In 2024 moet een landbouwer geen deel van zijn gronden meer braak laten liggen. Europa voorziet deze uitzondering, en Vlaanderen maakt daar nu gebruik van. Het huidig Europees kader beperkt deze afwijking tot één jaar. Landbouwers kunnen in 2024 hierdoor ook aan deze verplichting voldoen door 4% van hun bouwland volledig in te vullen met vanggewassen. Dit is een belangrijke versoepeling die de Vlaamse regering vorige week goedkeurde. Ook serrebedrijven zijn onder welbepaalde voorwaarden voortaan vrijgesteld van de regels rond niet-productieve arealen (NPE).
“Deze belangrijke aanpassing geldt nu voor het campagnejaar 2024, maar tegelijk blijven we natuurlijk op Europees niveau werken aan structurele ingrepen die ook de komende jaren ervoor zorgen dat onze landbouwers ten volle gebruik kunnen maken van hun gronden. In het landbouwakkoord van 15 februari hebben we daarbij afgesproken dat we die structurele versoepelingen integraal zullen omzetten naar Vlaamse regelgeving, dat gelijke speelveld is namelijk cruciaal voor onze Vlaamse landbouwers”, zegt Brouns.
Binnen de conditionaliteit – dat zijn de voorwaarden die gelden om van areaal- of diergebonden steun te kunnen genieten – worden enkele verplichtingen aangepast. Zo is de datum vanaf wanneer winter-voorploegen wordt toegestaan in landbouwstreek Polders en Duinen vervroegd naar 1 oktober (in plaats van 15 oktober). “Dit moet de landbouwers de gevraagde flexibiliteit bieden om onder de beste omstandigheden de veldwerkzaamheden uit te voeren, de bijkomende flexibiliteit die Vlaanderen vroeg in verband met die data wilde de Europese commissie voorlopig niet aanvaarden”, stelt Brouns.
De verschillende Vlaamse ecoregelingen versoepelen we om de werkbaarheid te verhogen. Zo zijn een aantal regelingen nu ook mogelijk bij blijvende teelten; het gaat dan om de maatregel om het koolstofgehalte te verhogen bv. door stalmest op te voeren en bufferstroken waarbij graskruiden- of bloemenmengsels worden ingezaaid. De voorwaarden over de samenstelling van die mengsels worden ook vereenvoudigd en minder strikt.
Specifiek voor bioboeren worden de voorwaarden om de ecoregeling ‘mechanische onkruidbestrijding’ aan te vragen sterk versimpeld. De maatregelen ‘eenjarige eiwitteelten’ is makkelijker toegankelijk gemaakt voor alle landbouwers.
Ook een aantal steunbedragen worden opgetrokken. Binnen de ecoregeling ‘voortzetting biologische landbouw’ is de vergoeding voor de eerste 5 hectaren van het landbouwbedrijf verhoogd van 200 naar 300 euro/ha. De vergoeding voor de ecoregeling ‘voedermanagement bij rundvee’ wordt verdrievoudigd naar 0,10 tot 0,24 euro per dier en per dag. Wie van de ecoregeling ‘niet-kerende bodembewerking’ gebruikt maakt, zal dan weer 86 euro steun per hectare krijgen.