ons voedsel zullen veroorzaken. De wetenschap is verdeeld over die argumentatie. Maar goed, er is tenminste al een debat over bezig en dat is een goede zaak. Het zou goed zijn indien dat debat voor een stuk ook wordt vertaald naar de politiek.

In die zin gaan er stemmen op om de regelgeving rond de biolandbouw eventueel aan te passen. Ik geef een paar voorbeelden die gebaseerd zijn op een opiniestuk van Ruben Vanholme, onderzoeker aan de UGent en lid van verschillende natuurorganisaties.

Zo is in de biolandbouw turf toegelaten als bodemverbeteraar. Turf is een fossiele vorm van koolstof. Met het gebruik ervan komt er extra CO2 in de atmosfeer. Dat gaat lijnrecht in tegen de klimaatambities. Ook groenten telen in een gasgestookte serre is toegelaten in de biolandbouw. Net zoals turf wordt ook fossiel gas beschouwd als een ‘natuurproduct’. De onderzoekers vinden het cruciaal dat de regelgeving voor biolandbouw tegen het licht wordt gehouden. Een aantal biolandbouwers willen met andere woorden af van de soms weinig duurzame regels. Zo zouden we kunnen komen tot een andere definitie van biolandbouw.

Minister, hoe staat u tegenover de kritiek dat de wetgeving betreffende biolandbouw vandaag voor een stuk achterhaald zou zijn?

Bent u bereid hieromtrent in deze legislatuur al dan niet decretale stappen te zetten?

Bent u al in dialoog gegaan met wetenschappers en biolandbouwers over deze problematiek of bent u bereid om dat te doen?

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Collega, de regels inzake biologische productie worden niet in een Vlaams decreet bepaald, maar zijn op Europees niveau geharmoniseerd. Deze Europese wetgeving is recent nog hervormd. Sinds 1 januari 2022 is de herziene Europese bio-verordening van toepassing. Aan deze verordening zijn lange discussies en onderhandelingen voorafgegaan met alle stakeholders en de verschillende lidstaten binnen de EU.

De Europese wetgeving inzake biologische productie stelt in de basisverordening een aantal doelstellingen voorop, waaronder de bijdrage aan de bescherming van milieu en klimaat, de bodemvruchtbaarheid, hoog niveau van diversiteit, en dergelijke meer.

Het toelaten van inputs binnen de biologische productie wordt in uitvoeringsverordeningen geregeld. De wetgeving inzake biologische productie stelt voorop dat er zo weinig mogelijk externe inputs aan te pas komen.

Wat uw voorbeeld inzake het gebruik van turf binnen de biologische productie betreft, kan ik meegeven dat binnen de Europese uitvoeringsverordening turf opgenomen is als een toegelaten bodemverbeteringsmiddel, maar enkel onder bepaalde voorwaarden. Turf mag alleen worden gebruikt voor tuinbouw, bijvoorbeeld groenteteelt, sierteelt, boomteelt en boomkwekerij. De biologische wetgeving geeft dus geen carte blanche voor het gebruik van turf. Dit wil niet zeggen dat niet geëvalueerd en herbekeken kan worden of de voorwaarden strenger moeten zijn en of turf helemaal uit de lijst geschrapt moet worden. Er moet bovendien een goed alternatief voorhanden zijn. Dit is echter een uitdaging die breder gaat dan enkel de biosector, waarbij we pogen het productiepotentieel maximaal te behouden met een zo duurzaam mogelijke productie.

Op dit moment is het inderdaad zo dat de biosector de nieuwe gentechnieken, onder andere vanuit het voorzorgsprincipe en de onverenigbaarheid met zijn basisprincipes, niet wenst toe te laten in zijn gecertificeerde systeem, ook al zal deze innovatie ook duurzame oplossingen aanreiken voor uitdagingen in de gangbare landbouw waar ook de biosector mee worstelt. Ook hier zal de toekomst uitwijzen welke weg de biosector zal opgaan en of de NGT’s hun waarde kunnen bewijzen en een aantal bezorgdheden kunnen wegnemen.

Vanzelfsprekend ben ik bereid om in overleg te blijven met onze wetenschappers en landbouwers, iets wat ik uiteraard als minister van Landbouw consequent doe. Ik doe dat ook continu met betrekking tot alle andere thema’s.

De voorzitter

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

Minister, dank u wel voor uw antwoord. Dit is inderdaad iets wat volop in evolutie is en wat bij manier van spreken bijna een permanente evaluatie noodzakelijk maakt. Het is effectief iets wat op Europees niveau wordt bepaald met een aantal uitvoeringsverordeningen. Maar ik denk toch dat we in Vlaanderen mee het goede voorbeeld zouden kunnen geven, zeker met de zes maanden die voor ons liggen. Uiteraard zult u met de wetenschappers en biolandbouwers rond de tafel zitten. Uiteraard is het de ambitie van iedereen die de landbouwsector een warm hart toedraagt, om hem duurzamer te maken. Maar ziet u daar de komende zes maanden bepaalde evoluties in? Bent u van plan om in de nauwere contacten die u nu zult hebben met de andere landbouwministers, te bekijken in welke mate er eventueel kan tegemoet worden gekomen aan de kritiek van de wetenschappers? In welke mate zult u eventueel stappen vooruit kunnen zetten? Deze stappen moeten dan uiteraard het akkoord krijgen van de biolandbouwers. Voor zover ik het zie, is men het niet unaniem eens over welke richting men uit moet.

De voorzitter

De heer Coel heeft het woord.

Arnout Coel (N-VA)

Ik sluit mij hierbij aan omdat de aanleiding tot het opiniestuk de betoging van bioboeren was tegen de NGT’s, waarover de EU een nieuw wetgevend voorstel aan het voorbereiden is. Het debat gaat nu over de regels met betrekking tot biolandbouw. Dat wetgevend voorstel gaat in de richting dat het gebruik van de NGT’s zou moeten worden vergemakkelijkt. Vandaag zijn ze niet toegelaten, maar men zou een beperkt aantal technieken wel willen toelaten.

De auteur van het opiniestuk argumenteert in mijn ogen zeer correct dat de NGT’s kansen bieden voor bioboeren en dat de wetenschap daar vrij eenduidig over is. Veredeling is iets van alle tijden. Dat is niet decennia of eeuwen maar millennia oud. Dat is op zich een natuurlijk proces. Met die NGT’s, zeker crispr-cas, kunnen we juist meer waarborgen dat we nauwkeuriger kunnen ingrijpen op minder genetisch materiaal, en dat er geen vreemd DNA wordt ingebracht in het organisme. Dat is een verbetering van een natuurlijk proces dat we al eeuwen toepassen.

U vraagt om het debat een beetje naar de politiek te trekken. Onze fractie is ondubbelzinnig voor het gebruik van zo’n technieken, als wetenschappelijk kan worden gewaarborgd dat het op een veilige manier kan en dat de voedselveiligheid daarmee op geen enkele manier in het gedrang komt. We zien kansen, ook voor de biosector, door van die nieuwe technieken gebruik te maken.

Minister, wij sporen u alleszins aan om in de periode dat wij voorzitter zijn van de EU op het niveau van de ministers van Landbouw stappen vooruit te zetten om dat wetgevende proces rond de NGT’s verder af te werken en als Vlaanderen mee aan de kar te trekken op dat gebied. We hebben heel wat onderzoeksinstellingen die daar wereldfaam in hebben. Laat ons de kansen benutten en daar, zowel voor de bio- als voor de gangbare landbouw, de opportuniteit van inzien.

De voorzitter

De heer Steenwegen heeft het woord.

Chris Steenwegen (Groen)

Collega Vandenhove, ik moet eerlijk zeggen dat ik het een beetje een vreemde vraag vond. Misschien omdat het opiniestuk een raar opiniestuk is. Het begint inderdaad met de vraag rond die genetische techniek. Daarvan zegt de auteur dat hij pleit voor versoepeling van de biolandbouw. Er moet meer worden toegelaten dan vandaag. En dit terwijl de sector heel veel bezorgdheden heeft en daar ook een sterke wetenschappelijke onderbouwing voor aanbrengt. Dat debat zullen we hier niet voeren, maar goed, de sector zegt dat absoluut niet te willen. De auteur zegt dat het een goede zaak zou zijn als we de regelgeving zouden versoepelen. Maar verder in het stuk pleit hij ervoor om de regelgeving te verstrengen! Turf mag je niet meer toelaten. Verwarmde serres mag je niet meer toelaten. Waarschijnlijk wil hij ook niet dat een bioboer nog op een tractor rijdt want die verbruikt diesel.

De logica van dat stuk is mij echt ontgaan, eerlijk gezegd. We weten allemaal dat biolandbouw een lagere klimaatimpact heeft dan de gangbare landbouw, dat daarvoor wel degelijk inspanningen gebeuren.

Ik begrijp het stuk niet zo goed en in die zin is er voor mij ook een beetje verwarring rond de vraag. Collega, u zegt dat heel wat bioboeren dat ook vragen. Vandaar, minister, mijn vraag: zijn er vanuit de biolandbouwsector in Vlaanderen signalen waaruit blijkt dat hij zou vragen om crispr-cas toe te laten, wat de auteur bepleit, of anderzijds dat de regelgeving, bijvoorbeeld rond turf of de verwarming van serres, wordt verstrengd?

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Collega Steenwegen, die signalen hebben wij niet ontvangen. Ik kan dat niet bevestigen.

Wat is vandaag het alternatief voor bijvoorbeeld bodemverbeteraars? Dat is een blijvend aandachtspunt. Het staat op de Europese agenda. We moeten het Belgische standpunt rond de NGT’s nog vormen. Ik denk dat we daar op dezelfde lijn zitten en dat we dat zeker mee willen bespreken. Ook in de informele contacten verdient dat daadwerkelijk al onze aandacht.

De voorzitter

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

Voor alle duidelijkheid, mijn vraag ging niet over de degelijkheid of de richting van het opiniestuk, maar wel over de mate waarin ook de politiek in Vlaanderen daardoor wordt geraakt. Het is goed, minister, dat u antwoordt dat we effectief op Europees niveau een standpunt zullen moeten innemen. Het is waarschijnlijk kort dag voor u, gezien de nakende verkiezingen, om daar nog een globaal debat over te hebben, maar het zou niet slecht zijn dat het hoe dan ook plaatsvindt, want die technieken evolueren razendsnel. Is wat de gemiddelde mens niet begrijpt wel allemaal goed voor die gemiddelde mens? Dat is misschien een iets te negatief of iets te passief standpunt, maar ik voel mij toch geroepen om hier de taal van die gemiddelde burger te verdedigen.

Minister, bedankt voor uw antwoord.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.

 


  Nieuwsflash
 
INTERPOM 2024Lees meer
 
 
Attert is de rijkste gemeente en Sint-Joost-ten-Node de armste in 2022 Lees meer
 
 
Diepgronder staat niet garant voor goede bodemstructuur Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Omgeving. Begroting 2025Lees meer
 
 
Beleids- en begrotingstoelichting Landbouw en Tuinbouw Begroting 2025 Lees meer
 
 
Ontdek de voordelen van GLB-steunmaatregelen voor jouw teeltplan 2025 Lees meer
 
 
Plantenwortels veranderen hun groeipatroon tijdens de ‘puberteit’ Lees meer
 
 
Extremer weerLees meer
 
 
Opnieuw recorduitstoot CO˛Lees meer
 
 
Gezond en duurzaam voedsel voor de toekomstLees meer
 
 
Statuut gemeentelijke schattingscommissies Lees meer
 
 
Impact noodweer Spanje op de Vlaamse prijsevolutie groenten en fruitLees meer
 
 
Landbouw in 2024: minder wintergewassen door hevige regen Lees meer