|
26 jan 2024 |
14:18 |
|
Brouns: "Waarom wij voor dit stikstofdecreet hebben gestemd"
U hebt opnieuw kunnen lezen dat de Raad van State zeer kritisch is geweest over het stikstofdecreet, en dat wij het nu toch zullen steunen zoals het nu voorligt.
Velen onder jullie vragen mij om opnieuw te beginnen. Om het bord af te vegen. Ik denk dat dat geen verstandige keuze zou zijn.
|
Vlaanderen was zichzelf in een vergunningenstop aan het praten. Je kan die niet drie jaar aan een stuk aankondigen dat niets nog vergund raakt zonder dat dat in de hoofden van de ondernemers sluipt, en in de hoofden van het apparaat, van de administraties die alle vergunningsaanvragen moeten beoordelen.
Een milieu-onderzoek van een bedrijf als INEOS – 800 pagina’s – is niet genoeg om onze Vlaamse administraties te overtuigen. Voor welk bedrijf is een vergunning dan wel nog haalbaar?
De landbouw zit echter al drie jaar de facto in een vergunningsstop. Zelfs vergunningen waarbij de uitstoot stevig verminderd wordt, werden geweigerd. Zelfs voor de sympathieke korte ketenbedrijven, zelfs voor mensen die willen investeren in duurzaamheid zoals pocket-vergisters was het antwoord steevast: “computer says no”.
Dat heeft zijn weerslag naar de hele keten. Stallenbouwers, ontwikkelaars van innovatieve technieken… ze zien hun orderboekjes leeglopen, hun personeel wegtrekken, ze bloeden economisch dood.
Die rampzalige situatie van de landbouw was en is zich naar de rest van de economie aan het uitbreiden. Die vergunningsstop, daar waren we op automatische piloot in terecht aan het komen.
Uiteraard was een passende beoordeling voor ieder project de situatie geweest met het meeste rechtszekerheid, dat heb ik altijd zo gezegd en dat herhaalt de Raad van State en straks misschien het Grondwettelijk Hof.
Maar voor onze boeren maakt het au fond geen verschil. Soepeler zal het op basis van dit advies niet worden.
De laatste jaren zijn voor veel van onze landbouwersgezinnen niet makkelijk geweest. Ze voelen zich geviseerd en onvoldoende gewaardeerd door de samenleving, de consument en het beleid. De onzekerheid over de toekomst, over vergunningen, over de inspanningen die moeten gebeuren, over de kafkaïaanse planlast en controles… Ze stellen zich de vraag of ze nog wel een plaats hebben in Vlaanderen. Is het probleem wel echt stikstof? Of wil men de landbouw hier gewoon weg?
Dat is de voorbije jaren het sentiment geweest. Niet alleen bij ons. Kijk naar Nederland, naar Duitsland, naar Frankrijk. Overal steekt de woede de kop op.
Maar dat is ook de reden waarom ik van mening ben dat we dit stikstofdecreet moeten stemmen. Over de uitgangspunten en de aannames kunnen we oeverloos blijven discussiëren. Die discussie, dat heb ik herhaaldelijk gezegd, dat blijf ik zeggen en dat staat ook met zoveel woorden in het stikstofdecreet, moeten we ook houden. We moeten de omslag maken, weg van een rekenprogramma dat impact op elke snipper natuur probeert te modelleren, maar met de focus op wat we kunnen meten en wat we in de hand hebben, de uitstoot van landbouwbedrijven, voertuigen en industriële installaties. Maar vandaag komen we daar niet verder mee, dat is een proces van jaren, waarvoor vandaag geen parlementaire meerderheid kon gevonden worden. We moeten echter vandaag wel uit de onzekerheid. Uit de stilstand. We moeten de hand aan de ploeg slaan en ploegen. Onze boeren moeten vanaf morgen kunnen tonen: wij zijn deel van de oplossing en niet het probleem. We willen verduurzamen, geef ons de kans.
Om de omslag naar meer duurzaamheid te maken, moeten we kunnen vergroenen en vernieuwen. En daarvoor hebben we vergunningen nodig. Daar is het ons om te doen.
Op basis van dit decreet kan elke vergunning in de landbouwsector tot 2030 verlengd worden zonder inspanning (of met een kleine inspanning voor rundveebedrijven).
Wie voor een langere periode een vergunning wil, weet wat de opdracht is die van hem of haar verwacht wordt. Voor varkens- en kippenbedrijven met de dieren in AEA stallen, is die opdracht nihil. Voor vleesveebedrijven evenzeer.
Bedrijven die wel nog een inspanning moeten doen, kunnen daarvoor rekenen op stevige ondersteuning. Een warmte-wisselaar op een kippenstal, een mestrobot in een melkveestal, een nieuwe luchtwasser met hoger rendement op een bestaande varkensstal,… op elk van deze investeringen kan elke landbouwer, jong of oud, rekenen op maar liefst 80% investeringssteun!
Voor bedrijven die ervoor kiezen om meteen een nieuwe (emissiearme) stal te zetten, begrijpen we dat dit economisch minder evident is. Daarom voorzien we 40% investeringssteun, niet op de emissiearme technieken, maar op de volledige stal. Voor jonge landbouwers stijgt deze steun zelfs tot 65%.
Ik ben er mij bewust van dat deze opdracht nog steeds heel zwaar is, maar ik nodig elke landbouwer uit om die berekening te maken voor de eigen situatie. Ik ben er van overtuigd dat dit voor velen een betere situatie is dan de onzekerheid, onduidelijkheid en onmogelijkheid waar jullie de voorbije jaren mee te maken kregen.
En ten slotte is er de vereenvoudigde passende beoordeling. Het is niet zo dat er een stikstofbad is in Vlaanderen en dat dat absoluut vol zit. Sinds de invoering van de Habitatrichtlijn is de stikstuitstoot in Vlaanderen gehalveerd. Met dit decreet gaan we die inspanning nog eens herhalen.
Dat betekent dat er ruimte zal zijn voor individuele projecten, de inspanningen van de landbouwsector komen op die manier terecht bij diezelfde landbouwsector. Met een online tool gaan we dat de komende maanden inzichtelijk maken, voor elk bedrijf. Ik wil heel eerlijk duidelijk maken dat dit inderdaad niet over een verdubbeling van een bedrijf zal gaan de eerstkomende jaren. Maar een beperkte uitbreiding, binnen de logische ontwikkeling van onze bedrijven, moet mogelijk zijn. Samen met het salderen – het doorgeven van ruimte van stoppers aan blijvers – moet dit zorgen voor perspectief voor jonge boeren.
Ik heb mij altijd verzet, en dat zal ik blijven doen, tegen de logica van het stikstofbad. Binnen die logica zegt de Raad van State nu: "het bad is vol, en moet eerst leeg vooraleer er iets kan".
Wel ik zeg u: dat is juridisch uiterst betwistbaar. Dat is economisch ondenkbaar én dat is democratisch onaanvaardbaar.
Ja wij zullen inspanningen doen om de stikstofuitstoot in Vlaanderen verder te doen dalen. Maar we zullen dat doen mét onze landbouwers, mét onze industrie, niet ten koste van onze Vlaamse economie.
En daarom dus, denk ik dat doorgaan met dit decreet vandaag de beste optie is.
Maar dat wil niet zeggen dat ik de ongerustheid, het wantrouwen en de frustratie niet begrijp. Want ook daar hebben onze boeren belangrijke bezorgdheden.
De rol van de kritische depositiewaarde; de haalbaarheid van sommige habitats, de betrouwbaarheid van de modellen, de tussentijdse deadlines die het weinig flexibel maken, er worden allemaal kritische opmerkingen over gemaakt. Het feit dat het zo lang moeten duren heeft om de uitkoopregeling voor varkens uitgerold te krijgen. Dat het nog niet gelukt is om nieuwe technieken goed te keuren. Op al die punten begrijp ik het wantrouwen.
En dus ligt er voor ons ook na het stemmen van dit decreet nog werk op de plank. Dit is geen definitieve oplossing, maar een belangrijk hoofdstuk in een breder verhaal. Nu moeten we bewijzen dat er resultaten komen: innovaties stimuleren, nieuwe technieken erkennen en vergunningen afleveren.
We weten verdomd goed dat we in de toekomst naar een beleid moeten gaan dat onderbouwd is vanuit uitstootreducties (in plaats van vermindering van depositie/neerslag). En we hebben ook al afgesproken dat we daar onmiddellijk werk van maken. Maar zo een beleid is er niet van vandaag op morgen. Zoiets vergt studiewerk en dat vergt tijd. En net die tijd hebben we nu niet. Wat nu voorligt vraagt een grote inspanning en krijgt belangrijke juridische kritiek te verduren, maar het is wel de minst slechte oplossing van alle oplossingen die tot nu toe al hebben voorgelegen.
Niets doen is gewoon geen optie. En daarom zal ik – samen met mijn fractie – voor dit stikstofdecreet stemmen.
|
|
|
|