Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Collega’s, de boeren komen op straat. De boeren zijn boos. Twintig jaar cd&v-beleid trekt een ontzettend zware strop rond hun nek. Het Landbouwrapport (LARA) dat u deze week publiceerde, toont heel duidelijk wat het effect is van twintig jaar ministers van Landbouw van cd&v. Alle milieu-indicatoren staan op rood. Onze grachten en rivieren raken niet proper, natuurgebieden stikken onder het stikstof en de uitstoot van de sector blijft toenemen.
De boeren krijgen geen eerlijke prijs, collega’s. Ondanks het feit dat we hier in een ontzettend productieve landbouwregio leven, is het niet te begrijpen dat die landbouwers daar hun inkomen niet uit kunnen halen. Het welzijn van onze landbouwers is nog nooit zo slecht geweest: het aantal zelfmoorden piekt.
Minister, zo kan het niet verder, niet voor onze natuur, maar vooral niet voor onze landbouwers.
De boeren draaien op voor alle risico’s. Als er een overstroming is, moeten zij de kosten daarvan betalen, niet de veilingen, niet de warenhuizen, niet de voedselgiganten.
Minister, ik heb het al meerdere keren aangekaart in de commissie en ook in dit parlement: enkel als er een duidelijke visie komt over de toekomst van de landbouw in Vlaanderen, de toekomst van de familiale landbouw in Vlaanderen, zal er een stap vooruit gezet kunnen worden. Voor Groen is het duidelijk: er moet een omslag komen richting lokale en plantaardige voeding. Dat is de weg die te gaan is.
Minister, ik wil u dan ook het volgende vragen. Luistert u eigenlijk naar de roep en de schreeuw van onze landbouwers? Hoe zult u ervoor zorgen dat die landbouwers een eerlijke prijs krijgen en hoe zult u ervoor zorgen dat ons leefmilieu beschermd wordt? (Applaus bij Groen)
De voorzitter
De heer D’Haese heeft het woord.
Jos D'Haese (PVDA)
Minister, wij hebben hier de afgelopen jaren heel wat debatten gevoerd over landbouw en over stikstof. Telkens wanneer er hier een debat was over stikstof, hebben we met de PVDA gevraagd om een debat over de fond van de zaak, over hoe we opnieuw werk kunnen maken van een landbouw die toekomst heeft, van een landbouw die duurzaam is voor de landbouwers en voor het milieu. En telkens opnieuw werd dat debat aan de kant geschoven. We hadden daar geen tijd voor, we konden niet van een wit blad vertrekken.
Vorige week moest er per se een stikstofdecreet komen vol met nieuwe regeltjes en verplichtingen maar zonder een stap in de richting van die duurzame en leefbare toekomst die de landbouw nodig heeft. Ik heb hier vorige week gewaarschuwd: als jullie dit decreet vandaag goedkeuren, dan gaan we hier in België binnen de kortste keren protesten hebben zoals die er vandaag al zijn in Duitsland en in Frankrijk. En het heeft geen week geduurd of onze snelwegen staan vast, Brussel is geblokkeerd, Antwerpen is geblokkeerd.
Laten we eerlijk zijn, minister: de boeren hebben groot gelijk om actie te voeren. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar de prijs van rundsvlees. Een boer krijgt daar, als hij geluk heeft, 3 euro per kilo voor, terwijl wij in de winkel 15 euro en meer betalen voor een kilo gehakt. Dat is toch gewoon niet leefbaar? Ergens wordt daar iemand rijk van, maar dat zijn niet de boeren. Dat zijn niet de boeren, want hun kosten zijn de laatste jaren enorm gestegen. Terwijl de voedingsmultinationals de prijzen in de winkels enorm hebben laten stijgen, krijgen de boeren amper meer vergoeding voor hun producten. Dus verdienen ze minder. Sommige boeren produceren zelfs met verlies. Ondertussen stapelen de aandeelhouders hun winsten op. Dat moet anders. Er moet opnieuw respect komen voor onze boeren, er moet opnieuw een eerlijke prijs komen voor onze boeren. Het wordt hoog tijd dat daar iets aan gebeurt.
Daarom snap ik dat zij vandaag actie voeren. Want ondertussen moeten ze zich ook nog eens bezighouden met een eindeloze bureaucratie en worden er gronden opgekocht door de Colruyts van deze wereld. Boven op al deze regeltjes komt nu dan nog eens een stikstofdecreet waarvan niemand kan zeggen hoelang het nog zal standhouden. (Opmerkingen bij de meerderheid)
De voorzitter
De heer D’Haese heeft het woord.
Jos D'Haese (PVDA)
Niemand kan zeggen welke regels er binnen twee jaar zullen gelden. Minister, mijn vraag is dus: hoe reageert u op die terechte bekommernissen van die boeren en wat zult u daaraan doen? (Applaus bij de PVDA)
De voorzitter
De heer Sintobin heeft het woord.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Minister, we staan hier opnieuw. Mijn vraag is tweeledig. Enerzijds hebt u afgelopen maandag in uw thuisgemeente het nieuwe landbouwrapport voorgesteld. Ook toen al waren er misnoegde boeren aanwezig, heb ik gezien. Er zijn toch een aantal conclusies die we nu al kunnen trekken: enerzijds gaat die schaalvergroting verder en zijn er steeds minder landbouwbedrijven. Het zijn wel de beste en meest productieve landbouwbedrijven van Europa – laten we dat niet vergeten. Er is een trage krimp van de veestapel. Wat voor mij heel belangrijk is, en wat ook in het landbouwrapport staat, is dat het welbevinden van de landbouwer heel laag is. Er kwamen dan massale protesten, niet alleen in Frankrijk en Duitsland maar ook in Spanje en Zweden. Eigenlijk komen er in heel Europa massale boerenprotesten op gang. Ik veroordeel die niet, zoals sommige fracties hier gisteren wel gedaan hebben. Ik veroordeel die niet, integendeel, ik juich die toe. Als er jarenlang niet geluisterd wordt naar landbouwers en als ze dan wegens hun frustraties en hun woede op straat komen – en niemand beseft hoe diep die frustraties en die woede zitten – dan geef ik hen groot gelijk.
De druppel was inderdaad het Stikstofdecreet, maar het gaat ook over strengere Europese milieuregels, administratieve overlast, een laag inkomen, een gebrek aan perspectief voor jonge landbouwers, een gebrek aan rechtszekerheid, geografische verschillen die niet erkend worden, oneerlijke concurrentie, het ontbreken van een gelijk speelveld. Het zevende Mestactieplan (MAP 7) moet dan nog komen. Daarom is mijn vraag, minister: wat is uw reactie op het landbouwrapport? Vooral: wat is uw reactie op de massale boerenprotesten? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De voorzitter
De heer Dochy heeft het woord.
Bart Dochy (cd&v)
Beste collega’s, voorzitter, inderdaad, over heel Europa komen landbouwers vandaag de dag op straat. Zij doen dat om verschillende redenen, maar een aantal zaken sporen gelijk. In Spanje bijvoorbeeld komen landbouwers vandaag op straat omdat ze geen beregening meer mogen uitvoeren op hun velden. Dit is toch een teken aan de wand, beste collega’s. Bepaalde delen van Zuid-Europa worden vandaag onderworpen aan een vorm van verwoestijning. Dat betekent dat er in de toekomst op die plaatsen nog heel weinig voedsel zal kunnen worden geteeld.
Minister, wij zijn toe aan een nieuwe update van het Verdrag van Rome, dat in 1957 werd afgesloten vanuit het perspectief om onze mensen te voorzien van gezond voedsel aan een betaalbare prijs, zodat ook diegenen die het produceren daaruit een inkomen konden halen. Dat was het uitgangspunt. En daarin zijn we geslaagd. We zijn vandaag in een positie gekomen dat niemand zich nog afvraagt of het zou kunnen gebeuren dat we onvoldoende voedsel hebben.
De strategie naar voedselvoorziening is op Europees vlak onbestaand, terwijl iedereen weet dat voedsel een strategisch product is. We hebben het meegemaakt met de oorlog in Oekraïne. Wanneer de graanschuur van Europa in brand staat, stellen we vast dat de tarweprijzen hier ongelooflijk stijgen en dat de kosten worden opgedreven. Anderzijds geeft dat opbrengsten voor de akkerbouwers.
Minister, kunnen we, naar aanleiding van het voorzitterschap van de Europese Unie geen systeem op tafel leggen waarin we pleiten voor een landbouwbeschermingswet? Dat betekent dat we een tegenstelbare wet moeten hebben om ervoor te zorgen dat op die strategische plaatsen waar voedsel de komende jaren zou moeten worden geproduceerd, de nodige acties worden genomen, de nodige productiepotentiëlen worden bewaard en dat dat tegenstelbaar is aan andere belangen in die omgeving. (Applaus bij cd&v)
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Collega’s, ik dank jullie voor jullie vragen, die terecht de zorgen capteren die vandaag zeer breed, ver buiten de grenzen van Vlaanderen, worden geuit.
Er is verwezen naar het landbouwrapport dat we maandag hebben voorgesteld. Dat gebeurde inderdaad op een heel bijzonder moment, namelijk op het moment dat de Europese boer aangeeft dat de kar overladen is en door haar as dreigt te zakken.
Ik start met het rapport, omdat er een aantal opmerkingen werden gemaakt over de Vlaamse landbouw. In dat rapport staat wel degelijk dat in vergelijking met de rest van Europa wij in Vlaanderen de meest productieve, duurzame en efficiënte landbouw hebben. Reden genoeg om die te koesteren.
Wil dat zeggen dat hier geen uitdagingen zijn? Nee, er zijn zeer veel uitdagingen. De cijfers leren ons dat er maar 13 procent opvolging is en dat het inkomen in 2021 laag was in vergelijking met de gemiddelde loontrekkende in Vlaanderen. 2022 was gelukkig al een beter jaar. Rond die prijsvorming is er wel degelijk iets te doen.
Ik heb hier in het parlement al heel vaak verwezen naar het eerste moment dat ik als minister van Landbouw publiek mocht optreden. Ik moest een actieplan over welbevinden voorstellen. Als je als vakminister in een sector moet gaan spreken over welbevinden, weet je dat er heel veel druk is en dat het niet goed gaat met die sector.
Er zijn mij altijd drie zaken bijgebleven die bijzonder actueel zijn en waarop antwoorden moeten worden geboden. Dat is, ten eerste, rechtszekerheid: geen woorden, maar daden. Vergunningen zijn vandaag nodig. Ten tweede is dat waardering, maatschappelijke waardering: hoe spreken wij over de landbouwsector? Dat gaat over de relatie tussen de boer en de burger. Waardering gaat echter ook over de eerlijke prijs, de correcte prijs voor de meest duurzame, de meest kwaliteitsvolle en de lekkerste voeding ter wereld, die hier in Vlaanderen wordt verbouwd. Ten derde zijn dat de administratieve lasten, waarover men inderdaad zegt dat de kar overladen is, vanuit Europa, maar deels ook vanuit Vlaanderen. Door de controles voelen ze zich geviseerd en hebben ze het gevoel dat ze het probleem zijn, terwijl zij voor mij net de oplossing zijn. Als we naar een duurzamere wereld willen gaan, zijn alle mensen die vandaag ondernemen – en landbouwers zijn ondernemers – de oplossing, want zij zullen zorgen voor een duurzamer economisch weefsel.
Voor mij is de essentie in dit debat dat we vanuit Europa en zeker vanuit Vlaanderen het voortouw moeten nemen om die sector te erkennen als een strategische sector. Op het ogenblik dat men zich in het Westen steeds vaker terugplooit op zichzelf en naar protectionisme neigt, wat men in het Oosten allang doet – om de Chinezen nog maar eens te noemen –, en het in het verre zuiden – de heer Dochy heeft al naar het zuiden verwezen – als het ware te warm wordt om voedsel te produceren, op dat ogenblik moeten wij resoluut kiezen voor een strategische sector hier in Europa waarbij Vlaanderen het voortouw neemt, omdat wij bij de meest duurzame, meest efficiënte en meest productieve in Europa zijn.
Als je dan gaat kijken naar antwoorden die vandaag nodig zijn om de sector te versterken, om er daadwerkelijk de strategische sector van te maken die zo nodig is in Europa en de rest van de wereld, dan gaat het inderdaad over de prijsvorming. Concreet is er in Vlaanderen nog veel te doen wat markttransparantie betreft. Voor elk voedselproduct moet de margeverdeling in de keten veel duidelijker zijn. De Fransen hebben daar al initiatieven toe genomen. Wij moeten daarin mee. Ik denk dat dat nodig is. Het kan inderdaad niet zijn dat voor een kilo varkensvlees maar 90 cent naar de varkenshouder gaat en 16 euro naar de winkel als dat daar als een kilo spek verkocht wordt. Dat verschil is inderdaad veel te groot. En dat gaat over de grond, want een landbouwer heeft uiteindelijk grond nodig. Hij is een frontsoldaat als het gaat over de klimaatverandering. Hij is zich heel goed bewust van het belang van het omgaan met die grond, maar hij moet die wel ter beschikking krijgen. Ook inzake efficiëntie en innovatie zijn er nog stappen te zetten. Wij nemen ook daar het voortouw als innovatieleider in Europa.
Op het Europese toneel heeft mevrouw von der Leyen al een aankondiging gedaan. Daar is gisteren al naar verwezen. Het is vandaag inderdaad heel moeilijk te begrijpen dat een landbouwer 4 procent van zijn dure, productieve landbouwgrond braak moet laten liggen. Dat krijg je vandaag niet uitgelegd. Als je tegen een industrieel zegt dat 4 procent van zijn productie moet worden stilgelegd, dan begrijpt die dat ook niet.
Als het gaat over het vertrouwen dat wij moeten hebben in de landbouwsector, dan gaat het ook over het loslaten van de kalenderlandbouw. Nu het klimaat wijzigt, moet je vertrouwen hebben in die mensen, die op een duurzame wijze voedsel produceren. Dan kan het niet zijn dat dat binnen strakke deadlines moet zijn. Als een akker onder water staat, kun je geen gewassen inzaaien. Ook dat zijn zaken die vandaag tegen de borst stuiten. Als wij trots zijn en onze landbouwsector kansen geven om te verduurzamen, en heel streng zijn inzake allerhande normen op het vlak van voedselveiligheid en dierenwelzijn, dan verwachten zij ook dat zij op een gelijk speelveld mogen spelen. Dan kan het niet zijn dat wij voedselproducten vanuit het verre zuiden importeren die aan minder strenge eisen moeten voldoen. Dan kan het niet zijn dat wij hier legbatterijen afbreken, waarna die opnieuw worden geïnstalleerd in Oekraïne en we diezelfde eieren importeren. Dat gebeurt. Dat soort zaken stuiten vandaag tegen de borst.
Ik ben in de voorbije periode geen enkele landbouwer tegengekomen die me zei dat hij niet wil meedoen aan die verdere verduurzaming, die nodig is. Ze willen dat wel doen, maar ze willen daar ook de kans toe krijgen. Daarover gaat het. Als die lat hoog ligt, dan hebben we er alleen maar baat bij dat al die ondernemers in Vlaanderen, want het gaat dan ruimer dan de landbouw, over die lat kunnen. Want als je wil verduurzamen, moet je kunnen vernieuwen, moet je de oude stallen kunnen afbreken en kunnen investeren in nieuwe stallen. Mevrouw Schauvliege, dat doen we trouwens al twintig jaar. Al twintig jaar worden hier enkel nog ammoniakemissiearme stallen gebouwd. Dat is ook twintig jaar cd&v-beleid.
Als het dan gaat over de bescherming van onze omgeving, dan heeft collega Dochy gelijk. Kijk naar de inspanningen die Vlaanderen doet in het kader van natuurherstel in Europa. We hebben in de voorbije periode de stikstofuitstoot gehalveerd. We gaan dat nu opnieuw doen, maar dan moeten we dat doen op zo’n manier dat we die strategische sector wel beschermen, dat die strategische sector de kans krijgt om mee te doen, dat die strategische sector zich kan versterken. Dan moet je inderdaad durven te gaan naar een landbouwbeschermingsreflex, die er vandaag onvoldoende is. Dan moet je de impact toetsen van bestaande en nieuwe wetgeving op die sector, die strategisch is voor Vlaanderen en de rest van Europa. Dat is noodzakelijk.
Collega’s, ik rond af. Voor mij is het altijd duidelijk geweest – en dat moeten we ook duidelijk durven te stellen – dat landbouw nog altijd in de ziel van Vlaanderen zit. Die moet je koesteren, niet vanuit een protectionistische houding, of vanuit een conservatieve houding van ‘alles moet bij het oude blijven’, maar wel vanuit het besef dat het een noodzakelijke sector is voor de welvaart van Vlaanderen, nu en in de toekomst. (Applaus bij cd&v en van Marino Keulen)
De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Minister, twintig jaar cd&v-beleid, en nu komen de boeren op straat. Ik zou in uw plaats niet durven te beweren dat dat een succes is. U schiet op de Europese regels, maar ik denk dat u zich van vijand vergist. Het echte probleem is dat de boeren geen eerlijke prijs krijgen voor het werk dat ze verzetten, voor het voedsel dat ze produceren, en u en uw partij nagelaten hebben om daarvoor te zorgen. Ik hoor u hier van alles zeggen, maar ik hoor geen enkel concreet voorstel over hoe u het nu precies gaat aanpakken.
En intussen zijn de boeren het slachtoffer van de klimaatverandering, of bent u misschien vergeten wat er de afgelopen weken in de Westhoek is gebeurd en hoe de oogst daar is blijven zitten?
Minister, we moeten er vooral op letten dat de productiviteit van sommige landbouwgronden niet blijft achteruitgaan. Dat is nu ook het geval. We moeten zorgen voor een goede bodem, geen overbemesting. Ons landbouwsysteem moet en kan nog heel wat duurzamer. Onze boeren moeten een eerlijke prijs krijgen, minister.
Mijn vraag is dan ook heel concreet. U hebt daarnet heel veel verteld, maar ik heb geen enkele concrete maatregel gehoord. Hoe zult u ervoor zorgen dat onze boeren een eerlijke prijs krijgen? Gaat u iets doen aan de wurgcontracten tussen de supermarktketens en de landbouwers, waar de boeren nu het slachtoffer van zijn? (Applaus bij Groen)
De voorzitter
De heer D’Haese heeft het woord.
Jos D'Haese (PVDA)
Minister, u lijkt te vergeten dat u minister bent! U lijkt te vergeten dat jullie al twintig jaar de minister leveren. Ik heb geen enkel concrete maatregel gehoord met betrekking tot wat u vandaag gaat doen.
U spreekt over drie zaken die nodig zijn. De eerste is rechtszekerheid. Maar u hebt hier samen met de rest van de Vlaamse Regering vorige week wel een Stikstofdecreet door het parlement gejaagd waarvan iedereen weet dat het geen stand zal houden. Als ik met jonge boeren spreek, vragen ze mij hoe ze nu kunnen investeren in nieuwe melkinstallaties enzovoort als de bank hun geen lening wil geven omdat ze niet weten of ze binnen twee jaar überhaupt nog een bedrijf zullen kunnen hebben.
U spreekt over waardering en eerlijke prijs, maar cd&v heeft alle vrijhandelsverdragen mee goedgekeurd die vandaag die prijzen mee drukken en die onze boeren laten meeconcurreren op de wereldmarkt tegen andere continenten.
En u spreekt over administratieve lasten, maar wie heeft het gemeenschappelijk Europees landbouwbeleid mee goedgekeurd, minister? Jawel, cd&v, samen met het Vlaams Belang natuurlijk, dat je daarover niet hoort. Jullie hebben al die bureaucratische regeltjes waar boeren nu één tot twee dagen per week papieren voor moeten invullen, allemaal mee goedgekeurd.
Dus de vraag is niet: meer lippendienst aan de boer. De vraag is wat u als minister van Landbouw zult doen om te zorgen dat er terug respect komt voor de landbouw. (Applaus bij de PVDA)
De voorzitter
De heer Sintobin heeft het woord.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Eerst en vooral, ik ben blij dat de collega’s Dochy en Van Hulle vandaag aanwezig zijn.
Twee, wat betreft het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), collega D’Haese: we hebben dit inderdaad goedgekeurd omdat het GLB het net mogelijk maakt om subsidies te geven aan de boeren. Maar dat vertelt u er niet bij.
Minister, u toont zich de verdediger van de familiale landbouw, en u schiet op uw collega-minister, die we in het hele debat, sinds de massale boerenprotesten zijn begonnen of sinds de goedkeuring van het Stikstofdecreet, nog niet hebben gehoord. En u schiet op Europa. Terwijl ik hier al jaren zeg dat de Europese regelgeving nefast is voor onze landbouwsector. Ik en mijn fractie stonden hier alleen. Ik werd uitgelachen, ik werd beschimpt. En nu zie ik de afgelopen dagen dat uw partij en zelfs Open Vld en eerste minister De Croo inspanningen doen bij Europa om bepaalde maatregelen terug te schroeven. Hoe hypocriet kun je in godsnaam zijn?
Er is het Europees voorzitterschap, en morgen is er de Europese top. Bent u in overleg met eerste minister De Croo, en wat gaat u verder doen inzake Europa? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De voorzitter
De heer Dochy heeft het woord.
Bart Dochy (cd&v)
Collega’s, vorig weekend was er in Roeselare een landbouwbeurs. Meer dan 18.000 bezoekers kwamen er langs. Waarschijnlijk zijn heel velen onder jullie daar ook geweest om te praten met de landbouwers, om effectief ook eens te luisteren. Het viel op dat er heel veel jonge mensen aanwezig waren. Ondanks het feit dat we vaststellen dat de gemiddelde leeftijd van de landbouwer 56-57 jaar is en dat slechts 13 procent zegt een opvolger te hebben, is er heel veel enthousiasme bij jonge ondernemers om zich te engageren in de landbouwsector, een sector die belangrijk is om onze mensen van voeding te voorzien. We pleiten voor de landbouwers, voor rechtszekerheid voor de jonge bedrijven, voor toekomstperspectief en carrièreplanningsmogelijkheden voor de jonge landbouwers, maar eigenlijk ook voor iedere inwoner van Europa. Want vergeet het niet, beste mensen: wij hebben nood aan een strategisch plan om onze voedselvoorziening in Europa veilig te stellen. Onze regio zal daar ongetwijfeld een belangrijk deel van uitmaken. (Applaus bij cd&v)
De voorzitter
De heer Van Hulle heeft het woord.
Bart Van Hulle (Open Vld)
Minister, gisteren heeft uw collega-minister Demir aangekondigd dat ze volgende week de resultaten van de economische impactstudie van de Natuurherstelwet kenbaar gaat maken. Nu, ik was daarover verwonderd. Ik vind het heel goed dat dat is gebeurd, maar ik neem u even mee naar twee jaar geleden, minister, toen u nog parlementslid was en naast mij zat. Ik vroeg toen een economische impactanalyse van het stikstofplan dat voorlag. Ik kreeg daar van minister Demir geen steun voor. U vond het toen, als parlementslid, wel een goed idee om een economische impactanalyse te doen. Ik vraag me af, nu u minister van Landbouw bent en het Stikstofdecreet is gestemd, of het niet interessant zou zijn om alsnog een economische impactanalyse te doen. Ik denk dat dat een goed idee zou zijn voor u, als minister van Landbouw en Economie.
Ik heb nog een tweede vraag.
De voorzitter
Een tweede vraag? U kunt maar één vraag stellen en uw tijd is helaas om.
Collega Joosen heeft het woord.
Sofie Joosen (N-VA)
De boerenstiel is een stiel die zich kenmerkt door noeste arbeid. Onze landbouwers doen veel inspanningen voor milieu en dierenwelzijn, maar die inspanningen worden vandaag onvoldoende verloond. De markttransparantie, de prijstransparantie moet beter. De boer krijgt vandaag geen correcte prijs voor zijn of haar product. We staan echt voor fundamentele keuzes. Ik roep de landbouwers dan ook op om zich te verenigen in producentenorganisaties. Dat is een mogelijkheid die vandaag nog te weinig gekend is en gebruikt wordt. Het zou alvast een heel groot verschil kunnen maken.
De toekomst van onze Vlaamse landbouw zal er anders moeten gaan uitzien, want de boerenstiel in Vlaanderen mag absoluut niet verloren gaan.
Minister, het is een pijnlijke vaststelling dat het ketenoverleg, dat toch zou moeten zorgen voor die eerlijke waardeverdeling binnen die keten, onvoldoende blijkt te werken, onvoldoende afdwingbaar is. Mijn vraag aan u is welke afdwingbare, concrete maatregelen u gaat nemen om tot een betere prijszetting te komen. (Applaus bij de N-VA)
De voorzitter
De heer Tobback heeft het woord.
Bruno Tobback (Vooruit)
Voorzitter, minister, collega’s, ik heb zelden – maar het is regelmatig zo – zo'n dik rookgordijn gezien als in het antwoord dat op deze vraag werd gegeven. Voor alle duidelijkheid: als onze boeren vandaag voor bijzonder lage marges – en dus bijzonder hoge risico’s – gigantische volumes moeten produceren, dan is dat een gevolg van het Europese landbouwbeleid. Dat Europese landbouwbeleid, daar heeft mijn partij altijd tegen gestemd. De partij van collega Brouns is daarvoor, de liberalen zijn daarvoor, de collega’s van het Vlaams Belang zijn daarvoor. Het is heel simpel: u hebt dit model en dit systeem ontworpen. Dat leidt er inderdaad toe dat we in Vlaanderen niet 4 procent van onze grond niet gebruiken voor onze voeding. Dat leidt ertoe dat we in Vlaanderen meer dan de helft van onze akkergrond gebruiken om veevoeder te produceren voor beesten die we naar China exporteren. Dat heeft dus niets met strategische voedselveiligheid te maken. Stop dus toch met die cynische redeneringen en met de mensen voor te liegen.
Als u wilt dat boeren inderdaad een toekomst hebben die comfortabel is en waarin zij kunnen ondernemen en geld verdienen – fair geld verdienen – dan moet dat model op de schop en dan moet dat herzien worden. Maar dat model, collega’s, dat hebt u, dat heeft BB, dat hebben al de landbouworganisaties zelf uitgetekend. Dat heeft niets te maken met natuurherstelwetten of milieuregels. Dat heeft te maken met plat geldgewin. (Applaus bij Vooruit en Groen)
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Dank u wel, collega’s. Ik zal een aantal dingen herhalen want blijkbaar zijn die niet opgeslagen.
In mijn eerste antwoord op de vragen rond de prijs heb ik heel duidelijk verwezen naar meer markttransparantie. Het voorbeeld uit Frankrijk, waarbij voor elk voedselproduct de marge heel duidelijk wordt gemaakt, is een belangrijke eerste stap. Ik denk ook concreet aan het voorbeeld van de prijzencommissie, zoals die bestaat voor eieren en voor het varkensvlees in Duitsland en, inderdaad, het ketenoverleg.
Collega D’Haese, als het gaat over rechtzekerheid: ik zat zondag in de studio met een landbouwer die terecht zegt dat hij al drie jaar stilstaat. Zelfs een vergunning voor meer comfort voor zijn dieren ging niet meer. Wel, die stilstand is nu doorbroken. We kunnen die mensen alleen maar meenemen in een verder verduurzamingsverhaal als je ze de kans geeft om te vernieuwen en dus om te vergunnen. Dat is de essentie, want zij zijn de oplossing, zij zijn niet het probleem. We moeten stoppen met naar die mensen te wijzen dat zij het probleem zijn, zij zijn de oplossing. En zij krijgen daartoe nu nieuwe kansen.
Wat het GLB betreft, denk ik inderdaad dat er verbeterpunten zijn, maar we leven hier niet in China, maar wel in een democratie. Ik ben bijgevolg niet de politicus die zegt dat hij alles alleen kan.
Collega Sintobin, wat het overleg betreft, kan ik verwijzen naar het overleg dat vanmiddag heeft plaatsgevonden met de verschillende belangenorganisaties die de boeren vertegenwoordigen. We hebben daar ook afgesproken dat wij nog in de schoot van de regering een aantal zaken zullen bekijken. We hebben vanmiddag nog overleg met de Franse collega en alle Belgische bevoegde ministers. Wij gaan inderdaad van het Europese voorzitterschap gebruikmaken om met alle Europese landbouwministers rond de tafel te zitten. Ik denk dat dat nodig is om te kijken wat daar nog bijgestuurd kan worden in functie van de versterking van de sector als een strategische sector.
Er is een vraag gesteld over de impactstudie. Collega Van Hulle, ik heb vastgesteld dat collega Somers daarrond nooit enige vraag gesteld heeft in de regering en dat wij degenen zijn die op de rem hebben gestaan wat betreft de Natuurherstelwet, omdat de impact tot op vandaag niet duidelijk is.
Collega Tobback, u bent tegen de landbouw, dat is voor mij duidelijk. U bent tegen de meest duurzame en efficiënte landbouw. U wilt die afbouwen … (Opmerkingen van Bruno Tobback. Applaus bij de meerderheid)
Ik stel vast dat wij de meest duurzame, de meest performante en de meest efficiënte landbouw hebben in Vlaanderen en dat u die wilt afbouwen. (Opmerkingen van Bruno Tobback. Applaus bij de meerderheid)
De voorzitter
Collega Tobback, alstublieft! (Opmerkingen van Bruno Tobback)
Neen, geen persoonlijk feit. Laat de minister antwoorden. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
Collega Tobback, de minister heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Als het gaat over export: wij exporteren 75 tot 80 procent van ons duurzaam en kwaliteitsvol voedsel in de directe omgeving.
Tot daar, voorzitter.
De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Minister, ik hoor u weer van alles en niets zeggen. U gaat het ketenoverleg verder zetten dat u ooit eens hebt opgestart, maar dat heeft tot nu toe geen zoden aan de dijk gebracht. U spreekt over markttransparantie, maar wat onze boeren vragen, is een eerlijke prijs. Daarover hoor ik u geen enkel concreet voorstel doen. Nochtans zijn er wel boeren die het anders willen doen, die een andere bedrijfsvoering naar voren willen schuiven en die naar meer plantaardig, minder pesticiden en minder kunstmest willen gaan. Zij hebben het lef om dat te doen, maar zij vragen daar uw ondersteuning voor, en die krijgen ze niet. Daar moet u inspanningen voor doen. Ik wil u oproepen om te stoppen met de kop in het zand te steken en ervoor te zorgen dat onze boeren een eerlijke prijs krijgen voor voedsel, dat wij kunnen genieten van lekker en gezond voedsel en dat we aan de milieuvoorwaarden kunnen voldoen. (Applaus bij Groen)
De voorzitter
De heer D’Haese heeft het woord.
Jos D'Haese (PVDA)
Minister, van democratie gesproken: eerst keurt u zelf het landbouwbeleid in Europa goed en dan komt u hier zeggen dat u niets anders kunt omdat het moet van Europa. Met die houding hebben mensen en landbouwers het echt wel gehad.
Ik kan alleen maar vaststellen dat minister Demir vermist is sinds de goedkeuring van het stikstofakkoord. Ze is nergens nog te bespeuren om haar beslissing te verdedigen. (Applaus bij de PVDA)
Ondertussen komt de N-VA hier voor producentenorganisaties pleiten. Ik vind dat allemaal een goede zaak, maar het punt is dat we er met de vrije markt, die de boeren op deze manier onder druk zet, niet gaan geraken, en daar gaan een paar producentenorganisaties jammer genoeg niet voldoende aan kunnen veranderen, net zoals transparantie daar niet voldoende aan zal veranderen. Transparantie zal daar ook niet voldoende aan veranderen. Minister, u verwijst naar Frankrijk. U hebt toch ook wel gezien dat de boeren evenveel op straat komen als hier en zij hier voor inspiratie hebben gezorgd. Dus ik denk dat die transparantie niet volstaat en dat er maatregelen nodig zijn voor een eerlijke prijs. Daarvoor hebt u vandaag geen enkele maatregel op tafel gelegd. (Applaus bij de PVDA)
De voorzitter
De heer Sintobin heeft het woord.
Stefaan Sintobin (Vlaams Belang)
Ik wil eerst reageren op enkele collega’s. Collega Van Hulle, u spreekt over een socio-economische impactstudie. Wij hebben hier als fractie enkele tijd geleden al een voorstel van resolutie ingediend. U hebt toen allemaal tegengestemd. Kom dus hier nu niet spreken over een socio-economische impactstudie.
Collega Tobback, u hebt tegen het GLB gestemd omdat u natuurlijk vond dat het niet ver genoeg ging en dat het niet groen genoeg was. U bent tegen de landbouw, ondanks al uw geroep.
Aan de collega's van de N-VA wil ik vooral zeggen – en u hebt het gisteren misschien gemist, collega Joosen – dat het jullie minister-president was die de federale overheid vroeg om de blokkade op te heffen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het was jullie federaal parlementslid Theo Francken die sommige actievoerders crapuul noemde. Hij noemde ze crapuul. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Hij heeft de hele dag geprobeerd om het recht te zetten.
Minister van Landbouw, ik vraag u om een tandje bij te steken. Wij als Vlaams Belang zijn altijd overtuigd van de landbouwsector als een belangrijke strategische economische sector, met export. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De voorzitter
De heer Dochy heeft het woord.
Bart Dochy (cd&v)
Er overvalt mij een gevoel van plaatsvervangende schaamte. Terwijl mensen op straat komen met een eerlijke vraag, voor hun toekomst, voor een toekomstperspectief, zitten wij hier in dit parlement, dat het centrum van de democratie in Vlaanderen moet zijn, te roepen, mensen te beschuldigen als crapuul, en dergelijk meer. Dit is beneden alle peil.
Mijnheer Tobback en mijnheer D’Haese, ik zal jullie een boekje cadeau doen: ‘De graanrepubliek’ van Frank Westerman, een Nederlandse auteur. Jullie moeten dat lezen. De basis van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, de basis van de schaalvergroting, is gelegd door Sicco Mansholt. Het was een geestesgenoot van jullie, het was een communist, het was iemand uit Friesland en hij was landbouwer. Hij is degene die de schaalvergroting geïntroduceerd heeft. (Applaus bij cd&v en het Vlaams Belang)
De voorzitter
De actuele vragen zijn afgehandeld.