Minister van Omgeving en Landbouw Jo Brouns (cd&v): “De voorbije jaren zijn we er al in geslaagd om de impact van gewasbeschermingsmiddelen op de omgeving te halveren, met het nieuwe actieplan geven we nu uitvoering aan de bijkomende ambities van het regeerakkoord zoals een betere bescherming van kwetsbare groepen, onze waterwinning en natuurgebieden.
Het Vlaams Actieplan Duurzaam Pesticidengebruik bundelt de Vlaamse acties, aangeleverd door de Departementen Omgeving en Landbouw en Visserij. De Europese Pesticidenrichtlijn vraagt dat we zo’n actieplan opmaken. De Europese Commissie volgt de reductie van risico’s van pesticiden op via een geharmoniseerde risico-indicator (HRI1). De voorbije tien jaar halveerde de impact van gewasbeschermingsmiddelengebruik volgens die indicator in Vlaanderen. Brouns: “Een belangrijke verklaring hiervoor is dat de beschikbare middelen door Europa of de federale regering op basis van zeer strenge criteria geëvalueerd worden en dat men niet aarzelt om actieve stoffen van de markt te nemen. Beschikbaarheid van gewasbeschermingsmiddelen blijft echter wel nodig, zowel in de gangbare als in de biologische landbouw. Die gewasbescherming zorgt er mee voor dat onze landbouwers kunnen blijven produceren in uitdagende omstandigheden zodat voedsel betaalbaar blijft voor iedereen en er daarnaast ruimte blijft voor kwalitatieve natuur.”
Toch hebben de landbouwers, maar ook de openbare besturen of de particulieren een belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid om de mogelijke risico’s en impact van pesticiden te beperken. “Onze landbouwers wegen vandaag al heel bewust af welke middelen ze willen of kunnen gebruiken, waar mogelijk kiezen ze voor alternatieven van biologische oorsprong. Met dit actieplan gaan we precisielandbouw, agro-ecologische praktijken en biotechnologische innovatie verder stimuleren. En we ondersteunen boeren die willen investeren in speciale vul- en spoelplaatsen voor landbouwvoertuigen”, zegt Brouns.
Het Vlaamse actieplan zet ook de hogere ambities van het Vlaams regeerakkoord om in concrete maatregelen. Zo worden waterlopen beter beschermd aan de hand van grotere teeltvrije bufferstroken van 3 tot 5 meter. “Vlaanderen is de groententuin van Europa, en we mogen daar fier op zijn. De agrovoedingsindustrie is onze grootste industriële werkgever. Maar we mogen ook niet blind zijn voor de uitdagingen. In het nieuwe mestdecreet gaan we voor grotere bufferstroken van 3 of 5 meter in de gebieden waar de waterkwaliteit het meest onder druk staat, dat zal meteen ook grote impact hebben op de potentiële uitspoeling van pesticiden. Als er daarnaast nog maatregelen nodig zijn om de waterwinning te beschermen, komt er een kader om die snel te kunnen nemen, altijd met de volksgezondheid als leidraad. Ik ga ook aan tafel zitten met de hele agrovoedingsketen om samen afspraken te maken voor een betere waterkwaliteit, bijvoorbeeld door aanpassingen in lastenboeken. We mogen de inspanningen die moeten gebeuren niet alleen op de landbouwers afwentelen.”
In het regeerakkoord zijn een aantal engagementen genomen ten aanzien van kwetsbare groepen, deze worden met dit actieplan omgezet in concrete maatregelen: “Voor kwetsbare groepen gaan we maximaal het voorzorgsprincipe hanteren om risico’s uit te sluiten. Voor woonzorgcentra, zorginstellingen, kleuter- en basisscholen en kinderdagverblijven gaan we een bufferstrook hanteren van vijf meter met groenscherm of tien meter als zo’n groenscherm niet mogelijk is, waarbij de boer daarvoor een compensatie krijgt.”
Tenslotte zijn er ook afspraken gemaakt over het gebruik van gewasbescherming in de buurt van natuurgebieden. “Waar vandaag al nulbemesting geldt, mogen ook geen pesticiden meer gebruikt worden. In de overgrote meerderheid van de gevallen gaat dat over grasland dat onze landbouwers ook zonder gewasbescherming op een rendabele manier kunnen uitbaten. In het kader van het Open Ruimtepact gaan we dan aan de natuur- en landbouworganisaties vragen om de discussie te voeren over waar er plaats is voor hoogproductieve landbouw, waar we natuur en landbouw kunnen verweven en waar de natuur juist alle ruimte moet krijgen”, besluit Brouns.