De hoofdmoot van alle subsidies is bedoeld om boeren hun inkomen op te krikken. Vroeger beloonde de EU landbouwers in functie van de hoeveelheid melk, eieren, vlees, fruit of groenten ze produceerden. Maar dat leidde tot overschotten. In de jaren 90 veranderde men van strategie. Sindsdien wordt er financiële steun gegeven op basis van de omvang van het bedrijf.
Wie een aantal duurzaamheidsmaatregelen neemt, krijgt een extraatje. Ook samenwerkingsverbanden worden financieel gestimuleerd. De overschot van het Europese geld gaat naar iedereen die meehelpt aan ‘de ontwikkeling van het platteland’. In die categorie zitten dus niet noodzakelijk uitsluitend landbouwers.
Ons land ontving in 2022 in totaal 785 miljoen euro aan Europese landbouwsteun. Het grootste deel daarvan ging naar inkomenssteun voor boeren, het bevorderen van duurzaamheid en het stimuleren van samenwerkingsverbanden. Het ging om zo’n 576 miljoen euro, ofwel 73 procent van alle steun. De overige 209 miljoen euro - of 27 procent - ging naar ‘de ontwikkeling van het platteland’. Een categorie met een brede waaier aan ontvangers.
Er zijn in totaal 37.500 mensen, bedrijven en organisaties in België die in 2022 landbouwsubsidies ontvingen. Ongeveer 35.000 daarvan kregen geld uit de pot die bedoeld is voor inkomenssteun. Gemiddeld ging het om 16.500 euro per ontvanger. De individuele verschillen zijn echter enorm. Zo zijn er landbouwers die in 2022 slechts een paar honderd euro steun ontvingen, terwijl het voor anderen om meer dan driehonderdduizend euro ging. De belangrijkste verklaringen daarvoor zijn de omvang van hun bedrijf of de omvang van bepaalde investeringen.
47 miljoen voor één organisatie
Maar het zijn niet de individuele landbouwers die met de grootste bedragen gaan lopen. Die eer is weggelegd voor samenwerkingsverbanden van boeren. De absolute koploper is de Logistieke en Administratieve Veilingassociatie (LAVA). Dat is de koepel van de grootste Belgische groente- en fruitveilingen, met onder andere BelOrta en coöperatie Hoogstraten als aandeelhouders. Die organisaties vertegenwoordigen op hun beurt meer dan duizend boeren. LAVA ontving in 2022 bijna 47 miljoen euro aan subsidies.
LAVA heeft de koppositie al jaren stevig in handen en laat andere ontvangers ver achter zich. In 2022 kreeg de tweede in de rangschikking ‘slechts’ 4,5 miljoen euro. Het ging om Ingro, een vereniging van groentetelers. Een andere vereniging van groenteboeren (Unigrow) sloot de top drie af met 2,9 miljoen euro aan subsidies.
Europa maakt in haar subsidiesysteem geen onderscheid in rang, stand of vermogen. Zo hebben bijvoorbeeld ook de zus en broer van koningin Mathilde recht op landbouwsteun. Zowel gravin Elisabeth d’Udekem d’Acoz als graaf Charles ontvingen in 2022 respectievelijk 13.400 euro en 12.600 euro landbouwsubsidies. Zij bezitten boerderijen en kregen in ruil van Europa een financieel duwtje in de rug.
Ook graaf Ghislain d’Ursel en graaf Jean De Renesse - die beide in Limburg landgoed bezitten - ontvingen in 2022 respectievelijk voor 56.000 euro en 76.000 euro aan landbouwsteun. De ondernemersfamilie Van den Brande - die vooral investeert in rusthuizen en over een geschat vermogen van 20 miljoen euro beschikt - had in 2022 dan weer recht op zo’n 83.000 euro landbouwsubsidies om te investeren in hun wijngaard in het Antwerpse. Een andere opvallende naam is die van ex-minister Herman De Croo. Hij bezit in de Vlaamse Ardennen een boerderij waar hij paarden en schapen houdt. Voor hem was er 2.800 euro aan steun.
Driehonderd scholen
Het geld gaat ook naar ontvangers die eigenlijk niks met landbouw te maken hebben. Zo kregen meer dan 300 scholen Europese subsidies in 2022. De bedoeling was dat ze daarmee landbouwproducten verdeelden onder hun kleuters en leerlingen zodat die ‘gestimuleerd’ werden om meer groenten, fruit en melk te consumeren. Het ging om bedragen van duizend tot vijfduizend euro per school.
Kijken we naar de pot met geld voor ‘de ontwikkeling van platteland’, dan slinkt het aantal ontvangers drastisch. Uit die pot kregen zo'n 16.000 mensen centen. Gemiddeld ging het om 13.000 euro steun per ontvanger, maar ook hier zijn er grote verschillen. En er is een nog grotere verscheidenheid aan ontvangers.
Overheidsdiensten, boerenorganisaties en natuurverenigingen verdeelden in 2022 de grootste brokken onder elkaar. Zo ging er 1,2 miljoen euro naar de Vlaamse Landmaatschappij en 1,6 miljoen euro naar de Waalse overheid. Een avondschool voor boeren verbonden aan het Algemeen Boerensyndicaat ontving 1,4 miljoen euro en een school van de BB was goed voor 800.000 euro aan steun. Bij Natuurpunt mochten ze in 2022 dan weer net geen miljoen euro op de rekening bijschrijven.
De landbouwsteun gaat ook naar organisaties zoals Ferm, vroeger bekend als de Katholieke Landbouwersvrouwen. Zij kregen 116.000 euro in 2022. Andere opvallende ontvangers zijn provincie- en gemeentebesturen, adviesbureaus, ziekenhuizen, universiteiten of hogescholen en toeristische diensten.
Leuven is geen stad die vaak in verband gebracht wordt met landbouw, maar toch staat de studentenstad afgetekend op nummer één in de ranglijst van steden en gemeenten die in 2022 de meeste landbouwsteun ontvingen. Het ging om liefst 49,6 miljoen euro.
Dat heeft alles te maken met de aanwezigheid van de Logistieke en Administratieve Veilingassociatie (LAVA). Die koepel van Belgische groente- en fruitveilingen heeft haar hoofdzetel in Leuven en ontving bijna 47 miljoen euro. Ook een school van de BB - Agrocampus - bevindt zich in Leuven en kreeg 800.000 euro aan steun.
- Logistieke en Administratieve Veilingassociatie (LAVA): 46,9 miljoen €
- Telersvereniging Industriegroenten (INGRO): 4,5 miljoen €
- Unigrow: 2,9 miljoen €
- Waalse overheid: 1,6 miljoen €
- Nationaal Agrarisch Centrum: 1,5 miljoen €
- Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing: 1,3 miljoen €
- Vlaamse Landmaatschappij: 1,2 miljoen €
- Natuurpunt: 970.000 €
- Fa-Way Waalse bioboer: 900.000 €
- Inagro: 860.000 €
West-Vlaanderen boven
Verder in de top-10 is het vooral West-Vlaanderen dat de meeste posities inneemt. Roeselare en Diksmuide zijn steden op het platteland waar heel wat boeren wonen. Op het grondgebied van beide steden kregen samen meer dan vijfhonderd mensen, bedrijven en organisaties geld uit de Europese subsidiepot. Het ging om respectievelijk 8,6 miljoen en 7,6 miljoen euro. De top vijf wordt vervolledigd door Poperinge (6,5 miljoen euro voor 350 ontvangers) in West-Vlaanderen en Doornik (6,1 miljoen voor 303 ontvangers) in Henegouwen.
- Leuven: 49,6 miljoen €
- Roeselare: 8,6 miljoen €
- Diksmuide: 7,6 miljoen €
- Poperinge: 6,9 miljoen €
- Doornik: 6,1 miljoen €
- Ieper: 5,4 miljoen €
- Libramont: 5,3 miljoen €
- Bastenaken: 5 miljoen €
- Ardooie: 5 miljoen €
- Wuustwezel: 4,8 miljoen €