Productie op gemiddeld niveau, met grote verschillen tussen landen
De oogst in het NEPG-gebied (EU-04) bedroeg 22,7 miljoen ton, een stijging van 5,1% ten opzichte van 2022 en bijna gelijk aan het vijfjarig gemiddelde. Deze cijfers houden rekening met de geschatte verliezen op het veld in de 4 NEPG-landen. Aardappelen werden geteeld op een totale oppervlakte van 519.583 hectare, wat 2,0% meer is dan in 2022. De gemiddelde opbrengsten opgeslagen in het NEPG-gebied bedroegen 43,7 ton/ha, een stijging van 1,4% ten opzichte van 2022.
In tegenstelling tot de rest van het NEPG-gebied waren de opbrengsten, oppervlakte en dus de totale productie in Nederland in 2023 lager dan in 2022. In België, ondanks de dramatische verliezen die veel boeren hebben geleden, is de totale productie met 18% gestegen dankzij een toename van 7,9% in oppervlakte en een beter gemiddeld rendement per hectare.
Kosten en risico's blijven toenemen
De meeste producenten realiseren zich dat aardappelteelt niet alleen een kostbare activiteit is, maar ook een risicovolle onderneming. In deze omstandigheden rijst de vraag hoeveel oppervlakte er onder de huidige marktomstandigheden moet worden beplant. Gunstige contractvoorwaarden compenseren niet de hogere productiekosten en steeds toenemende risico's. Bovendien zijn veel velden beschadigd en samengeperst door het buitengewoon vochtige najaar en begin van de winter.
Te weinig pootgoed en minder vrije aardappelen
Ook de beschikbaarheid van pootgoed is zorgwekkend. Het is onduidelijk welk volume beschikbaar zal zijn voor de meest gebruikte variëteiten. Het is duidelijk dat het pootgoed veel duurder zal zijn, met zorgen over de kwaliteit van het pootgoed (wanneer het wordt gesneden). Het is waarschijnlijk dat fabrieken en pootgoedhandelaren hun klanten zorgvuldig zullen selecteren. De beschikbaarheid van pootgoed zal ook over het algemeen gekoppeld zijn aan contracten. Er zullen veel meer gesneden pootaardappelen zijn, vooral in de gemiddelde maten (45-55 mm), wat ongebruikelijk is.
De gevolgen van een groter aantal gesneden pootaardappelen voor de opkomst, het aantal stengels per hectare en de totale productie kunnen een probleem vormen voor het potentiële rendement. Minder pootgoed en pootgoed dat aan een contract is gebonden, betekenen ook dat er minder aardappelen beschikbaar zullen zijn op de vrije markt.
Bovendien heeft de verwerkende industrie nog steeds groeiende behoeften. Het zal moeilijk zijn om voldoende areaal te contracteren om aan de vraag naar aardappelen te voldoen. Voor de producenten is het duidelijk dat een grotere risicopremie dan voorheen noodzakelijk zal zijn.