De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Minister, De Tijd kopt dat amper zeven bedrijven ingingen op het voorstel van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) voor de opkoopregeling. Dat is een voorlopige succesratio van 0,7 procent van de varkensboeren die vorig jaar in het voorjaar een brief kregen met een voorstel voor opkoopregeling. Het aantal stoppende varkenshouders kan nog toenemen, zeker omdat er na de zomer opnieuw een reeks varkenshouders werd aangeschreven met een voorstel voor de opkoop van hun veeteelttak.
Dat er zo weinig interesse is, is waarschijnlijk conjunctureel te verklaren, maar landbouwers geven ook aan dat de voorwaarden niet gunstig zijn om de stap te zetten.
De doelstelling om tegen 2030 30 procent minder varkens te hebben, blijft overeind. Het lijkt dus noodzakelijk om tussentijds te kijken of deze doelstelling nog steeds binnen bereik is en of bijsturing van het beleid noodzakelijk is.
Minister, mijn vragen zijn dan ook de volgende.
Hoe evalueert u de tussentijdse resultaten van de opkoopregeling voor de varkenshouderij?
Plant u een tussentijdse evaluatie of bijkomende acties om de succesratio van de opkoopregeling van de varkenshouderij te verhogen tegen het einde van de deadline?
Welk traject is voorzien om de eerste twee opkoopregelingen te evalueren in functie van bijsturing in eventuele volgende opkooprondes?
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
U weet dat er een tweede call is gelanceerd waaraan minder stringente voorwaarden zijn gekoppeld.
De redenen waarom er tot op heden zeven varkenshouders een aanvraag tot uitbetaling hebben aangevraagd, zijn de volgende.
Een, de beslissingen werden uitgestuurd ten laatste op 17 oktober 2023. De varkenshouders hebben dan een jaar de tijd om een aanvraag tot uitbetaling in te dienen. Ze kunnen pas een aanvraag tot uitbetaling indienen nadat het houden van de varkens in de stal volledig en definitief is stopgezet, de stalinrichting voor het houden van varkens werd verwijderd en nadat de stopzetting van de vergunde stal en de bijbehorende vergunde dierplaatsen werd gemeld bij de vergunningverlenende overheid en het aangepaste vergunningenbesluit werd bekomen. Dit betekent dus concreet dat heel wat varkenshouders momenteel bijvoorbeeld nog bezig zijn met het verwijderen van de stalinrichting of dat ze nog aan het wachten zijn op het vergunningenbesluit. Bij de aanvraag tot uitbetaling moeten immers de verschillende bewijsstukken meegestuurd worden. Dat is één reden.
Twee, sommige landbouwers gaan bijvoorbeeld ook niet voor de eenvoudigere schrapping van de dierplaatsen, maar onmiddellijk voor de aanvraag van een omgevingsvergunning, omdat ze slopen of omdat ze ook nog andere zaken op het erf willen regelen. Dit vraagt natuurlijk wat tijd.
Doordat het opnieuw economisch interessanter is om varkens te houden, zijn varkenshouders geneigd om nog een nieuwe afmestronde voor vleesvarkens op te zetten. Eén afmestronde vleesvarkens duurt ongeveer vier tot vierenhalf maanden. Vermoedelijk krijgen we dus meer vragen tot uitbetaling in de maanden augustus, september en oktober 2024.
Voor wat betreft de specifieke situatie op een aantal varkensbedrijven is het zo dat, als zeugenhouders in een bepaalde maand stoppen met insemineren, het nog tien maanden duurt tot het laatste vleesvarken is afgemest. Op het moment van de aanvraag mocht men nog niet gestopt zijn met het houden van varkens. Dit betekent dat een aantal bedrijven nog hun laatste vleesvarkens aan het afmesten zijn.
Het aantal varkensbedrijven dat effectief zal stoppen, zal dus zeker toenemen de komende maanden. We kunnen pas een eindbalans opmaken van die eerste call, waarvoor zich toch een 250-tal varkenshouders hadden aangemeld en interesse toonden, op 17 oktober van dit jaar, denk ik. Uiteraard zullen alle varkenshouders die op dat moment nog geen aanvraag tot uitbetaling hebben ingediend – van die eerste call, die meer dan 250 die hadden gezegd dat zij wel geïnteresseerd zijn –, de komende maanden door de VLM nog gecontacteerd worden. Zij hadden zich aangemeld en hadden interesse, maar er is op dit moment nog geen aanvraag tot uitbetaling: kan de VLM hen helpen? Dat staat in de planning, ook om te sensibiliseren.
Wat uw derde vraag betreft: we kunnen pas een echte eindbalans maken van die eerste call op 17 oktober 2024. Voor de tweede call zal dat in 2025 zijn.
Ik kan meegeven dat de regeling ook voorziet in een vergoeding voor financieel afgeschreven stallen, wat dus toch wel interessant is. Ik kan u ook meegeven dat in de tweede call meer bedrijven een aanvraag tot stopzetting zullen hebben ingediend dan in de eerste call, wat aangeeft dat dit een aantrekkelijkere regeling is. Momenteel verwerkt de administratie de aanvragen, wat die tweede call betreft.
De regeling van de eerste call bijsturen, is niet eenvoudig. Voor iedere bijsturing van de regeling moeten we terug naar de Europese Commissie. Ze moet daar worden goedgekeurd. De voorwaarden om in te stappen in de regeling liggen vast in de Europese richtsnoeren. Dat is dus heel moeilijk. Het heeft, zoals ik heb aangegeven, veel te maken met hoe zo’n bedrijf werkt. Ik denk dat het goed is dat de VLM de komende maanden diegenen die zich hebben gemeld, contacteert om te zien hoe of wat we nog verder kunnen ondersteunen. Ze hoeven zeker niet te wachten tot de zomer of wat dan ook.
De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Minister, u zegt dat er 250 varkensboeren geïnteresseerd waren in de eerste call, maar ik hoor u geen getallen noemen over de interesse voor de tweede call. Is er al zicht op hoeveel landbouwers zich daar hebben aangemeld of geïnteresseerd waren om er eventueel op in te gaan?
Ik begrijp dat de resultaten van de eerste call pas definitief zullen zijn in oktober 2024 en die van de tweede call in oktober 2025. Dan zijn we weer enkele jaren verder. De doelstellingen van het Stikstofdecreet zijn zeer duidelijk. Er moet een stikstofreductie komen. Daar is de afbouw van de varkensstapel een heel belangrijke hefboom voor. Wij vinden dat niet alleen de varkensstapel onderhevig moet zijn aan een opkoopregeling, zodanig dat boeren worden gestimuleerd om de veestapel te verminderen, maar dat er ook andere diersoorten in aanmerking moeten komen. Bent u van plan om de opkoopregeling uit te breiden naar andere diersoorten, om zo sneller tot de stikstofreductie te komen?
De voorzitter
De heer De Roo heeft het woord.
Stijn De Roo (cd&v)
Minister, u hebt een aantal redenen aangehaald waarom varkenshouders nog niet op het aanbod intekenen. Het gaat inderdaad om de opzet, enzovoort. Maar er zijn nog een drietal belangrijke redenen. Ook de berichtgeving rond China is een belangrijke factor geweest. Sommigen hopen dat de prijs nog even zal aanzwengelen. Dat mag ook niet over het hoofd worden gezien. Ik heb ook de feedback dat sommigen de vergoedingen aan de lage kant zouden vinden. Nu goed, daar zijn we voor een stuk gebonden door een aantal cijfers. De onrechtmatige staatssteun volgens Europa is daar natuurlijk een belangrijk onderdeel van. Dat moet eenieder voor zichzelf evalueren. Maar er is ook, ten derde, de onzekerheid over de bedrijfswoning. We moeten meer duidelijkheid creëren over wat de toekomst kan zijn van de bedrijfswoning bij die bedrijven.
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
De verwerking van de cijfers voor de tweede call is lopende. Die heb ik op dit moment nog niet. Bij de finale afsluiting zullen we zicht hebben op die cijfers.
Collega De Roo, u verwijst naar een aantal redenen.
We hebben inderdaad de intentie om de varkensstapel tegen 2030 met 30 procent af te bouwen. Op dit moment is er geen oproep voor andere diercategorieën. Dat is, denk ik, niet aan de orde. Voor de varkensstapel hebben wij wel de ambitie om dat af te bouwen met 30 procent. Mevrouw Schauvliege, dat zit wel niet mee in de stikstofdepositie.
Dit is dus iets dat bovenop die reductiemaatregelen als nulbemesting komt, net omdat we niet weten om hoeveel het nu eigenlijk zal gaan. Ik denk echter dat het goed is dat de bedrijven die zich gemeld hebben in die eerste call de komende maanden door de VLM worden ‘genudged’, dat ze aanklampend worden gecontacteerd.
Verder wordt het woonrecht in de bedrijfswoning van deze bedrijven al goed geregeld in het Stikstofdecreet. Ik denk dat velen zich afvragen of het Stikstofdecreet er nu komt of niet. Ik denk dat het goedkeuren daarvan ook wel een belangrijk signaal zal zijn, zodat het duidelijk is in welke richting we moeten gaan.
De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Minister, de afbouw van de veestapel is een belangrijke maatregel om ervoor te zorgen dat het stikstofbad leegloopt. Er is een regeling om varkensboeren de kans te geven te stoppen. Mijn fractie pleit ervoor om die regeling uit te breiden naar andere diersoorten, want het zijn niet alleen de varkens die zorgen voor een overmatige stikstofuitstoot maar eigenlijk alle dieren die door landbouwers gekweekt worden. Het lijkt ons heel verstandig om die regeling uit te breiden zodat boeren die dat willen, daarvan gebruik kunnen maken, zodat we komen tot een ‘warme sanering’ en niet eindigen met een ‘koude sanering’.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.