Gisteren hield Belplant, de Belgisch-Luxemburgse vereniging van de industrie van plantenbescherming, haar Algemene Vergadering in Leuven. Er is geen beter moment om te praten over digitale landbouw, precisielandbouw en innovatieve technieken, dan nu. Veel gewasbeschermingsoplossingen staan onder druk, er worden veel actieve stoffen uit de gereedschapskist van de landbouwers weggenomen, maar op Europees vlak, worden nieuwe stoffen slechts met mondjesmaat goedgekeurd. De landbouwers staan, terecht, op hun strepen want het wordt voor hen steeds moeilijker om op een duurzame en tegelijk rendabele manier, voor ons voedsel te zorgen.
Sylvain Moissonnier (Voorzitter Belplant): “De gewasbeschermingsmiddelensector is een onderzoeks-intensieve sector. In België werd door de Belplant-leden in 2020 in totaal 176 miljoen euro geïnvesteerd in Onderzoek, Ontwikkeling en Registratie. In 2021 steeg dat bedrag met een kleine 20% tot 208 miljoen euro. Dit is zonder de bedragen die de productiesites investeren om bijvoorbeeld hun waterverbruik te halveren of om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. In 2021 werd bijna 50% van het Onderzoek & Ontwikkeling budget geïnvesteerd in laag risico en biocontrole-middelen. Dat was een stijging met ruim 10% tov 2020.”
Maar in de Europese Unie loopt onderzoek en ontwikkeling ver voorop op de concrete introductie van innovaties tot op het landbouwbedrijf. Zo werd in de Europese Unie tussen 1 april 2023 en 1 april 2024 geen enkele nieuwe stof goedgekeurd. In diezelfde periode verdwenen er wel 14 actieve stoffen uit diverse antiresistentie klassen. Vijftien actieve stoffen werden hernieuwd, waarvan 9 Bacillus preparaten, 5 andere en tot slot ook nog … zand! Daarnaast is er een spectaculaire evolutie op vlak van precisie- en digitale landbouw waardoor het gebruik en eventuele risico’s van gewasbeschermingsmiddelen sterk dalen. Dit is geen verre toekomstdroom, maar nu al beschikbaar bij de betere leverancier of slechts een appje verwijderd
Dit vereist wel veel ondersteuning en vorming naar de gebruikers toe. In België hebben we excellente vormingscentra, lesgevers en een sterk ontwikkeld fytolicentiesysteem. Bovenop het efficiënter laten verlopen, moet dringend werk gemaakt worden over hoe reeds beschikbare en toekomstige systemen op een adequate manier kunnen ingebouwd worden in het toelatingsproces. En ze dan ook efficiënt implementeren binnen een redelijk tijdsbestek.