Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid omvat een reeks basisnormen, bestaande uit beheerseisen en normen voor een goede landbouw- en milieuconditie (GLMC-normen), die begunstigden moeten naleven. De eerste eis van GLMC-norm 8 stelt dat landbouwers een minimumaandeel van hun bouwland moeten bestemmen voor niet-productieve arealen en elementen. Door de recente combinatie van geopolitieke gebeurtenissen en extreme weersomstandigheden is dit voor landbouwers nu erg moeilijk.
Op Europees niveau is daarom een uitzondering ingevoerd, die lidstaten kunnen doorvoeren. De Vlaamse Regering wijzigt daarvoor het besluit van 21 april 2023 dat de voorschriften vaststelt voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.
De wijziging maakt voor 2024 de uitzondering mogelijk dat landbouwers kunnen voldoen aan de eerste eis van GLMC-norm 8 door een minimumaandeel van ten minste 4% bouwland op landbouwbedrijfsniveau te bestemmen voor niet-productieve arealen en elementen, met inbegrip van braakliggend land, of voor vanggewassen.