Verslag
De voorzitter
De heer Steenwegen heeft het woord.
Chris Steenwegen (Groen)
De Vlaamse Regering is de voorbije jaren altijd voorstander geweest van het akkoord met het Mercosurhandelsblok. Zoals u weet, heeft de Groenfractie zich altijd tegen het akkoord in huidige vorm verzet door de gigantische problemen die het Mercosurakkoord momenteel dreigt te veroorzaken, niet alleen voor Europese boeren, maar ook ontbossing, sociale rechten en het klimaat. Onze Europese fractie publiceerde enkele maanden geleden een uitgebreide studie over het landbouwluik van dat akkoord, met een verontrustend resultaat. De studie onderstreept de verstoring van de concurrentie en de landbouw en het ontbreken van een ‘level playing field’ tussen de Europese Unie en Mercosur.
De regelgeving van alle landbouwproductieketens in Mercosur is en blijft in het algemeen zwak in vergelijking met de EU-regelgeving.
Volgens de studie kan de geschatte extra ontbossing als gevolg van de overeenkomst en de toegenomen rundvleesexport in de komende vijf jaar een gebied van minimaal 620.000 hectare tot maximaal 1,35 miljoen hectare beslaan.
In een notendop wordt verwacht dat de overeenkomst tussen de EU en Mercosur een negatief effect zal hebben op zowel het milieu als de gezondheid. Natuur met zeer grote biodiversiteit zal verloren gaan en er zullen extra broeikasgassen vrijkomen, wat gevolgen zal hebben voor de klimaatverandering. Daarnaast neemt het risico op lokale vervuiling in Mercosur toe en zal een toenemend gebruik van antibiotica en pesticiden gevolgen hebben voor de gezondheid van burgers, zowel hier als de consumenten in Europa.
De studie zegt dat de Europese invoer van rundvlees uit Mercosur zal toenemen met 23 tot 52 procent tegen 2030. Die invoer en andere invoer zal een grote impact hebben op onze veehouders, die opnieuw zullen moeten opboksen tegen geïmporteerd vlees dat veel goedkoper is, omdat het niet aan dezelfde normen inzake milieu en dierenwelzijn moet voldoen.
Hebt u of heeft uw administratie zelf een inschatting of rapport van de impact van het Mercosurakkoord op de Vlaamse landbouw en veehouderij? Zo ja, wat is deze inschatting?
Welke standpunten heeft de Vlaamse Regering binnen het intra-Belgische overleg ingenomen rond het akkoord met Mercosur?
Deelt u de inschatting dat een goedkeuring van het Mercosur-akkoord door de veel lagere milieu- en andere kwaliteitsnormen nog meer druk zal zetten op de prijzen van landbouwgoederen in Europa en Vlaanderen, die nu vaak al veel te laag zijn om onze boeren een goed inkomen te geven?
Zal de Vlaamse Regering even actief blijven ijveren voor de goedkeuring van het akkoord met Mercosur of zal de Vlaamse Regering haar standpunt veranderen en tegen dat akkoord pleiten?
De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
De analyse die mijn collega maakt, is heel duidelijk. Het akkoord wordt momenteel on hold gezet, vooral door het aspect van Brazilië en het Amazonegebied.
Wat is concreet de huidige stand van zaken van het akkoord? Wordt er een definitief akkoord voorzien?
Welke stappen zullen België en Vlaanderen eventueel concreet ondernemen tijdens het EU-voorzitterschap? Ondertussen liet Wallonië duidelijk merken dat het zich zal verzetten tegen het Mercosurakkoord. Komt er een gelijkaardig protest vanuit Vlaanderen? Is er een afstemming met de Waalse collega’s? Welk standpunt zal België innemen?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Het ongelijke speelveld met derde landen vormt inderdaad een belangrijk onderdeel van het ongenoegen in de sector, zowel in Vlaanderen als in de rest van het land en de Europese Unie.
Handelsaangelegenheden zijn, zoals u weet, een Europese bevoegdheid en worden onder andere in het comité voor handelsbeleid met de lidstaten besproken. Via de ‘derde generatie’ handelsakkoorden wordt inmiddels gestreefd naar een gelijk speelveld, maar dit is een traag proces.
Zoals u ook aangaf, is er in 2019 een princiepsakkoord bereikt tussen de Europese Unie en Mercosur. Nadien is er onder protest van verschillende lidstaten een ontwerpvoorstel van bijkomend instrument uitgewerkt door de Europese Commissie, om een antwoord te bieden op de bezorgdheden rond milieu, klimaat en ontbossing. Dit bijkomend instrument zou dezelfde juridische waarde hebben als het akkoord zelf en is al enkele keren besproken met de handelspartners van Mercosur, tot nu toe zonder resultaat.
Bovendien is intussen de Europese ontbossingswetgeving tot stand gekomen, die op 1 januari 2025 in voege zal treden. Daardoor zullen verschillende Mercosurlanden niet meer akkoord gaan met het princiepsakkoord van 2019, door de vrees voor minder markttoegang. Deze landen wensen dit nu aan te passen om hiermee rekening te kunnen houden.
Er zijn in de voorbije jaren verschillende studies gemaakt inzake impact van deze en andere handelsovereenkomsten op het Europese en Belgische niveau. Deze studies geven een mogelijke impact weer, die in het geval van Mercosur groter is dan bij andere handelsakkoorden door het grote aantal gevoelige landbouwproducten die onderdeel zijn van het Mercosurpakket.
Vanwege enkele specifieke bezorgdheden worden er steeds voor gevoelige producten zoals rundsvlees, pluimveevlees en suiker tariefcontingenten toegepast, zijnde een lager of geen tarief voor een beperkte hoeveelheid die geleidelijk aan over verschillende jaren wordt opengesteld voor deze landen vanaf de goedkeuring van het akkoord, dewelke nog steeds niet heeft plaatsgevonden gezien de meningsverschillen tussen de Europese Unie en Mercosur.
Vanuit Vlaanderen worden de Mercosurbesprekingen uiteraard met aandacht gevolgd en de Belgische standpunten hierover worden besproken en vastgelegd bij de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken, die deze dossiers in eerste lijn volgt voor ons land.
De handelsaangelegenheden komen eveneens regelmatig aan bod tijdens de Landbouwraden, waarbij de ministers hierover hun positie kunnen uitspreken.
Gezien de nakende verkiezingen, ook op Europees niveau, en de grote meningsverschillen tussen de Europese Unie en de Mercosurlanden lijkt het eerder onwaarschijnlijk dat er nog een akkoord komt vóór 9 juni of tijdens het Belgische voorzitterschap.
Ik wil hier heel duidelijk mijn standpunt daarover delen. Ik heb het de voorbije weken al gezegd. Ik vind het nogal logisch, als je luistert naar wat er leeft bij landbouwers in Vlaanderen en ook ver daarbuiten, dat je de strenge eisen die we hier opleggen, de duurzaamheidseisen, de eisen rond voedselveiligheid en dierenwelzijn, spiegelt ten aanzien van alle producten die je importeert uit het verre Zuiden. Die spiegelclausules zijn voor ons belangrijk in al die handelsakkoorden. Dat standpunt werd ook ingenomen in de Vlaamse Regering, samen met de landbouworganisaties. Zij zijn inderdaad ook een deel van dat akkoord.
Ik ben zowel vanuit mijn bevoegdheid Landbouw als vanuit die van Economie voorstander van handel. Onze regio is heel sterk afhankelijk van export. Onze welvaartscreatie hangt daar in heel grote mate van af. Maar handel kan natuurlijk alleen maar werken als die kan plaatsvinden in de context van een level playing field tussen de verschillende handelspartners. Dat is heel belangrijk. Daarom zijn die zogenaamde spiegelclausules die stellen dat handel kan, maar enkel wanneer de productie- en duurzaamheidsnormen gelijkwaardig zijn, voor ons zo belangrijk ter bescherming van onze Europese kwaliteitsproductie.
De voorzitter
De heer Steenwegen heeft het woord.
Chris Steenwegen (Groen)
Minister, ik dank u. Ik ben blij te horen dat men toch inziet dat men in die handelsakkoorden moet vermijden dat dit soort van pakketten leidt tot bepaalde producten die onze sectoren in moeilijkheden brengen. Vaak gaat dat over landbouwproducten die een pasmunt zijn voor andere.
Ik zou in dezen heel graag hebben dat men het been stijf houdt en dat men echt het statement maakt dat men daarmee wil stoppen en het op een andere leest wil schoeien, dat men, als die voorwaarden niet gelijk zijn, er niet mee instemt.
U hebt uw persoonlijke mening gegeven en die apprecieer ik. De vraag was of de Vlaamse Regering in de onderhandelingen ook die houding aanneemt, namelijk zonder de clausules en echte garanties daarop. Want u weet dat het in feite zo is, dat producten alleen maar kunnen indien ze beantwoorden aan bepaalde normen. We weten dat dat voor sommige aspecten wel zo is, maar voor andere absoluut niet. Is men het er binnen de Vlaamse Regering over eens dat men op al die verschillende aspecten gespiegeld moet zijn en akkoord moet gaan? Ik wil daar toch nog even bevestiging over.
De voorzitter
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Sofie Joosen (N-VA)
Op mijn beurt wil ik graag de oproep doen om steeds naar het totaalplaatje te blijven kijken. Zo’n handelsakkoord heeft uiteraard defensieve belangen, maar ook offensieve. Onze landbouw heeft daar ook iets bij te winnen. Ik denk bijvoorbeeld aan zuivel en fruit; de export daarvan zou erop kunnen vooruitgaan met dit handelsakkoord. Onze Vlaamse landbouw heeft die export en die afzetmarkten nodig binnen het huidige landbouwmodel. Zonder die export zal de malaise natuurlijk alleen maar groter worden. Daar zijn we geen voorstander van.
Er zijn terechte bezorgdheden bij onze landbouwers. De Vlaamse Regering heeft die bezorgdheden volgens mij altijd open en transparant erkend. De minister-president heeft gisteren in de commissie Buitenland nog eens aangegeven dat zo’n handelsakkoord enkel gepaard kan gaan met strikte sanitaire regels, met controle op de naleving en de mogelijkheid op vrijwaringsregels. Dat zijn toch een aantal belangrijke zaken, waarvan we steeds hebben gezegd dat ze erbij komen kijken.
Die terechte bezorgdheden van de landbouwers worden ook vaak gekaapt met foute informatie. Ik wil dat toch even aanhalen. De ingevoerde producten moeten natuurlijk voldoen aan Europese sanitaire en fytosanitaire standaarden. De hoeveelheden zouden kunnen worden begrensd, zodat die producten niet massaal onze markten overspoelen. Dat is heel duidelijk en komt misschien wat te weinig aan bod in het debat. Zo’n handelsakkoord kan ook de duurzaamheid in Zuid-Amerika ten goede komen en net aanzetten om daar ook betere milieunormen toe te passen.
We moeten opletten dat we onszelf daar niet buiten spel zetten. Als China zo’n akkoord sluit met die landen, liggen die standaarden natuurlijk veel lager. En China en bij uitbreiding de Aziatische markt zijn natuurlijk net heel belangrijke markten voor onze Vlaamse landbouw. Het zijn markten die we momenteel nodig hebben.
U hebt duidelijk aangegeven dat het de moeite is om te bekijken welke bezorgdheden van de landbouwers we nog kunnen wegwerken en dat we het debat een kans moeten blijven geven. Dat is waarvoor ik vandaag wil pleiten: bekijk het totaalplaatje, laten we niet het kind met het badwater weggooien. Dit is een onderhandeling van twintig jaar. Dit loopt al twintig jaar. Ik heb een aantal keer het woord ‘stoppen’ gehoord. Ik denk dat het echt wel nog de moeite is om te bekijken of we dit handelsakkoord nog kunnen verbeteren en of we dit toch nog een kans kunnen geven.
Bart Dochy (cd&v)
Collega Steenwegen, wat dat betreft kan ik u geruststellen, in elk geval wat onze fractie betreft. Het zal u niet ontgaan zijn dat, toen de bespreking over Mercosur gevoerd werd eerder deze legislatuur, we ook heel uitdrukkelijk duidelijk gemaakt hebben dat die spiegeling, zoals het nu ook in het landbouwakkoord opgenomen is, voor ons zeer belangrijk is.
Het gaat, collega Joosen, niet alleen over de meetbare fytosanitaire en sanitaire aspecten, het gaat ook over de manier waarop de productie gebeurt. Als het gaat over dierenwelzijn, kun je dat niet meten in het eindproduct. Als het gaat over het gebruik van antibiotica, kun je dat niet meten in het eindproduct, want het zal aan de norm voldoen. Als het gaat over het gebruik van lichaamseigen hormonen – dat is ook heel belangrijk als we over Zuid-Amerika spreken in het kader van rundsvlees –, dan zul je dat niet meten op het eindproduct, maar zijn ze misschien wel gebruikt in de loop van het productieproces. Het is dus een heel belangrijk punt om er in elk geval voor te zorgen dat er een gelijk speelveld is, dat diegenen die produceren in het zuiden van Amerika om producten naar hier te importen, aan dezelfde productienormen en -omstandigheden worden onderworpen als hier.
We kunnen niet pleiten voor lokale productie en korte keten en de strijd voeren vanuit bepaalde hoeken tegen intensieve veehouderij, die zogezegd exportgericht is, en anderzijds kansen zien voor de landbouwsector als het gaat over Mercosur. Je moet ook niet warm en koud blazen tegelijk.
In verband met China, heb ik vrijdag mee de besprekingen kunnen voeren voor het opnieuw openstellen van de markten voor het varkensvlees naar China. Voor alle duidelijkheid: dat gaat niet over grote volumes van de goede stukken van het varken, maar dat gaat over wat tot voor kort hoofdzakelijk bij het slachtafval terechtkwam. We noemen dat het vijfde kwartier: de neuzen, de koppen, de poten en de oren. Die kunnen daar nu worden gevaloriseerd. Het is ongelooflijk hoe streng de Chinezen toezien alvorens een toelating gegeven wordt om te importeren. Zij kijken dus wel heel streng naar de manier waarop geproduceerd wordt. Ze zijn echt wel met een loep aan het kijken alvorens ze die toelating geven. Dat is los van handelsakkoorden, want dat zal met China niet bestaan, maar zij hebben dus toch wel de macht om normen en bijkomende voorwaarden op te leggen aan hen die willen exporteren.
Voor alle duidelijk: een gelijk speelveld in Mercosur of geen Mercosur wat ons betreft.
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Dat is zeer duidelijk, voorzitter. Ik denk dat ik dat inderdaad ook zo gezegd heb. Dat is ook bevestigd in het landbouwakkoord dat gesloten is. Dat is ook aanvullend op wat de minister-president gezegd heeft.
De voorzitter heeft het aangehaald en ik heb het al gezegd – en je ziet ook in de evolutie van de verschillende generaties handelsakkoorden –, maar we moeten het blijven benadrukken: het is niet alleen aan het eindproduct dat je een aantal kwaliteitsaspecten kunt opleggen en die belangrijk zijn, maar ook in de productiefase moet het speelveld zo veel mogelijk gelijk zijn om te komen tot een volwaardig gelijk speelveld en om te komen tot eerlijke handel.
Maar ja, zo'n akkoord maken is altijd een deel geven en nemen. Het is heel duidelijk dat die spiegelclausules zijn afgesproken. Dat is ons standpunt en dat is overgenomen door de regering in relatie tot die akkoorden, dus dat is heel, heel duidelijk.
Het is voor mij een gelegenheid om heel even te reflecteren over afgelopen maandag. We hebben met de 27 ministers een Europese top gehad. We hadden de protesten vanuit heel Europa die nog eens de aandacht hebben gevestigd op alle zorgen die er zijn. Dit thema is daar natuurlijk ook door iedereen quasi unisono op tafel gelegd. Het is een zorg die breed leeft in de Europese Unie bij de verschillende ministers van Landbouw, naast een aantal andere zorgen die daar op tafel zijn gelegd rond het Europees landbouwbeleid. De verschillende goede landbouw- en milieucondities zijn bijvoorbeeld aan bod gekomen, net als heel het verhaal rond de administratieve lasten. Ik vertaal het heel vaak als een stukje meer vertrouwen geven aan de landbouwer – het verhaal van kalenderlandbouw is jullie, denk ik, bekend. Het zijn uiteindelijk de landbouwers die uiteraard begaan zijn met hun grond en die ook als eerste de klimaatwijziging ervaren en daarop moeten kunnen anticiperen.
Het moment van inzage en het moment van mest uitrijden zijn zaken die daar aan bod zijn gekomen. Een concreet voorbeeld was de zeer duidelijke oproep rond het niet-productief areaal en het debat daarrond: is dat een maatregel bij wijze van uitzondering of eerder structureel? Er is nood aan structurele oplossingen, eerder dan die de jaarlijkse derogaties. Ik denk dat dat een belangrijk thema is dat herhaaldelijk door verschillende collega's aan de tafel is onderschreven. De Europese Commissie gaf aan dat ze heel veel zorgen rond de administratieve lasten, rond het gelijke speelveld, rond het Europees landbouwbeleid gehoord heeft. Het moet meer uitgaan van vertrouwen en we moeten meer structureel aan oplossingen werken, eerder dan de jaarlijkse derogaties.
Ook collega Clarinval heeft daar vanuit zijn voorzitterschap heel duidelijk aangegeven dat het belangrijk is om snel met concrete maatregelen te komen om de druk op de landbouwsector te verlichten. Dat zijn zaken die daar zijn meegegeven. Het is nu natuurlijk ook wel de verwachting en de hoop dat de Europese Commissie daar zo goed mogelijk ook gevolg aan zal geven.
De voorzitter
De heer Steenwegen heeft het woord.
Chris Steenwegen (Groen)
Zoals u zegt, zien we een evolutie in die handelsakkoorden, waarbij men meer en meer rekening houdt met een aantal elementen die belangrijk zijn, en die inderdaad dat gelijkspeelveld moeten garanderen. Ik denk dat dat voor ons ook uiterst belangrijk is. We hebben daar aan het begin van de legislatuur al eens een resolutie voor ingediend. Die is toen weggestemd met de afspraak dat we daarop zouden verder werken. Dat is dan niet gelukt, maar ik denk dat de geesten in dat verband wel rijpen en in dezelfde richting gaan. Daar ben ik blij om. Ik denk dat hey ook aantoont dat in de hele discussie rond de toekomst van de landbouw, of wat er zich nu afspeelt, er zeker ook heel wat dingen zijn waar heel wat mensen het over eens zijn. Wij met onze fractie en de landbouwers zijn het erover eens dat dat gelijk speelveld gegarandeerd moet worden. We hebben het over die eerlijkheid. Een eerlijke concurrentie met anderen is belangrijk, zodat men het gevoel heeft dat de inspanningen die men doet uiteindelijk niet tenietgedaan worden door producten die we zien binnenkomen van mensen die met veel minder inspanningen en dus ook kosten hun producten verslijten. Ik denk dat het belangrijk is te zien dat er sterke overeenkomsten zijn in wat we als probleem ervaren, en waarvoor we een oplossing willen geven.
Minister, ik wil nog kort ingaan op wat u zei over de Landbouwraad van gisteren. Administratieve vereenvoudiging is toch iets anders. Sommige dingen die daar besproken worden, zijn uiteindelijk toch weer een uitholling van een aantal maatregelen. Dat is een debat dat later gevoerd moet worden. De kalenderlandbouw is ook een stukje het gevolg van de druk op het leefmilieu door de concentratie van de veehouderij. Men heeft manieren gezocht om het onder controle te krijgen zonder … om het de olifant in de kamer te noemen. Dat heeft voor een stukje geleid tot dit soort … Ik heb aan het begin van de legislatuur over dat mestactieplan gezegd: tabula rasa, begin opnieuw, want niemand snapt het nog, ook niemand op het terrein. Het is zo ingewikkeld geworden, en dat allemaal om die sector in zijn geheel te behouden. Maar op het terrein is dat moeilijk te handhaven. Als je dus oproept om terug vertrouwen te hebben in landbouwers, dan ben ik daar groot voorstander van. Maar in de huidige manier van werken in Vlaanderen, met de concentratie aan veehouderij, is dat moeilijk, omdat je ziet dat men de problemen niet opgelost krijgt. Men probeert dat, inderdaad door allerlei regeltjes op te leggen, die inderdaad moeilijk hanteerbaar zijn omdat men afhankelijk is van het weer enzoverder. We weten dat allemaal. Maar dat is het debat dat hopelijk in de volgende legislatuur, en ook later, gevoerd zal worden. Ik hoop dat men daar, zoals ik eerder al zei, de taboes laat vallen, en echt met een open geest bekijkt hoe we dat soort manieren om naar een oplossing te zoeken, kunnen vermijden en echt ten gronde het debat aangaan.
De voorzitter
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.