Enkele maatregelen op een rij gezet:
Ecoregeling vruchtafwisseling met vlinderbloemigen
Bij deelname aan de ecoregeling 'vruchtafwisseling met vlinderbloemigen’ zaait u op een perceel in de periode 2021-2025 hoofdteelten in uit minstens drie verschillende vruchtafwisselingsgroepen, waarvan minstens één uit de vlinderbloemigengroep.
Twee voorbeelden van vruchtafwisseling vanaf 2021 zijn:
- voorbeeld 1: aardappelen – wintertarwe- winterveldbonen (of bonen) – maïs – suikerbieten,
- voorbeeld 2: grasklaver – grasklaver – voederbieten – maïs – wintertarwe.
De verschillende vruchtafwisselingsgroepen vindt u terug in de tabel ‘Teeltgroepen vruchtafwisseling met vlinderbloemigen’ bij de tabellen op www.vlaanderen.be/landbouw/verzamelaanvraag.
Eénjarige eiwitteelten en andere ecoteelten
Met de ecoregeling ‘éénjarige ecoteelten’ krijgt u steun voor verschillende zuivere teelten zoals veldbonen, droog geoogste erwten, quinoa, bladrammenas, hennep… maar ook voor mengteelten van granen met een vlinderbloemige.
Welke teelten in aanmerking komen, vindt u samen met de minimale zaaidichtheden voor de mengteelten terug in de infofiche op Ecoregeling: Inzaai van éénjarige milieu-, biodiversiteitsvriendelijke of klimaatbestendige teelten.
Ecoregeling ‘Verhogen organisch koolstofgehalte’
Voor de ecoregeling ‘verhogen organisch koolstofgehalte’ zorgt u in uw teeltplan 2025 voor teelten die zorgen voor een hoge koolstofaanvoer. U moet gemiddeld minimaal 1.250 kg effectieve organische koolstof (EOC) per hectare bouwland aanbrengen op uw bedrijf. In de tabel ‘Aanbreng organische koolstof' via teeltplan kunt u per teelt zien hoeveel organische koolstof elke teelt toevoegt. Ook bij het indienen van de verzamelaanvraag kunt u in functie van het gekozen teeltplan nagaan hoeveel de gemiddelde aanvoer aan effectieve organische koolstof per hectare bouwland bedraagt in het tabblad Plant/Bodem – Verhogen organische koolstof teeltplan.
Naast steun voor verhogen van het organisch koolstofgehalte via het teeltplan, kunt u ook steun krijgen voor het aanbrengen van stalmest, champost, compost en/of houtsnippers op uw percelen bouwland of blijvende teelten. Ook voor bodemanalyses met goede resultaten voor pH en organisch koolstofgehalte kan u nog een extraatje krijgen. De bodemstalen moeten genomen zijn door een erkend laboratorium dat is geconnecteerd met DjustConnect, momenteel Bodemkundige Dienst van België, Inagro en Labo VVK.
Precisielandbouw bekalken
Om te kunnen deelnemen aan de ecoregeling ‘Precisielandbouw-plaatsspecifieke bekalking’ moet u op het perceel een bodemscan laten uitvoeren. De taakkaart mag vanaf 1 januari 2022 aangemaakt zijn zolang hier nog geen subsidie werd ontvangen. Op basis van de taakkaart die na de scan opgemaakt wordt, moet u het perceel in 2025 plaatsspecifiek bekalken om dat jaar in aanmerking te komen voor de ecoregeling.
Bodempaspoort
Het bodempaspoort biedt op een efficiënte, overzichtelijke en eenvoudige manier informatie aan over de bodem op perceelsniveau. Dit geeft u meer inzicht in de bodems van uw gebruikspercelen en stimuleert zo een duurzaam bodembeheer. Door een minimum aantal bodemstalen te laten nemen en analyseren via een erkend laboratorium dat ook geconnecteerd is met DjustConnect, kunt u steun krijgen via deze ecoregeling: het actief gebruik van het bodempaspoort. Als u deelneemt aan deze ecoregeling, dient u ook een andere ecoregeling of agromilieuklimaatmaatregel uit te voeren.
Wilt u zien wat het bodempaspoort exact ontsluit, neem dan een kijkje op het e-loket (www.landbouwvlaanderen.be), daar vindt u de tegel ‘bodempaspoort’.
Teelttechnische erosiebestrijdende en bodemverbeterende technieken
De ecoregeling ‘Teelttechnische erosiebestrijdende en bodemverbeterende technieken’ richt zich op het behoud van waardevolle, vruchtbare bodems, een betere bodemstructuur en de reductie van het verlies aan inputs zoals zaaizaad, meststoffen (nutriënten) en gewasbeschermingsmiddelen.
Voor ruggenteelten is in steun voorzien voor de aanleg van drempels tussen de ruggen op oranje, gele en lichtgroene percelen (medium, lage en hele lage erosiegevoeligheid). Voor percelen die niet-kerend worden bewerkt bij inzaai van de hoofdteelt, kunt u ook steun ontvangen indien er voldoende gewasresten aanwezig zijn op het moment van de niet-kerende bewerking. Deze tweede actie kan op oranje, gele, lichtgroen en donkergroene percelen (medium, lage, hele lage en verwaarloosbare erosiegevoeligheid).
Andere maatregelen
Naast de opgesomde maatregelen zijn er nog heel wat andere maatregelen mogelijk. Landbouwers kunnen die maatregelen raadplegen op onze webpagina Steun.
Zo zijn er maatregelen waar landbouwers steun krijgen omwille van het naleven van bepaalde voorwaarden of beperkingen rond het gebruik van bemesting en/of gewasbeschermingsmiddelen. Het is hierbij belangrijk om de voorwaarden na te leven vanaf de start van de verbintenis op 1 januari 2025. Voorbeelden zijn ecologisch beheerd grasland, mechanische onkruidbestrijding, precisielandbouw via automatische GPS- of RTK-GPS-aansturing ,…
Bij deelname aan een maatregel is het steeds belangrijk om de gebruiksperiode, minimumoppervlakte, de samenstelling van de mengsels en eventuele bijkomende subsidievoorwaarden na te gaan. Deze zijn voor elke maatregel afzonderlijk bepaald.
De meest recente informatie over alle maatregelen vindt u op de website van Landbouw en Zeevisserij in de infofiches op de webpagina Steun. De aanpassingen aan ecoregelingen en agromilieuklimaatmaatregelen voor 2025 zijn beperkt en zullen zo snel mogelijk worden gepubliceerd.