Het startschot werd gegeven op Asperges Hertenveld in Bilzen door minister van Landbouw en gedeputeerde voor Landbouw en Platteland van de provincie Limburg.
Tijdens de Week van de Korte Keten worden tal van activiteiten georganiseerd door producenten, verenigingen en overheden. Ze zijn overzichtelijk samengebracht op de website www.weekvandekorteketen.be/agenda.
Uit een nieuwe bevraging van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij bij 3.271 Vlaamse landbouwers blijkt dat hun drijfveer om aan korte keten te doen, erin bestaat om het verhaal van hun bedrijf tot bij de consument te brengen, meer voldoening en waardering te krijgen van de consument en de burger te informeren over het belang van landbouw in voedselketen. Reden om niet aan korte keten te doen, zijn de complexe voedselwetgeving, te veel administratie, de hoge kosten voor extra arbeid en problemen rond vergunning. Toch is het merendeel van de landbouwers tevreden over de korte keten en de winstgevendheid van de korteketentak.
ILVO, Bioforum, CCBT, Voedsel Anders, en het Steunpunt Korte Keten brengen, binnen de werking van het Living Lab Agro-ecologie en BIOlogische landbouw (LLAEBIO) en met financiële steun van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, een inspiratiebrochure uit: De kracht van samenwerking in eerlijke voedselketens. De brochure is eind mei beschikbaar.
Op ontdekking in de korte keten!
In de derde week van mei vestigen de Vlaamse provincies, de Vlaamse overheid (Agentschap Landbouw en Zeevisserij), het Steunpunt Korte Keten en VLAM de aandacht op de korte keten met de inrichting van de Week van de Korte Keten. Al voor de zevende maal zetten landbouwers die aan thuisverkoop doen, hun deuren open voor het grote publiek en zijn er tal van activiteiten die je onderdompelen in de korte keten. Zo kan je kennis maken met het brede scala aan vormen van korte keten en de producten en producenten uit de korte keten van dichtbij leren kennen.
Zowel producenten als verenigingen en overheden scharen zich achter dit initiatief en werkten een breed aanbod van activiteiten uit tijdens de Week van de Korte Keten. Een greep uit wat je kan doen: een opendeurdag op een zelfoogstboerderij, een lammetjesdag, een fietstocht langs boerderijen, een hoevepicknick of zelfs een heuse escape game in het teken van korte keten. Alle activiteiten tijdens de Week van de Korte Keten zijn overzichtelijk samengebracht op de website www.weekvandekorteketen.be/agenda.
De Vlaamse provincies en VLAM werkten samen een spaarkaartactie uit. Wie driemaal een aankoop doet in de korte keten bij minstens twee verschillende producenten, krijgt een houten lepel cadeau en maakt kans om een mooie prijs te winnen (aankoopcheques in de korte keten, hoevemanden, verblijf op de hoeve,…). 420 producenten uit de korte keten doen mee aan de actie en ze loopt van 18 mei tot eind juni.
De opening van de Week van de Korte Keten gebeurde op Asperges Hertenveld in Bilzen.
Aspergeteler Koen De Bisschop in zijn hoevewinkel
Minister van Landbouw: “De Week van de Korte Keten is een begrip in Vlaanderen. Ongeveer de helft van de Vlamingen (48%), kent het. (Bron cijfers: iVox) We willen daar aan verder bouwen en de frequentie van aankopen in de korte keten verhogen.”
vlnr: Hendrik Vandamme, Jo Brouns, Koen en Nathalie De Busschop, Filip Fontaine, Inge Moors, Nik Van Gool en Guido Cleuren
“Het initiatief “De Week van de Korte Keten” zorgt ervoor dat producenten in de korte keten zichtbaarder worden en dat de drempels voor consumenten verlagen”, stelt gedeputeerde voor Landbouw en Platteland van de provincie Limburg. “In de provincie Limburg zetten we al jaren in op de promotie van hoeve- en streekproducten. De spil daarbij is het online platform www.limburgsmaaktnaarmeer.be, dat de info en verhalen van Limburgse producenten samenbrengt voor consumenten.”
Bekendheid korte keten groeit.
Korte keten kent tal van vormen: hoevewinkel, boerenmarkt, automaat, zelfplukboerderij, afhaalpunt, webwinkel, groenteabonnement, buurderij, voedselteams en CSA-boerderij. Ze hebben elk hun eigen karakteristieken maar delen dezelfde zorg en inzet voor hun producten en de warme belangstelling voor hun afnemers.
De bekendheid van de verschillende vormen neemt toe (zie figuur 1).
Figuur 1: Bekendheid korteketenkanalen in 20218, 2022 en 2023 (online bevraging bij 600 Vlamingen ouder dan 18 jaar uitgevoerd door iVox)
De korte keten geniet veel appreciatie bij de Vlaming blijkt uit onderzoek van iVox in opdracht van VLAM. Door rechtstreeks bij de producent te kopen, weet men waar de producten vandaan komen en men betaalt er een eerlijke prijs voor de producten. 56% stelt in de toekomst vaker te zullen kopen in de korte keten (zie figuur 2).
Figuur 2: Stellingen over korte keten (Bron: iVox)
www.rechtvanbijdeboer.be, het referentieplatform over korte keten voor de consument
Op de website www.rechtvanbijdeboer.be vind je alle achtergrondinfo over korte keten in Vlaanderen: de voordelen van korte keten, een toelichting bij de verschillende vormen, een overzicht van 1 700 verkooppunten en verhalen van producenten. Dankzij Google Maps kan je op de website heel snel een verkooppunt in jouw buurt vinden. Je kan niet alleen filteren op locatie, maar ook op product of soort verkooppunt dat je zoekt.
Enkele weetjes
Op basis van bestedingen vertegenwoordigen hoeveverkoop en boerenmarkten samen ongeveer 1,1% van de totale verkoop van verse voeding in Vlaanderen.
In de korte keten wordt een ruim pallet producten verkocht. Aardappelen, groenten en fruit vormen de belangrijkste productcategorie gevolgd door vlees. Bijna één op drie producten is van biologische aard.
Ongeveer één op de zeven Vlamingen koopt al eens op de hoeve en hij doet dit gemiddeld 10 keer per jaar. Het aantal kopers op de boerenmarkten schommelt rond de 5 à 6 op 100 en ze gaan zo’n 8 keer per jaar langs.
Op www.rechtvanbijdeboer.be staan 1 694 verkooppunten (16/04/2024) geregistreerd waarvan:
- Hoevewinkels: 746
- Automaten: 271
- Afhaalpunten: 297
- Buurderijen: 57
- Groenteabonnementen: 27
- Voedselteams: 68 (hier is verandering op til)
- Zelfoogst (zelfpluk): 56
- CSA-boerderijen: 32
- Markten: 140
Nieuw rapport legt drijfveren van landbouwers uit om aan korte keten te doen
Om een interessant beeld te krijgen van het soort landbouwbedrijven dat aan korte keten doet, heeft het Agentschap Landbouw en Zeevisserij in samenwerking met VLAM, Steunpunt Korte Keten en ILVO eind 2023 een enquête uitgevoerd bij 3.271 landbouwers in Vlaanderen. Daarbij werd gepeild naar het soort van korteketenactiviteiten en de drijfveren van landbouwers om aan korte keten te doen. Ook landbouwers die bewust niet aan korte keten doen, werden bevraagd.
Algemeen is het zo dat korteketenbedrijven vaker aan biologische dan aan gangbare landbouw doen, dat vooral tuinbouwbedrijven actief zijn in korte keten en dat korteketenbedrijven vaak nog andere verbredende activiteiten uitvoeren (hoevebezoeken, landbouweducatie of zorgboerderij). Korteketenbedrijven verkopen voornamelijk aardappelen, groenten en fruit met de hoevewinkel als populairste verkoopkanaal.
Als drijfveer om een korteketenactiviteit op te starten, vermelden de bevraagde landbouwers vaak het storytelling rond het bedrijf, met trots hun stiel kunnen tonen, meer voldoening en waardering krijgen, contact hebben met consumenten en het informeren van de burger over het belang van landbouw in voedselketen.
Voor landbouwers die niet aan korteketenactiviteiten doen, zijn de complexe voedselwetgeving, te veel administratie, de hoge kosten voor extra arbeid, arbeids- en andere wetgeving, de opbrengsten die niet opwegen tegen de hogere kosten, en problemen met vergunningen en ruimtelijke ordening belangrijke redenen.
Het merendeel van de landbouwers is tevreden over de korte keten en de winstgevendheid van de korteketentak. De energie- en koopkrachtcrisis heeft wel een negatieve economische impact op de korteketentak.
Rendabiliteit korte keten
Nochtans is die winstgevendheid niet evident zo bewijst een andere interessante studie van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij op basis van bedrijfseconomische gegevens van bedrijven uit het Landbouw Monitoringsnetwerk. Meer recente cijfers over de economische situatie van korte keten bedrijven zijn beschikbaar op de cijferwebsite van het agentschap.
Zowel voor bedrijven met rechtstreekse verkoop, zuivel- of vleesverwerking wordt de rendabiliteit van deze korteketenbedrijven uitgespit. Bij rechtstreekse verkoop vindt geen verwerking plaats. De producten worden, na eventueel een kleine sortering en dergelijke, rechtstreeks verkocht aan de consument in plaats van via de gangbare afzetkanalen. Bij zuivel- en vleesverwerking wordt eigen melk of vlees eerst verwerkt vooraleer het rechtstreeks wordt verkocht.
Hoewel er zeer grote verschillen zijn tussen bedrijven, is het netto-bedrijfsresultaat positief voor deze bedrijven. Dat positieve resultaat is echter niet evident. Korteketenactiviteiten gaan gepaard met heel wat inzet van arbeid (wat ook bevestigd werd in de bevraging van 3.271 landbouwers). Dit is vaak eigen arbeid van de landbouwer en zijn naaste familie, maar ook deels betaalde arbeid, zeker bij de zuivelverwerking. Het aantal uren dat naar de korteketentak gaat op een bedrijf (zowel betaald als eigen arbeid,) is volgens deze studie bijna 2 VTE’s per jaar voor zuivelverwerking, 1 VTE voor vleesverwerking terwijl voor rechtstreekse verkoop maar 0.1 VTE per jaar nodig zou zijn.
De producten worden in de korte keten rechtstreeks verkocht aan de consument, de landbouwer is dus prijszetter. En inderdaad bevestigt deze studie dat producten via de korte keten verkocht worden aan een gemiddeld hogere prijs. Ook daar zit een grote variatie wat betreft het product. Het verschil in prijs tussen regulier en verkocht via de korte keten is het laagst voor verse melk en aardbeien, maar wel 2 maal zo hoog voor verwerkte melkproducten als kaas of yoghurt en tot 4 keer zo hoog voor aardappelen.
Samenwerking in de korte keten
De recent bevraging bij 3.271 landbouwers in Vlaanderen, legt ook bloot dat 53% van de korteketenproducenten een samenwerkingsverband heeft, voornamelijk rond de verkoop of marketing van producten. Nochtans is er nog steeds heel wat behoefte aan samenwerking in de korte keten, zowel naar marketing, verkoop van producten of logistiek.
Om die samenwerking te bevorderen werd in 2023 een EIP oproep gelanceerd rond samenwerking binnen de thema’s “Samen werken aan eerlijke prijsvorming en echte prijzen” en “Gezonde, duurzame en betaalbare voedselpatronen aanmoedigen via diverse catering-settings”. Hierin worden heel wat mooie projecten ondersteund die korteketenspelers verbinden met elkaar of andere spelers in de waardeketen. Zo werd een project goedgekeurd om na te gaan of het concept van franchisenemers zou werken voor winkels met korteketenproducten. Ook de rechtstreekse afzet van groenten uit een CSA-boerderij in de keuken van een zorginstelling kreeg ondersteuning. Landbouwers die (oude) granen of eiwitgewassen telen, werken in verschillende andere projecten samen met een bakkerij, pasta-producent of (biologische) verwerkers. En ook het logistieke vraagstuk wordt in een Oost-Vlaams project aangepakt.
Agro-ecologische en biologische boeren inspireren rond samenwerken in de korte keten
Voor boeren die agro-ecologie en biologische landbouw omarmen is korteketenverkoop een perfecte match. In hun strategie staat het lokale contact met de consument/burger hoog aangeschreven. Ze streven ernaar hun producten op een transparante wijze, tegen een eerlijke prijs conform hun geleverde inspanningen aan te bieden. Uit onderzoek weet ILVO dat samenwerkingen met gelijkgestemde partijen bijdraagt tot het succes van korteketeninitiatieven.
Over de aanpak van dergelijke samenwerkingen hebben ILVO, Bioforum, CCBT, Voedsel Anders, en het Steunpunt Korte Keten, binnen de werking van het Living Lab Agro-ecologie en BIOlogische landbouw (LLAEBIO) en met financiële steun van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, een brochure gemaakt: De kracht van samenwerking in eerlijke voedselketens.
Lieve De Cock, ILVO & Living Lab Agro-Ecologie en Biolandbouw (LLAEBIO): “Aan de hand van 8 inspirerende cases uit Vlaanderen en Wallonië belichten we voordelen en uitdagingen van samenwerking. Er komen o.a. boeren aan het woord die samen leveren aan buurtwinkels of horeca of zelf samen een winkel in de stad uitbaten, een CSA-boer die groenten levert aan een lokaal ziekenhuis en een initiatief van pluimveehouders die samen een slachthuis beheren”. An Jamart (Bioforum): “Er is ook een stappenplan voor het opzetten van samenwerkingsverbanden, en details over mogelijke wettelijke implicaties van samenwerking. Dat is inspirerend en nuttig voor zowel de ketenspelers als de landbouwers.” De brochure is momenteel in druk en vanaf eind mei ook digitaal raadpleegbaar.
|