Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 24 jan 2024 12:15 

Vraag om uitleg Vraag om uitleg over de praktijk bij gemeenten om vergunningsaanvragen te vertragen


Vraag om uitleg over de praktijk bij gemeenten om vergunningsaanvragen te vertragen
van Bruno Tobback aan minister Zuhal Demir

De voorzitter

De heer Tobback heeft het woord.

Bruno Tobback (Vooruit)

De normale gang van zaken in de behandeling van een omgevingsvergunningaanvraag is dat het dossier wordt ingediend en dat dan, in de meeste gevallen, de gemeente dertig dagen de tijd heeft om te beoordelen of het dossier volledig is, want zolang het dossier niet volledig is, kan niet worden overgegaan tot de inhoudelijke behandeling. 

Uit een recente navraag van Netwerk Architecten Vlaanderen (NAV) blijkt dat 43 procent van de aangevraagde omgevingsvergunningen door gemeentelijke administraties als onvolledig of onontvankelijk bestempeld wordt. Heel opvallend is dat dat in de meeste gevallen gebeurt ergens in de laatste twee dagen van die termijn van dertig dagen. Op dag 28 of dag 29 krijgt de aanvrager dus via het Omgevingsloket te horen dat zijn of haar aanvraag niet volledig was en dat er nog een of ander punt, vaak een vrij onbetekenend detail, aan het dossier moet worden toegevoegd vooraleer het dossier kan worden behandeld.

Volgens NAV is het waarschijnlijk dat dit gebeurt, niet met het doel om het dossier echt te vervolledigen maar wel om, door het feit dat men bijkomende informatie heeft gevraagd, de deadline nog eens met dertig dagen te verlengen en dus ook meer tijd te hebben voor een inhoudelijke beoordeling, want in de praktijk kan de gemeente die dingen intern uiteraard samen doen. Men probeert gewoon bij gemeentebesturen tijd te winnen voor de inhoudelijke behandeling van een dossier door dus de onvolledigheid te verklaren.

De vereniging zelf zegt dat dit waarschijnlijk te wijten is – en dat lijkt me ook niet onwaarschijnlijk – aan een tekort aan capaciteit bij de lokale besturen, die vaak met heel weinig mensen een almaar toenemend aantal aanvraagdossiers voor omgevingsvergunningen moeten behandelen en dat men gewoon probeert om tijd te kopen om de last en de werklast wat te spreiden. Aan de ene kant is dat begrijpelijk, aan de andere kant is dat voor aanvragers natuurlijk bijzonder vervelend, brengt het bijkomende lasten, bijkomende kosten en bijkomend tijdverlies met zich mee, en kan het niet de bedoeling zijn dat deze methode wordt gebruikt om de hele tijd problemen op te lossen die eigenlijk niet zouden mogen bestaan.

We hebben al meermaals vragen gesteld in deze commissie over het feit dat ook het Vlaamse Gewest een gebrekkige capaciteit heeft en daardoor aanvragen die lokaal behandeld worden en geadviseerd zouden moeten worden, niet meer adviseert. Het begint er hoe langer hoe meer op te lijken dat er een cascade aan de gang is in de behandeling van omgevingsvergunningen, waarbij er op alle niveaus een gebrek aan capaciteit is, waarbij er op alle niveaus niet de nodige middelen zijn om een goede dienstverlening aan de burger te kunnen bieden, en dat, behalve de Vlaamse minister van Begroting, die kan besparen op ondersteuning voor de gemeenten en op ondersteuning voor het departement Omgeving, uiteindelijk iedereen – de lokale besturen, de aanvragers, de burgers – slechter wordt van dit systeem.

Wij hebben het er al meermaals over gehad. U bent het, iedere keer als ik de vraag stel, met mij eens dat er meer ondersteuning en meer adviesverlening moet komen vanuit het departement. U zegt iedere keer dat dat gaat gebeuren. Ik heb het nog niet gezien.

Is er nu ruimte voor meer ondersteuning voor lokale besturen? Want het is overduidelijk dat men daar ook met een hele reeks knelpunten zit. Als men die knelpunten nog niet gezien heeft, is het dan niet nodig of nuttig dat men eens een globale doorlichting maakt van al de knelpunten en de bottlenecks in de procedures voor de omgevingsvergunning?

Gaat u zelf voor die lokale besturen opnieuw meer adviesverlening voorzien en kunnen we nu eens aan iedereen garanderen, in de eerste plaats aan aanvragers van omgevingsvergunningen, wanneer er echt verbetering op het terrein te verwachten is? Is de Vlaamse Regering bereid om zichzelf daarin ook een deadline en duidelijke parameters en mijlpalen op te leggen? Ik denk dat we het er toch over eens kunnen zijn – minstens over dat – dat dit op deze manier geen gezonde evolutie is en dat dit moet stoppen.

De voorzitter

Minister Demir heeft het woord.

Minister Zuhal Demir

Collega, het artikel van Netwerk Architecten Vlaanderen begin januari geeft duidelijk blijk van enige frustratie bij het indienen van vergunningsaanvragen bij gemeenten. De link die u maakt met de vergunningsprocedure an sich of de advisering vanuit Vlaanderen, vind ik niet terug in het artikel. Ik denk dat het een eigen interpretatie is van u om deze conclusies te verbinden aan het persbericht van Netwerk Architecten Vlaanderen.

Jaarlijks worden ongeveer negentigduizend vergunningsaanvragen ingediend. Het grootste deel daarvan komt bij de gemeenten. Het aantal dossiers dat onvolledig wordt verklaard, is heel weinig en zeker geen 50 procent zoals NAV laat uitschijnen. NAV extrapoleert op basis van een reactie van 465 architecten en wijst alle gemeenten met de vinger. Dat is niet correct. Gelukkig geeft NAV wel aan dat er ook goede gemeenten zijn.

We moeten een beetje vertrouwen op onze lokale besturen op dat punt, maar er zijn inderdaad concrete dossiers die aantonen dat er hier en daar misbruik is. We kennen voorbeelden waar men als het ware op zoek gaat naar een klein detail, een noordpijl die ontbreekt of een foute legende, om een dossier onvolledig te verklaren. Het gebeurt ook dat een melding voor een veranda aan de achterkant van een vrijstaande woning onontvankelijk wordt verklaard, omdat de breedte van het voetpad niet op het inplantingsplan staat.

Zulke zaken liggen echter zeker niet aan te weinig personeel bij de gemeenten, want ze hebben duidelijk wel tijd om al die details uit te vlooien.

Wat ik samen met NAV vaststel, is dat ambtenaren soms – en ik leg de nadruk op soms – creatief lijken om te gaan met het volledig en ontvankelijk onderzoek door een dossier al inhoudelijk te beoordelen. Dat is natuurlijk niet oké. De inhoudelijke beoordeling komt toe aan het college en niet aan de ambtenaar. Als een dossier onvolledig wordt verklaard of als de ambtenaar vraagt om een aangepast plan in te dienen met een bouwlaag minder bijvoorbeeld, dan gebeurt hier al een inhoudelijke beoordeling en dat is niet correct.

De regelgeving geeft duidelijk aan welke stukken en plannen in een dossier moeten zitten. Een ambtenaar of gemeente mag aanvullend informatie of bijkomende stukken aanvragen, maar als het gaat om niet-verplichte stukken kan dit nooit aanleiding geven tot een onvolledigheidsverklaring. Dat kan gewoon niet.

Dit heeft dus niet veel te maken met te weinig personeel of te weinig ondersteuning vanuit Vlaanderen.

Ik wil wel de nadruk leggen op het belang van vooroverleg. We hebben een leidraad ‘Vooroverleg’ gepresenteerd. Dat was met mijn voormalige collega Somers, op zijn allerlaatste dag. Het gaat om een leidraad om de dialoog die voorafgaat aan een omgevingsvergunningsprocedure, optimaal te laten verlopen. Het is echt belangrijk dat dat vooroverleg met de gemeenten en de ambtenaren over het project zo goed mogelijk gebeurt en er heel duidelijk wordt aangegeven wat wel en wat niet kan. Het is belangrijk dat de gemeenten kunnen aangeven wat ze belangrijk vinden.

Uiteraard staat het de aanvrager vrij om alsnog een ander dossier in te dienen, bijvoorbeeld met een extra bouwlaag, maar dan moet hij of zij natuurlijk niet verwonderd zijn dat de gemeente als vergunningverlenende overheid kritisch is.

Ik ga er alvast van uit dat architecten in staat zijn hun dossiers en plannen op een goede manier op te bouwen. Het gaat om professionelen.

Ik denk dat we hier minstens aan beide kanten moeten bekijken waar er verbeteringen mogelijk zijn. De waarheid ligt meestal ergens tussenin en het heeft dan ook geen zin om verantwoordelijkheden door te schuiven. Ik wil samen met de lokale besturen en Netwerk Architecten Vlaanderen bekijken op welke manier Vlaanderen de lokale besturen verder kan ondersteunen met duidelijke regelgeving en kaders. Maar uiteindelijk zullen het de lokale besturen zelf zijn die moeten zorgen voor kwalitatief en voldoende personeel en adequate procedures in hun bestuur.

Het lijkt mij in elk geval niet wenselijk om alle vergunningsdossiers opnieuw naar het Vlaamse niveau te trekken of om in elk dossier een bindend advies vanuit Vlaanderen te voorzien. Ik herhaal dat er negentigduizend dossiers zijn. De meeste dossiers bij gemeenten betreffen eerder eenvoudige dossiers, waarbij geen externe adviezen nodig zijn. Ik denk niet dat Vlaanderen moet adviseren over bijvoorbeeld een veranda of een eengezinswoning.

Ook in de gevallen waarbij er adviezen worden gevraagd, kan het volgens mij niet de bedoeling zijn dat de Vlaamse administratie de lokale vergunning integraal voorbereidt in een advies. Dat is niet de bedoeling, want anders moeten we lokale besturen afschaffen of die bevoegdheden wegnemen, maar dat wil niemand.

Ik geloof meer in het versterken van die lokale bestuurskracht, waarbij Vlaanderen meer kan ondersteunen met heldere kaders en richtlijnen. De capaciteitsversterking, waar u terecht naar verwijst, wordt binnen het Departement Omgeving voorzien en is gericht op het inzetten op die ondersteuning en advisering. Het departement heeft voorbereidingen getroffen voor de aanpassing van het personeelsplan. Eindelijk, zult u zeggen. Dat wordt dus een regeringsdossier dat een dezer dagen naar de regering zal gaan.

De voorzitter

De heer Tobback heeft het woord.

Bruno Tobback (Vooruit)

Minister, bedankt voor het antwoord en zeker voor het laatste deel. Ik ben inderdaad blij dat dat er komt. Ik denk niet, misschien hebt u mij verkeerd begrepen, dat meer adviesverlening vanuit Vlaanderen automatisch het volledige probleem zal oplossen. Het is maar een van de onderdelen van het probleem.

Het is duidelijk waar er een capaciteitsprobleem is, namelijk bij die lokale besturen. Het verwondert me dat u daar snel over gaat. Vlaanderen heeft als decreetgever en regering die verantwoordelijkheid voor vergunningverlening doorgegeven aan lokale besturen die daar geen bijkomende middelen voor krijgen. In sommige steden en gemeenten loopt dat bijzonder goed, maar in andere zijn die middelen heel krap. Het is ook niet voor niets dat ik u in mijn vraag heb aangespoord om dat globaal door te lichten. Vlaanderen stuurt heel veel verantwoordelijkheden naar lokale besturen zonder daar de nodige middelen te voorzien.

Als gemeentebesturen vandaag bijkomende middelen hebben, moeten ze vaak kiezen tussen het aannemen van een bijkomend ambtenaar of het inleggen van een bijkomende bus, want ook daar hongert het Vlaamse Gewest met veel plezier de gemeenten uit en zegt dat die zelf hun financiële verantwoordelijkheid moeten nemen. De uiteindelijke eindverantwoordelijke voor heel die procedure van omgevingsvergunning is wel degelijk het Vlaamse Gewest, dat de taken verdeelt en alles decretaal vastlegt, maar het moet ook de verantwoordelijkheid nemen om de financiële lasten daarvan draaglijk te maken voor iedereen en het operationeel te maken. Het is duidelijk dat er op heel veel momenten bij heel veel vergunningsprocedures sprake is van knelpunten in het operationele, wat betekent dat er slechte dienstverlening naar burgers toe is.

Of de cijfers van NAV correct, niet correct, overdreven of overtrokken zijn – ik wil dat gerust geloven –, dat weet ik niet, ik ben ze ook niet gaan checken. Maar ik denk dat het Vlaamse Gewest de verantwoordelijkheid zou moeten nemen om die wel te gaan checken, te kijken waar er een probleem is, na te gaan of die gemeenten effectief ondergefinancierd zijn en hoe we dat probleem zo snel mogelijk oplossen, in het belang van rechtszekerheid, correcte dienstverlening en goede vergunningsverlening, in het belang van iedereen dus. Minister, ik zou er nog eens op willen aandringen om die doorlichting te doen en die cijfers van NAV te toetsen. We moeten dit echt aanpakken. Het probleem bestaat en men gaat het echt niet oplossen door de cijfers tegen elkaar te husselen.

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Ik sluit aan bij de bezorgdheden van collega Tobback. Ik las in het voorstel van wijziging van het Omgevingsvergunningsdecreet dat het een grote impact heeft op de vergunningen. In dat nieuwe Omgevingsvergunningsdecreet wordt de vergunningsverlening van klasse 2 doorgeschoven naar de lokale besturen. Dat gaat vooral over veestallen die op dit moment door de deputatie worden vergund. We horen nu al noodkreten van de lokale besturen rond te weinig capaciteit en te weinig expertise om deftige vergunningen af te leveren. Daar komt nu ook nog eens een resem ingewikkelde dossiers bij. Hoe zullen de lokale besturen op dat vlak worden ondersteund, ermee rekening houdend dat de deputatie en de Vlaamse overheid daar op dit moment al heel veel problemen mee hebben?

De voorzitter

De heer Pieters heeft het woord.

Leo Pieters (Vlaams Belang)

Ik ga heel kort zijn. Minister, mijn collega heeft volledig gelijk. Gemeentes worden ontvoogd, waardoor de bevoegdheid bij hen komt te liggen en zij de beslissing mogen nemen. Eenmaal ontvoogd, gaat men ook in de voorwaarden na of die voorwaarden nog aanwezig zijn, dus of ze de middelen hebben om personeel aan te werven en of er bekwaamheid is op het lokaal niveau. Zodra die ontvoogding is toegekend, kan die dan ook worden ingetrokken?

De voorzitter

De heer Daniëls heeft het woord.

Koen Daniëls (N-VA)

Dit is een interessante vraag. Minister, ik wil toch nog op drie aspecten focussen. Het eerste gaat over wat u zelf aanhaalde: de rechtszoekende, de burger, het bedrijf gaat in overleg met de gemeente om te kijken wat mogelijk is. Dat is een belangrijk advies. Ik denk dat het juist is. Het bespaart tijd en kosten langs de kant van de architecten. Het bespaart frustraties bij ambtenaren en gemeentediensten die dossiers moeten inlezen tot ze volledig zijn. Maar er is een ‘maar’ die ik wil meegeven. Soms vraagt men een stedenbouwkundig attest om toch enige zekerheid te hebben over wat kan en wat niet. Collega Tobback, om het niet volledig af te wentelen op de ambtenaren in kwestie: dat wordt soms politiek aangestuurd. Want als we geen stedenbouwkundige attesten afleveren, dan hebben we nog onze handen vrij. Ik kan dat soms wel begrijpen, maar aan de andere kant vind ik het voor de rechtszoekende wel niet correct, zeker niet als er zoveel tijd aan is besteed. Dat is één.

Twee, het Omgevingsloket is op het vlak van transparantie, dat moeten we toegeven, goed en handig. Je kunt daar info in terugvinden, mensen kunnen daar info in opladen. Dat is een goede zaak. 

Maar drie – en dan kom ik terug bij de politieke verantwoordelijkheid van gemeenten –, soms worden dossiers niet goedgekeurd, niet vergund. Wat stel ik vast? Dat de aanvrager dan een telefoontje krijgt om het dossier in te trekken. En dan vindt men daar niets meer van terug in het Omgevingsloket, laat staan de motivatie. Dus, diegene die een geel plakkaat heeft zien staan en zich de vraag stelt wat ermee is gebeurd, kan daar niets meer van terugvinden. Dat is de creatieve verdwijntruc. Dat lijkt me, minister, toch iets om in de gaten te houden. Als er een beslissing is genomen bij de vergunningverlenende overheid, dan mag die beslissing, zeker als het met een openbaar onderzoek en bezwaarschriften is, bekend zijn. Als een dossier wordt ingetrokken nadat er een beslissing is genomen – dat kan altijd –, dan gaat het project niet door. Het is niet vergund. Als het wordt ingetrokken, dan bestaat het twee keer niet meer. Je kunt wel niet zomaar de beslissing laten verdwijnen, als ik het zo mag zeggen. 

Dank u wel.

De voorzitter

Minister Demir heeft het woord.

Minister Zuhal Demir

De knelpunten rond het Omgevingsvergunningsdecreet werden geanalyseerd naar aanleiding van een evaluatie die is beëindigd. De wijziging van het Omgevingsvergunningsdecreet ligt voor advies bij de Raad van State. Een van die wijzigingen is dat het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek niet kan worden misbruikt door ambtenaren om onderzoek ten gronde te vermijden. Want ja, in de rechtsleer wordt ook gewezen op het feit dat het dan vooral gaat over dossiers die men eigenlijk wil weigeren en dat men daarvoor dan toch wel wat misbruik maakt van het ontvankelijkheidsonderzoek. Dat zal niet meer mogelijk zijn. Dat is een van de wijzigingen die we hebben doorgevoerd. Met die wijzigingen heeft de ambtenaar voortaan dertig dagen om de stukken op te vragen en nadien gaat de beslissingstermijn in. De overheid zelf beslist over de volledigheid ook ten gronde.

De voorzitter

De heer Tobback heeft het woord.

Bruno Tobback (Vooruit)

Ja, minister, als dat onderzoek dan effectief is gebeurd, dan zou het misschien wel nuttig zijn – vooraleer men de wijzigingsvoorstellen aan het decreet heeft ontworpen, want we hebben ze natuurlijk nog niet gezien – dat men die gegevens en die informatie over de behandelingstermijnen en de behandelingscapaciteit bij de verschillende gemeenten ter beschikking stelt van het parlement, zelfs los van de oplossingen. Ik deel op dat vlak collega Daniëls’ drang naar zo groot mogelijke transparantie.

Aan de andere kant, als men dit inderdaad gebruikt, zoals u zegt, voor dossiers die men eigenlijk zou willen weigeren of zou moeten weigeren maar om politieke redenen niet goed durft te weigeren, dan denk ik dat er inderdaad een probleem is, ofwel qua ontvoogding ofwel qua inhoudelijke capaciteit om die weigering te motiveren, waardoor men het niet durft. Dan wil ik er nog eens op wijzen dat, als men dan op het lokale niveau niet weigert omdat men dat niet durft of politiek niet wil, men dan achteraf ook niet moet komen zeuren dat er toch weer beroepsprocedures zijn, dat anderen, terecht, in beroep zullen gaan en gelijk krijgen, waarna men dan weer gaat beginnen zagen dat er geen rechtszekerheid is. Ofwel breng je die rechtszekerheid en de capaciteit om dat te doen vanaf de eerste stap erin, ofwel via lokale capaciteit ofwel via advies vanuit het Vlaamse Gewest. Ofwel schuif je de hele bal gewoon verder door in de tijd, en verspil je een hoop tijd, middelen en manuren op alle niveaus, bij gemeentebesturen, bij aanvragers, bij rechtbanken, bij god weet wie allemaal, en vervolgens in het parlement waar we erover zeuren. 

Dus ik denk dat het echt belangrijk is dat men dit eens serieus aanpakt, dat men met serieuze cijfers bij de hand dat in dit parlement eens bekijkt. Ik hoop dat een wijziging die wordt voorgesteld, daar eventueel een aanleiding voor zou kunnen zijn. Maar dit is echt wel belangrijk, als we van Vlaanderen een geloofwaardig bestuur willen maken. Want op het vlak van ruimtelijke ordening en omgevingsvergunningen is dat echt niet altijd zo, op dit ogenblik.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.

 


  Nieuwsflash
 
Te veel effluent in opslag door nat weer: wat zijn de opties voor de landbouwer? Lees meer
 
 
Erkenning als RAMP: hevige regenval juni/juli/aug 2021 en overstromingen juni/nov/dec 2021 Lees meer
 
 
Machtiging aan de lokale overheden voor bacterievuur Lees meer
 
 
Fiscaal carry-back systeem voor de ganse land- en tuinbouwsector Lees meer
 
 
10e maand na elkaar veel regenLees meer
 
 
Aanhoudende en hevige regenval: HAK waarschuwt voor schaarsteLees meer
 
 
VLM roept landbouwers op om tijdig beheerovereenkomsten aan te vragen Lees meer
 
 
Sprinkhanen, krekels en zijderupsen: Singapore erkent 16 insectensoorten als voedsel Lees meer
 
 
Agrometeorologisch bericht Lees meer
 
 
Aardappelen zijn de vaakst gegeten maaltijdbegeleider Lees meer
 
 
Uitgebreide procedure Raad voor Vergunningsbetwistingen: wijzigingsbesluit Lees meer
 
 
Beregenen met oppervlaktewater? Vergeet het onttrekkingsticket niet! Lees meer
 
 
De Under-Cover overkapping ook in land- en tuinbouwLees meer
 
 
Nieuwe functionaliteiten in de LV-AgriLens app Lees meer
 
 
Fors minder wintertarwe door de natte weersomstandighedenLees meer
 
 
Melding opkomstproblemen aardappelen tot 31/7Lees meer
 
 
Koester publieke landbouwgrond Lees meer